Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- VIaan deren. EEN GiFTMENGSTER No. 56. VRIJDAG 15 OCTOBER 1937. 53e Jaarg. Dreigend gevaar voor Zeeland J. C. VINK - Axel. KEN UW LAND Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNE MENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per pest 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. Eerste J31ad. We zetten achter dit sensatio- neele hoofd maar een vraagteeken, want in den tijd van heden wordt zoo vaak van gevaren, ernstige gevaren, gesproken, dat het ver dwijnen van kleederdrachten daar bij in het niet valt. Maar ter zake Er is n.l. een Comité opgericht, om de Zeeuwsche kleederdrach ten, die helaas meer en meer ver dwijnen, te behouden trachten te behouden. Dit comité is sa mengesteld uit de heeren B. van Brucken Fock, lid der Prov. Schoonheidscommissie, Jhr. mr. A. F. C. de Casembroot, bur gemeester, Mr. P. Dieleman, vrz. Z. L. M., lid Ged. Staten, Mr. W. K. H. Dieleman, adv. en proc H. Jonkers, notaris, J. Koppejan, wethouder, Herman Mees, kunst schilder, Mr. M. C. van der Minne, dir. Z. Hyp. Bank, Ds. W. Oost hoek, Dr. S. S. Smeding, jour nalist, J. Stroo Pz., wethouder, D. J. van der Ven, folklorist, C. A. van Woelderen, burgemeester, C- Zandee Azn., burgemeester. Onder den titel „Een dreigend gevaar voor Zeeland", zond men nu aan de pers een tamelijk breed voerig artikel, waarin dat gevaar werd uiteengezet en ook wat men zou kunnen doen, om dat af te weren. En als wij nu daarachter een vraagteeken zetten, dan is dat allerminst een bewijs, dat we niet zouden sympathiseeren met dat stieven in tegendeel. Wij, Zeeuwsch-Vlamingen, met even eens verschillende mooie en ty pische kleederdrachten hebben alle reden, om dat werk te steu nen zelfs en doen dat reeds met te verzamelen en ten toon stellen de in deze streek nu nog en vroeger voorkomende kleedij. In bovenbedoeld artikel wordt dan beschreven in citaten uit tijd schriften hoe schoon die kleeder drachten zijn en hoe ze verdwijnen. Wat jammer is dat Inanderelanden wordt geageerd Hen goed mensch kiest het goede en zet deze keus in een daad om. FEUILLETON Uit het Eogelsch Hij voelt, dat by in zoo'n dwaas daglicht komt bij zijn bankier, met wien bij op heel goeden voet staat en die, zooals hij toevallig weet, een verstokt vrijgezel is. Eindelijk komt hij tot het be sluit, zijn moeder te gaan raad plegen. Hij weet weliswaar, dat zij weinig met zijn vrouw op heeft, maar hy voelt, dat hij dit moei lijke probleem, dit dilemma niet kan oplossen, zonder goeden raad enfioanc ësle hulp. Zijn moeder, de eenige vrouw ter wereld, wier oordeel hij hoog op prijs stelt, kan hem beide ver schaffen. Hoewel hij dit nu wel niet als hoofdfactor in aanmerking wil brengen, heeft zij, zooals hy heel goed weet, een belaDgryke som op de bank staan. De oude mevrouw Raydon il «en van die gelukkige en zeld- DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt 12. Telef. 56. - Postrek. 60263. om de kleederdrachten in stand te houden en dat kan hier ook. Maar nu zegt menin Zeeland gebeurt niets. En dat is onwaar men moest zeggen men bereikt niets. En of dat door pers en radio, brochures, enz., wel het geval zal zijn, is voor ons een groove vraag. We hebben het bewuSte artikel goed gelezen en ook de meeste namen der heeren comité-leden zijn ons bekend. Maar dat geeft ons niet de overtuiging, dat het verbeteren zal. We herinneren ons het geval met een Axelschen boer, die vaak op reis was (zelfs internationaal) en wien gevraagd werd waarom heb je toch dat mooie pakje af gelegd Het antwoord was „Dat zou u niet vragen, als u 't zelf moest dragen". En zoo kennen we tal van heeren, die niet graag met hun boeren pak naar de Univer siteit zouden zijn gegaan en hel evenmin later nog weer aantrok ken. Er zijn te groote bezwaren ook voorde vrouw, zoowel als voor den man, om „op z'n boersch te blij ven gaan", zooals men dat noemt. Wie zoo'n pakje tegenwoordig aantrekken, dat zijn meestal de genen, die er voor de curiositeit eensmee wenschen gefotografeerd te worden en dan weer blij zijn, als ze uit die uniform kunnen. En zoo gaat het ook de dames. Het