Raadsverslag.
ABONNEERT U
AXELSCHE
COURANT
(Vervolg van pagina 2)
8b. Bepaling vergoeding aan
den Bouwmeester van het
nieuwe Raadhuis.
Destijds is door den Gemeente
Opzichter een ontwerp voor een
nieuw Raadhuis gemaakt, ^dat
door den Raad is aanvaard, waar
naar de ontwerper dit plan verder
heeft uitgewerkt en gebouwd
volgens dit ontwerp en volgens
opdracht.
Nu dit werk voltooid is en naar
wensch is verloopen, meende de
Raadscommissie, inzake den bouw
van het stadhuis, dat de bouw
meester voor dit werk een grati
ficatie toekwam, mede op grond
van het feit, dat hij alles in het
werk heeft gesteld den bouw en
de installatie, naar den geest van
den Raad, zoo goedkoop, vrij van
bovenmatige luxe en toch duur
zaam uit te voeren; en binnen de
grenzen van het daarvoor gevo
teerde bedrag, zijnde f55000
(zonder de meubileering) wat in
deze heel goed gelukt is.
In de Raadscommissie was men
algemeen van oordeel (de heer
't Gilde was afwezig) dat een be
drag van f 1000 op zijn plaats
was, te meer daar het de Com
missie bekend was, dat wanneer
men dit werk aan een andere
architect had ^opgedragen een
grooter bedrag had betaald moe
ten worden, afgezien van de
vraag nog of de bouwkosten niet
hooger zouden zijn geworden.
Verder was de Commissie van
oordeel, dat de prestaties van den
dagelijkschen opzichter zoodanig
zijn geweest, dat een gratificatie
van f 100 op zijn plaats zou zijn.
Ook deze persoon heeft zijn
krachten ingespannen om alles in
den geest en naar de wensch van
opdrachtgeefster uit te voeren.
Dit voorstel van de Commissie
is in het College van B. en W.
een punt geweest van uitvoerige
bespreking met het resultaat, dat
elk lid van het College zijn eigen
meening vasthield en men tot
geen resultaat kon komen.
Het College meent het voorstel
van de Raadscommissie, als
zijnde van de verste strekking,
den Raad te moeten voorleggen
t?r beslissing.
De VOORZ. stelt dit punt aan
de orde voor verdere gedachten
wisseling hieromtrent.
Dnr. SEGHERS kan zich niet
vereenigen met het voorstel van
de Raadhuiscommissie, het is te
ingrijpend. Hij zou willen dat
de bouwmeester f 350 kreeg en
de dagelijksche opzichter f 100.
Dhr. P. VAN BENDEGEM kan
zich evenmin met het voorstel
der commissie vereenigeneen
extra belooning acht hij niet noo-
dig en spr. wil dan ook geen
cent geven. Hij vindt dat er niets
meer gedaan is dan gewone
plichtsbetrachting door den op
zichter. Bij de uitbreiding van
de gasfabriek is er ook veel en
extra werk gedaan, doch dit is
ook niet extra beloond.
Dhr. ESSELBRUGGE verklaart
zich voorstander van het voorstel
der commissie; hij is van meening
dat de opzichter meer gedaan
heeft dan zijn plicht in deze en
hem voor dat meerdere werk dan
ook een belooning toekomt
Dhr. FANOY zegt dat het vele
door den opzichter gedane werk
de gemeente groote voordeelen
heeft opgeleverd bij den bouw.
Wanneer een andere architect was
aangesteld, zouden de kosten veel
hooger geworden zijn. Hij acht
het dan ook volkomen gemoti
veerd om dhr. v. d. Berg een
gratificatie van f 1000 te geven.
Dhr. OGGEL zegt zijn meening
hieromtrent ook en vond f 500
voldoende.
Dhr. HAMELINK begint met er
op te wijzen, dat de normen, die
als maatstaf moeten dienen voor
de gratificatie, eerst onder het oog
moeten worden gezien. Spr. gaat
hierop breedvoerig in. We heb
ben eenstemmig in een vergade
ring de meening uitgesproken, dal
we de opdracht voor den bouw
gegeven hadden aan een opzichter,
die eigelijk niet des opzichters is.
