V i e ii vYs- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-VI aan deren.
HERBERT STANLEY
No. 102.
VRIJDAG 31 MAART 1939.
54e JaaPg.
IIh f
J. C. VINK - Axel.
LEER ONZE NATUUR KENNEN
Binnenland.
mij^ardT
-
Du olaa verscnijm eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt 12
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIÊN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
AdvertentiSn worden franc* ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoarmiddag 11 ure.
FCerste Blad.
Bewonder het open, Gro-
ningsche landschap zeil
op de Friesche meren
wandel op de Drentsche
heiga naar de Gelder-
sche bosschenbeklim
de heuvels in Limburg en
doorkruis de Zeeuwsche
wateren
Telkens, ieder jaar, is het oude,
bijna-vertrouwde wonder, dat nim
mer zijn intense bekoring verliest,
weer daar. Het ontwaken van de
Natuur 1 In Februari speurt men
reeds hier en daar een enkel tee-
ken, dat betere dagen zullen aan
breken. Een wonderlijk zachte
dag, een doorbreken van een
frisch-groene kleur, de zang van
een vogel, het leven van een dier.
In Maart beginnen de teekenen
veelvuldig te worden. Het zoeken
ernaar kan worden opgegeven. De
opmerkzame toeschouwer ziet ze
rond zich. De natuur maakt zich
op voor het feest van de lente.
Het feest van de lente, dat meestal
overtuigend gevierd wordt in de
maand April. De goede, oude
volksrijmpjes zeggen wel„Maart
roert zijn staart", April doet, wat
hij wil", maar beide maanden
toonen meestal ook vriendelijke
gezichten.
En wannéér April het doet, doet
hij het goed. April levert geen
half werk. Hoe sterkend zijn die
zonnige April-dagen, wanneer men
de kracht van de zon als een
oude vriend kan begroeten, wan
neer men aan tak en twijg de
knoppen kan zien zwellen, wan
neer er in bosch en veld overal
liefdespel te bespeuren valt. Zon
nige dagen, waarop meestal eenige
volgen, die regen brengen. Een
mild voorjaarsregenije, vallend uit
een stapeling van dreigend-ge
kleurde wolken, die triest boven
de huizen hangen, valt van tak
en twijg, druppelt in het kanaal,
maar dat het leven doet ontwaken,
leven, dat uit den grond bruisi
als het ware. Zeldzaam te zien is
FEUILLETON
Met «as mee Maar het is zoo's
het, hoe de grasvelden eensklaps
fijn groen zijn geworden, hoe het
koren uit de zwarte aarde springt
in lange, evenwijdige lijnen, hoe
heesters en heggen plots overladen
zijn met blaadjes, hoe een kastanje
haar knoppen ontplooit, een wilg
dicht is geworden van de katjes.
Dan heeft het oog geen rust, noch
het oor. Dan is er zoo oneindig
veel te zien, zoo oneindig veel te
hooren in een zeldzaam boeiende
afwisseling. Om zoo ongemerkt
in de maand Mei te komen, om
eerder onder de bloeiende kerse-
boomen te staan, dan men er aan
kan denken, om den zomer rond
je te weten in een bloeien en
groeien en 'n rijpen en om even
ongemerkt te glijden in den stillen,
weemoedigen herfst.
Doch voor hel zoover is geko
men, hebben we een roep te
verstaan de roep van de natuur.
Dezelfde natuur, die niet alleen
in de lente en in den zomer roept,
doch het heele jaar door, ook in
den herfst en in den winter, en
wier roep helaas nog door dui
zenden en nog eens duizenden
verkeerd wordt verstaan. Hoe-
velen zijn er niet, die, wanneer
ze de stad ontvluchten, plaatsen
der gezelligheid opzoeken en zoo
genaamd van de natuur genieten.
Drukke badplaatsen, sterk-in-trek-
zijnde ontspanningsoorden en nog
zoo heel veel andere gelegen
heden mogen hun nut hebben,
dat ze de menschen gezelligheid
en vertier brengen, het ware na
tuurgenot geven ze niet, daarvan
blijven de verschillende bezoekers
gespeend. Deze menschen ver
staan den roep, die elk voorjaar,
eiken zomer zoo sterk weerklinkt,
niet. Hoe jammer is dit. Want
niet alleen dat de natuur een zeld
zaam genot schenkt, ook brengt
ze den moeden en den opstan-
digen mensch tot inkeer, tot het
goede. De stilte van een een
zaam plekje schenkt meer rust
dan een lange vacantie, door
gebracht in badplaatsen en va-
cantieoorden, waar die stilte als
het ware verdreven is door het
leven rondom.
En wig betaalt «ii ie schade?
Het schijnt wel, dat de mo
derne mensch bang is voor de
stilte. Het volgende toch is enkel
nuchtere waarheid. Op het terras
van een plattelands-hotelletje zat
ik met een gezelschap heeren.
