Binnenland. van vervanging voor de gemeente diensten. Ofschoon deze zaak in één der eerste vergaderingen van de Raadhuiscommissie wel eens werd besproken, is deze maatregel nimmer doorgevoerd, omdat zij in de praktijk onmoge lijk is gebleken. Doordat ik dagelijks overal wel even aanwezig kon zijn om de voornaamste zaken te behandelen en doordat ik van alle collega's gemeente-ambtenaren en perso neel (van hoog tot laag) de meest volledige mate van medewerking mocht hebben en een groote welwillendheid ondervond van alle zijden, was het mij mogelijk om met enkele aanteekeningen en eenvoudige aanwijzingen veel meer werk af te doen dan anders, wanneer de meer officinale en dus langere weg vereischt wordt. Zoodoende heb ik geen enkel onderdeel van mijn vele werk zaamheden uit handen behoeven te geven en kon ik voor alles de gewone verantwoordelijkheid blij ven dragen. Ik durf dan ook te zeggen dat deze uitgaafpost in alle opzichten geheel gefantaseerd is en nergens in de rekening is te vinden. Moge ik het thans aan het oordeel van uw college overlaten of het inderdaad recht en billijk was, de cijfers te gebruiken, zoo als thans op verschillende plaat sen in het openbaar is geschied. Men moge een nieuw stadhuis onnoodig achten of het beter vinden dat een particulier archi tect het werk zou hebben uitge voerd. Men kan het zelfs over bodig vinden dat er eenige be looning worde gegeven, ieder standpunt is in zeker opzicht te waardeerendoch wanneer men het met eenig besluit niet eens is, mag de eisch gesteld worden, dat men het bestrijde met eerlijke zakelijke argumenten, zonder per soonlijke tendenzen. Naar mijn beste weten heb ik steeds getracht aan alle wenschen van de verschillende collega's tegemoet te komenmijn beste krachten heb ik altijd zooveel mogelijk in uw dienst gesteld (somtijds onder felle en ongemo tiveerde critiek van verschillende zijden) en steeds heb ik het voor deel en het belang van de ge meente op den voorgrond gesteld. Ofschoon het ontwerp in alle opzichten mijn privé eigendom is en ik niet verplicht ben dit zonder meer aan de gemeente af te staan, heb ik nimmer om eenige beloo ning of honorarium gevraagd zelfs niet om een vergoeding of tegemoetkoming in de onkosten, welke uit dit werk voor mij voortvloeiden. Ofschoon deze de f 200 vrij dicht benaderen, heb ik deze tot nog toe op geenerlei wijze ten laste van de gemeente gebracht. Met enthousiasme ben ik het werk begonnen, ook al kostte het vrijen tijd, hoofdbrekens en zelfs geld, omdat ik het een mooi en eervol werk vond. Later en ook nu weer heb ik het betreurd, dat de Raadhuis commissie niet voldoen kon aan mijn destijds gedaan verzoek om mij van deze taak te ontheffen. De eer, waar ook sommige leden van hebben gesproken, be gint zelfs te veranderen in oneer, nu sommige bezoekers openlijk durven spreken van „het beruchte Axelsche stadhuis". In hoeverre dit een belang der gemeente is, moge ik buiten be schouwing laten, doch dat ik hierin een handicap moet onder vinden bij eventueele sollicitatie, is een van de wrange vruchten, welke deze „eerezaak" voor mij heeft opgeleverd. Ik meende dit niet te hebben verdiend. Voor dat ik met het werk ben begonnen, heb ik aan Uwe ver schillende colleges verzocht, om mij soortgelijke moeilijkheden, als ik bij den bouw van de mare chausseekazerne heb ondervon den, te besparen. Later heb ik dit met een vertrouwelijk schrij ven, aan ieder lid van den Raad persoonlijk, herhaald. Strubbe lingen van dergelijken aard heb ben steeds een langdurigen na- deeligen invloed op iemands re putatie als bouwkundige, Of schoon de kwestie van de mare chausseekazerne reeds vier jaar geleden was en niets ten mijnen laste had opgeleverd, werd zij toch als argument gebruikt door een van de leden van de Prov. Schoonheidscommissie, om den bouw van het nieuwe stadhuis niet door mij te laten uitvoeren. Ofschoon het besluit van den Raad oorspronkelijk geheel buiten mij om heeft plaats gehad, is dit met de bestrijding daarvan niet het geval geweest. Ik meen daar aan thans het recht te mogen ontleenen Uw college te verzoe ken deze onverkwikkelijke zaak, welke alle genoegens die aan een gratificatie verbonden konden zijn, vergald