Nieuws- en Advertentieblad
voor Zee uw sell - Vlaanderen.
De wjtts Bloem
No. 54
DINSDAG II OCTOBER 1938.
54o Jaarg.
Moreele en geestelijke
herbewapening.
J. C. VINK - Axel.
Kamer van Koophandel
en Fabrieken.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per pest 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
Een persoonlek woord ran de
Koningin.
Met instemming nam Ik kennis
ook van het vervolg van den op
roep voor moreele en geestelijke
herbewapening.
Nu de beklemmende dagen
achter ons liggen, waarin het
dreigend gevaar ons zoo duidelijk
voor oogen stond, nu voor het
oogenblik de mogelijkheid van
de algeheele vernietiging onzer
beschaving is afgewend, is het
een verheffende gedachte ons allen
vervuld te weten van denzelfden
wensch den zegen van den vrede
te bewaren.
Die begeerte naar vrede vormt
een band tusschen alle volken.
Toch is deze, gepaard aan de
versteviging onzer weermacht,
nog niet genoeg wil die vrede
duurzaam zijn, zoo moet hij ge
dragen worden door de gedachte,
gegrondvest in den oproep.
Allen zonder onderscheid kun
nen wij persoonlijk bijdragen tot
den groei en de ontplooiing van
die gedachte, door van heeler
harte mede te werken tot de
moreele en geestelijke herbewa
pening dien innerlijken drang,
welke ook uitwendigen ommekeer
teweeg brengt en tot gevolg heeft
dat eerlijkheid, vertrouwen en
liefde richtsnoer worden tusschen
personen en volken.
Behoef ik U te verzekeren, dat
hoe dieper onze overtuiging is
en hoe meer ons eigen leven zelf
die uitdraagt en verder geeft in
eigen kring en daarbuiten, des te
grooter de kans wordt op het
verwezenlijken van een betere
toekomst
Wie de teekenen des tijds be
grijpt, weet dat thans van ons
gevraagd wordt eene daad van
vertrouwen, van zelfopoffering en
zedeiijken moed, en van geloof
WILHELM1NA.
Uitgegaan van de heeren
prof. mr. P. J. M. Aalberse, jhr.
mr. F. Beelaerts van Blokland,
FEUILLETON
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt 12.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTiEN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franc© ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrfjdagvoormiddag 11 ure.
jhr. mr. Rh. Feith, vice-admiraal
J Th. Furstner, jhr. mr. B. C. de
Jonge, mr. D. A. P. N. Kooien,
jhr. ir. O. G. A. van Lidth de
Jeude, jhr. ir. H Loudon, mr. P.
J. Oud, dr. A. A L Rutgers en
luit.-generaal J. J. G. baron van
Voorst tot Voorst. Red.
Zaterdag vergaderde de Kamer
van Koophandel en Fabrieken
voor Zeeuwsch-Vlaanderen te Ter-
neuzen in de raadszaal van het
gemeentehuis, onder voorzitter
schap van den heer J. A. van
Rompu.
Aanwezig waren alle leden,
behalve dhr. R. Verschaffel te Sas
van Gent.
In zijn openingswoord sprak de
voorzitter een rede uit, waarin hij
wees op de beteekenis van het
40-jarig regeeringsjubileum onzer
Koningin en ook op het dankbaar
feit, dat door de tusschenkomst
van Neville Chamberlain Europa
aan een dreigenden oorlog is
ontkomen.
Voorts werden de notulen vast
gesteld en medegedeeld, dat op
6 September namens de Kamer
een telegrafische gelukwensch aan
H.M is gezonden.
Als ingekomen stukken waren
aangekondigd, dat de rekening en
verantwoording der Kamer over
1937 door den Minister van oeco-
numische zaken was goedgekeurd
en ook de gewijzigde begrooting
voor 1938.
Deze rekening beloopt in ont
vang f 16 550,53 en in uitgaaf
f 13 142,19, alzoo met een voor-
deelig saldo van f 3408,94.
Gezien den omvang van deze
cijfers mag het bepaald een leemte
in de wet worden genoemd, dat
ondanks zulk een saldo en een
ruim stamkapitaal aan de midden
stand toch nog jaarlijks een ver
plichte contributie als een soort
belasting moet worden opgebracht
Mede ingevolge een schrijven
van de Kamer, waarin bezwaren
werden geopperd tegen de be
perkende maatregelen ten aanzien
van den postdienst te Sas van
Gent werd dd. 14 April bericht
ontvangen, dat de tewerkstelling
van een kantoorbediende aldaar
met een jaar zal worden besten
digd.
De hier toegepaste bezuiniging
voor het postkantoor te Sas van
Gent moge wel als een vinger
wijzing dienen voor de ingezete
nen van Axel, opdat men op zijn
qui vive is, als er soms dergelijke
plannen voor onze gemeente in
Den Haag mochten worden ge
koesterd.