En nu het nieuwe stadhuis hier
slaat en alles goed is verloopen,
gaat het toch niet aan om te
zeggen Nu ben je bedankt voor
het vele werk. We zijn verplicht
om voor dat vele en extra zware
werk, dat is verricht, te betalen,
zulks in tegenstelling met Wet
houder Van Bendegem, die hier
voor geen cent wil geven. We
moeten ons hieromtrent vrij uit
spreken, zonder op de meening
van het publiek te letten. Het
past ons niet in deze om er ons
zoo maar met een enkel hand
gebaar van af te maken. De op
zichter heeft er ons nooit om
gevraagd en ook geen bedrag als
belooning genoemd. Ik meen te
mogen zeggen dat we er, met de
opdracht te geven aan onzen ge
meente-opzichter, goedkoop zijn
afgekomen. Spr. is geen deskun
dige op dit gebied, maar hij heeft
van vreemde architecten veel lo
vernomen over dit volbrachte
werk. We mogen dan ook met
de belooning niet te schriel zijn.
Er wordt nu wel verschil gemaakt
tusschen het werk van den bouw
meester en den dagelijkschen op
zichter. Ook over het werk van
den dag. opzichter is men vol lof,
doch deze was voor een bepaald
salaris aangenomen, wat bij den
gemeente-opzichter niet het geval
was.
Op billijkheidsoverwegingen zijn
we tot f 1000 gekomen als hono
rarium; de gemeente vaart er dan
nog wel mee, omdat er duizenden
guldens zijn bespaard. Dit bedrag
is eigenlijk nog geen betaling voor
het gepresteerde door den op
zichter vóór en tijdens den bouw,
maar meer een blijk van waar
deering voor het groote en veel
omvattende werk dat is volbracht.
Dhr. VAN 't HOFF zegt met
een gerust geweten zijn stem aan
het voorstel te kunn.en geven,
omdat hij goed weet wat voor
werk en tijd alles heeft gekost.
De opzichter is er wel 3a4jaar
mee bezig geweest, en steeds als
extra werk, wat dus beloond dient
te worden.
Dhr. 't GILDE moet met ge
mengde gevoelens de gelegenheid
benutten om ook zijm rrijdsch
over den stadhuisbouw in het
algemeen en meer in het bij
zonder over de vergoeding toe
gedacht aan den gem. opz. zijn
standpunt uiteen te zetten. Als
hij spreekt van gemengde ge
voelens is dit, omdat in het ove
rigens in telegramstijl geredi
geerde pre-advies van B. en W.
naar hun oordeel niet gemist is
kunnen worden de zinsnede „de
heer 't Gilde was afwezig
Alsof dit iets ter zake doet om
trent zijn afwezig zijn in de eerste
vergadering in Jan. j.l. waarin hij
door dringende omstandigheden
niet kon aanwezig zijn.
Het is zoonet of men hem
zooiets wil aanwrijven als de
grootste absentist van de wereld
te zijn. En daar dit juist niet
het geval is en hij zelden of ooit
door afwezigheid schittert en o a
in 16 jaar tijds nimmer één raads
vergadering verzuimde wat
hem reeds voldoende in het gelijk
stelt had men dit gevoegelijk
mogen weglaten. Het doet niets
terzake dat de heer 't Gilde af
wezig was, waarop hij nog ter
loops terug komt.
Als voorstander van den Raad-
huisbouw doet hij in het alge
meen in lof voor anderen niet
onder en ook bij hem bestaat in
voldoende mate waardeering over
het tot stand komen, afwerken en
voltooien van het gebouw, waar
omtrent na rijp en langdurig
overwegen door de ingestelde
commissie een advies werd uit
gebracht in den zin van drin
gende noodzaak tot nieuwbouw.
Niets ter wereld kan thans het
stadhuis nog ongedaan maken.
