4t iSJ Nieuws- en Advertentieblad voor Zeen wsell - VI aan d eren. HERBERT STANLEY Met de 3 Dampo producten bestrijdt alle verkoudheden No. 88 DINSDAG 7 FEBRUARI 1939 54» Jaar». J. C. VINK - Axel. Buitenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt 12. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groete letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. De oorlog In Spanje. Nu de Catalaansche campagne haar einde nadert, krijgen de andere fronten in Spanje meer beteekenis. Sedert de staking van generaal Frartco's opmarsch naar Valencia in den zomer van het vorige jaar en de jongste ge vechten in de Estremadura heeft men van die fronten bijna niets meer gehoord. De buitenlandsche vertegen woordigers der republikeinsche regeering hebben reeds getracht door de statistieken aan te toonen, dat men in de Zuidelijke zone van het republikeinsche Spanje nog zeer goed in staat is zien te verdedigen, geheel afgezien van het verloop van den strijd in Catalomë. Hoe sterk is eigenlijk die Zui delijke zone in feite Het gebied wordt ongeveer begrensd door de steden Madrid, Valencia, Car tagena, Almeria en Cabeza en telt nog steeds tien provincies en bijna een derde der bevolking. De opperbevelhebber generaal Miaja heeft de beschikking over 500 000 man, die in vier legers zijn verdeeld. Die sterkte van een half millioen wordt echter pas bereikt, wanneer overeen komstig de thans geldende be palingen alle mannen van 18 tot 47 jaar onder de wapenen zu.len zijn geroepen. Het belangrijkst voor generaal Miaja is het z.g. centrale leger, dat gelegerd is in de stellingen, die zich rond Madrid uitstrekken. Het z.g. Levantleger verdedigt het ten Zuiden van Teruel loo pende Cuenca-Valenciafront, dat zich in het Oosten aan het cen trale front aansluit. Dat front steunt vooral op de zeer sterke Matellena-linie, die Valencia tegen aanvallen uit het Noorden moet beschermen. Van Nules, ten Noorden van Valencia, tot Motril in de pro vincie Granada strekt zich de 900 K.M. lange kust uit, die slechts beschermd wordt door de FEUILLETON 9) Dnmpo ver koudheids-balsem. Pot 50, Doos 30 ct. Dampo hoostbonbona, Doos 25 ct. Dampo-neusdrnppnlg, Flacon met druppelspuitje 60 ct. republikeinsche vloot, en door een kleine afdeeling luchtdoel artillerie. Grootendeels wordt de kust in het geheel niet verdedigd en zijn er ook geen troepen. Door den opmarsch van Franco van verleden jaar is de vloot in tweeën gesplitst en nog waarde- loozer geworden dan zij was Het zijn drie kruisers, dertien torpedobootjagers, vijf torpedo booten en zeven duikbooten. Geen van deze schepen kan pa trouillediensten verrichten, de meeste zijn zelfs niet zeewaardig. Hun geschut dient echter ter ver dediging van de kust. Aan deze kuststrook sluit zich het front van het Zuidelijke of derde leger aan, dat de gewei dige natuurlijke versterkingen van den Sierra Nevada tusschen Al meria en Granada bezet houdt. De 400 K.M. breede strook tusschen het Zuidelijke en het Centrale leger wordt bezet door het Estremaduraleger. Dat leger was onlangs een offensief be gonnen, om het front in Catalonië te ontlasten en Franco's voor naamste verbindingslijn te be dreigen. Na eenige successen is het leger midden in het offensief blijven steken. Men zou kunnen denken, dat generaal Miaja met al die legers over een sterke strijdmacht be schikt. Men moet echter niet vergeten, dat deze troepen over een vele honderden K.M. lang front zijn verspreid, zoodat het een aanvaller, die een groot leger op één punt concentreert, niet moeilijk moet vallen, door de linies der republikeinen heen te breken. Franco zal in staat zijn, tot geweldige troepenconcentra- ti s over te gaan, als hij maar weer de beschikking heeft over zijn legers, die thans nog aan het Catalaansche front liggen. Offen sieven der republikeinen in het Zuiden behoeft hij niet te vreezen, aangezien