üe witte
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch - Vlaanderen.
Huidonzuiverheden, v e t w o r in p j e s, vlekjes, pukkels en u i t s 1 a g
No. 26
DINSDAG 5 JULI 1938.
§4o Jajtrg.
J. C. VINK - Axel.
Buitenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-ÜITGEVER
Bureau Markt 12.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTlEN van 1 tot 5 regels 6U Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franc© ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
verdwijnen door de huidzulverende, huidvoedende en huidverfraaiende kracht die Purol in hooge mate bezit Doos 30, 60 ct. Tube 45 ct Bij Apoth. en Drogisten.
Een Kanaal-tunnel
Het plan, een „droge" verbin
ding te scheppen tusschen Frank
rijk en Engeland, is ouder dan
Kellerma ,n's „Der Tunnel". Van
tijd tot tijd worden plannen ge
publiceerd, maar verder schijnt
men niet te komen. De reden
hiervoor zal wel zijn, dat er vele
bezwaren bestaan en dat vele ver
antwoordelijke personen vreezen,
dat een dergelijke tunnel een ge
vaar oplevert in oorlogstijd-
Hiertegen is opgemeikt, dat vijt
soldaten en een korporaal goeü
in staat zijn, Engeland te bescner-
men tegen een aanval „overland",
d.w.z. onder zee. De bezwaren
zijn dan ook eerder, dat een tun
nel moeilijk onkwetsbaar te maken
is en dat in geval van een ge
wapend conflict een belangheb
bende mogendheid, die met in
de gelegenheid is een soldaat
met een kanon 'aan den ingang
van de tunnel te plaatsen, zat
trachten op andere wijze het ver
keer onder den zeebodem te
stremmen. Mocht iets dergelijks
plaats grijpen, dar. zou een zeer
kostbaar werk met een slag ver
nield zijn, een schade die men
waarscmjnlijk niet evenredig acht
met de veordeelen, die voort
zouden vloeien uit het bestaan
van een tunnel in vredestijd.
Inderüaad, andere Europeesche
mogendheden zouden we! eens
kunr.en besluiten dat een tunnel
onder het Kanaal ongewenscht
was. Destijds reeds heeft Von
Moltke deze veelbeteekenende
woorden geuit: „De bouw van
een dergelijke tunnel moet ver
hinderd worden, daar hij met zou
kunnen dienen om Engeland aan
te vallen, doch voor Duitschland
in geval van een conflict een
ramp zou beteekenen." Wanneer
men daaraan nog toevoegt de
woorden van maarscnalk Foch
„Als er een tunnel onder het
FEUILLETON
Kanaal door liep, zou een oorlog
in West-Europa niet meer moge
lijk zijn", dan blijkt wel, dat het
niet ondenkbaar is, dat in be
paalde omstandigheden gepoogd
zou worden, het verkeer „per as"
van Engeland naar Frankrijk te
stremmen.
Kort geleden is een Fransch
project geheel tot in de details
voltooid. Deze tunnel zou loopen
van Calais naar Folkestone, een
lengte dus van 50 kilometer. De
ontwerper, Basdevant, heeft ge
rekend op twee tunnels naast
elkaar, met een doorsnede van
25 maal 15 voet, met verbindin
gen iedere honderd meter.
In twee jaar tijds zou men met
de constructie gereed kunnen zijn,
zoo rekent hij uit, indien er van
twee kanten gewerkt wordt. En
het geheel zou niet meer kosten
dan anderhalf milliard francs, een
som die hij meent te kunnen
amortiseeren in twintig jaar, al
leen met de opbrengst van het
handelsverkeer.
Het boren van een tunnel door
den zeebodem tusschen Calais en
Folkestone biedt, naar het schijnt,
minder moeilijkheden dan b.v. de
bouw van de Simplontunnel heeft
opgeleverd. In de Alpen moest
men door graniet boren, de zee
bodem bestaat uit poreuze kalk
steen, weliswaar sterk genoeg om
een voldoende beschutting te
vormen voor het verkeer in de
tunnel, maar toch aanmerkelijk
makkelijker te bewerken.
Het oorspronkelijke plan van
Basdevant was een tunnel voor
treinverkeer. Hij heeft echter dit
plan laten schieten, wijl het con
structief gtooter moeilijkheden
bood en bovendien, omdat het
autoverkeer minder gevaren mee
bracht. Een treinongeluk zou
allicht den vorm aannemen van
een ramp.
Het schijnt, dat de plannen van
Basdevant ook in de hooge regi
onen van Frankrijks regeering en
legerleiding gunstig ontvangen
zijn en men spreekt er met open
hartigheid over, dat het uitsluitend
aan de houding van Engeland te
wijten is, dat de verwezenlijking
nog zoo ver is.
