l^iAj voor Zee uwsch-Vlaan deren. Nieuws- en Advertentieblad No. 46. DINSDAG 13 SEPTEMBER 1938. 54*» Jaarg. J. C. VINK - Axel. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per pest 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt 12. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENTIÊN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. De herdenking te Amsterdam. Hun hoogtepunt vonden de feestelijkheden op den officiëelen herdenkingsdag, den 6den Sep tember, toen de hoofdstad de eer genoot, de hooge jubilaresse in haar midden te hebben. Dank zij de radio heeft heel het land dezen onvergetelijken dag kunnen medeleven, die wel culmineerde in den indrukwekkenden herden kingsdienst in de Nieuwe Kerk aan den Dam. Deze plechtigheid had het slot kunnen zijn van de feestelijkheden, doch de hoofdstad had nog meer op haar programma staan, zooals we reeds meldden. Ook de jeugd wilde haar Vorstin een speciale hulde bereiden. En zij heeft dit op een wel zeer gelukkige wijze mogen doen. En zooals de eenheid tusschen Oranje en het jongere geslacht hier werd gedemonstreerd, zoo is eigenlijk deze geheele jubileum viering één grootsche manifestatie geweest van de eenheid tusschen alle deelen en groepen van het rijk, hier te lande en in de over- zeesche gewesten, een eenheid, die door de geslaagde radio-uit zending door de Phohi voor de overzeesche gebiedsdeelen en ook door de aanwezigheid van de Indische zelfbestuurders in het moederland op trtffende wijze kon worden onderstreept. Donderdagochtend heeft H. M. een extra bezoek gebracht aan het Koloniaal Museum en ook aan den Jordaan. Ofschoon de regen stroomde, reed H. M. in open calèche. Zielig was het voor de bewoners van deze zoo bekende Amsterdamsche wijk, dat het weer zoo teleurstelde. 's Middags knapte het weer op. Het was toen ook voor de scheep vaartmaatschappij „Nederland" en voor de N.V. Nederlandscht Scheepsbouwmaatschappij een be langrijke dag. Onze Landsvrouwe heeft het nieuwe en prachtige passagiersschip „Oranje" voor de „Nederland" te water gelalen. FEUILLETON (Daltsche vertaling). 27) >-■ Niets meer viel by haar lachend in de rede. Meer heb ik niet, jammerde zy buiten zichzelve. Oeh kom 't Is toch maar geed, ala men zoo'n bee je op de hoogte ia. Waar ia, om maar ieta te noemen, dat aardige joweelenkistje, waarin die witte kiexelateentjea blinken Laat mij dat nog eens zien, mon ange 1 De ballerina balde de vuist in maehteloeze woede, zy had zieh wel op den ellendeling willen werpen om hem te vermoorden. Eensklaps kwam zij op een goeden inval. Brand, ik wil je vrouw wor den 1 Zoo, zoo hernam hy spot tend, met een diepe buiging. Al te veel eer, dat ik emnogelyk kan aannemen, nadat je my 'n bianw- tje heb laten loopen Voer den dag met de diamanten, ma demoiselle I Zij zag geen uitweg meer. .Nog HMMltU ijj. Vertwijfeling maakte Reeds vroeg in den morgen was het op de werf aan het breede IJ zeer druk. Duizenden hebben zich per auto en met motorbooten derwaarts begeven. Indrukwek kend rees de twintig meter hooge romp van het trotsche mailschip, dat vroolijk gepavoiseerd was, op. De tribunes, waar tienduizend personen een plaats vonden, waren versierd voorts waren er staanplaatsen voor nogmaals tien duizend bezoekers. De Konink lijke tribune was gebouwd vóór den boeg van het schip, zes meter hoog. Aan boord bevonden zich o.a. de ministers Van Dijk, Steen- berghe, Van Buuren, Weiter, Gose- ling en Slotemaker de Bruine. Voorts leden van den Raad van State, ministers van Staat, de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer en de Indische vorsten. Ook vele militaire auto riteiten en gezanten waren aan wezig. Na een korte begroetingsplech tigheid begaf het illustere gezel schap en hunne dames zich naar de gereserveerde tribune. Even voordat de Koningssloep, aan boord waarvan zich H. M. de Koningin, Prinses Juliana en Prins Bernhard bevonden, aankwam, zette de kapel het Wilhelmus in. Op het werfterrein werd het Konink lijke gezelschap begroet door dr. W. de Vlugt, president-commis saris van de N. S. M., en den directeur Op de Koninklijke tribune was het dhr. J. F. van Hengel, direc teur van de maatschappij „Neder land", die de Koningin toesprak, waarna dhr. Goedkoop, directeur van de N. S. M. het woord tot H. M. richtte. Diarna verhief zich de Koningin van haar zetel, nam den ivoren hamer ter hand en een korte slag op een zilveren mes zou de laatste beletselen, die het schip op de werf hielden, weggenomen hebben, indien er geen storing was geweest. Zooals bekend heeft men door onbekende oorzaak nog een uur getobd, eer in het schip beweging kwam. Aardig was het in de radio te