HERBERT STANLEY Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch - Vlaanderen. No. 9. VRIJDAG 5 MEI 1939.55* Jaar?. J. C. VINK - Axel. Stormen op de levenszee Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per pest 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt 12. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Eerste .Blad. Er mogen dagen komen van mismoedigheid en gebrek aan vertrouwen in onszelf, dat alles hindert niet, als wij maar willen volhouden. In den levensstrijd vormt zich het karakter. De jongmaat, die voor het eerst de groote zee bevaart, doet allerlei wonderlijke en nieuwe sensaties op. Gierende storm, droomerig- stille maannachten, een ondoor dringbare mist, regenbuien, waar aan geen eind wil komen, wis selen elkaar af. Vreemde landen, vreemde gebruiken, vreemde men- schen ontmoet hij op zijn weg en verrijken zijn ervaring. Zijn levenselement, waaraan hij dit alles dankt en ervaart, is de zee, de eeuwige veranderlijke, altijd-onbetrouwbare, steeds-wis selende, nu gelijkmatig dan on besuisd te werk gaande. Zoo straks gleed de zon nog over een gladden waterspiegel, waarin nau welijks een golving te ontdekken viel, nu opeens beuken zwaar deinende golven het schip, toren- hooge waterbergen rijzen met on weerstaanbaar geweld omhoog, om daarna in snelle vaart weer weg te glijden. En als dan in het nachtelijkeduister daarbij de storm nog loeit, dan wordt het niet alleen jongmaat, maar allen bang om het hart. De oude zeerotten kennen de zee, haar onbetrouwbaarheid en veranderlijkheidvoor jongmaat echter is die snelle wisseling van spiegelglad oppervlak tot heftige en ontembare bewogenheid iets onbegrijpelijks en daardoor des te benauwender. Hij kent nog niet de regels van de navigatiekunst, van het laveeren en ontwijken, van ligging en richting. Is ieder jongmensch niet zoo'n jongmaat, die meermalen verbijs- FEUILLETON door H. Knibbs 23) Hij voelde zich koud en ver beeldde zich dat hij door hooge sneeawhoopen 'n weg noest gra ven. Halt wakker wordend kroop hij dichter tegen Roonpui, naar 't haar van den hond voelde voch tig en kil aan. Toen klonk er in zijn droom een stem, diep en welluidend en zacht van aanslag. Vreemd, dat het schrapende geluid precies maat hield met de stem, die een melancholiek wijsje zong. Stanley strekte zijn armen nit om te voelen waar de hond lag. Rum- pus was er Diet meer. Hy ging overeind zitten en wilde hem juist roepeD, toen hij de stem in wer kelijkheid hoorde. Ik denk nog steeds aan Rose Marie, Aan Rose Marie my n Roosje Jean Hallo I Jean 1 Hallo I riep Stanley, zoo lnid hij maar kon door de stilta van den naeht. Het regelmatige sehnren en plassen van den roeiriem hield een terd staat tegenover de verander lijkheid in eigen innerlijk? Je wilt en je zoekt het goede en toch blijkt het kwade soms zoo'n macht over je te hebben, dat het onmo gelijk lijkt je er van los te rukken. Je haat die ellendige driftbuien, die je soms zoo opeens kunnen overvallen, je hebt jezelf gezwo ren, dat je van nu af aan daar tegenin zult gaan en toch, voordat je het weet, zit je er weer midden in. Je wilt je leven ernstig opvatten, je wilt niet meedoen aan kwaad spreken en lasteren over afwezi gen, zooals dat in je omgeving zooveel voorkomt; hoe vaak heb je niet spijtig moeten constatee- ren, dat je goede voornemens ge makkelijker gemaakt dan uitge voerd werden. Voor de buitenwereld ben je een heele piet, flink, kordaat, niet op je mondje