Het is en het blijft er 1
Aan B. en W. komt hulde toe
voor de in dezen steeds unaniem
verleende medewerking t.o v. de
voorstellen der commissie. Deze
zijn altijd overgenomen en nimmer
s ook maar iets van strijd of
wrijving gebleken
Zoo er van gemeentewege ooit
een groote zaak is tot stand ge
komen, die op een eendrachtige
wijze en in een geest van voort
durende samenwerking is ver
wezenlijkt, dan is het wel het
stadhuis,
Ook wethouder Van Bendegem
deelt in dezen lof en verdient
dank. H»t siert hem, dat zijn sym
pathie tenslotte toch groot genoeg
is gebleken, om ook van zijn
persoonlijke gevoelens te doen
blijken^ door het doen van een
bijzonder fraaie schenking, zoodat
hij niet achter is gebleven bij zijn
collega's in het college en den
Raad.
T.o.v. lof aan den gem -opz
en de bouwers ontbreekt het ook
bij hem niet en volstaat hij met
zich te refereeren aan vorige
sprekers.
Thans echter komt de vraag
naar voren omtrent de toekenning
eener gratificatie en de hoe groot
heid van het bedrag. Daarover
is nimmer gesproken in den geest
van een voorstel zooals hier ligt.
Dat is spijkers zoeken op laag
water! Niemand bindt zich trou
wens ooit door een bespreking
in principe en nooit is deze
kwestie in het beginstadium an
ders besproken dan als een prin
cipe-bespreking zonder verder
eenig besluit. Dit kan uit geen
enkele notulenweergave blijken
en deze mogen, wat hem betreft,
hier op tafel komen.
Van a tot z heeft spreker de
zaak meegemaakt en heeft hij zich
een oordeel gevormd, waarover
hij zich door niemand het recht
laat ontzeggen. Toen de gem.-
opzichter ongedwongen en vrij
willig de opdracht aanvaardde
om in weerwil van eventueel
komende kritiek van welke zijde
ook het architectonische ge
deelte uit te voeren, is door de
commissie aangevoeld dat dit niet
kon of mocht geschieden dan
door hem voor zijn andere da
gelijksche werkzaamheden te ont
lasten, hetgeen gebeurd is door
één der oudste en meest ervaring
hebbende gemeentewerklieden
Daardoor konden de andere ge
meentelijkediensten en werkzaam
heden normaal functioneeren en
ontstond geen stagnatie.
Wijders is hem nog assistentie
toegevoegd door aanwijzing van
een dag. opzichter en zelfs een
tweede flinke aankomende hulp,
zoodat naar zijn hartgrondige
overtuiging de dagtaak van den
opzichter weinig of niets zwaar
der was dan de normale
Aannemende echter dat zij heel
wat zwaarder is geweest, vraagt
hij zich af of deze mooie en
verheffende opdracht het niet
waard was gedurende eenige
maanden de heer Van 't Hoff
spreekt wel van jaren, maar dat
is zeer sterk overdreven iets
boven het gewone te presteeren
Het daarstellen van dit gebouw
moet voor den opzichter een
eerezaak zijn geweest. En wel
degelijk is aan deze zaak een
idieële zijde verbonden, al heb
ik wel eens hooren beweren door
een lid van de commissie„Daar
schiet men weinig mee op in de
portemonnaie"
Is de vermaterialiseering onder
ons menschen dan al dusdanig
gevorderd dat men niets meer
doet buiten zijn dagelijksche werk
zonder extra werk of honoreering
Is de werkdrift en werklust onder
het menschdom al tot een zoo
danig peil geslonken dat alle
idealisme en leven voor en uit
de dagelijksche arbeid en roeping
gedoofd wordt Het wil er
bij hem niet in 1
De groote en onsterfelijke
bouwmeesters der middeleeuwen
en uit het Gilden-tijdperk dachten
er anders over 1 Deze waren niet
zoo vei materialiseert dat zij er
dergelijke opvattingen op na
hielden en zij leefden voor hun
werk, zoodat zij scheppingen van
bouwkunst hebben kunnen wroch
ten. De Keldermans en anderen
wisten desondanks hun werk te
volbrengen en de eeuwen spreken
ervan en zullen er van blijven
spreken 1
En zoo moet het ook voor dit
stadhuis een eerezaak genoemd
worden welke niet en nooit ge
noegzaam in geld valt te waar-
deeren
Niet dat spr. dit gebouw op
één lijn stelt met zulk kunstwerk.