Het heeft de verontwaardiging
van den ontwerper gewekt, dat
Engeland „op het oogenblik",
zooals hij het uitdrukt, „dat de
vliegtechniek het mogelijk maakt,
de Engelsche hoofdstad door
bommen te vernietigen, nog vast
houdt aan de fictie, dat het isole
ment een bescherming is." Inder
daad doen de woorden van Von
Moltke wel blijken, dat men in
Duitschland althans destijds
een ander oordeel had.
In den laatsten tijd is in be
paalde kringen in Frankrijk de
hoop herleefd. De sterke En-
gelsch Fransche toenadering, zoo
denkt men, brengt het plan dich
ter bij de verwezenlijking. Daar
staat tegenover, dat Engelsche
kringen wel opperen, dat Ei ge
land door de tunnel meer afhan
kelijk van Frankrijk zou zijn dan
omgekeerd. Een feit, dat waar
moge zijn, doch dat men niet
moet overschatten. Immers, bij
sluiting van de tunnel herschept
men den toestand, die thans
bestaat.
Olie en oorlog.
Wij lezen in Het Vaderland
De directeur-generaal der Kon.
Petr Mij. ir. J. E. F. de Kok
heeft in zijn causerie aan het
noenmaal van den Ned. Journa
listenkring terecht het denkbeeld
verworpen, als zou de petroleum
den oorlog bevorderen, ja soms
uitlokken. Dit neemt niet weg,
dat petroleum en oorlog nauw
samenhangen en dat, indien er
nogmaals een wereldoorlog mocht
uitbreken, de olie vermoedelijk
't beslissende woord zou spreken
De landen, die niet voldoende
van petroleum zijn voorzien,
zullen het dan moeten afleggen
tegen die, welke genoeg hebben.
Een tekort aan olie kan noodlot-
«oo gced wist te pat te brengen,
tiger worden dan gebrek aan
schietvoorraad. Zonder volkomen
zuivete gasoline of benzine kun
nen duikbooten niet varen, vlieg
tuigen zich niet bewegen.
„Het laatste vat olie van een
ingesloten leger zal een even
dramatisch voorwerp zijn als dr
laatste patroon", schrijft de-N Y
Times. Napoleons troepen leef
den op hun maag, de moderne
legers op hun benzinemotoren.
De Fransche generale staf heeft
berekend, dat in een oorlog dr
legers, vloten en luchtmachten
zooveel motorolie zullen vorderen,
dat Europa alleen 70 millioen
tons per jaar zal noodig hebben,
of driemaal zooveel als in vredes
tijd. Frankrijk, dat 5 millioen
ton verbruikt, zal dan 15 milljoen
verbruiken. Daar het geen olie
voortbrengt, zal het afhankelijk
zijn van den invoer uit de Ver
Staten of uit Mexico. Groot-
Brittannië verbruikt in vredestijd
11 millioen ton en zou 27 millioen
ton noodig hebben, d. i. wal
Europa zonder Rusland op het
oogenblik voortbrengt. Duitsch
land haalt thans jaarlijks een
millioen ton motorbrandstof uit
steen- en bruinkool, nochtans een
druppel, vergeleken bij hetgeen
in oorlogstijd zou noodig zijn.
Het verbruikt met zijn beperkte
vloot en een slechts gedeeltelijk
gemotoriseerd leger thans vier
millioen en zou in een oorlog 12
millioen ton noodig hebben, naar
de schrijver berekent.
De rekening wordt nog aan
merkelijk ongunstiger, wanneer
Japan en de Ver. Staten zich bij
de oorlogvoerenden voegen. In
dat geval stijgt de behoefte aan
petroleum tot 140 millioen tons
in het jaar, volgens de schattint
van den schrijver in de N. Y
Times.
Onze „Koninklijke" zou daar
van, blijke s de rede van den heer
De Kok, ruim een vierde kunnen
leveren.
China.
Een correspondent van de
Daily Express heeft te Hankau
een oi dei houd gehad met maar
scnalk Tsjiang Kat sjek, even
nadat de val van Matang bekend
geworden was en men daar dus
wist dat nog slechts één ver
sperring in de Jangtse, n.l. die
bij Kioekiang de Japansche oor
logsschepen belette langzaam in
de richting van Hankau op te
stoomen. Het nieuws scheen,
aldus de correspondent, niet al
te veel indruk op den maarschalk
te maken. In Juli duurt de oorlog
een jaar, zeide hij, China ziet het
tweeue jaar van den oorlog
echter met vertrouwen tegemoet.
De Japanners hebben Hankau
nooüig voor hun prestige. Wij
zullen de stad verdedigen, maar
ook als we genoodzaakt zullen
zijn om ons terug te trekken zal
dat nog geen^ Japansche over
winning beteekenen.
De kosten van Japan aan mate
riaal en manschappen zullen
grooter worden naarmate de ver
bindingslijnen langer worden.
