Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vdaa n deren.
HERBERT STANLEY
No 7.
VRIJDAG 28 APRIL 1939
55e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
WILLEN IS KUNNEN
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per pest 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt 12.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Eerste J31ad.
Soms kan dat het geval zijn,
maar lang niet altijd.
De geschiedenis bewaart de
namen van mannen en van vrou
wen, die toegerust met een ijzeren
wil tot stand hebben gebracht,
wat niemand van hen verwacht
had.
Een schrijver en redenaar uit
de Griekscne oudheid had een
zwakke stem en een spraakgebrek.
Door zich iederen dag te oefenen
aan het strand der bruischende zee
overwon hij het spraakgebrek en
wist zijn stem meer klank te geven.
Resultaat dus van wilskracht.
Koning-Stadhouder Willem 111
leed voortdurend aan hoofdpijnen.
Maar in het zwakke lichaam
heerschte een ijzeren wil. Daar
door overwon hij dit de arbeids
kracht verlammend beletsel.
Maar wij behoeven niet in de
geschiedenis terug te gaan om
voorbeelden te vinden voor het
feit, dat de wil, vast en onver
zettelijk tot kunnen leidt.
Die kinderen hebben, wegen de
toekomst van hun kroost. En
dan geven zij de beste kansen
aan die kinderen, die een sterken
wil hebben, want die zullen
doorzetten totdat zij hun doel be
reikt hebben.
Hoe vaak luidt het oordeel van
een onderwijzer over zijn leerling
niet: als hij maar wilde, hij kan
zoo goed.
Als wij letten op zulke voor
beelden en op zoovele uitlatingen,
zouden wij geneigd zijn te denken:
als de wil maar goed en sterk
is dan komt al het andere vanzelf
in orde.
Eigenlijk is dat zoo'n beetje
de algemeene opinie. Zegt men
nietwillen is kunnen waar een
wil is, daar is een weg.
Is dat inderdaad zoo, dat wil
len kunnen is
Zouden wij eveneens uit de
geschiedenis niet tallooze voor-
FEUILLETON
door H Knibbs
22)
Een stevige westenwind joeg de
gelven vod het meer op, toen bij
weer van wal stak. Hij hield de
oostelijke knst en had groote
moeite om de Kane van de rotsen
af te bonden. Rumpus ging nu
en dan recutop tuten en ke. lt naar
de woelige oppervlakte van het
meer. Stuui y voelde, dat het
veel ounoodige krachtsinspanning
kostte om de kano in de goede
riehting te bonden. Als bij er
meer verstand van had gehad,
dan zou hij naar bet middeu van
het meer s^n gegaan, om meer
ruimte te hebben aan den lrjkant.
Maar nu worstelde hij moeizaam
voort, vol teleurstelling over zijn
langzaam vooruitkomen, beangst,
omdat de golven zoo dikwjjIs ever
de kano heensloegen. Rumpus,
die blijkbaar aan zoo'n gesehipper
niet gewend was, stond op en
schudde zieh eens uit. Stanley
voelde het stille verwet en moest
orem laehen. De wind joeg schuim
koppen ep de golven en da dei-
beelden bij kunnen brengen en
die staven met heel wat uitspra
ken, dat de wil goed en sterk
wezen kan en dat er toch voor
het kunnen geen plaats is.
Want tenslotte moet de w i 1
een daad worden. Anders helpt
de sterkste wil niets. Wanneer
alle dingen tegen zijn, hoe zal
men dan vooruit kunnen komen
Hoeveel kinderen met aanleg
en talent wilden wel in de wereld
vooruit komen, maar de omstan
digheden in het ouderlijk huis
waren van dien aard, dat de wil
niet tot een daad werd; zij kon
den eenvoudig niet.
Wij kunnen dichterbij blijven.
Hoeveel jonge mannen en vrou
wen staan in onze dagen niet
gereed om de wereld in te gaan
om zich een plaats te veroveren;
een bestaan te verzekeren; een
gezin te vormen. En er komt
van dat alles niets.