gevallen, opgewekt en blij. Maar in je hart is dat alles heel anders. Dat blijkt als je alleen bent op je kamer, 's avonds en alle levensblijheid opeens van je afgegleden schijnt. Dan lijkt het leven veelal kaal, niet de moeite waard om geleefd te worden, dan maakt een pessi mistische stemming zich van je meester en heb je dat neerdruk kende gevoel, dat loom maakt en moe. Dan voel je het zelfvertrou wen, dat overdag je deel was, wegglijden, ontmoedigd zie je het leven vol schaduwen en hinder nissen. Op kantoor, in de werkplaats of het atejier waar je dagtaak ligt, ben je met anderen. Er wordt daar misschien met dingen gespot, die je heilig zijn. Voor de taal, die sommigen er spreken, zou je het liefst je ooren sluiten. Je ergert je, je voelt je eenzaam, je wordt geplaagd met wat de anderen r.oemen: een overdreven-ernstigen aard. Maar na verloop van tijd raak je aan het gedoe om je heen zoo gewend, dat je er naar begint te luisteren en op een goeden dag doe je zelf aan de gesprekken mee, lach je ook om dubbelzin- nigheidjes, luister je met belang oogeoblik op. Eenige seconden heerschte er een spannende stilte Toen begon Rumpns beneden san den oever van het meer luid te blaffen. Hola Een oogenblikje 1 Ik kom 1 klonk bet over het water terug. Even later hoorde Stanley den boeg der kano over het zand schuren. Dan klonk het doffe brommeD van den hond en het knerpen van Jean's mocassins ever het kiezel lanes den oever. Rumpus, hij zoo blij, dat hij zich in zjjn staart bjjt hoorde hij zeggeo. HierHier ben ikriep Stanley. De reusachtige schaduw van den Franschman doemde nit de duis ternis op. Stanley kwam tus schen de straiken uit en begroette hem hartelijk. Dn Bois voelde, hoe de hem toegestoken hand trilde. Jjj boud bent 1 zei hy. Ik zal je helpen. En zonder tijd met vragen te verliezen begOD Groote Jean vnnr aan te leggen. Stanley vertelde intusscheD van zyn wedervaren op den tocht eD hoe het ODgelnk zich had toegedragen. Ik zal een shirt halen en wat droge kleeran, zei Du Boii, Hij stelling naar anderen, die fluis teren hoe zij zich het leven ge makkelijker maken op manieren, waarvan je in je hart weet, dat ze verkeerd zijn. Je schrikt van jezelf, ben je al zoo ver, al zoo zeer door je omgeving aangesto ken „Mooie kleeren" is een onder werp, waarover je den laatsten tijd piekert. Vroeger vond je het vanzelfsprekend, een flink gedeelte van je salaris voor thuis te reser veeren, waar ze dat hard noodig hebben. Je kleedde je netjes en eenvoudig. Je zag wel eens, dat anderen je op het werk bekeken met een tikje critiek in hun blik, maar dat liet je koud. Sinds eenige maanden ben je echter niet meer tevreden, je zou meer geld willen besteden aan je klee ding, aan kleine luxe-dingen, die je je tot nu toe ontzeggen moest. Een paar keer heb je thuis al minder afgegeven dan gewoonlijk, moeder heeft je daarbij een oogen- blik aangekeken met iets in haar oogen dat je pijn deed Iets zeg gen deed zij niet, maar den twee strijd uitgevochten heb je nog niet. Je weifelt nog, je wordt nu hierheen, dan daarheen geslingerd en juist die onzekerheid drukt je en maakt je down. Ieders levenszee kent zijn uren van stormgebulder, van hooggaan de waterbergen, van zuigende kolken, van mist alom, waarin oriëntatie onmogelijk schijnt. Ster ke gevoelens en verlangens pro- beeren ons mee te sleuren in een richting, die wij eigenlijk in het diepste en beste deel van ons hart niet wenschen, noch willen inslaan. Pijnlijk