i AKKERTJE die Nederland temidden der vol keren inneemt. Daartoe hebben o. a. bijgedragen de herinnering aan het door een N derlandsch oorlogsschip overbrengen van den bejaarden president Kruger uit Zuid-Afrika naar ons land, de correcte houding van Nederland tijdens den wereldoorlog, de taaie vasthoudendheid van ons volk in tijden van tegenspoed, terwijl bij de moeilijkheden, waarmee wij te kampen hadden, steeds het „Je Mantiendrai" in vervulling is gegaan. Hiermede houdt ook verband de bijzondere belang stelling, die H. M. steeds voor de weermacht aan den dag heeft gelegd. De voldoening, die we mogen koesteren als men let op de plaats van Nederland in het internatio naal verband, gaat over in stille bewondering, indien men den blik laat gaan over den vooruitgang, die in deze veertig jaren binnen het Koninkrijk viel waar te nemen Spr. somde op wat is geschied op het gebied der voiksgezond- heid, op het gebied van den landbouw, op industrieel terrein, voor handel en verkeer, verbete ring van wegen, wat tot stand is gebracht op de nieuwe terreinen van radioverkeer en luchtvaart, doch daarnaast wat Nederland gepresteerd heeft waar het betreft het bevorderen van kunst en wetenschap, werken van cultuur en van barmhartigheid, terwijl de minister-president tenslotte uit voerig en afzonderlijk uiteenzette wat onder het bewind van Ko ningin Wilhelmina in Oost- en West-lndië tot stand is gebracht. Onder de zegeningen dezer 40 jaar, die in een rede als deze niet alle zelfs maar voor vermelding in aanmerking kunnen komen, wilde spr. nochtans wijzen op één, waarover hij kan noch mag zwijgen, nl. het heugelijk ver schijnsel van de groeiende ge hechtheid van ons volk aan het Oranjehuis. Dat ook de persoon van de vorstin hierbij niet zonder beteekenis is, behoeft niet na drukkelijk te worden gezegd. Ons regeerend Vorstenhuis is in zijn oorsprong zuiver nationaal en wortelt in denzelfden bodem, waaruit ook onze nationale zelf standigheid opkwam. Het huis van Oranje leverde in den eersten Willem den grond legger van die zelfstandigheid en de latere loten van den stam hebb' n haar onder de grootste moeilijkheden weten te bewaren. Uit deze eenheid van volk en vorstenhuis resulteert ook het grondige begrip van wat het re geerirg^beleid voor het Neder- landsche volk vordert, dat als geen ander volk afkeerig is van dienstbaarheid. Eerbied wordt bij dit volk niet ingeboezemd door vrees en men verzet zich stijfhoofdig tegen willekeurig machtsvertoon, maar het is mee gaand als het met verstand be handeld wordt en zijn rechten en vrijheden worden gewaarborgd. Herinnerend aan het meeleven in het geheele land met de slagen, welke het Koninklijk gezin twee maal hebben getroffen en met d groote vreugde, dat daarna Haar deel is geworden, eindigde dr Colijn met het uitspreken van zijn onwrikbaar geloof in de heilzame werking van het voortbestaan van den band, tusschen Nederland en Oranje en het uitspreken van aller vurige hoop, dat het volk van Nederland ook in de toekomst het vorstenhuis zal blijven om ringen met zijn warme liefde en zijn ongebroken trouw. Antwoord van de Koningin. H. M. antwoordde hierop met bewogen, doch duidelijk verstaan bare stem als volgt Leden van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Qeneraal, Ik wensch U mijne erkentelijk heid te betuigen voor de gevoel volle woorden, die gij in uwe adressen, als vertegenwoordigers van het Nederlandsche volk, in deze plechtige ure tot mij gericht hebt. Deze historische plaats van samenkomst, alwaar mijne vaderen en ik den eed aflegden op de grondwet en door de Staten- Oeneraal werden ingehuldigd, verhoogt nog hiervan de betee kenis. Met voldoening en waardeering zie ik terug op de thans achter ons liggende veertig jaren als een tijdperk van ononderbroken goede en vruchtbare samenwerking tus schen volksvertegenwoordiging en kroon, die een niet te overschatten beteekenis heeft gehad voor ons volksbestaan en allen die 's rijks gebieden bewonen. In alles een met mijn volk, in denken en voelen, in liefde voor zijne vrijheid en rechten en voor zijne onafhankelijkheid, behoud ik van de afgeloopen veertig jaren een blijde herinnering. In zorgvolle en benarde om standigheden, in beproeving, maar ook in dagen van vreugde zijn wij nog nauwer