Ligt dit aan hun wil
Geenszins 1 De omstandighe
den zijn van dien aard, dat hun
willen niet tot kunnen wordt.
Demosthenes, de beroemde
drager van de welsprekendheid
onder de oude Grieken, kon
zich uren iederen dag oefenen,
omdat hij daartoe de gelegen
heid bezat. En zijn wil èn de
omstandigheden stelden hem in
staat om zijn spraakgebrek en
de zwakke stem te kunnen over
winnen.
Het moge dan vaak zóó zijn,
dat willen gelijk staat met kun
nen, dat zal dan zijn oorzaak
hierin hebben, dat de omstandig
heden medewerken.
Zoo blijft dan een mensch
ook hier afhankelijk van omstan
digheden, die hij zelf niet in de
hand heeft.
Dat heeft ook zijn goede zijde.
Want het leert een mensch
kan hem althans leeren zich
niet te zeer te verheffen, wanneer
bij hem willen kunnen is of het
leert hem te berusten, wanneer
zoo vele dingen tegen hem zijn,
zoodat daarop de goede wil
doodloopt.
ning aan den lagen kant werd hoe
laDger hoe booger.
Bij zjjn poging om een uitste
kende rotspunt, met wit schuim
overdekt, om te varen, vergiste
S aul-y zieh in deu atstand; hij
voelde de kano omhoog schieten
en trillen en voordat hij zijn boe
nen onder de roeibank vandaan
kon krjjgen, werd bij door een
bruischendeu stortvloed overspoeld.
Hy wurmde zich los van zijn
zitplaats en probeerde naar de
oppervlakte te komen. E-m golt
tnde hem op, deed hem achter
over rollen en met zjjn nootd tegen
een puntigen steen slaan. Het
geluid van de branding drong
oog slechts zwak meer tot hem
door en zijn armen werden krach
teloos. Hu herinnerde zieh nog
flauwtjes, dat Rumpns naar hem
toe gezwommen kwam, woedend
happend naar de schuimkoppen
der golven Toen werd alles stik
donker om hem heen.
Hij werd wakker door een ste
kende pijn. Hij huiverde van kou.
De zoo stond reeds laag boven
den westelijken oever van het
meer. Hij tilde zijn arm op, maar
moest hem weer lateD vallen.
Zjjn oogen vielen dioht. Rumpus,
die naast hem op waobt zat, sprong
op on begon hem to likkoii
Beide is noodig. Want de
verzoeking ligt voor de hand,
dat de man. die slaagt in het
geen hij onderneemt, een hooge
borst opzet: Zie hier het Babel,
dat i k heb gebouwd. Niet
minder, dat de man, wien het
tegenloopt in dit aardsche le
ven, gaat lijden aan een ge
voel van minderwaardigheid
Wat i k ook onderneem, wat ik
ook doe, het mislukt alles, ik
ben nu eenmaal een ongeluks
kind.
leder zal in eigen omgeving
van beide typen voorbeelden te
over kennen. En het oordeel,
dat een verstandig mensch over
hen uitspreekt, bewijst de waar
heid van wat wij zeiden.
Van dien hoogmoedige zal
hij zeggenZeker, hij heeft
het ver gebracht, maar hij had
ook altijd geluk.
Van dien anderHij is maar
een pechvogel; hoe hij zijn best
ook nog doet en wat hij ook
aanpakt, alles loopt hem altijd
tegen.
Hebben wij het geluk in onze
hand Of den tegenspoed
Indien dit zoo was, dan zou de
aarde een paradijs wezen; wie
toch begeert ongeluk en tegen
spoed
Het klinkt hoogmoedig daar
om willen is kunnen.
Het is als of een mensch alles
zelf in zijn hand heeftals hij
maar wil.
Wij, menschen, hebben het
ver gebracht op dit ondermaan-
sche op allerlei gebiedwij,
menschen, hebben ontzaglijk veel
macht, wetenschap, kennis, ja
wat al niet vergaderd, maar tot
één ding zijn wij nog niet op
geklommen, namelijk tot de al
macht.