hooren, hoe H. M. zich tijdens dat oponthoud met de di rectie onderhield en o.m. vroeg „of er geen gevaar dreigde voor de menschen, die nu aan het schip werkten om het los te krijgen". Eindelijk zag men zeer lang zaam beweging, die zich versnelde en spoedig koos toen het gevaarte het ruime sop, onder geloei van sirenes en daverende toejuichingen van de menigte. Korten tijd daarna verliet men dit terrein, om getuige te zijn van De vlootschouw, want ook langs de boorden van het IJ, de De Ruijterkade, het Oosterdok en aan den overkant stond het zwart van de menschen, die uren tevoren keken naar een bonte mengeling van schepen, groot en klein. Deze namen deel aan de vlootschouw, welke hier, eveneens in het kader van de jubileumfeesten werd gehouden. Het spreekt vanzelf, dat het ge wirwar van al die manoeuvree- rende booten een schouwspel vormde, dat op zichzelf reeds zeer interessant was. Alle schepen waren rijk g pavoiseerd. Het indrukwekkenst waren uiteraard de bodems van de Nederlandscht Marine Hr. Ms. kruiser „Suma tra", 2 mijnenleggers en Hr.Ms. „Tromp". En hiernaast de ruim 300 zeil- en motorjachten, uit alle deelen van het land. Aan de Zuidzijde van het vaarwater lagen eveneens keurig op een rij alle oorlogs schepen. Van West naar Oost achtereenvolgens het Fransche marine-opleidingsschip „Quemin Roosevelt", dat speciaal ter eere van het regeeringsjubileum naar ons land was gekomen en door zijn deelneming een even sympa thieke als hartelijke hulde bracht aan onze vorstin, voorts torpedo- booten, vier mijnenvegers en ten slotte vijf onderzeebooten. De koninklijke familie voer in de Koningssloep tusschen de twee kettingen van versierde schepen, aan boord waarvan de opvarenden de Koningin hartelijk toejuichten. Kanonschoten dreunden, ten teeken, dat H.M. in aantocht was. zish van haar meester, maar zy zag zijn woest dreigenden blik cd met wankelende schreden giDg zij naar de kast, waaruit zij haar kleiDoediën te veorsehijn haalde. Zy zette het kistje op de tafel, sloeg het deksel open, spreidde de steenen op het mahoniehouten blad uit. De zonnestralen deden de diamanten fonkelen tusschen haar bevende vingers. Is dat genoeg om van den Satan myn ziel los te koopeD vroeg zy op de£T>D toon. Hm, bon Zoo tau naasten bij, antwoordde Braod, terwyl hy de steenen onderzoekend door zyn hand liet glijden. Maar nu nog iets, ma belle, ging hij spottend voort. Mag ik je om een klein schriftelijk bewijs verzoeken Hier liggen pen en papiereen paar woorden zou ik je zoo graag wil len dicteeren. Schryt, mademoi selle Lijdzaam nam zy de pen op. Alles was haar nu onverschillig. Met de di oi«nten was haar een ■tuk van bet hart gereten. Langzaam dicteerde hij haar en zjj schreef een verklaring, volgens welke zjj de diamanten als recht matig verkregen eigendom volgens overeenkomst afstond. Zy onder tekende het, veem» Breed zeker heidshalve haar zegelring er onder drukte, Alles moet overeenkomstig de wet geschieden, zeide hij spot tend. Toen las hij de akte nog eens over. Wat ga je nu begiuneD, ma chère Ik keer naar mijn vaderland terug en hoep binnen kort hier weder te komen om met rnyu zegevierende landgenooten mijn diamanten terug te halen. Nu, dan wenseb ik je goede reis en tot ziens! Wy zijn zoo lang goede maatjes geweest en waren zelfs van voornemen man en vrouw te worden, zoodat wij, schoon van elkaar verwyderd, elkaar niet zoo spoedig zullen vergeten. Ik heb al het mogelijke gedaan om je ten nutte te zyn en je zult toch wel inzien, dat de eene dienst de andere waard is. Au revoir 1 Met het kistje onder den arm maakte hij sarcastisch een diepe buiging an ging heen. XVI. De oorlog wat verklaard. On ophoudelijk trokken de troepen door Wieabedu, da mediana De matrozen roeiden de Kon. sloep naar het midden, waar op de oorlogsschepen de bemanning stram in de houding stond. De toejuichingen hielden niet op, voor de sloep weer terug was. 's Avonds heeft H.M. met gevolg een galavoorstelling bijgewoond in den Stadsschouwburg. Het was een schittering van kleurige toiletten en schitterende uniformen, van in het helle licht fonkelende sieraden tegen een achtergrond van gele en oranje bloemen, in bouquetten verdeeld over de verschillende balcons. Aan beide zijden van het tooneel pronkten hoogopgaande zuilen van oranje en gele chrysanten op een grond van groen. Toen de Koningin, Prinses Ju liana en Prins Bernhard de ko ninklijke loge betraden zette het orkest het Wilhelmus in. De aanwezigen zongen staande het eerste couplet mede. De Koningin dankte met een vriendelijke buiging voor de ont vangst. Na de voorstelling maakte de Kon. familie een rondrit door de stad om de verlichting