©t witte Bïoeu* voor Zeenwsch - Vlaanderen. Nieuws- en Advertentieblad Feestnummer. advertentiën No. 41. VRIJDAG 26 AUGUSTUS 1938. 54e j;iai'£. J. C. VINK - Axel. Het wetsontwerp tegen de schijnakten. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt 12. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENTlEN van I tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Het op 7 Juli jl. ingediende wetsontwerp tot bestrijding van schijnakten door aanvulling van art. 667 B. W. en wijziging van de artt. 43 en 45 B W. verdient wel bij uitstek de algemeene aandacht. Zooals in de Memorie van Toelichting terecht wordt opgemerkt, moet men onder een schijnakte verstaan „een akte, waarbij iemand fingeert zijn roe rende goederen, die hij overigens, als houder voor den verkrijger, onder zich houdt, aan een ander „constituto possessorio" in eigendom te hebben overgedragen, ten einde deze goederen aldus te onttrekken aan het algemeene verhaalsrecht, dat zijn schuld- eischers krachtens artikel 1177 B.W. daarop hebben". FEUILLETON J*- jm Mijn gewetc». Inderdaad komen dergelijke akten in de praktijk hoe langer hoe meer voor ten nadeele van crediteuren. Wil de deurwaarder beslag leggen bij een debiteur A, dan toont deze hem veelal een akte, waarin vermeld staat: A verkoopt hierbij aan B zijn meu bilaire goederen voor b.v. f 1000, terwijl A het recht van weder- inkoop heeft. Tegelijk geeft B die goederen weer aan A in bruikleen. Om te voorkomen dat A eerst aan B moet leveren en dan B weer aan A, levert A door „con- stitutum possessorium", d. w. z. dat hij verklaart voortaan geen eigenaar meer te zullen zijn, doch houder voor den nieuwen eigenaar B. In werkelijkheid is geen dezer transacties gemeend. Het is een afkeurenswaardige manoeuvre om de goederen op naam van een ander te zetten. Die f 1000 worden natuurlijk ook nooit door B aan A betaald. De post komt in beider boekhouding niet voor. Tegen dergelijke akten wil het wetsontwerp nu te velde trekken. Een zoodanige akte zal voortaan, om geldig te zijn authentiek moeten zijn, dus slechts door een notaris opgemaakt kunnen worden, gelijk blijkt uit art. 1 Wet op het Notarisambt. Een advocaat noch eenig ander zal daartoe meer bevoegd zijn. Een deurwaarder, ofschoon openbaar ambtenaar, evenmin, gelijk o a. volgt uit art. 7 van het Deurw. reglement 1934. Wel zal bij een minnelijke schik king in een procedure de rechter een levering „constituto posses sorio" in het proces verbaal mogen opnemen. Een groote verantwoordelijk heid zal dus voortaan op den notaris rusten. Hij zal hebben te onderzoeken of de transactie eerlijk bedoeld is, dan wel of deze slechts schijn is. Vertrouwt hij de zaak niet, zijn er „gegronde redenen" dan zal hij voigens art. 6 Not wet zijn diensten niet mogen verleenen en moeten weigeren. Wee echter de schuldeischers, als de notaris zich vergist heeft en er toch simulatie was, want dan staan die crediteuren tegen over de notariëele akte, welke een zeer groote bewijskracht bezit, vrijwel machteloos Dit is de schaduwzijde. overif?ens za' deze nieuwe taak van den notaris in notariëele kringen zeer worden toegejuicht. Notarissen hebben de laatste jaren al heel wat terrein moeten afstaan aan b.v. accoun tants, assurantiebezorgers, zaak waarnemers. Toch is het wetsontwerp m. i. veel te laat gekomen. Sinds de malaise haar intrede deed is nl. het aantal schijnaktes hoe langer hoe meer toegenomen, dus spe ciaal sinds 1929. Vrijwel alles is al overgeheveldVaak is B op papier eigenaar van de goe deren van A, maar meestal is het ook omgekeerd zoo! Vroeger werden dagvaardingen en beslag- exploiten opgemaakt en zond de deurwaarder deze terug, indien hem bleek det er een „akte" was. Nu wordt voor de veiligheid eerst bij den deurwaarder geïnformeerd of er ook een akte is, zoo neen, dan wordt pas het exploit opge steld Deze veranderde werk wijze spreekt boekdeelen