Binnenland.
Landbouw.
Zij meet 1379 ton en is 92 meter
lang. De bewapening bestaat
uit een kanon van 100 mm., een
kanon van 37 mm., een machine
geweer en elf torpedo-lanceer-
buizen. De bemanning bestond
uit 71 officieren en minderen.
Aan boord van de „Phenix"
bevonden zich 5 officieren en 66
manschappen.
Phenix" en
tegelijkertijd,
laatste kwam
van admiraal
onderofficieren en
De duikbooten
„Espoir" doken
doch alleen de
weer boven.
Onder leiding
Decoux werd onmiddellijk met
het opsporen een begin gemaakt,
doch, na 24 uur lang zoeken,
moet de bemanning als verloren
worden beschouwd.
Op alle Fransche oorlogs
schepen zijn de vlaggen halfstok
geheschen. Volgens de laatste
berichten geschiedde het ongeluk
zes mijl uit de kust.
In de baai Camranh is op het
water een olievlek waargenomen,
zoodat thans bekend is, dat de
„Phenix" gezonken is De boot
moet meer dan 100 meter onder
water liggen.
Iedere poging tot redding van
bemanning of tot lichting van de
duikboot is onmogelijk, daar zij
zoo dop ligt.
Er zijn verschillende oorzaken,
die tot de ramp kunnen hebben
geleid
In ieder geval schijnt wel vast
te staa»dat de constructie slechts
toeliet nm tot 100 meter tp dalen.
Het water moet door den gewel
digen druk onmiddellijk zijn bin
nengedrongen, wat den doodstrijd
der bemanning verkort heeft.
Uit naam der Fransche regee
ring heeft minister-president Da;
Iadier Zaterdagmiddag de volgen
de verklaring afgelegd
„De Fransche marine rouwt.
De duikboot „Phenix" is ter
hoogte van dp kust van Annam
gezonken. Officieren, onderoffi
eieren en manschappen zijn te
zamen vereenigd in den dood in
de uitoefening van hun plicht. Zij
gaven hun leven voor het vader
land. Zij hielden op de verre
zeeën de wacht aan de grenzen
van ons koloniale rijk. Zij waren
schildwachten van den vrede en
van Frankrijk. Thans zijn zii
gestorven voor dit dubbele ideaal
met den eenvoud van helden.
De geheele natie is vandaag
vereenigd in dezelfde herinne
ringsgedachte. Zij betreurt haar
dooden, zij neemt eerbiedig deel
aan den rouw over de 71 dap
peren van de „Phenix", doch zij
hervindt in hun opoffering het
voorbeeld der deugden, die Frank
rijk gemaakt hebben.
De regeering brengt een laatsten
groet van het volk aan den staf
en de bemanning van de „Phenix
Zij beveelt, dat alle gebouwen
van marine, leger, luchtmacht en
koloniën rouw aannemen ter na
gedachtenis aan deze Franschen,
die op hun post, in dienst van het
vaderland zijn gestorven".
RaslaHd.
De pogingen om Sovjet-Rus
land in te schakelen in het
Britsch-Fransche niet-aanvalsblok
hebben nog steeds geen succes.
De besprekingen, die de Brit
sche bemiddelaar Strang voert,
willen blijkbaar niet vlotten. Er
blijken ernstige meeningsverschil-
len te zijn.
Strang heeft te Londen om
nieuwe instructies gevraagd en
zijn verblijf te Moskou zal langer
duren dan men gedacht had.
De rel* van het Britsche
koningspaar.
De koning en koningin van
Engeland bevinden zich op de
terugreis naar hun land.
In het hoofdzakelijk door joden
bezochte café „Riva" te Praag is
een bom ontploft, waarbij vier
personen vrij zwaar en vijftien
licht gewond werden.
Van twee der ernstig gewonden
moesten beide beenen geampu
teerd worden. Zij verkeeren in
levensgevaar.
In het district Mnichova Hra
dista, dat geheel Tsjechisch is,
hebben onbekenden Duitsche
straatbordjes, welke daar na 15
Maart zijn geplaatst, vernield.
