3 broertjes en 2 zusjes waren héél erg- verkouden,
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- Vlaan deren.
witte fileea»
No. 61.
VRIJDAfc 4 NOVEMBER 1938.
54e Jaafg.
J. C. VINK - Axel.
Veiligheid van 't verkeer.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt 12.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTlEN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Qroote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Beschaafd rijden, opletten
en uitkijken zij het parool
van een ieder op den weg.
Het is onder automobilisten
bekend, dat de eerste week van
November jaarlijks propaganda
wordt gemaakt voor de veiligheid
van het verkeer en daarom ge
noemd wordt de veiligheidsweek.
Dat wil natuurlijk niet zeggen,
dat dan ook anderen daarvan
geen nota mogen nemen, integen
deel. Maar al te vaak zijn ook
niet-automobilisten de oorzaak
van noodlottige ongevallen, door
dat zij de regels van het verkeer
niet volgen, of onoplettend zijn
op den weg. Toch blijven er
ook nog altijd gevallen over,
waarbij noch den een, noch den
ander schuld treft en een samen
loop van omstandigheden tot on
gelukken leidt.
In hoofdzaak krijgt echter de
chauffeur of de bestuurder de
schuld en het is helaas maar al
te waar, dat meestal ook bij hem
de fout is aan te wijzen. Van
belang vonden we het daarom
hier over te nemen, wat we on
langs in de „Midd. Crt." lazen van
de hand des heeren Jhr. J. van
Vredenburch te Kapellen (B.).
Hij schreef o.m.
Het zal nu 20 jaar geleden zijn
dat een der vertegenwoordigers
van de Kon. Nederlandsche Auto
mobiel Club op de vergadering
der Association Internationales des
Automobile Clubs Reconnus een
korte verhandeling hield over de
noodzakelijke „Politesse de la
Route", „de beleefdheid op den
weg". Wat toen gold is, nu de
auto door veel meer personen
wordt bestuurd, zeer zeker van
toepassing.
Doch hoe wil men dat perso
nen, die van huis uit het woord
beleefdheid niet kennen of als zij
het kennen het niet toepassen,
achter het stuurrad anders zullen
zijn.
En toch geloof ik niet dat
hierin in hoofdzaak de reden ligt
van de ongevallen op den weg.
FEUILLETON
maar Moeder wist raad. Zij haalde 's avonds de doos Dampo voor den dag en den volgenden morgen waren ze alle 5 weer beter. Doos 30 ct.
Bekijken wij de zaak eens van
de zijde van den automobilist,
dan zien wij het volgende
1. De correct rijdende auto
mobilist, die eiken weggebruiker
het zijne gunt, voor overstekende
personen vooral oudere personen,
moeders met kinderwagens, kin
deren, de beleefdheid heeft even
te stoppen, niet rakelings een in
gehaalde collega, fietsen of kar
ren passeert, niet onnoodig sig
nalen geeft en vooral geen harde,
zal de veiligheid niet in gevaar
brengen.
2. Het rijden met groote snelle
vrachtauto's of autobussen met
soms 8C km. per uur op niet
daarvoor bestemde wegen levert
een gevaar op.
3. De reactie van vele perso
nen is te langzaam. Een ongeluk
heeft zeer dikwijls plaats omdat
de persoon achter het stuur niet
snel genoeg reageert. Dit is een
zeer belangrijke factor, die naar
ik meen niet voldoende in het
oog gehouden wordt. Iemand
die in het dagelijksche leven niet
snel reageert of besluiteloos is,
rijde niet.
4. Het rijbewijsexamen. Per
soonlijk acht ik dit wel nuttig,
doch niet noodzakelijk. In landen
waar geen examen gehouden
behoeft te worden, zijn er niet
meer ongelukken. De meeste
ongelukken komen niet voor door
niet kunnen rijden, doch door
onoplettendheid, niet snel genoeg
reageeren en ook door onvoor
zichtigheid.
5. Steeds leest men in sommige
courantenberichten bij auto-onge
lukken de auto reed met groote
snelheid, 80 km per uur, etc., etc.
Ook al vóór een gerechtelijk on
derzoek heeft plaats gehad. 80
km kan men volmaakt goed rijden
als de wagen den weg houdt en
de weg breed genoeg is en het
uitzicht vrij. Doch de fout van
vele bestuurders is, dat zij in
bochtige straten, op kruispunten,
Vrede t
bij gevaarlijke hoeken te snel
rijden. Ais men geen goed over
zicht heeft, rijde men 5 km per
uur en zoo noodig wordt gestopt.
Men houde goed zijn rechterzijde.