samengegroeid en heb ik mij gedragen geweten door de liefde en het vertrouwen van mijn volk. Dank zij zijn vlijt, taaiheid en uithoudingsvermogen en zijn vas ten wil zijn bestaan en onafhan kelijkheid ten allen tijde met Gods hulp te handhaven, kunnen wij den druk der tijden ten spijt op vooruitgang en ontwikkeling bo gen, hetgeen ons aanzien bij de andere volken ten goede is ge komen en hun vertrouwen in ons nog heeft versterkt. U, mijnheer de voorzitter van den ministerraad en minister van staat breng ik mijn dank voor uwe rede en voor de beteekenisvolle woorden tot mij en mijn volk gericht. Zij zullen, van U komende, ongetwijfeld een diepen indruk achterlaten. Dien dank betuig ik ook voor uw uit het hart komend adres, mijne heeren commissarissen, waarin i moge zien de vertegen woordigers der elf provinciën, die samen dit ondeelbaar land vor men. Moge uw arbeid en streven tot heil van de U toevertrouwde gewesten blijven strekken. De zon schijnt niet zonder schaduwen te werpen, die ook over ons heengaan. Als w ij arbeiden is het onze plicht de werkelijkheid niet te verblo 'n en, maar haar te zien, zooals zij is, en wat zij mee brengt onvervaard en kloek aan te durven en met een groot en sterk ver trouwen en opgeheven hoofde de komende tijden tegemoet te g lan. Het bleef eenigen tijd stil na deze indrukwekkende woorden. Toen zette koor en orkest cantate 51 van Bach „Jauchzet Gott in alle Landen" in. De orgelbege leiding was van Piet van Egmond, terwijl de sopraansolo werd ge zongen door Jo Vincent en de trompetsolo geblazen werd door den trompettist van het concert gebouworkest, M. Komst. Na het slotgebed van Ds. de Jong bracht het koor het „Halle- ujah" uit het oratorium „De Messias" van Handel, ten gehoore, terwijl tenslotte koor en orkest het zesde couplet van het Wil helmus inzetten „Mijn schilt ende betrouwen sijt Ghy, O Godt, mijn Heer". Hiermede was de plechtigheid ten einde. Terwijl Henk Loohuys op het groote orgei Grand Coeur van Guilmand ten gehoore bracht en alle aanwezigen zich verhieven, verliet de Koninklijke familie, uitgeleide gedaan door de Com missie voor de Gedachtenisviering het kerkgebouw om te voet naar het paleis terug te keeren. lijkheid Koningin Wilhelmina op den verjaardag van haar kroning hebben willen huldigen. Daar waren o.a. de mijnwerkers uit Limburg in werktenue, met muziekcorps. Achter hen de aar dewerkindustrie en de in het Zuiden nog bloeiende schutterijen zetten hun beste beentje voor. Ook de andere, kleinere grens provincie Zeeland was met arbeid en volksdracht op het appèl. De Friesche kappen en de Brabant- sche mutsen waren een lust voor het oog. West-Friesland, Zeeland en de Hoeksche Waard kwamen op hun mooist naar voren. Haar- lemsche meiskes met de bloemen- rijkdom van de bollenstreek. Het Gooi stak deze groep naar de kroon. Lieten Beverwijk en Alkmaar door uitbeelding van hun pro ducten zien, wat arbeid en vlijt vermag, het Westland kwam met versche groenten en fruit aantorsen. Waardig was de heele stoet van alle elf provincies. Men was zich bewust van de beteekenis van het oogenblik. Men toonde het zich een onderscheiding te achten op dezen dag langs de jubileerende vorstin te mogen dtfileeren. Met blijde fierheid, schreed men voorbij de vorste lijke personen, die van het balcon van het paleis, waar zich ook de commissarissen der Koningin in de elf provincies bevonden ter voorlichting van H. M., den stoet met groote belangstelling gade sloegen. Tusschen al de kleurige groe pen, die het landschap of de producten van den bodem en van de zee in beeld brachten, schoten de witte kappen der vrouwen en de zwarte mutsen der mannen, die hun kleeder dracht bewaarden naar voren. En zij, die in „burgerkleeding" waren de handelsreizigers na tuurlijk in ambtscostuummet regenjas en koffer liepen in een woud van vaandels en ba nieren. De provincies waar uni versiteiten en hoogescholen zijn gevestigd, openden hun afdeeling met een groep hoogleeraren in toga en baret. Zoo waren alle rangen des volks, van den hoog geleerde tot den eenvoudigen am bachtsman in zijn werkpak, ver tegenwoordigd om eensgezind hun aanhankelijkheid en erkentelijk heid jegens Koningin Wilhelmina te betuigen. Rijk aan kleur, maar ook rijk aan zin, was deze grootsche hul- debetooging: allen één voor Ko ningin Wilhelmina. Het is den geheelen dag in de hoofdstad buitengewoon druk ge weest, maar 's avonds stroomden ongekende massa's in onophoude lijke drommen zingend naar den Dam, waar de jeugdhulde aan de Koningin zou worden gebracht, en naar de schitterend verlichte grachten, waar guirlandes van blanke lampen rustig wiegelden in het donkere water. Om zes uur was er in de res taurants geen plaatsje meer te vinden en stonden dichte rijen voor cafétaria's, lunchrooms, auto- matieks, eenvoudige en dure res taurants geduldig te wachten op een plaats. De kellners renden ademloos af en aan met volge laden schalen, de koks sloofden en zwoegden en desondanks kwam een ieder handen te kort. In den stoet waren ook weer de Nederlandsche kleederdrachten vertegenwoordigd. Tegen half 10 betraden de Ko ningin, Prinses Juliana en Prins Bernhard het balcon, de Prins gekleed in marine-uniform. Een hartelijk en spontaan ge juich, dat aanzwol tot een dave rende ovatie, begroette de vorstin en haar kinderen. Een oogenblik was het stil. En daarop zong Neerlandsjeugd de Vorstin het plechtige „Wilt heden nu treden" toe. Geroerd luisterde de vorstin naar dit oud vaderlandsche lied, dat van dui zenden jonge menschen de ge voelens van liefde, eerbied en verknochtheid aan ons vorstenhuis vertolkt. Nadat de laatste klanken ver storven waren, begaf burgemees ter dr. W. de Vlugt, zich naar het balcon. Daar werd een deputatie ontvangen bestaande uit dames van de meisjesstudenten-Vereeni- gingen, Nationaal Jongeren Ver bond, federatie van Chr. Vereeni- gingen van en voor Vrouwen en Meisjes. Zij boden H. M. een oorkonde aan, waarop de woor den „Majesteit, trouw aan U,Oranje- vorstin, betuigen wij blijdschap op Uw feest, ook ons feest, wij jeugd van Nederland"; woorden, die door een spreekkoor werden gezegd. Dit spreekkoor klonk helder op uit de monden van de duizenden op het helverlichte plein. Glimlachend en wuivend dankte de vorstin Neerlands jeugd. De I deputatie van de Drentsche ge meente Anloo werd vervolgens op het balcon ontboden en drie jonge mannen uit dit kleineplaats je genoten de hooge eer uit de handen van de vorstin een oranje wimpel te ontvangen, welke zij aan de vlag hechtte. Op datzelfde oogenblik werden op den Dam aan alle vlaggen oranjewimpels bevestigd. Na het Wilhelmus weerklonk een forsch en langdurig gejuich, besloten door een spontaan „lang zal zij leven in de gloria". De deputatie vertrok van het balcon, H M. nam met een handdruk van de Drentenaren afscheid. Te tien uur behoorde deze schoone huldiging van de jeugd weer tot het verleden. De leden van het uitvoerend comité werden aan H.M. voorgesteld. Neem dadelijk bespaar U die nare dagen tjes werd het kind opgenomen, terwijl direct geneeskundige hulp werd ingeroepen, ook voor de moeder, die bewusteloos werd. Na eerste hulp verleend te hebben, bracht de dokter het kind naar het ziekenhuis te Sluiskil. Ofschoon de toestar d zich ernstig liet aanzien is thans gevaar ge weken en maakt het ventje het naar omstandigheden goed. Gisterenmiddag kwam de bejaarde vrouw H. in de Ooster straat alhier zoodanig te vallen, dat zij een been brak en naar het ziekenhuis moest worden vervoerd. De nationale huldebetooging, I welke Dinsdagmiddag op den I Dam te Amsterdam is gehouden, is een zeldzame uiting geweest van volkskracht en volkswaarde. Van volkskracht door het in beeld brengen van industrie, land bouw en visscherij van volks waarde door het zich geven in eigen aard, in eigen dracht of zoo de deelnemenden stedelingen waren door uitbeelding van groepen, welke van voortreffe- lijken smaak getuigden. Het moet voor de koninklijke familie een onvergetelijk uur zijn geweest, dat deze ongeveer tien duizend vertegenwoordigers van het kleine acht millioen Neder landers binnen onze grenzen, op deze manier en m?t deze harte- De Nederlandsche jeugd. Op onvergetelijke wijze heeft de Nederlandsche jeugd Dinsdag avond Hare Majesteit de Konin gin gehuldigd. De schitterend verlichte en ver sierde Dam bood een imposant schouwspel. Boven iedere deputatie wap perde een vlag of vaandel. Dan volgden koloniale vlaggen, van 23 Indische gemeenten, van Suri name en Curasao,, gedragen door padvinders. De vlaggen waren samengesteld uit de provinciale