Terugtrekking uit Hankau door
onze legers beteekent alleen dat
het volgende slagveld nog verder
weg zal liggen en dat de moei
lijkheden van Japan opnieuw
grooter worden. De maarschalk
- ntkende de geruchten, volgens
wciKe de Britsche, Italiaansche,
Fransche, Zweedsche en Zwitser-
sche ambassadeurs te Hongkong
bezig zijn een vrede voor te be
reiden. China stelt geen prijs op
bemiddeling door Engeland of
een andere mogendheid, want
iedere wapenstilstand is onmoge
lijk, voor de Chineesche souve-
reiniteit geheel is hersteld. China
is in politiek opzicht één op het
oogenblik en de geest van verzet
van de bevolking neemt iederen
dag toe. Het eerste jaar van den
oorlog eindigt en China's finan-
ciëele basis is niet aangetast.
Het land is zijn fiuanciëele ver
plichtingen nagekomen, het tekort
fWortü wrolgii
AXELSCHE SS COURANT.
(üu.iacne VCI Idling).
Ge aeet mij vergunnen, het eens
van kinnen te zien - .neen, daas t>,
an mei, weerde hq beleefd af, toen
Theobald hem met een gebaar daartoe
«ttnoedigde. Nu niet, maar Ik kom
spoedig terng, ais ge 't mq veroorlooft.
Tot ziens mqa vriend, ik wensch u
geluk met zulk een woning Hq drukte
hem harulqk de hand. Saiuut.
Hq had zulk een innemende manier
«b saiDUi te zeggen, uat het wei een
aangcnainen ïnurua moest achterlaten.
Peinzend ging Theobald de trap op
naai zqn kamer.
Aan de overzijde beweegt het witte
veaaiergotaqn, ae rozen wiegelen zacm
heen en weer en Tneobaid ireedi snel
aan het venster en groet zqn Gretchen
met stralenaen blik, terwijl een ruuer
ep een zwart ros in vliegenden galop
deer de siraat rent.Mephisto I
VIL
Een jaar is voorbg gegaan.
Maiic zit in de avuuascnemering in
gepeins verzonken, met de band onder
bei noefd.
Zq was gekleed ia een donkeren
peignoir, mei de blonde lokken los over
naar hais. Zq deed denken aan de
schiideiQ, vuuisteliende „De Liefdt-
znsier wakende bq de sponde van den
jongen krqgsman" Zoo sul, vroom en
rein was da jongt frame van Retteriwyl.
Zij peinsde. Waarvan zon zQ wel
droomen De rozen geurden zoo zoe<
en Ittflqk alsof zij baar gedachten
konden begrijpen, zij bogen zich naar
het jonge meisje toe en flnlsterdei
haar in 't oor van lief en jong Mei
groen, van den jonkman, die aan de
overzijde reeds lang aan het verster
stond, om een blik van haar op te
vangeh, dien jonkman, van wien geheel
haar geest vervuld was, maar die,
omdat hij Gerrald heette, alleen reeds
gehaat werd doar haar moeder.
De deur wordt zacht geopend, helder
lamplicht dringt het kamertje binnen.
Marie schrikt op en doet een paar
schreden naar de deur.
O, zijt u he', tante Verja
Een slanke vrouwengestalte treedt
binnen. Zq houdt de lamp omhoog en
roept met luide stem uit
Zoo'n klein sentimenteehje Juist
looals ik gedacht heb, alleen tusschen
de rozen, in een donkere kamer I Ciei I
kind, 't is jammer, dat ik niet een paar
heeren heb meegebracht, dan zouden
zq morgen misschien om die levende
idylle hebben geduelleerd I Maar wat
Is 't verschrikkelijk donker hier, ik
begrqp niet, hoe je 't uithoudt, ik had
me al lang doodgekniesd.
Zq aette de lamp op de tafel en
wierp den kostbaren sjaal over den
naastbqzqnden stoel, daarna sloeg zq
den arm om het jonge meisje en kuste
haar op de rooskleurige wangen.
Lieve tante, sprak Marie op tee-
deren toon. Zq> u zooveel trappen
opgeklommen om mq in mqn een
zaamheid op te zoeken Ik krqg hier
zoo zelden bezoek en daarom verheugt
het »q dubbel, dat u aan mq hebt
gedacht. Ik vind het fin, dat u naar
beven ifit gekomen.
Ik meest je heiligdom toch eens
bewonderen, sprak de jonge vrouw
lachend, terwqi zq ook waaier en
handschoenen op den stoel wierp. Ik
heb aliqd van je rariteitenkast hooren
spreken, zonder er ooit geweest te zqn.
Je mama was niet in het salon, daarom
heb ik maar eenvoudig de lamp ge
nomen en er mee naar hier gekomen.