Er was een geanimeerd geprek,
dat eensklaps onderbroken werd
door een der bezoekers met den
uitroep: „Deze stilte verdraag ik
niet langer. Ik word gek, wan
neer ik hier nog langer blijf".
Even later stoof zijn wagen den
landweg af, de stad en dus het
leven tegemoet.
Aan deze gebeurtenis denk ik
vaak in verbazing terug. Want
dat, wat deze heer stilte noemde,
was voor den plattelandsbewoner
leven en vertier. Onwillekeurig
vraagt men zich af, of de moderne
mensch werkelijk bang is gewor
den voor de stilte, en vooral voor
de stilte in de natuur. Dezelfde
stilte, die als een balsem kan zijn
voor geslagen wonden, die een
oud, moe hart nieuwe krachten
kan geven, die een opstandige
geest tot rust dwingt. In de
avondschemering alleen te zitten,
alleen met zijn gedachten, zijn
problemen, zijn moeilijkheden,
dat doet ons den weg tot ons
eigen betere-ik terugvinden, het
maakt ons tot een goed mensch,
het doet ons het leven moediger
aanvaarden. Daaiom dan, kleine
mensch, nu die roep sterker weer
klinkt dan ooit te voren dit jaar,
luistert naar dien roep en versta
hem.
Naast dezen roep is er nog een
andere. De natuur brengt naast
rust en bezinning ook nog schoon
heid. En schoonheid is het voor
al wat de Hollandsche natuur
brengt. Holland is zoo oneindig
mooi. Hij, die deze waarheid
leert verstaan, met open oogen
rond zich kan kijken, hij zal dit
alles beter en vollediger leeren
beamen door de jaren heen en
een kostbaar bezit meekrijgen
voor heel zijn leven. Mogelijk zal
hij geen verlangen meer koesteren
naar het buitenland. Nooit vol
prezen zijn Nederlands oper.
polderlandschappen, zijn prachtige
meren, zijn rijke bosschen, zijn
uitgebreide heidevelden 1 En dat
alles bovendien met een over
vloedig vogelleven, een bijna-
overdadige planten- en bloemen
weelde. Laat een ieder het zoe
ken en een ieder zal het vinden.
Maar laat men niet zoeken enkel
aan de hoofdwegen, de laantjes
noodigen, de weggetjes, die ons
plekjes, waar we eensklaps stil
staan, om een brokje ongeschon
den natuurleven te bewonderen.
Het kan heel eenvoudig zijn, wat
ons in vervoering brengt. Een
plekje bezaaid met boschviooltjes,
een huisje, bijna weggedoken
achter de boomen, een riviertje,
een struikje, kortom alles, wat er
rondom ons groeit en bloeit, leeft
en tiert.
Dit nu is de tweede roep der
natuur! De roep, der absolute
schoonheid De zomer is in het
land. Het leven is volkomen ont
waakt. Laten we niet naar het
buitenland gaan, daar waar eigen
bodem, ruimschoots, dat biedt,
waarnaar ons zoeken is. We ko
men te staan voor verrassingen,
die ons telkens en telkens weer
boeien, we kunnen niet genoeg
de schoonheid van het eigen land
waardeeren. En daarom nog eens
Bewonder het open, Groning-
sche landschap, zeil op de Frie
sche meren, wandel over de Drent
sche hei, ga naar de Geldersche
bosschen, beklim de heuvels in
Limburg, doorkruis de Zeeuwsche
wateren, kortom, leer de Neder-
landsche natuur kennen en wees
blij, dat ge in zulk een prachtig
landje, in zulk een pure schoon
heid moogt wonen en leven
Op De natuur roeptVersta
dien roep W. J E.
Verkiezingen en werk
verschaffing.
De regeeringspersdienst meldt
Ten behoeve van de bij de
werkverschaffing tewerkgestelde
arbeiders is voor de aanstaande
verkiezingen van de leden der
Provinciale Staten en van de Ge
meenteraden de volgende regeling
getroffen
HcW#*
a. Voor zoover de werkver
schaffing ligt in de gemeente,
waar de tewerkgestelden hun
stemplicht moeten vervullen, van
gen de werkzaamheden op den
dag van de stemming aan uiterlijk
om 10 uur y m.
Vergoed worden twee uren,
berekend naar de voor de ge
meente geldende loonnorm.
b. Indien de werkverschaffi g
buiten de gemeente ligt en de
arbeiders eiken dag op en neer
gaan, zal door de rijksinspecteurs
voor de werkverschaffing in over
leg met het gemeentebestuur in
elk voorkomend geval worden
vastgesteld, hoe laat de arbeiders
op den dag der verkiezing uiter
lijk op het werk moeten zijn.
