Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h-Vlaa n deren. EEN GIFTMENGSTER No. 6 VRIJDAG 22 APRIL 1938. 54** Jaarg. Schepenhuis en Stadhuis. J. C. VINK - Axel. Binnenla.d. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. .Eerste J31ad. (Slot). In het nummer van 25 Jan. 1.1. heb ik eenigen uitleg gegeven van het bestek van het stadhuis van 1662, een bouwwerk, zoo geheel gepast, om als vergaderplaats voor de vroede vaderen van Axel dienst te doen, en nu wilde ik verdere veranderingen in den bouw be spreken. Vanuit het torentje kon men neerblikken op een stadje, dat veel kleiner was dan in de middeleeuwen, maar dat, omringd door wallen en grachten, bewaakt door een dapperg bezetting en geholpen door inundatie der om streken, den vijand nog wel zou kunnen weerstand bieden. In het rampjaar 1672 werden dijken doorgestoken uit vrees voor de komst der Franschen, welke even wel ons stadje met rust lieten. De bevolking bewees echter haar vaderlandsliefde, door op 25 November 1673 een dertigtal ge wapende burgers onder luitenant Croppenburg naar Biervliet te zenden, om daar mede te helpen in het wachthouden tegen den vijand. Biervliet, dat lang met Axel en Neuzen onder één*be- stuur was geregeerd, had in 1670 haar eigen magistraat gekregen. In het jaar 1686 vierde men hier het eerste eeuwfeest ter herinne ring aan de verovering van Axel door Prins Maurits. In dat jaar werd ook een verbouwing vol tooid aan de Griffiekamer, zich bevindende, waar wij de secre tarie en de burgemeesterskamer geweten hebben. Daarvan spreekt een aanteekening in de Resolutiën (besluiten) van Zaterdag 22 Juni 1686, luidende als volgt„Huyden heeft den griffier Jacob van de Perre voor de eerste mael ge seten in de nieuwe griffie, daer voordesen de vertreckcamere plachte te wesen, naerdat hij twee jaren griffier was geweest. Den Aimogenden Godt geve, dat hij sijn ampt voorder met vigilantie ende reputatie mach bedienen FEUILLETON Uit het Engelsch. Deze bekentenis van haar zijde, ik bemaal het, maakt eeu punt te hareD gunste uit. Doch vbd eeu ander gezichtspunt is het natuur lijk een bekentenis die niet anders dan tegen haar kan getuigen. Ik wil u niet vermoeien met enkele bijkomstige omstandighe den, die ongetwijfeld uw gedach ten reeds in beslag nemen. De belangrijkste daarvan was volgens mijn gevoelen het sterke verzet der jonge weduwe tegen een doodscbouw van hetstofïoiyk overschot van haar echtgenoot. Wy hebben niet te doen met de zaak eeuer onnoezele of domme persoon, maar met een vronw van opvoeding en verstand. Waar dit het geval is, waarom dan die ziekelijke afkeer, en die onver zettelijkheid om, zeo mogelijk een lijkschouwing et «en ondersoek -n<ie dat nae satheyt des levens syn siele in het Coninckrijk van Zijnen Zalichmaker Jesus Christus mach opgevoert worden". Uit deze aanteekening volgt, dat er toen een afzonderlijk vertrek ge reed gemaakt was voor de griffie (secretarie). Zooals het stadhuis toen eruit zag, kende Ds. Jona van Middel hoven het en teekende het op, zijn kaart van de stad Axel in 1730, waarop hij alle huisjes, die binnen de wallen stonden, netjes uitbeeldde. Op die kaart, welke altijd op de raadzaal gehangen heeft, zien we, dat de oude vorm van 't stadhuis van 1662 nog bestond alleen was er een afdak boven de trap van den achter uitgang. Een woelige tijd brak voor Axel aan met het jaar 1747. Ons plaatsje was toen een goed ver sterkte veste, maar haar militaire commandant was de bejaarde, weinig krijgshaftige Gideon Soute. Hoewel hij kon vermoeden, dat de Franschen al kortbij gekomen waren en men hem