Axelsclie Courant. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen. Ne. 94. Vrijdag 25 Februari 1938 Raadsverslag. ABONNEERT AXELSCHE COURANT Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond. Drukker-Uitgever J. C. VINK Axel. Tenen Slapeloosheid, Overspanning. Gejaagdheid, Onrust en Zenuwachtigheid, gebruike men de Zenuwstillende en Zenuwsterkende IWijnhardt's Zenuwtabletten Tweede ülad. Zitting van 22 Febr. 1938. Aanwezig de heeren A. van 't Hoff, A. P. Esselbrugge, B. Seghers, C. Th. van de Bilt, A. Th. 't Gilde, P. J. van Bendegem, J. M. Oggel, F. Dieleman, A. P. de Ruijter, J. Fanoy, C. Hamelink, C. van Bendegem en P. dejonge. Voorzitter de heer F. Blok, bur gemeester, secretaris de heer J. L. J. Maris. De VOORZ. opent de vergade ring met het gebedsformulier en zegt daarna aldus Mijne Heeren. Toen op 31 Januari 1938 de blijde tijding in Axel werd vernomen van de geboorte van Prinses Beatrix, was er groote vreugde en dankbaar heid bij de bevolking dezer ge meente. Onze driekleur werd ontplooid en den daarop volgen den dag werd in Axel in de kerken een dankdienst gehouden, terwijl in den middag feest werd gevierd. Namens het Gemeentebestuur en namens de bevolking werd een telegram van gelukwensch verzonden, waarop een schrifte lijke dankbetuiging werd ont vangen. Mijne Heeren, ik ben er van overtuigd, dat ik namens U allen spreek, wanneer ik de hoop uit spreek, dat God, die onze Prinses heeft geschonken, haar voorspoe dig moge doen opgroeien en tot rijken zegen moge stellen voor haar ouders en voor ons geheele Nederlandsche volk. 1. Notulen. De notulen van de vergadering van 18 Januari jl. worden onver- andciu vastgesteld. 2. Ingekomen stokken. a. Dankoeiuiging r.amens Prin ses Juliana en Prins Bernhard aan hst Gemeentebestuur van Axel voor de zeer gewaardeerde geluk wenschen hunne Hoogheden aan geboden ter gelegenheid van de geboorte van hunne Dochter. b. Bericht van goedkeuring van de heffing van opcenten op de Gemeentefondsbelasting e. Begrooting van den Keu ringsdienst van Waren te Goes over 1938. Deze beloopt f 66,500 gewone uienst en 1619 op üen kapitaaidienst. d Jaarverslag over 1937 van de Commissie tot Wering van Scnoulverzuim Hieruit 01 ij Kt, dat als voorzitter en secretaris herbenoemd zijn dhrn. Kruysse en Maris. Er zijn 55 gevallen van verzuim behandeld, waarvan in 18 de betrokken personen niet versche nen. Resp. op de openb. schoo 10 met 5 verschoonbaar33 op de chr. nationale school, waarvan 4 verschoonbaar en 15 ouders niet verschenen R. K. school en 2en chr. school te Spui 4 en 2. Het vorige jaar was het totaa 39. De verhooging wordt toe geschreven aan den landbouwdag. Bovendien wordt verwacht, dat het zekeren personen, die het recht aan zich houden, na verloop van tijd wel tot zich zal doordringen, dal ze hunne verplichting moeten nakomen, waardoor dan het werk der commissie zal verminderen Overigens gaven de werkzaam heden geen aanleiding om daarvan in het verslag mededeelingte doen e. Bericht van P. de Klerk, dat hij de benoeming als lid van de Commissie van Toezicht cp f?*t lager onderwijs aanneemt f. Mededeeling van den uit slag van de aanbesteding voor den bouw van het Raadhuis, zoo als reeds in dit blad is gemeld. In de prijs is niet begrepen de centrale verwarming. De VOORZ. deelt nog mede, dat van hoogerhand via Ged. St. bericht was gekomen, dat de Patroonsbond erop had gewezen, dat de voorsprong van 2 pet. voor Axelsche aannemers in strijd was met de voorschriften in zake plaatselijke protectie en dus niet tot gunning kon worden besloten. Maar de vorige week is de Com missaris der Koningin hier ge weest en heeft de Voorz. en de 3ouwcommissie daarover gespro ken, waarop de Commissaris namens Ged. St. kon mededeelen, dat het werk gegund kon worden. g. Mededeeling van den VOORZ., dat naar aanleiding van de naamsverandering van Axel in Aksel, B. en W. hun voelhorens hebben uitgestrekt tot Ged. St. en aan mr. P. Dieleman als oud- Axelaar advies hebben ingewon nen om de zaak bij de Regeering aanhangig te maken. Dit heeft dus de volle aandacht van B. en W die zooveel mogelijk zullen trachten den naam ongewijzigd te behouden. 