Slechts het aantal verzuimde uren
mag worden vergoed en wel op
de basis van de voor de gemeente
geldende loonnorm.
Paasch- en Pinksterrerlof voor
militairen.
Nog steeds is de bepaling van
kracht, dat van het totaal-aantal
militairen tot korpsen of onder-
deelen daarvan behoorende, de
helft slechts met verlof of bewe
gingsvrijheid mag gaan. Dit blijkt
o a. uit het feit, dat het Paasch-
en Pinksterverlof zoodanig is ge
regeld, dat een gedeelte met
Paasch- en een met Pinksterver
lof kan gaan.
Het verlof is thans als volgt
geregeld Paaschverlof van 7 tot
en met 10 April met terugkeer
per eerste reisgelegenheid op 11
Aoril, en Pinksterverlof van 26
Mei tot en met 29 Mei, met te
rugkeer per eerste reisgelegenheid
op 30 Mei 1939.
Van dit verlof wordt één dag
in mindering gebracht van het
algemeene verlof, met uitzondering
echter voor de onderofficieren-
capitulant.
(Wordt vervolgde
AXELSCHE
COURANT.
door H Kuibbs
18)
Dat is goed I zei hq. Het noor
den, dat roept allQd, is het niet? Dat
is goed I Maar Ik weet niet, vervolgde
hi], met opeens betrokken gelaat, of
we gauw terugkomen suilen. Wij gaan
ver weg.... waar de zilveivjs leeft.
Wij daar vangen veel pelsdieren en
bouwen een groote hut. Ah I Die
wordr heel groot
En hoe gaat het met proviand
Daar ik voor zorg, zei Jean.
Ik maak reis naar Bon Cceur.... Hij
aarzelde even en Stanley zag, dat een
heel nieuwe gedachte hem door het
hoofd schoot. En ik breng terug
al die dingen..., en ik zie mijn Rose
Marie, voegde hij er bijna fluisterend
achter.
Rose Marieherhaalde Stan
ley, Die had ik haast vergeten
Ik niet vergeet, zei groote Jean,
glimlachend. Soms ik zing dat lied
over Rose Marie. En later, ais alles
weer goed isl
Marion was bezig de borden en pan
nen in te pakken, toen Stanley bi] haar
terugkwam- Ze keek op en ondervroeg
hem met baar oogen,
Ik ga met jullie mee naar het
noorden, zei hq. Ten minste als
jullie me meehebben wilt.
De «ogen van het meisje werden wQd
Van verwondering.
-tnge reis en zoo moeilijk. Vaderzeg',
dëi hij hier nooit meer terugkomt, zei
Mirion en b >og snikkend het hoofd
Ze had zien dapper gehouden, maai
eindelijk was de spanning te groot ge
worden en treurde re met slechis over
haar verloren tehuis en de kleinigheden,
die ze haar eigendom had kunnen noe
men, maar nog meer om het vooruit
zicht van het barre noorderland, met
zijn eenzaamheid en eeuwige sneeuw
velden. Ze had altijd nog hoop gehad,
dat haar vader haar nog eens mee zou
nemen naar de bevolkte nederzettingen
en het vollere leven.
Stanley wendde zich af en keerde
terug. Hij wist niet, wat hij neggen
ot doen zou. Maar even later hoorde
hij de stem van Taggert achter zich
tegen het meisje zeggen Kom, niet
huilen, kind. Rumpus is er toch altijd
nog en Jan en ikzelf
Ze droogde haar tranen. Haar blauwe
oogen blikkerden opeens fel.
Ik zal hem toch eens flink de
waarheid zeggen, riep ze en voordat
haar vader het verhinderen kon, was
ze naar Argold toegestap', die zich op
zijn elleboog ophief en het meisje met
een ondoorgrondelflken blik aanzag.
U hebt uw mannen er op uitge
stuurd, om ons huls te verbranden, zei
ze vlakweg.
Neen. Dat hebben ze op hun
eigen houtje gedaan. Een persoonlijke
wraakneming. Uw vader heeft hen ge
hinderd, toen ze meenden mfln orders
uit te voeren.
Die mannen hebben het in elk
geval gedaan, zei ze, hem verbolgen
aanziende
Juist. En daarvoor heb ik hen
gestraft.
Argold trok d« wenkbrauwen samen.
Jullie waren op het land van de
Compagnie, zei hq langzaam,
En bent u dan niet als facteur
verplicht te zorgen voor hen, die onder
uw brsche>mlng staan?
Jmst. Maar je vader was een vrqe
trapper
Hq is een vrqe trapper, verbeterde
ze hem.
En ik liet hem biqven.