Volgens de Memorie van Toe lichting wordt het risico van den beslag leggenden deurwaarder door het nieuwe ontwerp ver minderd. Deze stelling is even wel onjuist sinds een arrest van den Hoogen Raad op 16 Dec. 1937 gewezen. Een deurwaarder had beslag gelegd op goederen van een debiteur. Een derde waarschuwde hem die goederen niet te verkoopen, omdat deze niet aan den debiteur zouden toebehooren, doch aan hem, den derde. Laatstgenoemde liet ook werkelijk een akte zien, waaruit die eigendomsovergang zou blij ken. De deurwaarder stoorde zich niet aan een en ander en ging de goederen gewoon ver koopen. Daarna werd hij echter zelf door dien derde gedagvaard tot terugbetaling van een som gelds, gelijkstaande aan de waarde var» de verkochte goederen. De derde stelde, dat de deurwaarder een onrechtmatige daad had ge pleegd en derhalve de schade moest vergoeden. De Rechtbank had wei ooren naar hetgeen de derde had gesteld, ofschoon zij toch ook overwoog, dat aan een dergelijke akte geen volko»nen bewijskracht kon worden toege kend, onder meer „omdat derge lijke akten, zooals van algemeene bekendheid is, veelal als schijn akten zijn aan te merken". Het Hof wees de vordering geheel af. De derde had maar verzet tegen de executie moeten doen, als geregeld in art. 456 W. v. Burg. Rechtsv. Daar hij dit niet gedaan had, was het voor zijn risico geweest en ging de deurwaarder vrijuit. Het tegen dit arrest inge stelde cassatieberoep werd door den Hoogen Raad terecht ver worpen. Hieruit volgt, dat een deurwaarder zich niet behoeft te storen aan het feit, dat een derde beweert eigenaar te zijn, zelfs al laat men hem de „akte" zien. Er zijn tenslotte momenteel in de wet wel andere wegen om de gevreesde schijnaktes te bestrij den. B.v. de actie van art. 1377 B.W., terwijl ook met vrucht een beroep kan worden gedaan op simulatie. De bewijslast is echter zwaar en een wet als de pas voorgesteide is beter, althans als deze afdoende is. Is dit zoo M. i. is dit niet het geval! De wet kan al heel gemakkelijk door voor niets terug deinzende debiteuren worden ont doken 1 De mazen zijn zelfs zoo groot, dat een leek ze moet zien. Beter er nu op te wijzen, dan wanneer de wet tot stand is gekomen. Het ontwerp moet de Kamers nog passeeren. Daar stoppe men dus het lekMen voorkomt dan, dat de wet op groote schaal wordt ontdoken, waardoor zij weldra een doode letter zou zijn Niet gedacht is nl. aan het doodgewone geval, dat A ver klaart de roerende goederen (meestal meubelen) werkelijk aan B te hebben geleverd, terwijl B verklaart ze werkelijk in feite te hebben teruggeleverd. Men denke b.v. aan het geval, dat A aan B diverse gouden sieraden in handen stelt (dus werkelijk levert), terwijl B aan A, deze nauwelijks ont vangen hebbende, ze weer direct in bruikleen teruglevert aan A. Dan is het nieuwe wetsartikel niet toepasselijk, omdat de leve ring niet cor.stituto possesorio is geschied Door een comediespel van over en weer leveren kan de nieuwe wetsbepaling dus heel gemakke lijk ontdoken worden. Deze mogelijkheid moet dus in de wet worden uitgesloten. Nu is het daartoe nog tijd Er zijn voorts nog andere gebreken en leemten in het ontwerp, die ik hier niet verder zal bespreken. Voor cre diteuren is het te hopen, dat de nieuwe wet hun belangen af doende zal beveiligen. Tenslotte zij nog gewezen op het feit, dat bij faillissement wetenschap van benadeeling der crediteuren zal worden vermoed en aangenomen bij den gefail leerde, indien onder hem goede ren worden aangetroffen, die na levering aan derden onder hem zijn gebleven. Ook hier liggen nog voetangels en klemmen, waarop ik niet verder in kan gaan. De wetgever zal aan het onder havige ontwerp wel terdege haar volle aandacht moeten wijden. Leiden. Mr. W. Hugenholtz. Het prinselijk paar terug. Dinsdagavond elf uur zijn Prin ses Juliana en Prins Bernhard per auto van hun buitenlandsche