is geen valsche leuze, dat de menschen voor minderwaardig en onbeschaafd worden aangezien, als ze zich in hun landelijk Cos- tuum op de wereldmarkt toonen. Het gaat met de kleeding, als met alle ouderwetsche gewoon ten zoodra men uit het isolement is verlost en de „zoogenaamde" beschaving met nieuwe zij het nog onpractische gebruiken aankomt, dan worden die over genomen, anders is men geen heer of dame. En met de toenemende democratie wordt het nog meer duidelijk. Want nu wordt zelfs meer en meer de deftige hooge hoed, de gekleede jas en het witte, hard gestreken boordje afgeschaft. zame meuscheD, die nooit meer uitgeven dan bun halve inkomen en zelfs nooit den geringsten lust voelen opkomen, om dat te doen. Birtley kijkt met iets van wal ging in zijn blik naar het sta peltje brieven, dat op zijn aan dacht wacht. Maar by schelt, Ik heb een belangrijke af spraak in West Eud, om twaali uur, zegt bjj, druk doend, lts geloof niet, dat ik vandaag nog terug kom. Jawel, mynheer. De oude boekhouder, Jghn Bound laat niets van zijn groote verwondering blijken op deze mededeeling. Hy is zijn beele kantoorleven by de firma werk zaam geweest en dit is de eerste keer, dat mynheer Birtley Raydon is binnengekomen, enkel om weer weg te gaan. Al is hij een jonge man, by is toch altijd eeuder, gelijkmatig in zijn doen en laten, echt een van de goeie, ouwe soort, zooals sommige menseheu Bound sluit zichzelf natuurlijk uit het Doemen. HOOFDSTUK VI. Binnen een half uur staat Birt ley Raydon voor de deur van Howard CrMOent co. 19, hetoode ADVERTENTIÊN ,van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Alles omdat de stijve, onderscheid makende en ongemakkelijk voor houding en beweging zittende kleedingstukken den democraat teveel last veroorzaken. In Frank- tijk gaat men daar zelfs in voor, zoodat er de avondtoiletten vooral voor heeren grooten- deels zijn afgeschaft. En zoo zal het o.i. nog lang duren en een zware strijd zijn, om de uitzonderlijke kleederdrach ten op het platteland te behouden. Het is bekend, dat H. M. de Koningin eenmaal een Friesch costuum cadeau kreeg en H. K. H Prinses Juliana een Axelsch costuum en ook een Goesch cos tuum, waarmede Zij zeer blijde waren. Wij vragen ons in allen ernst af of deze Hoogheden ooit meer dan éénmaal het costuum zullen hebben gedragen. En zoo lang men van boven af, de wel gestelde dames en heeren dus, niet begint met zelf een costuum aan te schaffen en er zich bij officiëale gelegenheden niet mee vertoont, zal de plattelandsche kleederdracht niet zijn te hand haven. Moeders, kleedt vooral uwe kinderen in Zeeuwsch costuum, zoo eindigt het artikel en we willen er aan toevoegen Zeeuwsche burgemeesters en -vrouwen gaat vóór! We zeggen dat, omdat we instemmen met de conclusiedat het een onherstelbaar verlies zou zijn, wanneer de interessante Zeeuw sche kleederdrachten, deze schit terende cultuurrelicten uit oude tijden teloor gingen, zoowel uit folkloristisch, artistiek als zakelijk oogpunt. Dat moet worden voor komen. (door J. Blankert, R'dam.) III MtJn Axelland. Wijze „Mijn Nederland" (Waar de blanke top der duinen). Waar het frissche groen der velden Wisselt met het goudgeel graan Waar de boeken ons vermelden Hoe eens Axel stond vooraan. huis van ziju moeder iu South KecsiDgtOD. Ofschooa alles iu huis, dat wat wrak ot zwak begOD te wordeD, in deu loop van den tyd gedurig vernieuwd cd in stand gehouden was, verkeerde toch elk ding precies in den staat, waarin het geweest was, toen mevrouw Ray don daar voor het eerst was ge komen als bruid, eer vyftig dan veertig jaar geleden, want Birtley R-ydon was dertig jaar na het huwelijk zijner ouders geboren. Zoo vertoonden bijvoorbeeld de muren in deD salon nog altijd hetzelfde bebaDg, met granaat- appelei figuren. Birlky R>ydon herinnerde zich, als een van de weinige dingen, die hy zich kon herinneren, dat dit zeilde patroon wel viermaal in zijn leven opnieuw was gekozen. Wat het meubilair betrof, het was leelyk, degeiyk, eu van het standpuut dergenen die er vroeger eu die er thans tusschen woonden, om de byzondere gezellige plaat sing binnen de vier wanden, ge