zijn troepen zich daar al geruimen tijd hebben gehand la aria. lit heat StanleyEb haafd zondei hulp van andere afdeelingen. Een ongunstige omstandigheid voor Miaja's leger is ook, dat in het Zuidelijk gebied geen groote fabrieken voor de vervaardiging van wapens en munitie zijn ge vestigd, zooals rond Barcelona het geval was. Gunstiger is weer, dat de Zuidelijke zone, met haar acht millioen bewoners, zeer vruchtbaar is, zoodat de levens middelenvoorziening veel beter kan worden geregeld. In elk geval heeft men het recht te twijfelen aan de afweet kracht van het gebied, dat onder generaal Miaja staat. Of die twijfel gerechtvaardigd is, zal blijken, als Franco tot een groot offensief overgaat. Men gelooft, dat hij spoedig na het einde van de militaire operaties in Catalonië met vijf of zes legerkorpsen naar de centrale fronten zal oprukken, om Madrid van de provincie Guadalajara uit rechtstreeks aan te vallen, dan wel om langs Cuenca op te rukken en zoo doende de hoofdstad van de zee af te snijden. Lloyd Georg# over de SpaanscUe kwestie. Op een vergadering van het nationale comité generaal van den raad van actie heeft Lloyd George een rede gehouden, waarin hij zeide„Ik voorspel u, dat de kostbaarste en onmisbaarste ele menten der Duitsche en Italiaan- sche troepen zich niet uit Spanje zullen terugtrekken, voordat Frankrijk en Engeland de eischen, die thans door Hitler en Mussolini gesteld worden, voor het belang rijkste deel zullen hebben inge willigd". Hitler en Mussolini zijn niet zoo dwaas, aldus Lloyd George, dat zij twee en een half jaar in Spanje vechten en veel geld uitgeven zonder zich terug te trekken voor zij een of ander voordeel verkrijgen. Na uiteengezet te hebben, dat de aanwezigheid der Duitschers en Italianen in Spanje de Britsche verbindingswegen langs de Afri- kaansche kust bedreigt, zei Lloyd George: „De arme Britsche leeuw zal zich moeilijk kunnen redden zonder een deel van zijn manen en verscheidene tanden te ver liezen. Daarop doelt Hitier, als hij over vrede spreekt". Aanslagen In Engeland. Te Londen hebben zich weer ontploffingen voorgedaan in de stations van den ondergrondschen spoorweg aan Tottenham Court Road en Leicester Square. Men gelooft, dat op Tottenham Court Road een bom, welke zich bevond in een in depot gegeven koffer, de ontploffing heeft ver oorzaakt. Een stationsbeambte werd ernstig gewond. Het ba gagedepot en de bureauruimte werden beschadigd. De kracht der ontploffing op Leicester Square was zoo hevig, dat de ruiten der étalages in de wachtzaal van het station werden vernield. Vijf personen werden gewond. Vensterruiten van tegenover het station gelegen gebouwen werden eveneens vernield. Binnen een uur tijds is op vier plaatsen een begin van brand ontstaan in verschillende maga zijnen te Londen, De branden werden veroorzaakt door brand bommen. De Londensche bladen melden, dat op Scotland Yard een docu ment is ontvangen, dat onthul lingen bevat betreffende plannen der Iersche terroristen om bommen te doen springen in Buckingham Palace, het kasteel van Windsor, het Lagerhuis, Scotland Yard en de Bank van Engeland. Blijkens het document zouden ook moordaanslagen zijn beraamd op hooge Londensche politie autoriteiten. De bnitenlandvchn politiek van Roosevelt. Op een persconferentie te Was hington heeft president Roosevelt, naar Reuter meldt, verklaard, dat het bericht, volgens hetwelk hij in de legercommissie van den Senaat gezegd zou hebben, dat de grenzen der Vereenigde Staten in Frankrijk of aan den Rijn zou den liggen, een „opzettelijke leu gen" is. De president vatte zijn buiten landsche politiek in de vier vol gende punten samen 1. De Vereenigde Staten zijn tegen verstikkende bondgenoot schappen. 2. De Vereenigde Staten zijn voorstanders van handhaving van den wereldhandel voor iedereen. 