Nieuws- eu Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen, D a m po ge eest alle ve ko u d li e d e n No. 51. VRIJDAG 30 SEPTEMBER 1938 54e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Zoo zij het. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond, ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt 12. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENTlEN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. JEerste J31ad. Dankbetuiging van H. M. de Koningin. Men zond ons het volgende communiqué 's Gravenhage, 29 September. H. M. de Koningin, zeer ge troffen door de buitengewoon groote belangstelling en het mede leven bij de herdenking van het veertigjarig regeeringsjubileum, wenscht aan alle instellingen, vereenigingen en particuliere per sonen zoowel hier te lande, als in Nederlandsch-Indië, Suriname en Curasao, alsmede in het bui tenland haar oprechten dank te betuigen voor de aangeboden gelukwenschen, aangezien het uitermate groote aantal het niet mogelijk maakt voor alle geluk wenschen afzonderlijk Harer Ma- jesteits dank over te brengen. De laatste weken van Septem ber vormen in ons land wel een sterk contrast met de eerste weken. De eerste dagen dezer maand waren dagen van vreugde en dankbaarheid over het geluk dat ons Vorstenhuis en ons Land en ons Volk ten deel viel gedu rende een heilzame veertig-jarige regeering, die hoewel ook af en toe schaduwen van zich afwierp, maar dan toch niet te vergelijken met die namenlooze ellende, waarin naburige volken in dat tijdperk waren gedompeld door een onvergetelijken tijd van vier jaren oorlog en de gevolgen daarvan. Meer dan ooit worden we in de laatste dagen van deze maand herinnerd aan dien angstwek- kenden tijd. Er is weliswaar sedert 1914-18 welhaast een nieuw geslacht op gekomen, zoodat het deel der natie, dat toentijds met bewust heid die oorlogsgebeurtenissen meemaakte, of van nabij volgde, nu over het geheel genomen wel niet meer aan directe deelname zou blootstaan, maar toch zijn die jaren zoo onvergetelijk diep in ons geheugen gegrift, dat het geen bevreemding baart, dat ieder, die de veertig is gepasseerd met angst en spanning het uur tege moet zag, dat daar weer de mo gelijkheid bestaat, dat de niemand en niets ontziende moordtuigen en vernielende machines hun verdelgend werk in onze directe nabijheid zouden verrichten. We schrijven „de veertig" ge passeerd, omdat we denken aan degenen, die in 1914 de ver schrikkingen van een oorlog kon den volgen. Maar we kunnen eigenlijk veel verder gaan en zelfs spreken over het jonge geslacht van 20 jaar en jonger. Lezen we de laatste jaren niet dagelijks alsof het gewone verschijnselen zijn van oor logswee Zien "we niet in il lustratie en film de vreeselijke toestanden geschilderd, ja zelfs naar de werkelijkheid gefotogra feerd, veel erger dan in woorden is te beschrijven in Abessinië,, in Spanje en in China Het is de verre afstand van de landen waar deze afschuwelijke toestanden heerschtn. die de bij groot en klein, snel voorstelling vervagen en ons soms schouderophalend doen zeggen: nu ja, zoo iets gebeurt hier niet meer. En toch, nü zien we weer, hoe weinig er noodig is om een wereldbrand te doen woeden, hoev 1 er noodig is, om daar voor behoed te blijven Al thans van uit menschelijk stand punt gezien. Want evenals het begrijpelijk is, dat velen in zorg en angst verkeerden, evenzoo is het ook te begrijpen, dat ieder het oog opslaat naar Gods Al macht en vraagt (onder de be rusting van Uw wil geschiedde) leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den booze. Zoo zij het. Nadat we het bovenstaande hadden geschreven, bereikte ons vannacht de verheugende tijding, dat we konden zeggenveler gebed is verhoord. De vrede is voorloopig bewaard gebleven. Hopen we dat thans is bevestigd, wat we reeds na 1918 wenschten nooit meer oorlog. Bemoedigende woorden. Minister Colijn heeft Woens dagavond, toen de toestand nog ernstig en onzeker was, voor de radio de volgende rede uitge sproken Wat tot voor kort door zeer velen in den lande en daarbuiten in de wereld niet meer denkbaar werd geacht, hangt ons thans dreigend boven het hoofd. Weer pakken de oorlogswolken in Europa te saam; weer moet de vrees worden gekoesterd, dat de bloem van Europa's jeugd en van mannen van middelbaren leeftijd op groote schaal aan vernietiging zal worden prijsgegeven, om maar niet te gewagen van het gevaar, dat ook vrouwen en kinderen uit de lucht bedreigen kan. Aangezien wij buiten het geschil staan, dat tot dezen toestand aan leiding heeft gegeven, en wij er ook buiten willen b 1 ij v e n, ligt het niet op mijn weg u bezig te houden met beschouwingen over de vraag, op wien de veia