Marion zag het logische van Argeid's
redeneering in. maar voelde ook, dat
hq de zedeiqke verplichting volkomen
wilde uitschakelen,
U liet ons biqven.,., totdat uw
mannen ons huis platbrandden, 'n
Mooie gastvrqheld Om trotsch op te
zqn, vindt u niet
Ik mag je vinnigheid wel, zei Ar
gold glimlachend. Kqk eens. Ik
w;l je vflfiig dollar vergoeding geven
om de schade te herstellen. Maar goed
begrepen, dat is dan een persooniqke
zaak tuischen je vader en mq... geen
zaak van de Compagnie I
Hq zal het niet aannemen, zei
ze, haar schort om haar vingers draai
end.
Dat is mqn schuld niet, Marion.
Het meisje draaide zich om en ging
van hem weg. Taggert keek haar
streng aan, toen ze in zqn kamp terug
kwam.
Hq heeft je geld aangeboder zei
hq beslist.
Ja. Ik heb gezegd, dat u het niet
wilde aannemen.
Hoeveel?
Vqftig dollar,.,, van zqn geld.
Om het bq jou goed te maken....
zei Taggert verontwaardigd. Zqn
geweten begon zeker te knagen.'t is
schaadt.
Stanley, die echt medeiqden met het
meisje had en haar geestkracht be
wonderde, zat er over na te denken,
op welke manier hq een aangelegen
heid kon vinden, om aan Taggeit een
meer afdoende geldelijke hulp te ver
schaffen Eindelijk begon hfl jongens
achtig vrooiqk te lachen, sprong over
eind en liep naar de kano.onder voor
wendsel, Jean te gaan roepen, die da-
deiqk opstond en met hem meeging.
Luister eens, Jean, begon hq.
Ik heb nog wat geld bq me. Ik had
het meegenomen, om hier en daar wat
kleinigheden te koopen voor kennissen
en zoo. ik heb nog sno iets van hon
derd dolla'S in mfln koffer. Veel is het
niet, maar als ik er Taggert mee helpen
kan, om zich voor den winter weer wat
in te richten, dan mag hq het hebben.
Hq kan het terugbetalen, wanneer het
hem gelegen komt. Ik kas het ge-
makkeiqk doen.
Qroote Jean keek den jongen man
een minuut lang opme'kzaam aan.
Ik denk hq zegt neen, sei Jean.
Natuuriqk doet hq dat. Ik wou
dan ®ok, dat jq het aan hem gaf... of
aan hem leende.
jq hebt een groot hart, zei Jean,
Ik zal het in orde maken 1
Maar doe het omzichtig. Als ik
met jnllie mee naar het noorden wil
gaan. met Marion,.,dan zou ik
onzen toch* niet graag in het begin al
bederver Het is wel een moeiiqk ge
val met Taggert.... maar ik vind het
een heeriqke onderneming om zoo ver
mee te trekkenen ik betaal daar
graag wat voor.
Dan geef je me dus dat geld,
omdat ik ais gids heb dienst gedaan
Neen. Ik wil het T egert leeneu,
wiar door joaw bemiddeling,
Triei 'n j
tKï/K-
Per «tuk 5 ct. 12 stuks 50 ct. Bij Apothekers en Drogisten-
Dan zeg ik, dat ik ook erbq geef.
Ik ga de reis maken en breng mee
'abak en aardappels en spek en ai die
dingen. Rose M»rle aij zal zeggen:
Jean du B 1». jq moet niet al dien tijd
in het N jurden biqven. Ik zegIk
moet biqven voor mqn vriend. Dan
die kleine Rose Marie zq zal schreien,
misschien. Misschien dat sq op mq
boos wordt. Maar ik kom terug, hoe
het ook gaat.
En dan zal se des te meer van
je gaan houden,
Oui, zuchtte Jean. En ik heb
veH tfd. om aide or maar te denken
aaa die kleine fcébé, mqn Rose Marie,
Ze is geen baby meer, Jean, zq is
een volwassen vrouw.
Oui I Maar vroeger, zq heeft
gesaan op mqn hand,... soo en
ik haar heb opgetildzooEn de
voyageurs, zq zeggen, dat groote Jeaa
is de sterkste man, die woont iu deze
s reek, ja. dat zq seggen.
S anley keek den kant uit, waar
Argold lag te lezen uit een boek, dat
hq in zqn hand hield. Groote Jeaa
volgde dien blik. Eu als terloops mom
pelde hq
Mettertqd, oui 1
Stanley, toen hq dat hoorda, moest
onwillekeurig lachen en knikte hem
toe, zeggende:
Dan hoop ik erbq te zqn i Maar
Groole Jean schudde het hoofd, alsof
hq met een heel ingewikkeld vraagstuk
bezig was.
Op dat oogenbiik zag Stanley,
dat Argoid een Indiaan wenkte, die
naar hem toekwam, een brief van hem
aannam en dien tussehen zfin shirt stak.