6. De bestuurder wordt af
geleid. Een bestuurder moet op
wegen waar zijn volle aandacht
noodig is, niet praten, liefst niet
met drieën op een voorbank
zitten, tenzij bij zeer breede wa
gens, geen radio onderweg laten
werken, die is goed bij stop
plaatsen, bij 't koffieuurtje. Bij
het tegenwoordige drukke ver
keer heeft men zijn volle aandacht
noodig. Niet rooken.
7. Het zoogenaamde snijden,
willen passeeren terwijl de baan
niet volkomen vrij is, is een veel
voorkomend euvel. Een hoop
gevaarlijke en onbetamelijke han
delingen, waartegen de politie zoo
weinig kan doen, omdat de over
treders meestal niet te achterhalen
zijn,
En nu de andere weggebruikers.
De fietsrijder. Voorop zij ge
steld, dat deze het recht heeft op
behoorlijke fietspaden, waar dit
mogelijk is. Nederland is in
dezen vele landen vooruit.
De fietsrijder, die op den weg
moet rijden, als er geen fietspaden
zijn, is vaak een hoogst ongedis
ciplineerde weggebruiker. Be
paald gevaarlijk worden zij en hij
als „Amor" in 't spel is.
Op de smalste wegen, als er
druk verkeer is, trekt de fietsrijder
zich vaak hier niets van aan. Zij
willen minstens 2 naast elkaar
rijden, als 't kan drie. Elkaar
passeeren zonder te zien wat
achterop komt, den weg over
steken zonder om te zien.
De voetganger is vaak niet veel
beter. Het eensklaps de straat
oversteken zonder om te kijken
heeft reeds velen den dood be
zorgd.
Persoonlijk voel ik in 't alge-
meen veel voor het Belgische
systeem Geen signalen geven in
bebouwde kommen, tenzij bij
groote noodzaak Bij kruispunten
wordt veel voorzichtiger gereden,
het verkeer is er iets langzamer
doch veiliger door.
Het te hooi en te gras aan
brengen van de verkeerslichten
acht ik uit den booze. In Ant
werpen wordt slechts op een
enkel punt met deze lichten ge
werkt. Het verkeer gaat daar
even veilig en veel vlugger. Ver
keerslichten op zekere punten
mogen noodig zijn, op andere
plaatsen zijn ze overbodig. Ze
geven opstopping van 't verkeer
tenzij men het drempelsysteem
heeft en ze veroorzaken, dat de
automobilisten om het groene
licht nog te „halen" onwillekeurig
gaan jakkeren.
In het algemeen kan men wel
zeggen, dat vele ongelukken ge
beuren door een oogenblik van
onbedachtzaamheid, waardoor
men jaren schreit. Zakenmenschen
die rijden en met hun gedachten
elders zijn voor een kort oogen
blik, personen met huiselijke
zorgen, al die kunnen een ongeluk
veroorzaken.
Dood door schuld zal hun ten
laste gelegd worden, doch vaak
heeft de schuld een vorm anders
dan men denkt.
Waar veel verkeer is, zullen
ongelukken voorkomen, dat kan
nu eenmaal niet anders. Als elke
weggebruiker nu maar zijn ge
dachten bij zijn werk houdtzij
die de auto, motorrijwiel, fiets,
baby wagen besturen, de voetgan
ger steeds oplet en uitkijkt, och,
dan zal het wei gaan.
Doch laten wij niet elkaar de
schuld geven, we zijn allen men-
schen en maken in 't dagelijks
leven toch ook grootere of kleinere
fouten, die dan niet zulk een
noodlottig gevolg hebben.
Provinciale Staten.
De begroeting voor 1938.
Ged. Staten bieden den Staten
de begrooting voor 1939 aan. In
hun toelichting deelen zij mede,
dat de vermoedelijke inkomsten
van den gewonen dienst over
1937 geraamd kunnen worden
op f 2 693 303,50, de uitgaven
op f 2 647 859,60, het batig saldo
op f 45,443,90.
Aan het batig slot van 1937
zouden Ged. Staten de volgende
bestemming willen geveneen
bedrag van f 40.340 zouden zij te
zijner tijd willen aanwenden tot
gedeeltelijke dekking van de
afkoopsom ad f 120.340 aan het
rijk te betalen voor de overdracht
van den weg Walsoorden—Hulst
en het restant zouden zij wenschen
toe te voegen aan de algemeene
reserve.
Toen in 1932 de inkomsten en
uitgaven van den gewonen dienst
gescheiden werden van die van
den kapitaaldienst, werd het plan
gevormd, te komen tot een be
grooting voor den gewonen dienst,
die zonder hulp van middelen
van vroegere jaren zou sluiten.