De Koningin bezoekt werk
verschaffingen b(J Amersfoort.
De Koningin heeft Vrijdagmid
dag een bezoek gebracht aan de
werkverschaffing bij het Gelder-
sche Valleikanaal.
De hoofdinspecteur van de rijks
werkverschaffing, de heer M. de
Vries, gaf H.M. inlichtingen over
den stand van het werk.
Het gezelschap, dat in twee
auto's reisde, gevolgd door een
auto van de rijksveldwacht, reed
vervolgens naar de boerderij de
Driftakker bij Amersfoort, waar
de Koningin met haar gevolg
langs het in wording zijnde ka
naal over een afstand van on
geveer anderhalven kilometer naar
den Hoogeweg wandelde. H.M.
inspectee d; hier en daar de ver
blijven, waar de arbeiders schaf
ten en bij regen schuilen, en
stelde eenigen opzichters en ar
beiders vragen over het werk.
De auto's waren inmiddels via
de Driftakkerstraat en Heiligen-
bergenweg weer naar den Hooge
weg gereden, waar vandaan de
tocht werd voortgezet naar Soest-
dijk.
Petekind van H M de Koningin
in het hnwelfjk getreden
Vrijdag is te Bunschoten in het
huwelijk getreden Wilhelmina
Aartje Fedder, petekind van H.M.
de Koningin.
Een drietal hofdames woonden
namens H.M. 's avonds de in
zegening van het huwelijk in de
gereformeerde kerk bij en ver
gezelden daarna de bruid naar de
ouderlijke woning, waar uit naam
van de Koningin geschenken wer
den aangeboden.
De bruid werd te Spakenburg
geboren in den watersnoodnacht
van 13 op 14 Januari 1916. Toen
H.M. eenigen tijd nadien Spaken
burg bezocht, aanvaardde zij het
peetschap over de jonggeborene.
Intern, tentoonstelling te
Amsterdam.
Het ligt in de bedoeling in
1943 ter viering der voltooiing
van de nieuwe Amsterdam-Rijn
verbinding te Amsterdam een in
ternationale tentoonstelling te hou
den.
Proeven met oorlogsbrood.
Naar wij van bevoegde zijde
vernemen, kan de consumptie-
proef met water-wittebrood alles
zins geslaagd worden genoemd.
Het brood werd in de deel
nemende gezinnen gedurende de
14 dagen, welke de proef duurde,
door vrijwel iedereen met smaak
genuttigd, terwijl onprettige er
varingen ten opzichte van de
gezondheid niet werden gerap
porteerd.
Algemeen werd opgemerkt, dat
het gebruik zeer spoedig gewende
en dat, indien in oorlogstijd brood
van zulk een samenstelling zou
worden verstrekt, zulks een zeer
groote verbetering ten aanzien
van de jaren 1914—'18 zou be-
teekenen.
Aan boord van de „Empress
of Britain" is een matroos die
bezig was dekzeilen over de
reddingsbooten te spannen, over
boord geslagen en verdronken.
Het schip stopte terstond, maar
de nasporingen bleven vruchte
loos, waarna het vaartuig, dat
het Britsche koningspaar naar
Engeland terugbrengt, zijn reis
vervolgde.
Bom ontploft te Praag.
De Duitschers ondervinden in
het protectoraat Bohemen en
Moravifi steeds meer moeilijk
heden- I
De St. Louis op de reede van
Vlissingen.
Het motorschip St. Louis van
de Hamburg-Amerikalijn, dat nu
ongeveer twpe en een halve maand
met bijna 1000 Joodsche vluch
telingen aan boord van het eene
land naar het andere is gevaren
en dat thans op weg is naar
Antwerpen, waar de passagiers
ontscheept zullen worden, heeft
Zaterdagmorgen ruim een uur op
de reede van Vlissingen gelegen,
teneinde afgevaardigden van de
commissies voor Joodsche vluch
telingen en ambtenaren van den
vreemdelingendienst kier te lande
in de gelegenheid te stellen aan
boord te komen en de reis tot
Antwerpen mee te maken.