heeft en die op den duur zenuwsloopend moet werken, thans spoedig te beëindigen. Het liefst zou ik zien, dat de Raad met gesloten deuren een besluit kon vinden dat aller instemming had. U vragen om eenig willekeurig bedrag anders dan de mij rechtens toekomende, gemaakte onkosten stuit mij zeer tegen de borst en kan ik niet doen. Wel zou ik rechtskundig advies kunnen inwinnen in hoeverre de auteurswet en de algemeen gel dende regelingen mij recht zouden geven een bedrag te kunnen eischen. In het belang van de gemeente en van een samenwer king in goede verstandhouding, acht ik dit echter niet gewenscht. Gaarne wil ik dan ook ver trouwen dat uw college zal willen voldoen aan de eenige wensch die ik heb kenbaar gemaakt tijdens den bouw, haar voorbereiding en afwikkelingbespaar mij verdere onaangenaamheden, welke mij builen mijn schuld worden aan gedaan. De gemeente-opzichter, D. VAN DEN BERG. II. Een schrijven van Heeren Gedeputeerde Staten dd. 28 Juli 1939, inzake het ter goedkeuring ingezonden raadsbesluit van 20 Juni jl., tot het aangaan van een geldleening tot een bedrag van maximaal f 10,000, ter aanvulling van de voor den bouw van het gemeentehuis aangegane geldlee ning. Ged. Staten erkennen in dit schrijven, dat met den bouw van het gemeentehuis door den ge meente-opzichter goed werk is geleverd en dat hem deswege een gratificatie' toekomt, doch achten een bedrag van f 500 voldoende en deelen mede, dat zij bereid zijn het geldleeningsbesluit, dien overeenkomstig gewijzigd, goed te keuren. Zij vragen hieromtrent het standpunt van den Raad. Het schrijven werd verzonden 1 Aug. en ontvangen 2 Aug. jl., zoodat het niet meer in de laatst gehouden vergadering van het college van B. en W. kon worden behandeld en derhalve geen voor stel kan worden gedaan, doch deze zaak aan het oordeel van den Raad wordt onderworpen. De VOORZ. voegt hieraan toe, dat op 7 Aug. nog een brief is ontvangen van Heeren Ged. St., van den volgenden inhoud Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Axel. Wij handhaven onze meening, dat een gratificatie van f 500 voor den gemeente-opzichter ter zake van den bouw van het gemeente huis op zichzelf voldoende is te achten. Waar evenwel op subjectieve gronden in dit bijzonder geval ook een hooger bedrag zou kunnen worden verdedigd, zouden wij er ons niet tegen verzetten, indien de Raad er toe zou besluiten deze gratificatie op f 1000 te handhaven. Wij verzoeken U van een en ander mededeeling te doen aan den Raad. De VOORZ. vraagt of iemand hierover nog het woord verlangt. Hij is er voor om het besluit te handhaven. Dhr. OGGEL is er eveneens voor om het genomen besluit te handhaven. Ged. St. moeten dan maar beslissen tot al of niet goedkeuring. Dhr. SEGHERS verklaart er zich tegen, evenals in de vorige vergadering. Hij zou den gem,-> opzichter f 250 willen geven en den dag. opzichter f 100. De VOORZ. zegt dat dit niet aan de orde is, het gaat om al of niet-handhaving van het be sluit. Dhr. VAN DE BILT is tegen de gratificatie, en niet alleen wat betreft deze gratificatie voor den opzichter, maar tegen alle grati- ficatie's. Dhr. OGGEL wijst er nogmaals op, dat hel niet gaat om de gra tificatie, maar om het genomen besluit en dat moeten wij als Raad handhaven. Ged. St. moe ten het goedkeuren of niet. Dhr. 't GILDE staat op het standpunt van dhr. v. d. Bilt, of schoon hij niet tegen alle gratifi- Celtic's is. Dhr. DE JONGE onderschrijft de door dhr. Oggel gesproken woorden. De VOORZ. brengt het hierna in stemming. Met 9 tegen 3 st. wordt besloten het genomen be sluit te handhaven. Tegen de h.h. v. d. Bilt,'t Gilde en Seghers. 