waarschuwde, zeggende, dat men den vijand al aan den overkant van het Axelsche gat zag, nam hij geenerlei maat regelen ter verdediging, spottende, dat men de aan den overkant weidende schapen voor Franschen aanzag. Toen dan ook de veste opgevorderd werd, gaf hij deze zonder slag of stoot aan den vijand over. Geen wonder, dat de soldaten morden en langs Terneuzen wegtrekkende, allerlei baldadigheden uithaalden en de Franschen, die ordelijk binnen trokken, de bevolking dezer streek tegen overlast der Staatschen moest beschermen. In den tijd der bezetting door de Franschen 16 Mei 1747—28 Januari 1749 moesten aan den markies de Con- tades voor het Frar.sche leger alle graanvoorraden ingeleverd worden en belangrijke opvorde ringen in geld opgebracht worden. Die ellende was in 1786 vergeten, toen het tweede eeuwfeest van de verovering door Prins Maunts gevierd werd en waarvan de be schrijving te vinden is in het te voorkomen Ware de aanklacht door mynheer Birtley Raydon's moeder niet ingediend, aan zou de ongelukkige man zijn begraven, ik vrees te moeten zeggen, met onbehoorlyken spoed, en zou de waarheid inzake zyn tragischen dood (ot den dag des oordeels verborgen zijn g. bleven. Ecnte: zou ik het niet strikt eerlyk acriteu, op dit punt buitengewoon veel licht te laten vallen, vermits he' duideiyk is, dat de huisdokter van den overledene, de arts Durham eveneens sterk tegen een lyk schouwing was, en oogetwyteid mevrouw Birtley Raydon stylde in haar verzet tegen den duideiyk te kennen gegeven wensch van de arme moeder. Mijn taak is bijna ten einde. Dit verhoor, ik herhaal het, is afgenomen op een strikt eerlijke wijze. Eensdeels beeft de procu reur-generaal zich met volle toe- wyding en gestrengheid, doch steeds eerlyk en loyaal van zyn pliant gekweten en onder uw aan dacht gebracht al die gegevens welke, uaar zijn oordeel en op grond van zijn rijke ervaring, als richtsnoer kunnen dienen voor uw rechtscollege, dat aanstonds moet beslissen in de vraag i is de be klaagde schuldig et onschuldig DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt 12. Telef. 56. - Postrek. 60263. tot 5 regels bU Leritvoor Groote letters worden naar ADVERTENTlFN van 1 eiken regel meer 12 Cent. plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag II ure. bekende werk van Ds. Jan Scharp. In 1787 begon men weer aan een verbouw van het stadhuis. Er moest een woning gemaakt wor den onder de vierschaar voor 's heeren dienaar (veldwachter). Weggebroken moest worden een stuk penant aan de vierschare tegen de woning van den heer Ribbers (laatst Ned. Herv. pasto rie). Dan leest men, dat het werk .moest geschoord worden en het fundament l1/i voet diep gegraven". En dan komt de duidelijkste zinspeling op het heien, want er staat in het bestek „De aannemer zal in de funda mentssleuf eyen 14 a 16 palen of meer, naar dat vereischt wordt, ieder lang vier voet, zwaar 6 a 6 duim, dan de grond vast aan stampen en daarop zijn fondament gaan aanleggen". We lezen verder, dat er hardsteenen raam- en deurkozijnen geplaatst en alles dichtgemetseld moet worden. Op den bovendorpel van de woning stond het jaartal 1787 ingebeiteld. Aannemer van het metselwerk werd H. van Wijk voor 52 pond. Uit het timmermansbestek zien we, dat alle raamkozijnen ver anderd werden er werden „bin- nenblinden" aangebracht in plaats van de buitenluiken en verder moest er nog ander timmerwerk geschieden. Aannemer hiervan werd Anthony Christiaan voorde som van 70 pond. Het stads bestuur was samengesteld als volgtJosias Paulus burgemeester en J. Hoelands, Abram de Kraker, Pieter