3. Belastingverlioogfng. Ontvangen is een schrijven van Ged. St., dat dit college zich niet kan vereenigen met de begrooting dezer gemeente voor 1938. Het college zendt die begroo ting terug onder bijvoeging van verschillende bemerkingen en vragen om toelichting op niet minder dan een 40-tal posten. Men laat die opmerkingen voor afgaan van de volgende beschou wing De financiëele toestand (der gemeente) vereischt bijzondere zorg. Het verdient met name aandacht, dat de begrooting steunt op middelen van vorige jaren a. het batig slot van 1936 f 6.920,83 b. de algemeene reserve (ged.) f2 500,—, totaal f9.420,83, ter wijl voor onvoorziene uitgaven slechts beschikbaar is f 1720,83, zoodat het nadeelig verschil tus- schen de ingebrachte middelen van voorgaande jaren en de re serve voor onvoorziene uitgaven f 7.700 bedraagt. Dit vrij belangrijke verschil maakt in verband met het feit dat de begrooting een minder ruime speling vertoont dan die van vorige jaren het gevaar voor intering op.de batige saldi van vorige jaren niet denkbeeldig. Hier komt bij, dat blijkens de navermelde opmerking ten aan zien van post 5, de uitkeering per inwoner uit het gemeente fonds, f1420 te hoog is geraamd Voorts moet er mede worden gerekend, dat het volgend jaar pl.m. f 1650 meer verschuldigd zal zijn wegens rente en aflossing van een geldleening voor den bouw van een gemeentehuis, en dat in dat verband met het ab normaal groote garantieverschil van de Rijks uitkeering per in woner uit het gemeentefonds een ernstige teruggang van middelen te vreezen is. (Spatieering van de redactie). Een en ander noopt ons U te verzoeken, onverwijld de volgende maatregelen te treffen teneinde Uw gemeente voor verlies van financiëele zelfstandigheid te be hoeden. a. verhooging van de opcenten op de personeele belasting met ingang van het belastingjaar 1938 van 180 op 200; b. verhooging van schoolgeld en van begrafenisi echten c. verlaging van de subsidie voor het bewaarschoolonderwijs van f 12 50 tot f 11,25 per kind Overigens dient een uiterst zuinig beheer te worden gevoerd, terwijl onder meer in verband met de dreigende teruggang van de Rijks uit keering per inwoner uit het ge meentefonds moet worden ge waakt voor de instandhouding van de algemeene reaerve. Nu bo vendien de reserve moet dienen voor restitutie van de waarborg sommen, gestort door de bijzon dere schoolbesturen, ontmoet het dezerzijdsch bedenking, dat thans over de algemeene reserve wordt beschikt ter dekking van de ge wone uitgaven voor 1938. Voor het batig slot van 1934 is nog f3500 buiten den dienst gebleven, doordat geen juiste uit voering is gegeven aan de be grooting voor 1936, waarin deze som ter toevoeging aan de reserve was geraamd. Verzocht wordt te bevorderen dat dit restant alsnog wordt toe gevoegd aan de reserve. Daartoe moet worden ingesteld de post „Restant van het batig slot van 1935, om het bedrag vervolgens via den gewonen dienst over te brengen naar den kapitaaidienst". Dit laatste is een opmerking van formeelen aard, zooals er onder de ongeveer 40 daarachter volgende bemerkingen meer voor komen. Ten aanzien van het gasbedrijf wordt in overweging gegeven, om te verzoeken de desbetreffende eigendommen vrij van grondbe lasting temaken. Nu is daarvoor geraamd f 186,25 plus 136,46. Ook wordt afgevraagd, of in verband met het feit, dat het voor- deelig slot van den kapitaaidienst, per einde 1938 geraamd op f 19 500, op de leeningen van het bedrijf niet versterkt kon worden afgelost. Burg. en Weth. deelen naar aanleiding van dit schrijven mede, dat het vermoeden dus werkelijk heid is geworden, n.l. dat of schoon de begrooting door den Raad met de meest mogelijke zorg en inspanning was samen gesteld, teneinde te verkrijgen, dat men niet tot verhooging van de Personeele belasting zou