reis ten paleize Soestdijk teruggekeerd. Begrafenis Bidder van R»ppard. Op de algemeene begraafplaats te Zutfen is onder zeer groote belangstelling het stoff lijk over schot van den zoo tragisch om het leven gekomen Nederland- schen gezant en gevolmachtigd minister te Berlijn mr. C. Ridder van Rip; a d, ter aarde besteld. In verband met de groote drukte in de omgeving van het kerkhof, waren bijzondere poliiioneele maatregelen getroffen. De vele (Wordt tervoiatU' AXELSCHEfl COURANT In ons feestnummer, dat ter gelegenheid van het 40-jarig regeeringsjubileum onzer ge ëerbiedigde Koningin, op a.s. Dinsdag 30 Augustus zal ver schijnen, kunnen tegen sterk verminderd tarief worden geplaatst. Deze wor den gaarne ingewacht tot en met Maandag aanst. Ongetwijfeld zullen adver tentiën in dit speciaal nummer uiting van sympathie geven aan den wensch tot huldiging van onze Koninklijke Familie niet alleen, maar aan het Oranjehuis in 't algemeen. Daarom vleien we ons met de hoop, dat nu door onze stadgenooten in 't bijzonder een ruim gebruik zal worden gemaakt van deze mooie en goedkoope gelegen heid. DE UITGEVER. 24) (Duttsche vertaling). ■1 Die ader op uw voorhoofd zie ik niet gaarne, mijnheer Qerrald I Beloof mij, dat gij niet weder daar heen zult terugkeeren 1 Alweder streek hij langzaam met de hand over het gloeiend voorhoofd. Wees niet ongerusi, freule zeide hij met strakken blik. Die ader ver dwijnt spoedig weer. Zij dansen. Daarna geeft Marie den arm aan een jong gezantschaps-attaché, wlen zij den volgenden dans heeft toegezegd. K m, vriend, laten wij met ons beidjes een glas champagne drinken 1 klonk het aan zijn oor. Brand schoof zQn arm onder dien van Theobald en trok hem mede naar het buffet. Ais vuur gloeide de wijn in Qerralds aderen en een boeg rood kleurde zijn voorhoofd. Telkeus schonk Brand hem opnieuw in. Heb je naar het spelen gekeken vroeg de advocaat. En bekroop je niet den lust om je geluk eens te beproeven Glimlachend boog de verleider zich naar hem toe. Neen, antwoordde Theobald op doffen toon. Ik meg niet. Waarom niet Ben je een alaaf Wie dwingt je? Wees geen dwaas, GerraldZulk femelen is goed voor preutsche nufjes, maar past niet in den mond van een man! Trek een vrouwenrok aan en hang een voile voor je gezicht, als ge den moed en de kracht mi3t om je eigen wil te volgen. Wil je niet mee spelen, mi] goed, maar ga tenminste met roQ mee, vandaag wil ik eens een kansje wagen. Gerrald knarsetande en wendde zich hef ig tot Brand. Waag het niet «og eens den spot met mij te drijven, riep hij uit, anders zou je den man, wien je een vrouwen rok wilt aandoen, leeren kennen I.... Kom, ik ga mee en zal je toonen, of ik een eigen wil heb nf niet. G-rrald volgde Brand naar het trenie et quarante. Biand speelde. Gerrald leunde op diens stoel, zQn blik volgde 'edere beweging van den croupier. Vluchtig zag hij op, toen zijn vriend hem een handvol goudstukken toonde. Gewonnenzelde de advocaat Toen Theobald zQn blik over de lange tafel litt weiden, schrikte hQ van een paar oogen, die de zijne ont moetten. Daar zat, aan 't einde, in een elegante toilet, met de hand onder het hoofd hem toelachend Htluïse. Als een toorermacht boeiden hem die donkere oogen. Was het niet dezelfde glimlach, die hem eenmaal in verrukking had gebracht, de ver leidelijke blik van de vrouw, die hQ had verafgood en toch veriaten Al de tooneelen van genot van voorheen kwamen hem voor den geest, hij dacht aan de uren. die hi] in zalige liefdes* droomen aan haar voeten had door* gebracht, la zQn verbeelding zag hij haar weder als een lylphlde op de planken» koorde weder keer kelderen lach, als zQ hem den schuimenden beker reikte. Het goud rolde en fonkelde om hem heen, evenals vroeger. Het groene laken schemerde hem voor de oogen, uit de verte drongen de opwekkende tonen van de dansmuziek tot hem door. Z-t je ook niet eens