In de begrooting voor 1932 moest
nog tot een bedrag van rond
f 175 000 over batige sloten van
vroegere jaren worden beschikt.
Sindsdien is dit bedrag telkens
f 25 000 lager gesteld. Voor de
laatste maal zal volgens dit plan
aan de begrooting van 1938 rond
f 25 000 van overschotten van het
vorige jaar toevloeien. In ver
band hiermede hebben Ged. St.
in het ontwerp der begrooting
voor 1939 niets uitgetrokken ter
zake van batige sloten van vorige
jaren.
Naar aanleiding hiervan en in
verband met de sedert 1936 ge
vormde reserve, welke laatste
rond f 200.000 bedraagt, achten
Ged. Staten vermindering
van den belastingdruk thans mo
gelijk.
AXELSCHE
v
COURA
41)
(Duiische vertaling).
Neem mij niet kwaigs, freule,
riep zij haar toe met een hoogroode
kleur van het harde loopen. Ik breng
zoo'n blijde tijding, dat ik in tien
minuten van den molen hierheen ben
gevlogen. Denk eens, mijn Frederik
is setgeant geworden 1
Wel gefeliciteerd, LiesbethJe
Frederik schijnt wel van de gelukkigen
te zijn. Niet gekwetst en weer in een
hoogeren graad bevorderd. Dat is
Inderdaad een reden om blfl te wezen 1
En hij schrijft ook, dat hij na 't
sluiten van den vrede in dienst zal
blijven, ging Lohfelds dochter voort.
Dan kunnen wq dadelijk trouwen en
word ik de vrouw van 'n onderofficier,
voegde zQ er niet zonder trots bq.
Maar ik heb ook nog iets voor u,
freule, fluisterde zq schalks, terwql zq
een brief te voorschqn haalde. Vader
riep mq reeds van verre tegemoet:
Liese, de patroon, mqnheer Gerrald
Hoe I riep Matte uit, snel naar
den brief grqpende. Hg...
heeft aan vader geschreven 1
ging Liesbeth met 'nair van gewicht
voort. Het gaat nu veel beter met
hem, de koorts is geweken. Maar ik
heb den brief bq mq
Laat m|zeif lezen Ibracht
Marie ademloos uit,
Liesbeth reikte haar met stralenden
blik den brief tse en, terwijl bet trou-
*e ■ellli bescheiden ie kamer ver-
liet, las Marie met een kloppend hart,
dat Theobald zwaar ziek was geweest,
maar nu reeds herstellende was, dat
hq nu nog in 't hospitaai iag, maar
weldra naar zqn regiment zou terug
keren, dat de wapenstilstand wel door
den vrede zou gevolgd worden en dat
hq zich er onultsprekeiqk op ver
heugde weer thuis te komen. En hij
besloot met de volgende woorden
„Ik hoop, dat Liesbeth nog in dienst
van mevrouw de barones is cn versoek
haar beide dames mqn groeten over
te brengen".
Ja, daar stond het duideiqk I Hq
dacht dus aan haar, hq was herstel
lende en misschien kwam hq spoedig
terug. Zq lachte en weende in één
adem, drukte den brief aan haar hart
en wilde er mede naar beneden, naar
haar moeder snellen, toen tante Verja
haar op de trap tegemoet liep en met
een gedrukt papier zwaaide.
Vrede! Vrede! juichte zq. God
dank Hier is het bulletinHet jonge
meisje staarde op bet papier, de letters
dansten haar voor de oogen.
Verheug je toch Marie I Nukomen
zq allen terugFnts ook, zonder dat
hem een haar gekrenkt is. Spoedig de
vlag uitgehangen Daar luiden de
klokken Hoera
Welk een gelukkige dag fluisterde
Marie met gevouwen handen. Nu eersi
<mtwaakte het volle bewusnqn van
die vredeboodschap in haar mei al de
hoop, die daaruit voortsproot. Uit de
volheid van haar hart juichte zq mede
met het vrooiqk klokgelui en liet de
vlag wapperen in de heldere lente
lucht.
XXIV.
„Frisch opgesierdbeval Lohfeld,
de opzichter, terwqt hq met een on
derzoekenden blik om zich heen zag.
Hier, J )*ef, houd die dennetakken
omhoog en bind er wat eikenloof
tusschen. Het moet er feesteiqk uit
zien
Hq bekeek met zichtbare voldoening
het bonte wapenschild, met een in 't
oogloopend opschrift er onder, dat met
zqn schreeuwende kleuren reeds op
grooten afstand was te leien. Lohfeld
had zelf het penseel ter hand genomen
ea in zqn vrqe uren het „welkom"
voor iqn jonge patroon geschilderd.