En het is daarom, dat er in
den ouden Bijbel gesproken
wordt van Eén, bij Wien is
zoowel het willen als het vol
brengen, omdat hij is de Al
machtige. J. N.
o—
Prins Bernhard aan boord
van De Tromp.
Dinsdagochtend arriveerde Prins
Bernhard in Den Helder voor het
meemaken van oefeningen aan
boord van Hr. Ms. flottieljeleider
Tromp.
Om eif uur kwam de Prins per
auto uit Soestdijk, vergezeld van
den adjudant van H. M. de Ko
ningin, kapitein-luitenant ter zee
jhr. E. J. van Holthe en zijn
adjudant kapitein J. K. H. de Roo
van Alderwerelt.
Bij zijn aankomst werd de Prins
verwelkomd door den marine
commandant, schout bij nacht H.
jolles, die met zijn adjudant,
luitenant ter zee le" klasse B. J.
Velderman, ter begroeting aan
wezig was.
Terstond begaf de Prins zich
met den marine-commandant en
zijn gevolg aan boord van de
commandantssloep, waarop de
Prinselijke standaard geneschen
werd. De sloep zette daarop
koers naar de recde, waar Hi. Ms.
Tromp onder stoom lag. Aan
boord van dezen flitticljeleider
heeft de Prins den geheelen dag
de oefeningen bijgewoond.
Voor het opnemen van een
aantal filmopnamen van de oefe
ningen klom de Prins in het
kraaiennest.
Schoolkinderen en het lacht
gevaar.
Naar wij vernemen zijn thans
in overleg met de ouderwijs-
autoriteiten vastgesteld de regelen
voor de bescherming gedurende
de schooluren van de leerlingen
van scholen.
Aan deze regelen ontleenen wij
het volgende
Bij het intreden van den toestand
van dreigend oorlogsgevaar wor
den alle scholen gedurende een
nader te bepalen aantal dagen
gesloten voor het trtffen van de
noodige voorzieningen in de ge
bouwen tegen de gevaren van
luchtaanvallen en voor het nemen
van maatregelen, waartoe de in
krimping van het beschikoare
Stanley duwde hem van zieh af
eD ging met moeite rechtop zitten.
Rumpus deed eeD sprong op:
van pleizier. Stanley voelde aan
zijn hoofd. De wond had niet
?oo heel veel te beteekenen, maar
de schok en de kon van bet water
hadden hem verdoold. Hij bief
zich op zijn knieën omhoog en
kraobelde zoo evereiBd. De aano
lag gedeeltelijk op den oever, met
den achtersteven in het woelige
water. Rumpus sprong van blijd
schap tegen hem op en wierp hem
bijna omver. M-t zachte woorden
bracht hij het dier tot bedaren.
Daarna trok hij met veel inspan
ning de kano op het droge en
bekeek het natte zand aan den
oever. Duidelijk stonden daarop
de spores van trouw van den
bond te lezen. Er was een zwakke
geul van het water at tot aan de
plek, waar hij had gelegen en
daarnaast en omheen de diepe
sporen van de hondenpooten waar
uit dadelijk viel op te maken,
hoeveel inspanning het aan het
dier gekost had, om hem uit het
water te trekken, SanUy riep
den hond bij zmb en streelde zijn
ruigen kop. Onder de dikka vacht
voelde bij de staalharde spieren
van het beest. Rumpus stond met
■jjo teog uit dea bok to kijken,
Hjj scheen van meeniug, dat zijn
dag goed geweest was. SianUy
dacht er anders over toen hjj naar
zjjn kano keek.
Als je voor geld te krijgen
bent, zei hij tegen het dier, dan
wordt je mijn hond.
Rumpus kwispelde met zijn
staart en liep van hem weg, langs
den oever snuffelend, als om zun
ontroering te verbergen. Hij was
geen lof gewend en scheen te
voelen, dat bjj geprezen werd,
De slijpsteen schoot het
Stanley plotseling door bet bootd
Maar bet was nu te iaat ooi nog
verder te gaan en dus maakte hu
zgn toebereidselen veor den nacht.