We denken hierbij aan het ont
vangerskantoor, dat ons toch maar
plotseling ten ongerieve van velen
is ontvallen.
Van de Vereeniging van Neder-
landsche Gemeenten was een
schrijven gekomen, dat in samen
werking met de Federatie van
Vereenigingen van den Kantoor
boekhandel een regeling is tot
stand gekomen, waarbij het nu
mogelijk is geworden om voor
inkoop van kantoorbenoodigdhe-
den, schoolbehoeften, enz. den
plaatselijken middenstand in te
schakelen.
Voor velen zal deze maatregel
wel als een wassen neus zijn te
beschouwen.
V 1 a s s t u d i e.
Inzonderheid is van belang
voor deze streek het schrijven
van Gedep. Staten van Zee
land, dat hunne aandacht werd
gevestigd op een bericht in de
dagbladen volgens hetwelk een
„vlasstudie-commissie" zou zijn
ingesteld, welke tot taak zou
hebben na te gaan, op welke
wijze aan de vlascultuur nieuw
leven ware in te blazen en om
de mogelijkheid van de vestiging
van een tweede vlasspinnerij in
Nederland onder de oogen te zien.
Aangezien in het jongste ver-
leden de vlascultuur ook in ons
gewest en in het bijzonder in
Zeeuwsch-Vlaanderen een belang
rijke lak van bedrijf heeft uitge
maakt, meenen Ged. Staten, dat
alle pogingen in het werk dienen
te worden gesteld, om de resul
taten van de werkzaamheid van
bovenbedoelde commissie ook aan
ons gewest ten goede te doen
komen, en in het bijzonder, wat
betreft de eventueele vestiging van
een tweede vlasspinnerij.
Bij het college was de vraag
gerezen of daarbij ock voor de
Kamer een taak is weggelegd,
hetzij dat zij Ged. Staten ter zake
van advies dient, hetzij dat zij
zelfstandig de zaak ter hand neemt.
Deze zaak had ook de aandacht
getrokken van de Kamer. Het
Bureau zegt, dat al eenige jaren
geleden de Kamer een initiatief ge
nomen heeft tot het verkrijgen van
regeeringssteun voor de vlascul
tuur en -bewerking, op een tijdstip
dat de geheele beweging dreigde
ten onder te gaan. Dat initiatief,
dat de telers, handelaars en be
werkers bijeengebracht heeft, heelt
tenslotte geleid tot het verkrijgen
van eenigen steun.
Intusschen is die steunregeling,
welke erop gebaseerd was niet
alleen de vlassers te steunen,
doch ook de werkverruiming in
de hand te werken, door het in
Nederland geteelde vlas zooveel
mogelijk voor afwerking tot vezel
binnenslands te houden, verwa-
terd. Er is zelfs een periode
geweest dat, wegens de stijging
der prijzen, voor vlas geen steun
meer werd uitgekeerd.
Er zijn sinds verschillende re
gelingen getroffen, en ook waren
later diverse commissies werk
zaam. Dit was o.m, het geval
met het inrichten van warmwater-
roterijen, hetgeen oogenschijnlijk
als iets nieuws werd voorgesteld,
ofschoon die in dit deel van
Zeeuwsch-Vlaanderen (nl. te Axel.
Red.) toch sinds vele jaren reeds
bekend waren.
Aan de hand dezer feiten trok
het niet de aandacht, of ten deze
de Kamer nog iets zou kunnen
doen. Het schrijven van Ged.
St. gaf aanleiding tot het instellen
van een onderzoek naar de studie
commissie en hare samenstelling.
Het vorderde eenigen tijd, eer een
adres voor het inwinnen van in
lichtingen werd ontdekt, en dit
bleek toen te zijn een der voor
mannen, die ook deel uit gemaakt
had van het eertijds op initiatief
der Kamer gevormde comité.
Uit van die zijde verkregen
inlichtingen blijkt, dat men hier
te doen heeft met een Vlas-Studie-
Commissie, zijnde een instelling
van de organisaties op het gebied
van de Vlasteelt en de Vlasbe
werking, in het leven geroepen
door den Directeur-Generaal van
den Landbouw.
Er zijn gevormd: een cultuur
commissie, een viasbewerkings-
commissie en een commissie voor
algemeene zaken.
Zeeuwsch-Vlaanderen is er in
vertegenwoordigd door dhrn. P.
C. van Helsland te St. Jansteen,
M. A. de Waele te Koewacht, A.
E. Langenhorst te Hulst en C. de
Putter te Axel.