op, Gerrald? vroeg Brand, terwijl hij hem het goud voorhield. Theobald nam het aan; het brandde tusschen zQn vingers en bedwelmde zQn zinnen. HQ wist niet meer waar hij z>ch bevond, wat hQ wilde, wat hij beloofd bad, hij strekte de hand uit en zette. Brand stond op en Theobald liet zich op den stoel nedervallen, ge- dachtenloos nam hij de hoop goud stukken aan, die hij gewonnen had. Hl] speelde steeds door, de som groeide aan en zwol onder zijn handen. De hartstocht straalde uit zijn oogen en kleurde zQn gelaat met een vuurgloed. Nieuwsgierigen stonden om hem hetn en staarden hem aan; hij wist zelf niet hoe het spel hem begunstigde. De bankbiljetten vlogen hem toe. Achteloos wierp hQ zeterzQde, slechts goud wilde hij, goud. En hij woelde met toenemenden hartstocht in zQn rijkdom en klinkend rammelden de goudstukken. Houdt opl fluisterde Brand hem toe. Je hebt daar een groote som te teHen. Duizelend stond Theobald op. Welke dars begint nu? vroeg hij op gejaagden toon, terwQI hij haastig zQn rok, dien hQ onder het spelen had opengerukt dichtknoopte. De derde, was het antwoord. Ik moet naar haar toe Blijf hier, Biand, ik kom spoedig terug. HQ spoedde zich naar de danszaal, zonder om te zien en zag dus niet, dat Brand op Heloïse toetrad en haar iets In de hand drukte, dat zQ met een trek van wreede blijdschap om den mond in haar kleed verborg. Het was het gouden ut. Marie stond bij een puaar in de zaal en liet haar droeven blik over de me nigte gaan. ZQ zocht hem. Daar kwam hQ aan, met gejaagden tred. ZQn gelaat gloeide, lijn haren hingen verward over zQn voorhoofd. Duid het mQ niet ten kwade, zeide hQ opgewonden. Ik wist met, dat de dans al begonnen was. Waar zQt gQ geweest, vroeg Marie, met hevig klopp-nd hart. Angstig smeekend zag zQ <ot hem op, alsof zf| bevreesd was iQn ant woord te hooren. Boven I antwoordde hfl hQgend, ik kon niet anders, het goud fl onkerde en klonk zoo verleidelQk, Ik moest spelen. Hebt ge het ooit zoo hooren klinken, dat het in't diepst der ziel weer galmt? Het stomme in mQn hoofd de wQn was zoo verhittend, maar ik heb gewonnen, goud, een aanzienlijk bedrag aan goud. Haar bekooriQk gelaat verbleekte, bedroefd drukte zQ de hand op het hart en het kostte haar moeite niet in tranen uit te barsten. Vergeef het mQ I ging hQ op gewonden voort. Hoort ge de muziek I. Baccio, de wals van Ardlti.Laat ons dansen I Terug! antwoordde aQ....Waag het niet, mqn hand aan te raken Met atrakken blik sag hQ haar vra gend aan; hQ begreep haar uiet. Ik heo u vooraf mQn meaning gezegd ever het ipel en du «pelen. mQnheer Gerrald, ging zQ v iort, ter wijl zQ zich fier oprichtte. Ik heb een afkeer van lichtzinnige menschen, die hun belof'en verbreken; ik breek alle gemeenschap af met wankeliro digen, die hun woord niet houden, ik wil niet te doen hebben met iemand, die mfln verzeek in den wind slaat. T'ois en koel zag zQ hem aan, tusschen haar en den geliefde gaapte een wQde kloof, waarin al haar geink dreiede te worden bedolven. MQn G id riep hQ uit. Gelden die woorden mi] Het «Qn mQn afscheidswoorden, mijnheer G rraldantwoordde zQ met saamgewioneen handen en tranen in de oogen. Vergeet mQ, zor-ais ik vel gelen wil dat ik u ooit gekend heb I Marie! riep hQ met ontzetting uit. B flf om Gods wil, blijf I Miar het jonge meisje hoorde hem n e meer, zag met de ultdrukkiig vol ve' twijfeling op sQn gelaat. Zij was heengegaan en zijn hart was aan de wanhoop ten prooi. Wat nu Gerrald vroeg de stem achier hem, die hem in het verderf had gelokt. Wat nu? s'oof Theobald op, met vlammend oog Nu vorder ik reken schap van Jou, B and I Met gebalde vuisten trad hQ naar hem toe en zQn stem was heesch van drift. Wees toch niet gek 1 zelde Brand. Wil j- nu met een vriend breken omdat j« nufje eindelijk 'n uitspraakje heeft gevonden om je de bons te geven

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1938 | | pagina 1