itwoor- delijkheid rust voor het ontstaan van den gespannen toestand, waarin wij thans verkeeren. Dit standpunt sluit tevens in, dat wij onzerzijds zoo bitter weinig kun nen doen om invloed ten goede uit te oefenen. Wel mag ook onzerzijds dit worden gezegd, dat het haast ongelooflijk moet worden geacht, dat de nog bestaande ver schillen gedurende de dagen, die ons nog van den fatalen dag van 1 October scheiden, niet te over bruggen zijn. Aan die hoop houd ik dan ook nog vast, tegen allen schijn van het tegendeel in. Immers, de vol ken begeeren den oorlog niet, zij willen vrede. Dan kan het niet volstrekt onmogelijk zijn, dat de leiders der volken, zij het te elfder ure, den uitweg vinden, die ons den vrede bewaart. Intusschen eischt het ver stand van het Nederlandsche volk en de Nederlandsche regee ring beide, dat er rekening worde gehouden met het tegendeel; dat we ons indenken in den toestand, dat er in Centraal Europa tot wapengeweld zal worden over- radicaal. Groote doos 30 ct. gegaan en dat de groote mogend heden in het Westen bij het conflict betrokken kunnen worden. De toestand is dan niet de zelfde als in 1914. Toen richtte het aanvallende leger zich naar het Westen en ontstond er dus voor Nederland een direct ge vaar, in den oorlog betrokken te worden en wel reeds in het b e- g i n er van. Thans is dat gevaar naar mijn meening niet aanwezig. De ge wapende actie, a 1 s men er toe overgaat, richt zich thans in Oos telijke richting, en dit vermindert voor ons althans het o n m i ti de 11 ij k gevaar. Dit verschil neemt echter de noodzaak van voorzorgsmaatrege len niet weg, al dragen ze een ietwat ander karakter dan in 1914. We behoeven, naar mijn vaste overtuiging, thans in eerste instan tie geen schending van ons grond gebied te duchten, maar wat wij w e I hebben te doen is, een practische onderstre ping te geven van het standpunt der Nederlandsche regeering, zoo als dit o a. laatstelijk te Genève door minister Patijn is uiteengezet. Dit komt in het kort hierop neer, dat we het voornemen hebben, onder alle omstandigheden onze onzijdigheid te handhaven en dus ook aan geen enkel leger door tocht door ons land zullen ver- leenen, terwijl, gelijk vanzelf spreekt, elke aanval op ons grond gebied zal worden geweerd. Van dit gezichtspunt uit moeten de maatregelen, door de Neder landsche regeering reeds genomen of te nemen, worden beoordeeld De militaire maatregelen. Reeds een paar weken geleden werden de eerste maatregelen toi verhoogde waakzaamheid aan de landgrenzen, zoowel oost- als zuidwaarts, getroffen. De ver scherping van de politieke ver houdingen heeft er vervolgens toe geleid, de grensbeveiliging te ver sterken, door in den afgeloopen nacht de dienstplichtigen op te roepen, die ingedeeld zijn bij de 16 afzonderlijke grensbataljons, welke een paar jaar geleden in het leven werden geroepen. Verder is hedenmorgen aan de burgemeesters toegezonden het telegram, dat de waarschu wing tot de oproeping van die dienstplichtigen bevat, die bij voormobilisatie in werkelijken dienst moeten komen. Tenzij tusschen nu en morgen een ont spanning in den politieken toe stand zou intreden, ligt het in het voornemen, morgen het telegram voor de zgn. voormobilisatie te doen uitgaan. Die voormobilisatie heeft betrekking op enkele tien duizenden dienstplichtigen, die dan onder de wapens komen om in de mobilisatiecentra de overige dienstplichtigen wanneer die opgeroepen zouden moeten wor den te ontvangen, ter uitreiking van de wapens en verdere uit rusting. Of en wanneer die laatste oproeping, d.w.z. volledige mo bilisatie, zal plaats vinden, hangt geheel af van de verdere ont wikkeling van den politieken toe stand. De voormobilisatie is even wel noodig om de volledige mo bilisatie, indien zij noodig wordt, ongeveer even snel te kunnen j Apothekers en Drogisten. doen verloopen als in 1914 het geval is geweest. De toestand van oorlogs gevaar geproclameerd. In verband met al deze maat regelen is ook een andere voor ziening noodig gebleken. Om n.l. in den bijzonderen toestand, waar in wij verkeeren, de noodige wettelijke maatregelen te kunnen toepassen, is bij Kon. besluit „de toestand van oorlogsgevaar" ge proclameerd. Dit beteekent dus niet dat een werkelijk gevaar voor oorlog reeds aanwezig is, maar bewerkt slechts, dat bijv mogelijk wordt gemaaktde inkwar- tieringswet toe te passen, zekere vorderingen mogelijk te maken en soortgelijke andere handelingen te verrichten. Dit voor zoover het be treft de maatregelen van militairen aard, door de regeering genomen. Tegen hamsteren en runs op de spaarbanken. Echter zijn ook op ander ter rein voorzieningen noodig geble ken. Sommige in 1914 voorge komen verschijnselen bij de