Het was voor die ongeoefende hand
verbazend moeiiqk geweest, maar
eindeiqk was het dan volbracht en nu
zagen de rqkeiqk met krullen versierde
letters als onuitwischbare glorieteekens
op hem neder.
De fabriek wachtte in feesttooi haar
heer en meester en had door haar
versieringen een geheel ander aanzien.
Aan weerszqden van de poort stonden
twee hoage masten, die reeds in de
verte te zien waren, met kleurige
festoenen omwonden, waartusschen
verscheidene schilden prqklen en ge
kleurde vlaggen wapperden. Dikke
guirlandes van dennetakken verbonden
ze als een triomfboog en daartnsschen
was ia het midden ook weer een
schild met een welkomstgroet. Om
tedere deur was groen geslingerd, wit
alle vensters wapperden vlaggen en
langs trappen en pilaren vormden
oleanders en hulst een smaakvolle
versiering.
Zelfs de oude put op het binnenplein
wee fcesteiqk geteeld, zqn afbrokke
lend metselwerk was door kleine
sparreboompjes bedekt, rozen van ge
kleurd papier kwamen daartnsschen
vrooiqk uit en nog stonden er twee
druk met elkaar pratende ineisj-s bq.
om hier en daar een storende opening
aan te vullen.
Na het aanmoedigend woord aan de
arbeiders timmerde Lohfeld weer naai
hartelust op zqn deur. Hoe voller ei.
kleuriger de versiering werd, des te
meer wakkerde de qver van den braven
man aan Liesbeth stond onder aan
de ladder ea reikte hem de reepen
klatergoud toe, nam van tqd tot tqd
het geheel met een kennersblik in
oogeuschouw en betuigde ten slotte
haar volle tevredenheid, zonder de deur
van het binnenplein wit bet oog te
verliezen, waardoor haar sergeant
moest binnentreden, als hq zqn woord
hield om haar te begroeten.
De freule had zich ook zooals Lies
beth haar vader zooeven mededeelde,
niet onbtfjigd willen laten. Marie
von Rotterswyl hield een lauwerkrans,
met blauwe linten versierd, voor de
overwinnaars, of liever voor één ban
ner, gereed.
Nu was het oogenblik gekomen, de
vervuiling van zoo menig innig gebeo
en de hoop van zooveler harten, wie
geluk en welzqn in Gerralds handei
berustten en uit aller mond juicht»
hem een honderdstemmig welkom
tegen.
De versiering van het binnenpleir
was gereed, in het midden en voor he
bordes van het beerenhnis stonden de
arbeiders, knechten en dienstmeiden
feesteiqk geschaard) op de stoep zelve
was de muziek geposteerd ea vooraan
atond Lohfeld met vrouw en dochter
De anderen velgden naar rang of
oudurdomi
Allen waren in hun beste plunje,
hadden een ruikertje op de borst en
op den hoed en een biqden glimlach
op het gelaat, bezield door hetielfde
gevoel van dankbaarheid aan Gud,
die hnn een patroon had teruggegeven,
zooals zq geen tweeden zouden re-
vonden hebben. Ais beschermer en
verzorger werd Gerrald door ond eH
jong met oprechte gehechtheid ea toe-
wtiding geëerd.
Lohfelds «ogen straalden van trots
en vreugde: met levendige gebaren
h ef hq de vereelte hand op, toen hq
hen opnieuw ouder het oog bracht,
weik een reden zq hadden om te jui
chen.
Driemaal een donderend hoera 1
Tot in de stad moeten zq hethooren:
„Leve onze patroon, leve mqnheer
Gerrald!" Dan stap ik vooruit en
houd ha» hm mqn welkomst
rede en daarna biedt Liesbeth haar
ruiker aan en dan weer een donderend
hoera 1 En J»lui, Jongens, daar op
het bordes, jelui blaast er flmkoploa,
een fanfare, zoeals ie in de stad nog
'ooit gehoord hebben, begrepen
OHze patroon moet 't kunnen hooren,
■at zQ ii werklui 't goed met hem voor
hebben I
Andermaal loopt hq heen en weer,
os een veldheer, die vóór den slag
qn troepen monstert.
Opeens schreeuwt een jongen, die
op den uitkqtt staat bq de poort en ia
de ver e iets b-speurt:
Opgepas 1 Daar komt-ie, mei
nog twee anderen oq hem I
(Wgrfljt Vfrv-r'gdji