Van de -commissies voor Jood
sche vluchtelingen waren afge
vaardigden uit Nederland, Ameri
ka, Frankrijk, Engeland en België
naar Vlissingen gereisd. Om half
10 werden de dame6 en heeren
met de sleepboot Argus naar de
St. Louis gebracht. Ook vier
ambtenaren van de Hamburg
Amerika Lijn voeren met de Ar
gus mee. Wij zijn er in geslaagd
een plaatsje op de sleepboot te
bemachtigen en daardoor eenige
indrukken op te doen, welke ons
niet gauw meer uit het geheugen
zullen gaan.
Toen de Argus met de ledtn
van de comité's de St. Louis
naderde, stroomden de passagiers
naar de dekken en zij, die daar
niet zoo vlug konden komen,
verschenen voor de patrijspoorten;
er werd met de handen en zak
doeken gewuifd en toen de St
Louis langszij van de Argus kwam,
brak onder de passagiers een
vreugde los, die zich moeilijk laat
beschrijven. Mannen, vrouwen
en kinderen liepen snikkend heen
en weer. De zekerheid, dat nu
spoedig een einde aan hun on
zeker lot zou komen, uitte zich
op zulk een ontroerende wijze
dat het ook den meesten opva
renden der Argus te machtig
werd.
Spoedig werd van de St. Louis
de trap neergelaten. In de hal
stonden de kinderen der vluch
telingen opgesteld. Een meisje
van ongeveer 8 jaar maakte zich
uit de groep los en met een door
tranen verstikt stemmetje zei ze
mr. Roosen, den afgevaardigde
van het Amerikaansche comité,
namens alle passagiers dank voor
de komst van het comité. Die
genen, die van dit tooneelije ge-
gen waren, lieten hun tranen den
vrijen loop.
Terwijl de comité-leden zich
naar een der salons begaven om
een begin te maken met hun werk,
dat bestaat uit het verdeelen van
de verschillende menschen over
Engeland, Frankrijk, België en
Nederland, hebben wij nog even
met enkele opvarenden kunnen
spreken. Deze deelden mede, dat
zij pas gistermorgen hadden ver
nomen, dat zij in Antwerpen van
boord mochten en dat zij daar
een bestemming zullen vinden.
Dit is een goede dag voor ons
zei een oude heer; „wij kunnen
nauwelijks gelooven, dat wij na
zooveel ellende, na zooveel we
ken van onzekerheid eindelijk rust
zullen krijgen".
Weer anderen spraken, schuw
om zich heen kijkend, van den
angst, dien men heeft uitgestaan.
Een aantal vluchtelingen heeft de
bevrijding uit de onzekerheid
omtrent hun lot in den dood ge
zocht. Men begrijpe ons goed,
zei een der passagiers, de be
manning was behoorlijk voor ons
en wij hebben getracht den on
zekeren tijd zoo goed mogelijk
door te komen, maar niet alle
zenuwen waren tegen de reis, die
maar geen einde scheen te nemen,
bestand.
De Argus kwam weer langzij,
om hen, die van boord moesten,
op te nemen. Toen de sleepboot
afvoer, werd zij nagpjuicht door
de honderden, die zich over de
reeling bogen.
(Ontleend aan'dé ,N. R. Crt.").
Op den bepaalden tijd is de
St. Louis in den middag te Ant
werpen aangekomen.
De 250 vluchtelingen, die toe
stemming hebben gekregen in
België te verblijven, zijn vandaar
met een specialen trein naar Brus
sel vertrokken.
Heiplaat onder Pernis aangeko
men.
Van de 940 hebben er 179 de
reis naar Nederland mogen ma
ken, terwijl de overigen naar
Frankrijk en Engeland zijn gedi
rigeerd en een deel in België is
gebleven.
Contact met de buitenwereld
was voor hen, althans den eer
sten avond, nog niet toegestaan
Vee-bescherming bty lucht
aanvallen.