de Jonge, Pieter de Regt, Willem Willemsen en H. Wieben als raadsleden. Nog altijd was het stadhuis maar één verdieping rijk, en al was door verandering van ramen en luiken veel van het origineele verloren gegaan, in 1789 zou men den voorgevel nog verder ver minken. De geest van dien tijd zette het sladsbestuur aan om den voorgevel een schijnvertoo- ning te laten maken, om het stadhuis twee verdiepingen hoog te maken, al kwam er achter dt bovenste rij ramen alleen een zolder te liggen en al bleef er Anderdeels hebt gij van Sir Joseph Molloy, den verdediger van be klaagde, een zeer welsprekende, ja zelfs bezielende pleitrede ge- noord. Gelijk zijn recht was, bracht hij elk punt, dat tot haar voordeel kon strekben, sterk naar voreD en hij eindigde zyn toespraak uiet eeo treffend slotwoord, waarin by er u op wees, dat de geest van het recht in de jurybank moge zyn de vriend eD beschermer van de beschuldigde. Dames en heerei laat mij u zeggeD, dat de geest van bet recht en waarvan nog moet worden bewezen wiens vrieDd hij is, zich richt naar de zooeven bedoelde vraag, welke nog niet is beantwoord is hier schuld oi onschuld Het rechts gevoel, of beter het sentiment kan, ingeval van schuld, niet meespre ken, om twijfel te bemantelen oi een misdadiger te beschermeD. Zoo goed ais het recht blind is, behoort de geest, de ziel van. bet recht doof te zyn, voor de smeek beden van vooroordeel et van hartstocht. Tevens, leden der jnry, eiaoht de wet van u en dat zeer te- reobt dai gy, ten voordeele van beschuldigde, eiken billijken ot aannemelyken twylel in het licht •telt, waaraan de teiten volgens van de mooie bouwvoim niet veel meer over. Doch laat ons hooren, wat er volgens het bestek gedaan is. In art. 2 van het bestek van 1789 lezen we „Dan zal hij aannemer moeten maken zes nieu we casynen om boven de nu staande casynen in den voorgevel te stellen, alles op een grootte, de hoogte buitenswerk van de hooge kandt aan den bovendorpel zes voeten twee duim en breedt vijf voet zeeven duim" en in art. 5 staat: „Dan zal hy aannemer hft ouwe dak moeten wegbreeken, de nu staande vyf dakcasynen en planciergroote met de spanplaate en met de bosweeringe en op de hoogte van de eerste gordinge de dakribbe afkorten van den eenen endegevel tot den anderen en tot op de hoogte van de strikken van de beneden casynen, indien zulks vereyst, maar zoo het goet is, zal men 4 laagen hooger blyven dit werk weggeruimd en schoongemaakt zijnde, zal hij op rol en waterlaagen van nieuwe boeregrouwe Geldersche mop steen stellen de zes nieuwe ca synen". Dus ook de dakvorm werd verminkt om toch maar te kunnen pronken met de twee verdiepingen. In art. 6 staat „Dan zal hij aannemer aan eyder gebint moeten werken een bloket, welke er vijf zijn en zoo lang, dat ze zeeven duim in het metsel werk komen te leggen, enz.". Aannemer van dit werk werd N. Jansen van Roseudaal voor de som van 100 ponden vlaams. Leek het stadhuis van 1662 veel op het bestaande van Yselstein, dat zich kenmerkt door een eigen stijl, in ons verdwenen stadhuis was veel zoowel uit- als inwendig bedorven. üp 23 October 1794 trokken de Franschen Axel binnen en 4 jaar later 1798 bezorgden ze ons de torenklok, die wij nog bezitten en waarop staat Maria hiet ic en sal bevrie(n) den armen sondare tallen tien gnegoten in d'jare 1501. Deze klok was de oude toren klok van Vremdyke, maar was na de overstrooming van dat dorp uw uordeel onderhevig mochten zijn. Gij hebt het recht, Deen, uieer dan dat, want het is uw hooge plicht, zulk eeD twyfel, wanneer die bij u ryst, ais ge wicht in de