1. Mededeeling naar aanlei ding van de vraag van den heer F. Dieleman in de laatstgehouden raadsvergadering, naar de rooilijn aan de Bylocquestraat, ter plaatse waar het magazijn van dhr. M. de Bruijne—Deij is gebouwd. Ter beantwoording van deze vraag wordt verwezen naar de notulen van de vergadering der Bouwcommissie, welke naar aan leiding hiervan werd gehouden. Hieruit blijkt o.m., dat door te bouwen in de rooilijn van reeds aanwezige woningen men 25 cm. verder is moeten gaan, dan het uitbreidingsplan aangaf. Door B. en W. is goedkeuring verleend aan de hand der inge diende teekeningen en alzoo is gebouwd. j. Idem naar aanleiding van de vraag van den heer C. van Bendegem in de vorige vergade ring naar den toestand van het riool in de Prins Hendrikstraat, hoek Prins Mauritsstraat. Naar aanleiding van een inge steld onderzoek kan worden me degedeeld, dat naar gebleken is, de verstopping was veroorzaakt, doordat een der omwonenden zijn modderput had geledigd in de betreffende gemeentekolk en dat thans, na reiniging, alles goed functionneert. k. Idem naar aanleiding van de vraag van den heer C. van Bendegem naar de uit de huur neming van tuingronden, welke later tengevolge van wijziging van het bouwplan blijkt onnoodig te zijn. Medegedeeld kan worden, dat betrokkene inmiddels bericht heeft ontvangen, dat het perceel hem met ingang van 1 Januari a.s. opnieuw zal worden toegewezen. In voorkomende gevallen zal steeds op deze wijze gehandeld worden, mits de betrokkenen tijdig kennisgeven van hun wensch om van het resteerende gedeelte pachter te blijven. Dhr. C. VAN BENDEGEM dankt den Voorz. voor de gegeven inlichtingen, doch voor wat de tuingronden betreft, gaat hij er toch niet geheel mee accoord. Hij zou willen, dat vanwege de ge meente den betrokkenen zelf ken nis zal worden gegeven en dat deze het zelf niet moeten vragen. De VOORZ. deelt verder nog mede, naar aanleiding van een in de vorige vergadering door dhr. C. van Bendegem gestelde vraag, omtrent den slechten toestand van de rioleering in den Noordpolder, dat een vergadering heeft plaats gehad met het bestuur en het zoo goed als zeker is, dat de riolen aldaar opgeruimd zullen worden en dat dit dan zal geschieden in werkverschaffing. (Slot volgt) De toestand van de Prinsessen zeer gunstig. De berichten omtrent den ge zondheidstoestand van Prinses Juliana en Prinses Irene blijven zeer gunstig luiden. Het nienwe kabinet. Woensdag heeft Jhr. Mr. D. J. de Qeer de htm verstrekte op dracht tot vorming van een Ka binet aanvaard. De volgende Ministers heeft hij aan H. M. de Koningin voorge dragen Buitenlandsche Zaken Mr. E. N. van KFfF-ns, administrateur chef der Afd. Diplomatieke Zaken van het Departement van Buiten landsche Zaken (Vrijzinnig). Justitie: Dr. P. S. Gerbrandy, Hoogleeraar aan de Vrije Univer siteit te Amsterdam (Anti-Rev.). Binnenlandsche Zaken H. van Boeyen, Minister van Binnen landsche Zaken (Christ. Hist.). Onderwijs, Kunsten en Weten schapper G. Bolkenstein, oud inspecteur van het Middelbaar Onderwijs (Vrijz.-Dem.). Financiën en Alg. Zaken ad interim Jhr. Mr. D. J. de Geer, lid van de Tweede Kamer dei Staten-Generaal (Christ.-Hist DefensieLuit.-Kol. A. Q H. Dyxhoorn (Kleurloos). Waterstaat: Ir. J W. Albarda, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Soc. Dem. Ar beiders Partij). Economische ZakenMr. M. P. L. Steenberghe, oud-minister van Economische Zaken (R.-K.). Sociale Zaken Dr. H. van den Tempel, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Soc. Dem. Arbeiders Partij). Koloniën Ch. J. I. M. Weiter, oud-minister van Koloniën (R.-K Een redacteur van het A.N.P. heeft den kabinetsformateur ge vraagd of het voornemen bestaat in de Kamer een regeeringsver- klaring af te leggen. De heer de Geer antwoordde ontkennend. Aangaande de plannen voor de toekomst meende hij zich op dit oogenblik te moeten bepalen tot de verklaring, dat de zelfstandig- heidspolitiek, zooals die tot dus ver door ons land gevoerd is, onder het nieuwe kabinet vol ledig en onverzwakt zal worden gehandhaafd. Naar verluidt zal het Departe ment van Algemeene Zaken wor den opgeheven. Dit moet bij Koninklijk Besluit geschieden. Jhr. D. J. de Geer heeft deze portefeuille ad-interim onder zijn beheer genomen. De nleawe Ministers beëedfgd De beëediging van de nieuwe ministers is gistermorgen te elf uur op het Paleis Soestdijk ge schied. Het Koninklijk besluit met hun benoeming is in de Staatscourant verschenen. De portefeuilles zijn gisteren in den loop van den namiddag over gedragen, behalve die van buiten landsche zaken. De heer Patijn zal heden van zijn vacantie terug- keeren. De scheidende ministers hebben afscheid genomen van hun departementen. Uit Baarn wordt gemeld Om 11 uur heeft H. M. de Koningin ten