Iu den voorsteven vond hjj zijn
dekens, doorweekt van het water,
Hjj hing ze over een strnik te
diogen en begon dor bout te
verzamelen, Maar zijn luciters
waren doornat. De zon verdween
achter den henzon en een gure
wind Btak op, soodra de roede
gloed van den hemel verdwenen
was. Hij zoebt naar zijn bijl Die
was overboord gegaan toen de kano
kantelde.
In elk geval bobben we wat
te eten, mompelde bij en kroop
ouder de beschutting van een
dikken oeder, waar bjj aan sjjn
hardt bticuuii en gedroogd vlooieh
onderwijzend personeel, van de
voor gebruik beschikbare school
ruimte en van den voor het onder
wijs beschikbaren tijd nopen.
Gedurende deze dagen houdt
het onderwijzend personeel der
scholen, ook dat van de scholen,
welke gesloten zullen blijven, zich
gedurende de gewone schooltijden
in de schoolgebouwen beschik
baar voor het verleenen van hulp
bij het treffen der voorzieningen
en het nemen der maatregelen.
Zoodra de toestand van oor
logsgevaar is ingetreden, worden
door den luchtbeschermingsdienst
in elk schoolgebouw de noodige
voorzieningen getroffen tol het
bieden van een zoo goed moge
lijke schuilgelegenheid tot be
scherming van de leerlingen en
het onderwijzend personeel legen
bomscherven, instortingsgevaar en
oorlogsgassen. Niet gebruikt wor
den de lokalen onmiddellijk lig
gend onder den zolder of het
platte dak, en eventueel in gebruik
zijnde zolderlokalen. Evenmin als
de zolder worden deze lokalen
gebezigd voor het daarin opsta
pelen van banken of ander mate
riaal of meubilair.
De leerlingen ontvangen een
ïdentiteitsplaatje, dat tijdens het
schoolbezoek op het lichaam on
der de kleeding aan een koordje
om den hals wordt gedragen.
In den tijd van dreigend oor
logsgevaar wordt een noodleS-
rooster opgesteld. Daar het ge
bruik van kunstlicht geheel ver
boden zal zijn, wordt het einde
van den middagschooltijd in den
wintertijd vervroegd en wel tot
3.45 in den tijd van 15 November
lot en met 11 Januari, tol 4.U0 in
den tijd van 5 tot en met 14
NovemOer en van 12 Januari lot
en met 20 Januari en tot 4 15 in
den tija van 28 October tot en
met 4 NovemDer en van 21 Ja
nuari tot en met 29 Januari.
Het leerplan verliest gedurende
den toestand van oorlogsgevaar
zijn dwingend karakter. Bij ouders
of verzorgers bestaande vrees voor
de veiligheid der kinderen wordt
dan aangemerkt ais verschoonbare
reden voor schoolverzuim.
begon te knabbelen. Rumpus zat
op een eerbiedigen afstand naar
hem te kijkeD. Nu en dan wierp
Stanhy den hond een stak voed
sel toe. Voordat hu zijn sober
maal gtëodigd had, was de duis
ternis ingevallen. Hij brak wat
dennentakken af, maakt» daarvan
een soort tentje en riep Rumpus
bij zich De hond kwam met
een zucht van welbehagen naast
hem liggen.
Stanley kroop dicht tegen da
dikke vacht van bet dier, om het
zoo warm mogelijk te hebben.
O er het meer klonk 't schrille
lachen van een duikereend.
Dat is de tweede keer dat
jullie me uitlachen, mompelde hij.
Maar ik ben nog niet klaar.
Eerst toen h\j volkomen uitge
put van het woelen weer eens
anders was gaan liggen om den
slaap te vatten, dommelde hij ein
detuk in en begon te droomen.
Io zijn droom hoorde hij heel
zwak en gedempt een g-lmd,
alsof iemand met een koo-stigen
stok ever een leeg vat streek.
Het geluid werd boe langer hoe
duidelijker. S anley begon in zus
slaap te praten.
(Wordt Ttrvolgd),
AXELSCHE