De veterinaire luchtbescher
mingsdienst van Amsterdam gaat,
onder leiding van Dr. R. van
Gelder, directeur van het Melk
contrólebureau Amsterdam, gere
geld voort met de organisatie van
de bescherming van het vee in
het landelijk gedeelte van Am
sterdam tegen de gevolgen van
luchtaanvallen.
Daarbij worden ook geregeld
in de verschillende dorpen in
Amsterdam-Noord demonstraties
gehouden, waardoor de landelijke
bevolking kennis kan nemen van
hetgeen zij, in tijden van lucht
gevaar kan doen ter bescherming
van het vee en waarbij de vrij
willigers tevens de gelegenheid
hebben zich te oefenen.
Viering van bet honderdjarig
bestaan der Spoorwegen
ln aansluiting op de onlangs
gedane medrdeelingen betriff nde
de feestelijke herdenking van het
eeuwfeest der Ncd. Spoorwegen,
door de directie georganiseerd,
kan het volgende worden bericht.
De feestvierende leden van het
geheele spoorwegpersoneel met
hun echtgenooten, in totaal pl m
60.000 personen, zullen in het
tijdvak van vier weken, aanvan
gende den 25en September a s
gedurende de eerste vijf dagen
per week iederen dag in groepen
van 3000 van het geheele land
uit per trein naar Utrecht gaan, als
zetel der maatschappij, om aldaar
feestelijk ontvangen te worden.
Het feest duurt dus 20 dagen
en ontleent daaraan de benaming
van „de 20daagsche".
Deze20daagsche zal voor iedere
groep worden ingezet met een
feestelijk onthaal in den voor
middag, met al den aankleve van
dien, en in den namiddag splitst
elke groep zich, waarvan dan de
eene groep een revue zal bijwo
nen, terwijl de andere een tocht
per autobussen maakt.
De groote spoorweg-revue is
geschreven door Peggy van Kerk
hoven, de algemeene leiding is bij
Kommer Kleyn, de decors en
costumes worden ontworpen door
Joop Geesink en Max Tak ver
zorgt het muzikale gedeelte.
De titel der revue is „Van dili
gence tot Diesel" en voor de rol
bezetting worden onderhandelin
gen gevoerd o.a. met Wim Kan,
Corrie Vonk en Louis Davids.
Degenen, die de revue hebben
gezien, zullen dan den rondrit per
autobussen maken en zij, die
dezen rit hebben gemaakt, zullen
dan de revue kunnen bijwonen.
Elk der deelnemers zal een ge
schenk ontvangen. Ook de ge-
pensionneerden en op wachtgeld
gestelden zal men niet vergeten.
Een
Te Bath, aan de Nederlandsch-
Belgische grens, zijn de Neder-
landsche autoriteiten aan boord
van de St. Louis gpkomen, om de
papieren van de 179 vluchtelin
gen, die in Nederland onderdak
zouden vinden, te onderzoeken.
Deze vluchtelingen zijn aan boord
van het schip gebleven en zijn
Zondag aan boord van de „Jan
van Arkel" door de binnenwateren
naar Rotterdam gebracht.
Zondagavond half acht is het
voor Nederland bestemde con
tingent vluchtelingen uit Antwer-
mozHÏekzfekte in de
zaadaifD
Door den Landbouwkundig
Ingenieur by de Nederlandscbe
Uien Federatie, werden wy op
merkzaam gemaakt op het voor
komen van een virus-ziekte in
de zaaduien, die zich op de vol
gende wyze voordoet.
De pijpen (bladeren) van de
zaaduien staan niet overeind,
maar hangen slap neer en zijn
eenigszins grauwachtig geel van
tint zij zijn daarenboven een
weinig gegolfd.
Doordat de geelgestreente soms
eenigszins gekromdezaadstengels
klein van stuk blyven, kryet de
geheele plant een dwergachtig
voorkomen.
De ziekte wordt veroorzaakt
door een onzichtbare smetstof
(virus), die in het plantensap
aanwezig is en die door ver
schillende soorten bladluizen van
zieke naar gezonde planten kan
worden overgebracht. Hierdoor
pen in het quarantaine-station is het begrijpelijk, dat dergelijke
virusziekten zich snel kunnen
uitbreiden, hetgeen ook het geval
is met de zgn. degeneratie-ziekten
van aardappels.