In verband met het doel, de
samenstelling en de werkwijze
dezer commissie komt het het
Bureua niet voor, dat momenteel
ten deze een taak is weggelegd
voor de Kamer, noch voor het
coll g' van Ged. St. van Zeeland.
Aan Ged. Staten is hiervan
mededeeling gedaan.
Handelskennis.
Overeenkomstig den wensch
der Kamer heeft de Minister van
Economische Zaken gezorgd, dat
ook in Terneuzen voor het af
nemen van het examen voor han
delskennis in hgt Middenstands-
bedrijf een examen-commissie
zitting hield, onder leiding van
het Instituut voor Middenstands
ontwikkeling.
Er hebben zich voor Terneuzen
aangemeld 24 candidaten voor het
volledig en 55 voor het speciale
examen.
De secretaris der Kamer werd
aangezocht als secretaris der
examencommissie op te treden
en hetgeen daarvoor plaatselijk
noodig was, voor te bereiden.
Het examen had een vlot ver
loop. De voorzitter der examen
commissie, zoowel als de rijks
gecommitteerde en de examina
toren waren vol lof over het
voorkomen en de gedragingen der
(Wordt vervolgd^
AXELSCHEfS COURANT
34)
(Duusche vertaling).
Zfl prebeerde den sleutel met be
vende vingers, maar zij beet zich op
de landen en bet duurde lang, eer het
knarsende slot open ging.
In hevige opgewondenheid trad sij
de kamer binnen.
In het midden stond een koffer, die
niet gesleten was. Zq sloeg het deksel
open, woelde met koortsachtige naast
in den Inhoud. Ja, daar bad zij het,
haar juweelkisije.
Met zenuwachtige drift rnkte zij het
■it den koffer, drukte haar schat tegen
haar zwoegende borst en snelde er
mede heen.
Als een stormwind vloog zfl door
bet donkere park, buiten adem bereikte
zij hare woning. Daar zette zij het
kistje neder en stak al de gaspitten
aan. Het moest zoo heider zijn
in haar kamer, dat al haar diamanten
als in zonneschqn zouden flonkeren.
Juichend nam sij het kistje op, dat
al die flonkerende rijkdommen bevatte
en drukte de hand op haar hevig
kloppend hart, terwijl zQ de oogen
even dichtkneep, alsof si] bevreesd
was door den glans van dieu kostbaren
schat, waaraan haar gansche ziel hing,
verblind te worden.
Langzaam sloeg zQ het deksel op..,,
■et een gil zonk Heieïse b«wnstelo«s
!>3 kaar kiatje neder
Het wm ledig I
XX,
Een vochtige, koude nevel hing over
het bosch, bleek stond de maan aan
de grauwe lucht en gierend rukte de
storm aan de krakende takken. De
bergtoppen teekenden zich flauw tegen
den hemel af; in de verte klonk het
akelig geluid van de brandklok en was
het firmament met een rood schijnsel
gekleurd hier werd de vlammende
oorlogsfakkel gezwaaid.
Ook op een open grasveld in het
bosch brandde vuur, doch dat gaf een
vriendelijk schijnsel en het tafereel,
dat er door verlicht werd, ademde rust,
de huzaren lagen in het bivak.
Op den bemosten grond stapten de
schildwachten heen en weder, slechts
de scheede van hun sabel kletterde,
wanneer zij over hooge wortels sleepte
of over los grint, dat onder de voeten
der op post staande manschappen
knarste.
De ruiters lagen in diepen slaap,
vermoeid van den zwaren rit, ZQ had
den niets anders om op te liggen dan
hun opgerolde mantels en wat karige
bossen stroo, die vunzig van de voch-
ligheld waren geworden.
Het waren krachtige, echte Duitsche
gestalten, waaronder tal van kloeke
landweermannen, die van hun hand
werk te wapen waren geroepen en
wien door den boschgeur zoete beel
den van hun ver verwijderden haard in
den droom verschenen.
Voor een vuur legerden de officieren.
De veldflesch deed de ronde en een
■itgespreide terreinkaart lag midden In
den kring. Zfl werd Ijverig bestudeerd
•n besproken, in verscheidene richtin
gen «as zfl mat gckliardi petlaed»
ptrepen dMrkmiit.
Da adjudant volgde peinzend een
nauwelijks aangeduiden weg door het
gebergte.
Arme Jongens I mompelde hij, op
de kaart is de weg haast niet te vinden
,...en dat nog wel in stikdonkeren
nacht, in een vreemd land 'I Is twee
uur, majoor! riep hfl luid uit. Nu
zouden sij in het hoofdkwartier moeten
zijn, als de weg vrij was.
De majoor keek op zijn horloge.