3. De Vereenigde Staten stem men volkomen in met elke po ging tot vermindering of beper king der wapening. 4. Het volk der Vereenigde Staten stemt in met vreedzame handhaving van de politiek., oeconomische en sociale or af hankelijkheid va i alle volken ter wereld. Japansche duikboot ftdionkm. De Japansche marine maakt bekend, dat de onderzeeër I 63 in het Bungokanaa! ten Zuid westen van Japan in de omgeving van Beppoe tijdens manoeuvres gezonken is. Het schip was m.t een andere duikboot in botsing geraak' aar verluidt bevonden zich 48 ma aan boord. Met man en macht heeft men getracht de gezonken duikboot te lichten of op andere wijze de opvarenden te redden. Inmiddels werden de manoeuvres gestaakt. Na gedurende anderhalf etmaal het uiterste beproefd te hebben, heeft men di reddingspogingen moeten opgeven. De verongelukte duikboot he< ft een waterverplaatsing v, n 1635 ton en een lengte van ruim 1UU M. (Wordt vervoigd.j AXELSCHE COURANT door H. Kuibbs t 4' Waarom bad hQ eigenlijk op dai dier geschoten Die vraag stelde hi] zich telkens weer, zonder er een ant woord op ie weien. Het was een vol komen nuueiooze daad en toen voeidc hij oolc, dat ni| het niet had kunnen laien. Maar naarmate hij meer tot bezinning kwant, voelde hij dieper spijt. Hl] had een dwaasheid begaan; ten eerste, door eeH volkomen onscnadeiQk dier te doodenten tweede, door zl]n geweer af te schieten in een streek, waar denkelijk de trappers van de Compagnie rondzwierven. Langzaam ging nij op den eland toe en bleef naar 'tdier staan kijken, zooals het daar machteloos en stuiptrekkend neer lag. En daar maakte hij het voor nemen, nooit meer een dier te schieten, als hij bet niet voor zQn voedsel noodig had. Toen hij in zijn kamp terugkeerde, bemerkte hij, dat de zon reeds achter de heuvels in het Westen oegon te dalen. Hij veelde honger. En opeens kwant hij op de gedachte, dat Jean iets ontdekt moest hebben, waardoor hij veipncht was, weg te blijven. Toen de zon eindelijk onderging, voelde Stanley een vreemde verslagenheid. Nici uu angst, maar tengevolge van de eenzaamheid en stilte, die den man, «let gewend dear da wlldatnls te trekken, altijd bevangen. HQ bereidde ien tweeden male zQn eten en veror berde het zwQgend. Hij zat aan deH oever zijn pannen en bord te wasschen, toen hem iets deed opzien. Er kwam een kano de rivier afdrijven. Er zat een korte, gedrongen gestalte in, die met werktuigeQke r geimaat zQn pagaai hanteerde. Stan ley bleef met zQn werk doorgaan en keek nu en dan eens op. Toen de kano naderbQ gekomen was, stuurde de schipper het vaartuig plotseling naar den oever op de plek, waar de Joode eland lag. HQ gromde wat in zichzelf en kwam dan naar het kamp toe. Stanley stond op en wuifde hem tegen De ander gromde zoo tets van Bo 'joubo 'jou I en bleef staan, om het kamp met een vluch- tigen blik te overzien. Dan wees hij op den eland. Stanley knikte. Ik van Hudson Baai I zei de half bloed. HQ liep op het vuur toe, haalde er een stuk gloeiende tak uit en stak zQn pQp aan. Dan ging hQ op zQn hutken zitten en keek rond. Stanley kwam naast hem zitten. HQ wilde hein verscheidenedingen vragen,maar achtte het toch verstandiger, even af te wach ten, wat de n a i ie zeggen zou hebben. De halfbloed bleef een tQdje zitten rooken, keek Stanley dan aan en stond op. HQ slofte naar de dekens van Jean toe en stond op hel punt, diens bagage te gaan nasnuffelen, toea Stan ley overeind sprong. Hé daar, meneer Koffiedik I Je bent hier als gast welkom, maar verder moet je uiet gaan. Ik van Hudson Baai, herhaalde de halfbloed, sich half naar Stanley om- kaerend. dit is mQn kamp. Wat moet je verder. JQ eland daar geschiet vroeg de halfbloed met samengeknepen oogen. Ja, dat heb Ik gedaan, JQ meekomen, gebaarde de half bloed met een handbeweging stroom opwaarts. Ik van Hudson Baai Zoois dat de bedoeling Nou, ik zai er eens over denken, Toen stak de halfbloed twee