Zieke zaaduien vormen der
halve een besmettingsbron voor
het eenjarige uiengewas, dat in
de nabjjheid van een perceel
zieke zaaduien gelegen is. Eigen
aardig is het, dat de ziektever
schijnselen by een besmette één
jarige uienplant niet spoedig tot
uiting komen. Gewoonljjk kan
men in den herfst in het één
jarige gewas wel een aantal plan
ten vinden met slappe, geelge-
streepte bladeren, maar het wer
kelijk aantal besmette planten
zal pas blijken, wanneer de uien
in het volgend voorjaar zjjn uit-
geplant voor zaadwinning.
In Amerika is men daarom er
toe gekomen om monsters van
verschillende uienperceelen, die
voor zaadwinning worden aan
gehouden, 's winters in kassen
uit te planten met de bedoeling
het percentage virussieke plan
ten vast te stellen Alleen de
meest gezonde partijen worden
dan in het volgende voorjaar
voor het winnen van zaad uit
gezet
Aangezien de zaadopbrengst
van dergelijke viruszieke planten
veel kleiner is dan van gezonde
planten, is het voor de zaadtelers
van belang bun aanp ant zooveel
mogeljjk vrij te houden van deze
ziekte
Wy raden den uienzaadtelers
aan bun zaaduien op de aanwe
zigheid van viruszieke planten
te onderzoeken en alle zieke
planten te verwijderen en te
verbranden, of diep te begraven.
Men houde er in 't vervolg reke
ning mede, dat uienperceelen,
die dicht bij zaaduien staan, de
meeste kans hebben om besmet
te worden en dat de uien van
dergelijke perceelen dus het
minst geschikt zijn om gebruikt
te worden als zaaduien voor het
volgende jaar. Men kieze dus
by voorkeur elk jaar de uien-
planten, die voor zaadwinning
aangehouden zullen worden, uit
perceelen, die ver verwijderd
liggen van perceelen, waar dan
de zaaddragende uienplanien
groeien.
Mochten in een perceel zaad
uien bladluizen optreden, dan
zal het ongetwijfeld zijn nut heb
ben deze luizen zoo spoedig mo
gelijk te bestrijdendit kan ge
schieden met een nicotine oplos
sing (1 deel nicotine op 1000
deelen water), waaraan liefst een
uitvloeier is toegevoegd.
Het ziekte verwekkend virus
is niet aanwezig in het zaad.
Nadere bijzonderheden omtrent
voorkomen en bestrijding van
deze ziekte worden gaarne ge
geven door Ir. C W. C. van
Beekom te Middelharnis en door
den Plantecziektenkundigen
Dienst te Wageningen.
Hooibroei.
Het is een niet te miskennen
feit, dat ieder jaar opnieuw ten
gevolge van brand door hooibroei
aanzienlijke kapitalen voor de
gemeenschap verloren gaan.
Deze schade komt grootendeels
ten laste van de verzekering
maatschappijen en dus indirect
ten laste van de landbouwers,
omdat de premies voor de brand
verzekering voldoende moeten
zijn om deze schade te dekken.
Ook de gemeentekassen lijden
er schade door, omdat aan blus-
schingskosten dikwijls belangrijke
sommen moeten worden betaald
en het hoeft geen betoog, dat een
nadeel voor de gemeente ook een
nadeel voor de ingezetenen be-
teekent.
Daarom is het b halve plicht
ook ieders belang alles in ht t
werk te stellen om brand door
hooibroei te voorkomen.
Ieder weet, dat het hooi broeit
en dat lichte broei noodzaki lijk
is voor een goedt kwaliteit, maar
zware broei, waardoor brandge
vaar ontstaat, behoeft bij een
kundig en voorzichtig landbou
wer niet voor te komen, een hooge
uitzondering daargelaten.
Enkele practische wenken, om
zooveel mogelijk brand door hooi
broei te voorkomen, mogen hier
volgen
Landbouwers, zorgt ervoor, da|