Zij zouden er kunnen zijn. Al
lang.,.. Maar wie weet waar onze
kranige jongens zich do irheen moeten
slaan. Het is een rit op leven en dood
en ik vrees bijna, dat Qerraid het
gevaar te gering acht. In zfln ijver
kent hfl geen bedachtzaamheid. Hebt
ge zijwegen gevonden, adjudant?
Twee kruiswegen, majoor.
Een kort stilzwijgen volgde. De
oificieren waren ernstig en van hun
eigen gedachten vervuld; zfl zaten stil
bij eikander en bliezen de rookwolken
uit hun korte pijpen.
Het was een akelige nacht.
Het zou jammer zijn om Qerraid,
mompelde adjudant luitenant Von Hal
deren tusschen de tanden. Zulk een
flmk soldaat verdient op het veld van
eer, op het vrije veld, te sneuvelen en
niet als een stuk wild in den rug te
worden neergeschoten. Die vervloekte
franc-tireurs zwerven door den gehee-
len omtrek en 't is een heele toer door
hun benden heen te komen.
En al komt onze dappere kame
raad ook niet terug, viel de ritmeester
in, dan s'erft hij toch een eervoiien
dood. Op het slagveld heeft de soldaat
zijn vijand voer oogen, hij weet waar
de dood hem tegengrflnst en vreest
dien niet. maar Qerraid heeft sich vrfl-
willig «««gemeld voor eea rit» waarvan
elke tred de laatste kan sljn en waar
voor de moedigste zelfs terugdeinsde.
De order moest naar het hoofdkwartier
gebracht worden, dat de vijand voor
waarts rukt en, als hfl vrij baan heeft,
alles verloren is. Dank zij Gerrald
hebben wij de manoeuvre bfltflds kun
nen doorzien en hopen wij de plannen
van den vijand te kunnen verijdelen.
Intusschen klonken gedempte hoef
slagen tusschen het kreupelhout, en
takken ritselden, nu en dan kletterde
een sabel
Werdal riep de schildwacht.
Luitenant Qerraid met tien man
nen van de ordonnancerit terug I ant
woordde de bekende stem van den
jongen officier.
Snel trad hfl op den kring zijner
kameraden toe.
Waar ter wereld kom je vandaan
klonk het hem verbaasd tegen. Maar
Qerraid stond reeds in positie tegen
over zijn superieur, salueerde en
bracht met korte woorden sljn rapport
uit.
Dank u, luitenant Qerraid, in
naam van het vaderland I antwoordde
de majoor. Door uw beleid hebt ge
vele brave kameraden het leven gered
....Uw hand, luitenant. Hoe...zflt
ge gewond
Haldern schoot verschrikt toe en
greep den slap neerhangenden rechter
arm. Ook de anderen drongen vragend
om hem heen.
Hebt ge er u moeten doorslaan
H-M ge een ontmoeting gehad.
Qerraid trachtte tevergeefs den ge
kwetsten arm op te lichten.
Wij sijn met def'anc-tireurshard
aan den slag geweest, zeide hfl net
fonkelende oogen. Twee dappere ka-
««raden Hebben wfl moeten achten
laten, wachtmeester Höcker Is aan het
hoofd gewond en drie paarden zijn
gekwetst. Ik heb een houw op dei
rechterarm opgeloopen, maar dat heeft
niet veel te beduiden. Het scheelde
echter niet veel, of ik dacht u nooit
meer goeden avond te kunnen zeggen.
Hfl wendde zich om en stak Haldern
en den naastbflstaanden kameraden de
linkerhand toe.
't Is dus warm toegegaan vroeg
een jong officier, terwfli hfl Qerraid
de veldflescn voor een weikomstdronk
toereikte. Verduiveld, Qerraid, je bent
een geluksvogel, dat je er zoo heel
heids vanaf gekomen bent. Het IJzeren
K.uis heb je zoo goed als in den tak.
Met een veeibeteekenend gtbaar
wets hfl op den majoor, oie, door den
olficler van gezondheid vergezeld, naar
de terugkeerende huzaren ging om de
verschillende kwetsuren te oaderzoe-
ken.
Morgen barst dus de bom losl
zelde een ander. Nu, ik hond meer
van een open veldslag, dan van zoo'n
vervloekte jacht door de bosschen. Je
bent dus op zoo'n ongeregelde bende
gestooien. Hoe sterk waren zfl wei
Zoowat het dubbele aantal dan
wfl, «utwoorde Qerraid. Maar zfl
merkten gauw, dat er met ons niet
viel te gekscheren. Het was maar
goed, dat wfl op den terugweg met op
gehouden zfln, anders zouden wfl be-
zwaanflk hier nog tijdig zfln gekomen,
Ik had verwacht, zeide Halder»,
dat je tot morgen In 't hoofdkwartier
zo«<ii blijven. Tweemaal zoo'n tocht
op één avond is te gevaarlijk.