moeten overgaan, zooals B. en W. hadden voorgesteld, het col lege van Ged. St. er zich dan niet mede zou vereenigen. Waar in dat schrijven ook op te hooge raming van de post Uitkeering Financiëele Verhou dingswet van f 1421,07 wordt gewezen, welke berekening eind December 1937 eerst bekend is geworden, en aangedrongen wordt op een noodzakelijke hoogere raming voor afrekening voor bij zondere scholen, komt het B. en W. noodzakelijk voor hoe ongaarne ook en vóór dat wij op 't financiëel terrein van de ge meente nog verder in het moeras komen den wensch van Ged St. te vervullen. De mogelijkheid is niet denk beeldig dat bij eenige opleving in het maatschappelijk leven zeer spoedig tot verlaging van op centen kan worden besloten. Wat de verhooging van de schoolgelden betreft, hiertoe was reeds op voorstel van een Uwer leden besloten een nieuw tarief daarvoor te ontwerpen. Wat de invoering der begrafe nisrechten betreft hiervoor zal binnenkort een ontwerp U worden aangeboden. Er mag geen te hooge verwachting zijn van de opbrengst van die bron van in komst. Wat de verlaging van de ver goeding aan de Fröbelscholen aangaat hierover is reeds vele malen gesproken en beslist, van daar dat geen voorstel door B. en W. zal worden gedaan. Het standpunt van de minder heid van het College is van de begrootingsvergadering voldoende bekend, zoodat het overbodig lijkt dit opnieuw bij de toelich ting te herhalen. Overigens wordt medegedeeld dat aan de gevraagde nadere in lichtingen uitvoeriger gegevens zullen worden verstrekt. De VOORZ. voegt hieraan nog toe, dat in December een brief is ontvangen van het Departement van Financiën, die nu onze ge meente een nadeel bracht van f 1420 op de begrooting. Dat moet gedekt worden, om de be grooting sluitend te maken en daarover is door het college van B en W. breedvoerig gesproken, tot we ten slotte een meerder heidsbesluit hadden, om voor te Beeld uit het Verleden. (Spelling naar willekeur). (Slot). November, Slachtmaand. De jongens stonden al klaar voor de schoentjes: „Baas, kriek d'r ook één De slager, vol drift bij zijn werk, gooide ze links en rechts de jongens grabbelden en vochten er om en dan ,'k en d'r één en knuven en trekken met de tanden 1 lekker „Ik èn d'r nog geen had" riep onderwijl een jongen. „Ier!" zei de slachter en schoof een heet schoentje over den vingertop van den verheugden jongen, maar hij neep tegelijk in het schoentje. „Au au 1" schreeuwde de jongen. „Wad' is't?" riep de slachter. „Jao, da wis je wè, jongen je wou m'n vienger verbranden Ma 'k in toch een schoentje en pas sant 1" (historisch) Marientje kreeg er een uit de hand van den slager, maar hij gaf het aan z'n vriendje. „Op, zie-je, jongersriep de slager kort. De karoije werd onder het varken geschoven. Het buitenwerk was afgeloopen en met eenige span ning volgde Kees de karoje, die hij hielp duwen.,,Wa dienkje d'r van, zou die nog awa wegen ,'t Is een schoon verken, Kees Ik dienken wè, dat ut vee reuzel in eit. De achterammen koop ik van je, da weet je 20 ct. 't pond." „Da 's toch wé weinig, zou 'k dienken 1 „Noe, at't mooie bin, dan krieg je een kwartje je bit toch ook alleman nie 1" Och, wat een drukte en gespoel en gewasch en gewrijf en geklets mee water eerst bie 't schrappen. Maar eerst een borreltje natuurlijk. De vrouwe was in d'r schik en royaal. Z'aa wè ma 'n glaasje zonder voet, ma da gaf nie. Da proefde je nie. Eerst de slachter, die kon der beter tegen dan Kees, die nooit wa gebruukte buurman ook ééntje en weer„Geluk meet den dooien, oor 1" Jan stond van verre te zien en werd niet geroepen. Ie gaf trou wens ook niks om drank, ie aa liever een bak koffie. „In jie, vrouwe", zei de grap pige slachter. „Je moet ook mee- drienken, oor en bure Janna ook-' „Noe dan, maar een alfje oor! Och, wat een pret en gezellig heid Het verken viel erg mee Wat een reuzel. De slachter aa gedocht, da d'ammen zwaarder zouwen gewist èn. ,Kan 't nie voor 22V» cint Kees „Wal", zei de vrouwe, „221/'L