ervaren wij de spanning tusschen onze idealen en datgene, dat wij in werkelijk heid zijn. De afstand tusschen die twee kan soms zoo groot lijken, dat alle strijd, aile moeite om onszelf te handhaven, hope loos schijnt. En toch moet er gestreden wor den Waar spanningen zijn van den hier geschetsten aard, heeft het kwade en slechte vaak nog een groote kracht. Maar de spanning liep meteen naar zijn kano en begon zijn eigen pak los te maken. Stanley trok bibberend een stel droge kleeren aan en warmde zijn voeten by het vuur. Jean zat er rookend eD zwygend by. Rumpus was stilletjes tusscheD hen beiden in gaan liggen en wachtte de diDgen at, die komen zouden. Meuschen waren toch rare diereu, volgens hem. Ze vielen zoo maar nit een kano cd deden dan niet eens hun best om aan land te bomen. Ol ze kwamen al zingend door den nacht heen pagaaien, in plaats van rustig en lekker warm te liggen slapen. Die slypsteeD, grinnikte Jean, toen hij het doel van Stanley s tocht hoorde. Oui. Wacht maar en ik zal hem wel eens halen. Dank jawel, Jean, maar dat gaat niet 1 Ik zal dien slijpsteen en dien emmer zelf gaan halen, al kost het me nog drie keer een nat pak I Dat is goed grinnikte Jean. Ik geef het ook niet op, als ik ergens op los ga. En ik kryg dan gewoonlijk wat ik hebben wil 1 Dat won ik ook, Hè, wat doet dat vuurtje 1116 RoeU1 Is was toch zoo steen kond. Ik ga die dingen hier verder zelf duidt toch ook op de aan wezigheid van het verlangen in ons, naar alles wat goed is en ons beter kan maken. Die roep stem te volgen, desnoods met de tanden op elkaar, beteekent den strijd voor het beste in onszelf manmoedig aanvaarden. En dan mogen er weer dagen komen van mismoedigheid, van gebrek aan vertrouwen in onszelf, van nederlagen zelfs, dat alles hindert niet en als wij maar vol houden, als wij maar koers houden en den steven steedsopnieuw weer richten naar ons levensdoel, daar bij vasthoudend aan wat wij ge leerd hebben als goede levens principes te waardeeren. In den levensstrijd vormt zich het karakter. Door eenzame uren, kwellende twijfel, lokkende verlan gens en begeerten, hardnekkigen strijd moeten wij heen. Daarbij leeren wij iederen dag meer ons levensscheepje te besturen, met steeds meer durf en moed en daarmee met steeds grootere en sterkere levensblijheid en opti misme. Omdat wij iederen dag meer leeren èn het leven èn ons zelf te aanvaarden in blijmoedig geloof. Dr. L. H. M. B. Prins Bernhard op reis. Men meldt van oificieele zijde, dat Prins Bernhard Dinsdag voor korten tijd voor particuliere aan- aangelegenheden naar het buiten land is vertrokken. Na eenige dagen in Noord-Italië te hebben doorgebracht reist Z. KH. naar Reckenwalde voor een kort bezoek aan zijn moeder, H. D.H. prinses Armgard. Naar gemeld wordl, heeft de prins zich per auto op weg be- gen naar de Italiaansche Alpen, waar hij met enkele vrienden hoogtoeren op de ski's zal maken. De prins zal dus profiteeren van den laten winter in Noord-Italië. De reis zal ongeveer een week duren. Zij was lang te voren al be raamd, doch de internationale poli tieke toestand noopte tot uitstel. brengeD, zei Jean. Jy neemt myn bijl en geweer, hè Ik wil die bjjl graag heb ben. Het geweer heb ik niet noodig. Neen Maar ik toch denk, dat ik dien Jo Abak gezien heb, toen ik bij rivierkruising was Ik weet het niet zeker. Ik alleen bet denk. DeDk je dat werkelijk Ik meende, dal by wel zoo ver mo gelijk bier nit de buurt zou ge trokken zyn. Hy Daug is voor dien Argoi hy komt niet meer by de Groote Compagnie, heelemaal Diet. Nou, h\j zal my wel niet lastig vallen. Io het halve licht van de laat opgekomen maan ging JeaD weer op reis. Staol- y stond bij het vnur hem na te kykeD, toen hij het meer oproeide. Rumpus zat tegen Stanley's knie geleund te janken Koest dan toch zei Stanley. 