vingers omhoog en wees op de dekens van Jean. Stanley knikte. HQ kou niet veel anders doen. Jean du Bois, gromde de man. S aniey keek den ander aan, maar gaf gecu antwoord. Een oogenblik bieef de halfbloed hem aankQken, maar dan richtte hQ zQn bilk weer stroom opwaarts. JQ meekomen, gromde hQ. Qeen zin in, zei Stanley. Ik voel me hier best op mijn gemak. Ik politie, verklaarde de man. Mooi zoo! Je wilt me zeker meenemen, omdat ik dien eland ge schoten heb. Maar dan zui je toch een blanke moeten sturen, om me te halen. De halfbloed gromde iets onver staanbaars. Stanley meende den naam van Argold te verstaan. Ja, Argold, herhaalde de man. Dien ken ik wel. Waar is hQ Langzaam kwam er eea grQnslach op het gezicht van den halfbloed. Waar is Jean du Bois? Waar Jean du Bols? vroeg hQ weer op zQn beurt. Zoek maar! De halfbloed scheen niet goed te weteH, wat hQ doen moest. EindelQk bleef hQ staan en Stanley, naar hem toegaande, zag, dat hQ stond tekQken naar den Indruk van een mocassin Ir het mos naast een grooten ceder. De halfbloed keerde zich naar hem toe cb gromde Ik terug kom, en lich bukkend ging hQ zigzsgsgewQze het bosch cbeper in. S aniey maakte snel een berekening. B tjkbsar had die man het spoor van groote Jean gevonden. Zender zich de moeite ie geven, zQn losse bagage bij elkaar te binden11 duwde hQ de kano in het water, gooide er alles haastig in, duwde af, sprong in het bootje en pagaaide naar den tegenovergestelden oever. Hij had er een oogenblik over ge dacht met zQn bQI de kano van den halfbloed lek te slaan, maar de letters H. B. C. op den voorsteven schrikten hem af. En bovendien begreep hij maar al te goed, dat hQ in hetongelQk was, voor zooverre de geschreven wet ten der Wildernis ge Jen. HQ had wild geschoten In gesloten jachttQd, In zekeren zin was hQ vogelvrij. Hij vond het zelfs een oogenblik een niet en- grappige gewaarwording. Maar toen hij de kano aan land trok, verdween zQn jongensachtige opgewondenheid al heel gauw. Meer dan ooit miste hQ het bQzQn van den forichen, vroolQken Qrooten Jean. Zorgvuldig trok hQ de kano tusschen de struiken en at wat koud vleesch met kampeerbrood. Dua ging hQ op zQn hurken zitten om den tegenover- Mggenden oever in het oog te houden. EindelQk zag hQ den halfbloed weer te voorschijn komen. De man bracht sQn kano ia water, pagaaide naar het midden van den stroom, keek rond, schoot eindelijk dwars over de rivier heen en pagaaide langs de plek, waar Stanley verborgen lag, Eea AUkerec** scheen al evenveel pret in hel geval >t hebben, als Sranley zelf, want het dier kwekte giechelend en luid. Ergens uit die verte werd die schrille iacb beantwoord. Drommels, die andere kerel iachte het laatst, mompelde Stanley bQ zich zelf. Ik zai maar gaan slapen. Maar geen vuur. En het zal wel koud wor den I Jean zei dat ik door moest blij ven trekken en dat hQ me dan wei vinden zou. Morgenochtend zal ik het dan maar probeeren. HQ werd wakker bQ het aanbreken van den dageraad. Na een pak ge maakt te hebben van zQn losse bagage, laadde hQ dat weer in de kano, Dan keerde hQ terug, maakte een vuurtje, kookte iets van zQn rendiervleesch. Na nog een paar kop sterke kotfie ge dronken te hebben, voelde hQ zich ge heel opgemonterd. De zon rees hooger en wierp hare stralen over de glinsterende rivier en tusschen de blauwige boomtoppen van het woud in het oosten. Hij veelde een soort blijde opgewondenheid en zelfvertrouwen, hu hij alleen opavon- tuur uitging. Overstekend naar den anderen oever pagaaide hQ bedaard verder en deed ai zijn best om de kano in den rechten soers te houden. Tegen den middag bevond hq zich in eeh nauwen inham der rivier, vlak bQ den oever. In de verte, hooger op, hoorde hQ het deffs bruischen van een stroomversnelling, HQ besloot eerst wat te rusten enteetett,

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1939 | | pagina 1