cent? Wees toch wiesdlr zeker, Kees 30 cint 1". „Noe, dan een kvwtrtje, zoo ak gezeid èn. (De slachter mocht er wel wat bij verdienen, want wat was het slachtloon, vergeleken bij al den arbeid en rompslomp en soms 's morgens in den winter al om 2 uren op stap naar den boer, beladen en belast met slee, snik ken, kapmes enz, als dat alles niet vooruit was afgehaald). „Van avond kom ik terug voer't zouten en de woste te stoppen. Zurgt tan, dat alles gekookt is. Ik moet er vandaag nog twee slachten. Noesmakelijketenoor vanmiddag" „Nog een glaasje „Nee dankje, 'tis overal drien- ken moe je dienkenHet goeie oor 1" L. 's Middags aan tafel. Allen, vooral het vrouwvolk, doodop van 't gesjouwudder kousen siepten in udder klompen. Dampend stond de groote scheutel mee vosse soppen op tafel en in een andere scheutel d' erpels mee 't nat en de appels, leder had een kommetje mee bierazien bie z'n bord, om spek, vleesch of zwoerd in te doopen. Marientje en z'n vrindje, die mee mocht komen eten, mosten het samen doen mee één kom metje d'r waren d'r nie mee en die mooie kopjes, nee da was zonde as 't er ees een van brak, ze waren nog van de vrouwe eur grootmoeder. „Bidden Vader bad, maar hield en passant de twee jongens in de gaten, of ze stil zaten en eerbiedig. Marientje wees na den groosten appel en gebaarde, dat die voor hem was. Mep, een klap mee de pette, terwijl de vader doorbad. Marientje voelden n'r niks van, ma da zei die nieie docht ut alleen maAmen". „Fatsoenlijk ee, an tafel", zei vader. „Wat eit de meester ge zeid, Krien „Dat 't goed was „Zoo I" „Eet ze met hapjes" zei de oudste dochter, die in een ver- eeniging was. „Van 't gelieke", zei d'r moeder. Och, och, wat werd er gesmuld 1 Marientje en Krien hadden het wel eens mee mekare te kwaad, as 't er een lekker stikje van een van udder vurke in den azien viel en de ander er mee van deu gieng! „Moeder, kriek nog een appel, den diejen „Jongen, j'eet vees te vee, da's a je derden, in ik bin nog ma an m'n eesten. Strek ga je nog spoegen. Daar ei je't a, broerde jongen Gauw na buten Doe 't ma op de stoepe, die is toch vuul 1 Beter dan op den bleik. Zoo'n jongen toch: van morgen aa die pien in z'n ooft en noe eet ie as een manskèrel Oevee zwertjes of tie nie opheten eit van den voormiddag, weet ik nie". Een stortvloed van woorden van de oudste zuster. Moeder had tot nu toe gezwe gen in gieng ees kiekken. Toen ze terug kwam zei ze'k En em ma na z'n bed gebrocht. „Noe is 't ie dan werkelik ziek", zei vader. „Zeg het ma tegen den meester, Krien Bè judder allemaa kla Dan gaa me danken I D'r is nog vee te doen, vandage. Marientje krieg geen gebakken frikkedillen oor, van de vier uren. „Nee", zei moeder. B. stellen de opcenten tot 200 te verhoogen. Dhr. VAN DE BILT zegt, dat in het preadvies staat „om te voorkomen dat we dieper in 't moeras komen" en vraagtzitten we dan al in 't moeras? En als dat niet zoo is, waarom staat het er dan De VOORZ. gelooft niet, dat dat zoo ernstig bedoeld is, we kunnen ons Hog redden, maar het is jammer, dat we juist in dezen tijd met belastingverhooging moe ten komen. Dhr. VAN DE BILT vindt ook, dat het moeilijk is, dat die ver hooging in een tijd komt, waarin de burgerij zoo ongeveer overal voor moet betalen en juist die genen, die nergens iets van trek ken kunnen. Die menschen ko men heel wal meer in 'I moeras dan de gemeente. Er wordt dan gesproken van „herziening", maar dat beteekent gewoonlijk verhoo ging van lasten en nu is het jammer dat juist de menschen, die het het zwaarst hebben en in het moeras zitten daarvan moeten lijden. Want de personeele be lasting tast alle menschen aan. En dan komt daar ook nog bij verhooging van schoolgeld. De opcenten pers. bel. kan neg eenigszins, maar welk bedrag kan nu die vermeerdering van schoolgeld opbrengen Spr. be grijpt niet dat Ged. St. met zoo'n bagatelle willen afkomen. (Vervolg in het Eerste Blad) op de

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1938 | | pagina 3