te bezich tigen en te 12 uur was men weer thuis. De eere-promotie. Vrijdagmiddag half vier zijn Hare Majesteit de Koningin, H K. H. Prinses Juliana en Z. K. H Prins Bernhard bij het gebouw der Universiteit aangekomen voor de eere-promotie van Koningin Wilhelmina In de vestibule werd H.M. ver welkomd door den rector-magni- ficus, prof. mr. dr. H. Frijda In de Senaatskamer waren de wet houders en de gemeente-secreta ris ter verwelkoming aanwezig De leden en secretaris van het college van curatoren, de hoog- leeraren-assessoren en de leden van de senaatscommissie ter re geling van de ontvangst, werden hier aan de Koningin en het Prin selijk Paar voorgesteld. Ónder de aanwezigen in de geheel gevulde aula merkte men o.m. op den minister-president, bidplaats geleek een legerkamp en de vaderlandslievende geest drift scheen zijn toppunt te hebben bereikt. Theobald Gerrald was als re serve-officier by -zyn regiment opgereepen. Des avonds zou bij vertrekken. Het scheiden viel hem zwaar, maar hy bad nu een groot levensdoel voer oogen, waar voor hij stryden moest. Marie von Rotterswyl had met veel aandoening het bericht van Gerrald's vertrek vernomen. Haar vertrouwde, oom Frans, wiens invaliditeit hem niet veroorlootde aan den strijd deel te nemen, bad haar die tijding medegedeeld. Hy had zich daarmede opnieuw haar innige dankbaarheid verworven. Hij had den vy'ver achter bet Kurhans laten onderzoeken en dank zij zyn onvermoeide pogin gen was het eindelijk gelukt, Gerrald's >talisman«, het gunnen ui, tot Marie's groote vreugde terug te vinden, Het was tusschen de slingerplanten, even onder de oppervlakte van het water blyven haken. Ook nu, op den dag van ver trek, was oom Frans haar goede genius Hij beloofde baar in de gelegenheid to stellen van Ttaeo- haid afieheid te nemen* dr. H. Colijn, en den minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen, prof. dr. J. R. Slote maker de Bruïne. Toen allen gezeten waren, be steeg de rector-magnificus der Universiteit te Amsterdam, prof. Frijda, den kathrdei voor een rede en gewaagde van de belangstelling die het Athenaeum Illustre reeds in 1813 van den Prins van Oranje mocht ontvangen. Spr. gaf in korte trekken een overzicht van de geschiedenis der Amsterdamsche Universiteit ge durende de laatste drie eeuwen. Meermalen heeft de Universiteit van Amsterdam er blijk van ge geven haar taak aldus te verstaan, dat het belang der maatschappij eischt, dat de behoeften der maat schappij een richtsnoer vormen voor de universiteit, zoo nog in 1921, toen de faculteit der han delswetenschappen werd opge richt. Welke banden ook de univer siteit aan de stad binden, voor alles, zoo zeide spr., voelen wij ons gebonden aam het land en één met de andere universiteiten in het gevoel van groote vreugde nu ons land den dag herdenken mag, waarop voor veertig jaren de regeering door Uwe Majesteit werd aanvaard, één ook in onze groote erkentelijkheid voor het geen door Uwe Majesteit in die veertig jaren voor Nederland werd verricht. Vol dankbaarheid voor al wat gij in den tijd van Uw regeering voor ons land zijt ge weest, heeft de Senaat vooral zich rekenschap gegeven van wat gij voor het land waart, als zijn economisch leven met groote moeilijkheden den kamp te voeren had en derhalve meer dan gewone zorgen eischte. De economische zorgen van het land zijn steeds de zorgen ook van Uwe Majesteit geweest. Wij kennen de gespannen belang stelling, die wij steeds bij Uwe Majesteit hebben gevonden. Aan zijn erkentelijkheid hiervoor heeft de senaat dezer universiteit, waar de studie van het economisch leven een groote plaats inneemt, Ik meet hem zien, al was 't slechts om hem zyn étui terug te geven. Nu reeds Daar zoude ik liever mede wachten tot na zijn terugkomst, bracht haar oom daar tegen in. En als hij eens niet teiug- kwam hernam zij ep smartelijken loon Neen, oom, hjj moet zyn talisman hy zich hebben, als hij ten strijde trekt. Ik heb alles goed overlegd en, zoo God wil, den juisteu maatregel getroffen. Waar, dankt u, kan ik hem ont moeten Op het station zal daar on mogelijk tijd voor zyn, antwoordde Von Kartegg nadenkend. Het beste zou zjja, als ik naar hem toeging om hem te roepen. Hij heeft mij reeds vroeger gevraagd, ot hy je nog eens mocht opzoeken. Dat heb ik afgeraden, terwille van je moeder. Ik ban toch niet op de pu blieke straat afscheid van hem nemen Dat is zoo, mijn kind Wat denk je ervan als ik jelui beiden op onzijdig terrein in een kamer vao mijn hotel bracht P Wanneer je oom by je is, kan je hem gerust ontvangen, (Word! femlgd), AXELSCHEM COURANT.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1938 | | pagina 1