vlaggen, waarop in den linkerbovenhoek het plaat selijke wapen prijkte. Het opmarcheeren was vlot ver- loopen, binnen een half uur had den de ruim 6000 deelnemers hun plaatsen ingenomen. De mu ziekcorpsen speelden vroolijke vaderlandsche liederen, Dinsdagavond heeft in verband met het regeeringsjubileum een radio-uitzending plaats gehad voor onze stamgenooten in Zuid-Afrika Na een inleidend woord van dr. Colijn, hield onze minister van buitenlandsche zaken, mr. J.A. N. Patijn, een rede. Gisteren had door H. M. de te waterlating plaats van het groote nieuwe passagiersschip „Oranje" van de Mij. „Nederland". Hedenmiddag werd door den rector-magnificus van de Gemeen te-Universiteit te Amsterdam aan H. M. het eere-doctoraat voor economische wetenschappen ver leend. We komen hierop nader terug. AXEL, 9 September 1938. Even vóór halt vier hoorden we gisterenmiddag een bekend geluid. Het was n 1. de klank van onze aloude gemeentebei in den stadstoren. We gingen even kijken en ontwaarden dat inder daad de bel weer in den toren hing. De toren is nu ook van de stellingen ontdaan, zoodat nog meer het aspect van den voor gevel uitkomt, nu ook het dak I is voltooid. Er wordt hard aan gewerkt om tijdig gereed te zijn, al is er bin nenshuis nog heel wat te doen. Maandagvoormiddag had op den rijksweg langs het kanaal naar Hulst onder deze gemeente een ernstig ongeluk plaats. Het 3 jarig zoontje van den arbeider Koster, die daar woonachtig is, stak den weg over, toen in volle vaart een vrachtauto kwam aan rijden uit de richting Hulst, met gevolg dat het kind duor het voertuig werd overreden. Zwaar gekneuid en met gebroken been- De Axelsche deputatie. Zooals in ons vorig nummer in 't kort is medegedeeld, werd hier Maandagavond door den Burge meester aan een jeugd-deputatie de Axelsche vlag aangeboden. Deze plechtigheid werd door velen bijgewoond, ofschoon niet honderden, zooals elders gemeld is. Dat er niet meerdert n waren, zal wel zijn oorzaak hebben ge had in de onbekendheid met dit feit. Ook ons kwam het onver wacht voor, anders hadden we dit zeer zeker gaarne meegedeeld. Enfin, de jeugd domineerde, dus was er aan enthousiasme geen gebrek. Toen de autoriteiten, de mu zikanten en de „uitverkorenen" de kiosk hadden bestegen, trad de burgemeester naar voren en hield de volgende toespraak Medeburgers en Burgeressen van Axel I Morgen, Dinsdag 6 September, op den Nationalen Feestdag, waarop de bevolkirg van Neder land feestelijk hoopt te herdenken den dag, waarop onze geëerbie digde Koningin Welhelmina vóór 40 jaren den Troon besteeg, zal in Amsterdam aan Hare Majesteit een groote jeugdhulde worden gebracht. Het is de bedoeling, dat vanuit iedere gemeente een deputatie van de verschillende jeugdverenigin gen met de gemeentevlag naar Amsterdam zal gaan, om dan op den Dam, voor het Koninklijk Paleis de hulde te brengen van Neerlands jeugd. Toen dit idee ter kennis kwam van het dagelijksch bestuur van Axel, werd spontaan besloten hieraan deel te nemen. Immers, de bevolking, die de laatste week weer zoo dubbelzin nig en algemeen haar oranje-liefde heeft geuit bij de viering van het 40jarig regeeringsjubileum, toen zij op zoo buitengewoon fraaie wijze haar eigen straten heeft versierd, en waarvoor ik van deze plaats mijn hartelijken dank betuig, mag ook in dezen niet achter blijven. Dit heeft ook de jeugd van Axel begrepen. Want niet alleen blijkt de oranje-liefde bij de ouderen, maar ook Gode zij dank uit deze liefde zich bij de jongeren, bij de jeugd, die de toekomst is van ons volk en van onze plaats. Na gepleegd overleg met ver- 8chlllindeleugdvereenigingen wei"; Binnen een kwartier verdwijnen Uw pijnen, Uw lusteloosheid, Uw mi graine en gevoelt ge U vroolijk en opgewekt. Let op het AKKER-merk. Per koker van 13 stuks - 12 stuivers. Per doos van 2 stuks - 2 stuivers. fïARAMTIF w') garandeeren de goede UWItKO! I IE werking van "AKKERTJES", want ze bevatten een bijzondere combina tie van uiterst geneeskrachtige stoffen, volgens recept van Apotheker Dumont. Zorg er voor altijd "AKKERTJES" in huis te hebben, dan hebt Ge ze bij de hand, want vannacht nog kunt Ge ze noodig hebben, bij pijnen, sla peloosheid of als koorts U overvaltl

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1938 | | pagina 2