Hij analogiseert in geenen deele
de meester-bouwwerken, die men
vooral in Vlaanderen aantreft te
vergelijken met dit stadhuis,
Het is zeer best mogelijk dat
bouwmeesters van de toekomst
de kritiek niet zullen sparen,
maar dat laat ons koud en daar
heeft de commissie zich ook nooit
om bekommerd
Ons als Axelaars bevalt het,
omdat in het nieuwe de herinne
ring voortleeft aan het oude
stadhuis En daarmee basta
Doch, waardeering is in geld
niet uit te drukken.
Spr. betreurt dat B en W in
dezen uiteindelijk een droevig
figuur maken. Maandenlang heeft
men hier deze eenvoudige zaak
laten sluimeren en geen eenheids-
voorstel weten te formuleeren.
Dat is jammer genoeg dikwerf
het geval geweest met dit op zijn
laatste beenen loopende college
en het is te hopen dat een vol
gend college in meerdere mate
van homogomitt it zal doen blijken.
Staat het college op een stand
punt dat salarisverhooging ge-
wenscht zou zijn, dan had men
moeten spreken. Dat was ten
minste eerlijker geweest en spr.
zou ook bij die gelegenheid zijn
meening hebben gezegd hoe hij
over salarisverhooging in het al
gemeen, alsook in dit speciale
geval denkt
Gezien de zorgvolle tijd en de
zeer ernstige financieele toestand
onzer gemeente, zal spr. zijn stem
onthouden aan dit meerderheids
voorstel der ontbonden Raadhuis*
commissie. Door het verleenen
van een gratificatie van f 1000
schept men niet alleen een pre
cedent voor de toekomst, doch
ook t. o. v. het verleden.
In 1927 is de uitbreiding tot
stand gekomen van het gasbuizen
net naar de buitenwijken en
daarop ook naar Terne'uzen. Welk
een enorme arbeid van vele dagen
en maanden tot in den nacht heeft
dit niet gekost voor den Gas-
directeur. Zijn vacantie offerde
hij er met liefde en geestdrift
voor op. Degenen die toen deel
uitmaakten van den Raad waren
met hem weth. Oggel en de h.h.
Dieleman en v. d. Bilt. Maar in
12 jaar is men dat alweer ver
geten
Heeft iemand er ooit over ge
dacht aan den Gas-directeur voor
dit werk van 31/, a 4 ton ook
maar één cent gratificatie te geven?
Nimmer is er een stem voor op
gegaan Nimmer heeft de Dir.
er aan gedacht of op gezinspeeld
deze gratificatie te mogen ont
vangen. Hier zouden wij dus
met 2 maten gaan meten.
De opzichter is een goed ge
salarieerd ambtenaar, die dit werk
lot ons genoegen heeft volbracht
en wiens naam eraan verbonden
blijft. Mooier belooning is voor
hem niet denkbaarDe gemeente
Axel is heusch niet rijk, want 90
pet. der bevolking zucht onder
zware lasten of heeft het moeilijk
door andere economische omstan
digheden. Met f 1000 is tegen
woordig heel wat leed om ons
heen te verzachten als daartoe de
drang roept. Om echter op deze
wijze met het geld, met de be
lastingpenningen om te springen
is onverantwoordelijk.
Tenslotte nog het feit dat men
spr. verwijt ruchtbaarheid aan
deze zaak te hebben gegeven,
wat slechts ten deele juist is. Is
deze aangelegenheid er één die
geen daglicht kan velen 't Is
toch een eenvoudige zaak, die
zelf door de heeren naar buiten
is gebracht, want na Januari is
er eerst na 4 maanden weer over
gesproken in de ontbindingsver
gadering der commissie 1 Maar
toen was het al lang een publiek
geheim en toen heeft spr. er
natuurlijk ook zijn meening wel
eens over geuit. Hij erkent dit
gaarne en besluit met te herin
neren aan een gulden woord van
een der grootste staatslieden van
de 19e eeuw, wijlen Thorbecke
Een publieke zaak dient publiek
te worden behandeld".