't Is toch al erg genoeg. HOOFDSTUK XII. De morgenzon scheen mild over de plea, waar eens de hot van Taggert bad gestaan. De verkoolde eD half veruraude balken waren naar binnen gevallen en wat er Z K H. prins Bernhard is Woens dagmiddag te halfeen per auto in Luzern aangekomen, waar hij in het Carlton Hotel de lunch ge bruikte. Omstreeks halfdrie is de prins vertrokken naar den St. Got- thardpas. De prins bestuurde zelf zijn auto en was zeer 'opgewekt. E n koer per veertien dagen vi(j reizen. Door den minister van Defensie is bepaald, dat aan al het per soneel, ingedeeld bij de onder deden van de „buitengewone op roeping uitwendige veiligheid" en alie andere onderdeelen, welke bij de grensbeveiliging zijn be trokken, voor zoover die onder deden buiten een vredesstand- plaats zijn gelegerd, met ingang van 1 Mei 1939 eenmaal gedu rende elk tijdvak van ten volle veertien dagen, vervoer voor rijks rekening kan worden verleend naar de vaste woonplaats van het gezin, waartoe de betrokken mili tair behoort of, naar het oordeel van den commandant, die het ver lof verleent, geacht moet worden te behooren Met dien verstande, dat voor de militairen, van wie de vaste woonplaats van het gezin in het buitenland is gelegen, slechts vervoer voor rijksrekening wordt verstrekt naar en van het grensstation in Nederland. Deze gunstige bepaling is ook geldig voor het geheeie beroeps- personeel bij de hiervoor vermelde onderdeden ingedeeld De Nederlandsehe Soldaat. Naar aanleiding van de vele ongelukken aan gemobiliseerde militairen overkomen en in ver band met de buitengewone mili taire maatregelen, heeft het be stuur van de Stichting de Neder- landsche Soldaat, gevestigd te Drachten, welke stichting zich ten doel stelt de belangen te beharti gen van militairen en hun nabe staanden, aan den ministerraad ge vraagd maatregelen te treffen, op dat de militairen, die in dienst blij vend worden getroffen, zij of hunne nabestaanden niet onverzorgd zul len blijven, tevens aan gemobili- seerden zakenschade te vergoeden. van de wanden over was, stond wit van de ryp. Op de onberoerde oppervlakte van de welput dreef Dog wat aseb en hontskool. En toen Stanley naar die droeve over- blijtselen keek, voelde hij, dat, boe verlaten en eenzaam de wil dernis daar ook zyn mocht, dit nog in triestheid het niet haalde bij de somberheid van die kaal- tjebrande plek Het was een troos- telooze leegte. Hier was een huis, een men- schenwoning, vorwoest met alles wat de bewoners bezeten hadden. Da zwartgebrande stammen en balken sc enen volstrekt vreemd aan bun omgeving vaD groen gras, levende varens en boomeD, die daar zoo vreedzaam en schoon in de morgenzon stonden. Taggert had hier met een bepaald doel gewoond, bedacht by zich ?eel byeen te breügeD, dat zijn dochter oobezorgd zou kunnen leveD, ais hy eenmaal te oud zou geworden zyn om voor haar te zorgen. Eu dat bracht hem op de gedachte, dat hij zeii eéé r eigenlijk levens, doel had. Wat deed hy teitelyk anders dan leegloopen (Wordt veïvolgd), AXELSCHEI S COURANT.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1939 | | pagina 1