Hemel, als ik haar niet had gehad
Neem me niet kwaiqk Marie, maar dit
huis is vreeseiqk naar met al die
trappen en portalen en torentjes en
uitstekken. Telkens dacht ik mqn
hoofd tegen een balk of een hoek te
stooten.
Diep ademhalend viel zq op een
stoel neder en trok Marie op een
voetbankje naar zich toe.
Tante Verja was een zeer bevallige
vrouw, een echte R rssln met een smal,
pikant gezichtje, bterk, met dat deoi-
schqnend waas dat Ooetersche vrou
wen zoo goed staat, en een fqnbesne-
den arendsneus, die er een karak
teristieke uitdrukking aan gaf. Haar
oogen waren groot en levendig, af
wisselend zacht peinzend of haus-
tochieiqk schitterend. De wenkbrau
wen waren als met een penseel ge
trokken en om de heiderroode lippen,
die, als zq tot een glimlach half ge
opend waren, kleine hagelwitte tanden
toonden, speelde een trek, nu eens
spottend schalksch, dan pruilend, al
naar haar grillen het wensebten.
Een geestig, boelend vrouwtje I
zeide men te D. van haar en men kon de
schoonheid der barones niet genoeg
roemen. „Een klein duivelinnetje, ven
snaaksche invallen'', liet men er ook wel
op volgen en mea bewonderde de stre
ken, die haar zoo aardig afgingen en die
Verja verkeerde in schitterende om
standigheden. Zq was getrouwd me<
den jongsten broeder van barones
Von Rotterswyl, baron Von Kartegg,
vleugeladjudant van Zqne Hooghei-
die rqn bekooriqke vrouw verafgoodd<
en haar tot de ster en het middelpum
der D..gezelschapskringen had ge
maakt.
Weet je, Marie, zeide haar jeug
dige tante, wat ik onlangs voor een
ontmoeting heb gehad Verbeeld je.
een paar weken geleden heeft mqnheer
Von Esen mq een jong advocaat voor
gesteld, zwart, 'n gelaat zeo bleek als
marmer een imposante verschqning 1
En spreken kan hq, dat grenst aan he-
ongelooflijke I Bijna een half uur lang
heb ik een gesprek met hem gevoerd
en het speet mq, dat ik het welstands
halve moest afbreken. Jammer, dat hé
maar eenvoudig Brand heet en die
geestelijke kop niet van adel is.
Marie had in ademieoze spanning
geluisterd.
En die doctor, tante, vroeg sfi
met gloeiende wargen, rqdt hq ook te
paard
Zeker I Hq maakt «en prachtig
fiauur als ruiter en dat weet hq ook.
„P-uto is mqn lust ea mqn leven I"
verklaarde hq zelf.
Marie was vaH een andere meeninR.
Zu huiverde steeds als zq hem naas
Gerrald zag draven, waarom echte-
wist zq zich zelve niet te vetkiarer
Ik zou hem wel gaarne eer
weerzien, ging tante Vetja levendig
voort, Ik moet hem, om bijzonder»
redenen weder ontmoeten, maar waar
Ja, wacht eens, hq rqdt eiken dar
naar dan molen van den jongen Get-
rald.,,i A propos, het is nureeoiaet,
iair geleden, dat die sqn mueder vet*
loor, nu zal die jonge zonderling zqn
droefenis over haar overtqden toch wel
te boven zu Wat gaat de tQd toch
gauw om I Maar zeg, Marie, ga je
motgen am ürie uur met mq mee uit
qaen Ik zal je met mqn poutes
afhalen en dan rqden wq den weg
naar den molen op, Dat moet een
mooie laan zQn. Zorg precies op tqd
klaar te zqa, Ik zou hem net graag
willen missen.
Barones Von Kartegg zag cp haar
horloge en sloeg daarna snel haar
fjaal om,
Wil je mee naar Tannfcauser,
Maneije Er is nog plaats ia onze
loge.
Vanavond niet, Tantetje, ep een
andere keer.
Zooals ie wilt, kind. ik zal er met
je mama eens over spreken, dat het
au iQd voor je wordt om wat meer
van de wereld te gentetenDus
morgen om drie uui 1 Mqn heer en
gebieder laat jullie groeten, hq is met
Puns George naar G. gereden, anders
iou hq met mq mede sqn gekomen.
Nu, stipt op tqd, hoor.
Mei deze woorden trippelde zq heen,
teiwqi Marie volgde met ae tamp het
was immers zoo hoekig in 't eude huis,
Hoe heeriqk in den helderen loace-
schqn in snetle vaart te weoqveren met
de vogels, die met uitgespreide vleu
gelen de lucht doorklieven en opsogen
naar de lichte lente wolkjes, hoe ver*
(Ukkeiqk, ais het geurige voorjaars*
eoeltje itefkoozend langs het voothoufd
strqat en alle muizenissen en zwart*
galugc gedachte* verdrqft I