schaal te brengen. Doch het mag geen twijtel zijn, die by u in de gewone dingen van het leven waardeloos zon zijn en evenmin mag het eeu twijtel zijn, weiken gy zoudt weusoneu ot verlaugeo, enkel ono hem als factor te hebben Scheuk aau be klaagde ten volle het voorr-«ht van mogelyke overvvegiugeu, waarop zy, naar uw inuerlyke overtuiging, het recht heeft. Maar en weder hield de rechter even op bedenkt vóór alles, dat wy te doen hebben met een geval van een getrouwde vrouw, die een gevaarlijke vriend schap onderhield met een man, die haar echtgenoot niet is, en die in een fiuancieele positie ver keert, welke hem reeds ïu slaat heelt gesteld en net hem ook in de toekomst mog.-iyfc zou kunnen maken, veel tneui voor naar te doen, dan naar eelugeuoot by machte was Ik ben niet de jurygij zjjt dat. Zoo gij van meeniug zyt, dat :k in eeuig opzicht van gestreng heid heb gefaald en sou '-i naar den Hoek gebracht en daar in den toren opgehangen. In 1798 luidden eenige vijanden der Fran schen de klok, waarop dezen de klok uit den toren van den Hoek haalden en in ons torentje op hingen. In de gemeenterekening van het jaar 1819 treffen we den post aan „Voor hel afbreken en herbouwen der puie van het stadhuis f 183,65. Hoewel er verder niets bijstaat, moeten we haast wel aannemen, dat toen de ingang tot den kelder onder de puie is komen te ver vallen en deze toen aan den voorkant is bekleed met arduin. Op dat gedeelte kwam ook de naam voor van A. J. Paulus en deze was toen burgemeester. Op 13 Mei sloeg de bliksem in den toren en de herstellingskosten bedroegen f237,37V2 Bleef nog de vraag, wanneer de pleisterlaag was aangebracht. De rekening van 1863 geeft uitsluitsel door deze post: „J P. van den Broeke voor het met portland (cement) bezetten van het voorfront van het raadhuis f 235.881/,". Al was er nu weer iets bedorven, toch keken de Axelaars altijd met liefde naar hun oud stadhuis en miste men het, toen het in 1937 na 275 jarigen dienst werd afgebroken. Moge het nieuwe raadhuis zoo vast en sterk ge bouwd worden, dat het desnoods ook 275 jaar onderdak moge bie den aan de opvolgende gemeente raden. J. R de Jonge. Hofberichten. Prinses Juliana en Prinses Be atrix zijn gistermiddag per auto uit Den Haag vertrokken en naar net paleis Soestdijk teruggekeerd. Het ligt in het voornemen van de Koningin morgen het paleis Het Loo voor het jaarlijksche zomerverblijf te betrekken. De Koningin zal zich op 2 Mei naar Vlissingen btgeven, teneinde een bezotk te brengen aan de Zeevaartschool aldaar, bij weike door mocht overhellen tot genade, aan zou geen zweem van spyug- beid in mij opkomen, dat gy aldus gedaan hadt. Dames en beeren van de jury, rnyn taak is volbracht. Ir kan niets toevoegen aan ae opmerkin gen welke ik te uwer kennis neb gebraent teoeinae aai acnue ik rnyu pliant u in deze van dienst te zyn. Ein zaak als deze kan niet woiden beoordeeld aoor langdu rige en haartyne bescr>uuwi..g vau nietige, bijkomstige omstan digheden. Men moet het onder havige geval onder de oogen zien, zooals elk ander geval van deze soort, namelijk naar de breede lijn van het dBgelyksch leven, van menschelijken hartstocht en genegenheid, en naar de breede lyn van oprechtheid, zoowel als van gezond verstand. L kunt thans tot uw taak overgaan. Mag ik a verzoeken, u in de raadskamer hiernevens te begeven, ter overweging van uw uitspraak I (Wordt vervolgd AXELSCHEi rCOURANT. Ziet toedat ge anderen niet in hun fijnste gevoelens kwetst; we zijn daar immers zelf zoo heel bang voor. m

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1938 | | pagina 1