be volking doen zich ook nu weer voor. Met name heb ik het oog op het zgn. hamsteren van levens middelen en" het opvragen van gelden bij de spaarbanken. Ik laat nu rusten de bezwaren van zedelijken aard tegen deze han delingen, want ik heb een argu ment, dat weliswaar van zuiver practischen aard is, maar tevens veel sterker uitwerking kan heb ben. Deze handelingen, waarop ik het oog heb, zijn volstrekt on- noodig en bovendien helpen ze niet. Naast eenige andere ont werpen zal de regeering morgei bij de Tweede Kamer twee wets ontwerpen indienen, die betrek king hebben op de distributie vai levensmiddelen en de prijsregeling er van. De voorraad levensmiddelen in het land is ruim voldoende en dus is hamsteren o n n o o d i g. Maar het helpt ook niet, want de regeering zal met aarzelen, de gehamsterde voorraden weer in beslag te nemen. Bovendien zal de regeering aan de Staten-Ge- neraal bevoegdheid vragen om ptijsopdrijving tegen te gaan. Laten nu allen, die neiging tot deze afkeurenswaaidige, onnoo- dige en nuttelooze maatregelen mochten hebben, van mij eens een goeden raad aannemen. Maakt u aan dit volstrekt onnoodige hamsteren niet schuldig. Het zal u aan het noodige in niets ont breken en ge spaart uzelf en de regeering vele moeilijkheden, ter wijl gij uw geld ook rustig op de spaarbank kunt laten. De tucht in een volk is van even. groote waarde als de voor zorgen, die de regeering neemt. Herinnert u, zoo vraag ik u, het Koninklijk woord, dat ook een klein volk groot kan zijn door zijn houding in moeilijke tijden, en toont die grootheid, door met de regeering mede te werken, in stede van haar een stok tusschen de beenen te steken. Een bemoedigend woord. Andere mededeelingen heb ik thans niet tè doen. Ik zou u nog hebben kunnen aanraden, vooral de noodige kalmte met te verliezen# die juist in spannende dagen zoo noodig is. Maar ik laat dit na uit vrees, uw goeden naam te na te komen. De toestand in de wereld is ongetwijfeld niet zonder ernstige gevaren, maar de pogingen om tot een vreedzame oplossing te komen worden voort gezet en de laatste uitnoodiging van president Roosevelt, zoomede de laatste stap van Hitier, inhou dende de uitnoodiging aan Cham berlain, Daladier en Mussolini om te Miinchen een onderhoud met hem te hebben, kan stellig leiden tot opklaring van den toestand en behoud van den vrede. Daar om kan er, ook zonder aanspo ring mijnerzijds, bij u een rustig vertrouwen aanwezig zijn. En laat voorts ons gebed uit gaan tot den Koning der Koningen, dat hij de harten van de leidslie den der volken neige tot het be houd van den vrede, die ons allen, de regeering en u, zoo zeer ter harte gaat. De hoop daarop is weer verlevendigd, waarvoor gij mij met den eersten minister van Groot Brittanmë dank zult weten. Hij deed den eersten stap, waarvan wij allen hopen, dat deze morgen zijn bekroning vin- Jen zal. Dit doet mij dit korte woord besluiten met denzeifden wensch, waarmede Chamberlain gisteravond eindigdegoeden nacht. Chamberlain over het oorlogsgevaar. In een zeer kalme, rustige, doch innerlijk zeer bewogen toespraak tot het Engelsche volk heeft Chamberlain Dinsdagavond ver klaard, dat hij Hitiers verandering van houding sin Js Berchtesgaden onredelijk vindt. Hij veiklaarde de hoop opeen vreedzame regeling niet op te geven, zoolang er nog hoop ge koesterd kan worden, doch zeide voor het oogenbltk niet in te zien, wat hij verder voor nuttigs zou kunnen doen op den weg van bemiddeling. „Wij kunnen, zei hij, het Brit- sche Rijk niet in oorlog storten voor een afgelegen land, dat door een krachtigen buurstaat wordt bedreigd, doch als een land voor nemens is de heele wereld te regeeren door de viees voor zijn kracht, dan moet tegenstand wor den geboden. „Oorlog is een vreeselijk ding en wij moeten wel overwegen, voor wij er toe overgaan, dat werkelijk groote belangen op het spel staan en dat de roep, om alles te riskeeren in de verdedi ging, nadat alle consequenties zijn overwogen, onweerstaanbaar is". Een redevoering van Gbbbels. De Duitsche tijksminister Göb- bels heeft te Berlijn voor onge veer 500.000 toehoorders een redevoering gehouden. Wij Duitschers, zeide hij o.m., weten maar al te goed, dat de oorlog en zijn gevolgen ver schrikkelijk zijn. Maar wij zijn van meening, dat de vroomste niet in vrede leven kan, wanneer dit den kwaden buurman niet bevalt. Benesj zal gedwongen worden de door hem aanvaarde verplich ting om den Sudetenduitschers het ze fbeschikKingsrecht toe te staan, uit te voeren. De beslis sing over oorlog of vrede ligt in ha den van Benesj. Hitier wil den oorlog niet, maar schuwt hem ook niet, wmvieef

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1938 | | pagina 1