Paleize Soestdijk het nieuwe Kabinet ontvangen voor de eedsaflegging. Omstreeks half elf kwamen als eersten aan de heeren P. S. Gerbrandy en H. van Boeyen, vervolgens de kabinetsformateur jhr. mr. D. J. de Geer en de overige leden van het Kabinet. De audiëntie duurde ongeveer drie kwartier, waarna de ministers wederom per auto vertrokken. De ministers werden aan den ingang van het paleis ontvangen door den adjudant van dienst, majoor Romswinckel. De heeren waren allen in civiel gekleed, met hoogen hoed, met uitzondering van minister Dijxhoom, die in groot-uniform van luitenant-kolo nel was. Het afscheid van dr. Colfln als minister. Tegen half vijf had zich voor het Ministerie vin Algemeene Zaken in Den Haag, waar jhr. mr. D. J. de Geer naar binnen was gegaan om de portefeuille van dit departement van dr. H. Colijn over te nemen, een groote menigte verzameld, die tegen het uitgaan van de bureaux en kan toren nog aanmerkelijk aan groeide. Tegen half zes zag men boven in de kamer van het ministerie, de beide gestalten van de heeren Coiijn en de Geer, die eikaar de hand drukten. Vervolgens zag men dr. Colijn, toen door de bode de deuren waren geopend, nog verschillende menschen de hand geven. Daarna stapte hij, verge zeld van den secretaris van het departement van Algemeene Za ken, den heer Reysiger, snel in zijn auto. De menigte groette zwijgend, welke groet door dr. Colijn werd beantwoord. Jhr. de Geer bleef nog in het ministerie vertoeven. De plannen van dr. Coltyn. Naar wij vernemen, ligt het in het voornemen van dr. Colijn, sinds gisteren wederom ambteloos burger, om tegen het eind van Sept. een reis te ondernemen naar de Vereen. Staten, Japan, China en Ned.-Indië. Mevrouw Colijn zal haar echtgenoot op deze reis vergezellen. Tijdig voor den aanvang der verkiezingscampagne voor 1941 hoopt dr. Colijn weer" in Neder land terug te zijn. (N. R. Crt.) Penning van het Nationaal Fonds voor Bijzondere Nooden. Het Nationaal Fonds voor Bij zondere Nooden, waarvan zooals men weet Hare Koninklijke Hoog heid Prinses Juliana eere-voor- zitster is, heett ter gelegenheid van de geboorte van een nieuwe Oranje-Prinses, een fraaie penning laten ontwerpen door den medail- leur J. C Wienecke. Deze penning wordt geslagen door de rijksmunt en zal over eenige dagen ter beschikking worden gesteld van de regel matige contribuanten van ge noemd fonds. Koninklijke gift. De burgemeester van Hengelo, mr. J. H. J. van der Dussen heeft een namens H. M. de Koningin verzonden schrijven ontvangen, waarin wordt medegedeeld, dat H. M. een gift beschikbaar heeft gesteld voor den vierling, die 1 Aug. j.l. in het gezin van den heer H. Pijlman is geboren. Nieuwe hofmaarschalk. De Koningin heeft luitenant kolonel jhr. A. D. Laman Trip, commandant der Koninklijke ma rechaussee te Arnhem, wien zoo als gemeld bij Kon. besluit van 2 Aug. met ingang van 1 Sept. een eervol ontslag uit den mili tairen dienst was verleend, met ingang van dien datum benoemd tot Haar kamerheer in buitenge wonen dienst en tot hofmaar schalk. De nestor van de Eerste Kamer overleden. In den nacht van Zondag op Maandag is tijdens zijn vacantie in Interlaken overleden Jhr. Mr. A F. O. van Sasse van Ysselt (r.-k.), de nestor van de Eerste Kamer en voorzitter van den Hoogen Raad van Adel. AXEL, 8 Augustus 1939. Feestplannen. In de Woensdag gehouden ver gadering van het Feestcomité, welke volgde na de inlevering der lijsten door de collectrices, bleek dat het comité de beschik king zal hebben over pl.m. f350. Van het gemeentebestuur was bericht ontvangen dat men de beschikking kreeg over f 400, doch dit uitsluitend voor de kin deren moest bestemd worden. Dit beantwoordde heelemaal niet aan het - verzoek van het Feest comité, hetwelk f500 had ge vraagd, w.o. begrepen een trac- tatie voor de schoolkinderen. Ook hier maakt Axel weer eens een uitzondering bij andere plaatsen, n.l. nooit iets beschikbaar te wil len stellen voor het comité. De kinderen zullen dus het leeuwen' deel hebben ln den buit. Nd „schele hoofdpijn" maken be hoorlijk werken onmogelijk! Neem een "AKKERTJE", even liggen. Daarna weer frisch.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1939 | | pagina 2