De VOORZ. antwoordt hierop
dat dit niet altijd het geval be
hoeft te zijn en wat de verdere
opmerkingen betreft, wil hij o.a.
constateeren dat dhr. 't Gilde ge
durende zijn löjarig lidmaatschap
van den Raad er toch ook niet
aan gedacht heeft zijn genoten
presentiegelden aan de gemeente
te schenken.
Dhr. FANOY vraagt dhr. 't Gil
de wat hij dan wel wil voteeren
in plaats van f1000?
Dhr. 't GILDE: lk schaar me
aan de zijde van wethouder Van
Bendegem en ben er ook voor
om geen cent te geven.
Dhr. FANOY merkt op, dat dhr.
't Gilde indertijd toch ook heeft
gezegd, dat dhr. v. d. Berg een
vergoeding toekomt voor het ge
dane extra-werk en nu zou ik
gaarne vernemen van dhr. 't Gilde,
waarom hij zoo afgedwaald is.
Dhr. 'tT GILDE ontkent dit te
hebben gezegd.
Dhr. FANOY vraagt dan de
notulen te mogen voorlezen van
de betreffende vergadering.
De VOORZ. vindt dit echter
niet noodig.
Dhr. HAMELINK zet zijn stand
punt nogmaals uitvoerig uiteen en
wijst dhr. 't Gilde op de aparte
opdracht betreffende den stad
huisbouw. Dit is heel iets anders
dan b.v. de werken voor uitbrei
ding van de gasfabriek Men kan
dan ook wel werkzaamheden als
rioleeringsuitbreiding met deze
vergelijken. Hadden we dhr. v.
d. Berg niet bereid gevonden om
het op zich te nemen, dan had
het de gemeente duizenden gul
dens meer gekost. Waarom is
indertijd door dhr. 't Gilde niets
te berde gebracht, toen bepaald
werd in de commissie dat dhr.
v. d. Berg beloond moest worden
voor dit werk. Wat heeft men
aan zulke commissieleden men
kan ze beter missen. Spr. komt
ook nog op de ontijdige openbaar
making van deze zaak terug en
zegt dat dhr. 't Gilde hierbij ook
niet van een fooitje mag spreken
in 't openbaar en evenmin van
een goed betaalde ambtenaar. Het
gaat niet aan om het werk te
kleineeren. Belooning is noodig
we kunnen iemand zoo maar niet
naarhuissturen zonder gratificatie.
Dhr. 't GILDE komt andermaal
terug op het verwijt aan zijn
adres omtrent de openbaarmaking
van dit voorstel op een ontijdige
wijze, hetwelk hij nogmaals weer
spreekt.
Wat betreft de vergelijking van
dhr. Hamelink van de uitbreiding
van het gasbuizennet met een
uitbreiding van de rioleering, deze
raakt kant nog wal. Deze ver
sterkt juist de stelling door hem
geponeerd, omdat tegenover die
uitbreiding van de gasfabriek
rendabiliteit in het vooruitzicht
kwam en bij de stadhuisbouw
ten eenenmale niet. Alzoo was
daar een gratificatie beter op zijn
plaats geweest. Spr. staat ten
deze dus volkomen aan de zijde
van weth. Van Bendegem.
(Enkele leden mompelen on
verstaanbare woorden of toonen
neiging om te lachen).
Dhr.'t GILDE Wie het laatst
lacht, lacht het best. Spr. zegt
verder van het woord af te zien
omtrent deze zaak.
Het voorstel om den bouw
meester een vergoeding van
f 1000 te geven wordt hierna in
stemming gebracht en aangeno
men met 7 tegen 6 stemmen.
Tegen stemmen de h.h. Oggel,
P. van Bendegem, 't Gilde, De
Jonge, v. d. Bilt en Seghers.
Het voorstel om den dagelijk
schen opzichter een gratificatie
te geven van f 100, wordt ver
volgens aangenomen met 9 tegen
4 stemmen.
Tegen stemmen de h.h. P. van
Bendegem, 't Gilde, De Jonge en
v. d. Bilt.
(Slot volgt).
op de