makkelijk en heel prettig. Maar voor hen, die de >basis" dier gunstige plaatsing vormdeD, namelyk degenea, die er voor zorgden, dat het huis er zoo aar dig Hiogeiyk irtzaf, iroeit co 19 R e f r e i n Juich ik in ons heerlijk land, Juich ik in ons dierbaar land 'k Heb u lief, mijn Axelland, 'k Heb u lief, mijn Axelland Waar aloude Roem mag gelden, Gloeit mijn hart voor t oud verleên, Rusten thans de oude helden, Axelaar vergeet er geen Waar de reine tonen klinken, Van muziek en blijden zang; Waar w'uit meerd re bronnen drinken Juich ik: „Axel leve lang!" Ja, ja, ik kan ook nog riemen Al eet ik geen Siemen Behalve, dat ge uw Land en uw woonplaats moet kennen, moet ge ook uw taal kennen en daar zit heel wat aan vast. Daarmede kom ik tegelijk aan den reuzenarbeid van dhr. D. Galle, die zich behalve voor de geschiedenis heeft gegeven, om na te gaan waar sommige Axel- sche woorden vandaan zijn ge komen, hun afleiding dus. Nadat ik die woorden, met zijn toe stemming, heb behandeld, komt het een en ander nog uit de ge schiedenis van Axel en omstreken, dat ik mede aan mijn gesprekken met hem en zijn officiëele stukken heb mogen ontleenen. Om wat de woordafleiding betreft, door dhr. Galle vnd. zoo moeizaam verzameid, onderzocht en ver klaard, goed te kunnen begrijpen, laat ik daaraan eenige (vreemde) woorden voorafgaan die ofschoon van Franschen oorsprong hier toch algemeen gebruikt worden, zooals chauffeur, conducteur, coif feur, coupeur(se) een tas(se) café, odeur, eau de cologne, perron, bureau, privé, direct, expres, diner, souper, vendu, fauteuil, misère, souffleur, entrée (ingang) allez (allee vooruitenz. Men zij evenwel voorzichtig met het gebruik van sommige dier woor den conducteur b.v. betee- kent „geleider", maar een con ducteur in een tram begeleidt niet, hij ontvangt reisgeld en wordt daarom in 't Fransch „re- ceveur" genoemd, (ontvanger) Perron beteekent bordes, hooge stoep, maar wat wij per ron noemen heet in 't Fransch „quai" (ons kade, kaai) een per- Howard Crescent wel altijd een huis zijn geweest van een einde- looze sloopende, vermoeide af- jakkering. Een litt was er niet eo de vier Trappen waren angstig steil. Ook was er geen knecht, want mevrouw Raydon vond het niet goed, een man in dienst te hebben, als er meiden waren. Zy had reden om er zeker van te zijn, dat zich dan allerlei moeilijk heden konden Toordoen. En toch wist de meesteres van dit ongerieflijke, bewerkelyke huis haar dienstboden altijd laDg te honden. Zoo was het kamermeisje al tien jaar by haar; de keuken meid twaalf jaai haar eigen meid, een soort kamenier, een ouwetje, achttien jaar. Birtley Raydon bad het in zyn huwelyk wel eens verwonderd, dat zijn moeder daar zoo gelukkig in was, terwijl E*a, ondanks haar vriendelijk, liet op treden jegens allen, die bij haar in dienst waren, niet slaagde, in wat zijn moeder zoo zonder eenige moeite deed. De oorzaak zou ieder buiten staander, die wat menichenkennis bezit, heel duidelijk zijn geweest. Mevrouw R ydon was erg ouder- wetsch en ten opzichte van mo derne dei kbeelden, bekrompen, Maar «jj was eeo reehtmrcUge ronkaartje heet dan in 't Fransch ook „un ticket (Eng d'accès aux quais" maar „d'accès" laat men weg, dus „un ticket aux quais" (un tic-kè oo kee). Ik had hier van een aardige ervaring. Mijn nichtje in Gent vroeg een per ronkaartje daar en kreeg een kaartje naar het stadje Peron, waar tegen ze natuurlijk protes teerde „zooveel franken voor een perronkaartje 1" Het ver baasde me zeer, dat zoo iets in Gent kon gebeuren. Direct wordt in 't Fransch niet gebruikt in de beteekenis van „dadelijk" wel in die van „regel recht" en „rechtstreeksch" b.v. „un train direct" een doorgaande trein. Expres (fr. exprès-se) kan bateekenen „met opzet", maar beteekent snel. kort; „un train express" is een bhksemtrein, ter wijl „un bloc" onderweg nergens stopt, Je ziet intusschen Axelaars: je spreken allemaal wel eens Fransch. Maar dikwijls ook ver keerd zooals bij besjour, marsi, alosie, mecien, bero, sjans, enz. Wat horloge betreft, dat beteekent in 't Fransch „uurwerk", wat wij „alosie" noemden, heet in 't Fransch une „montre" Station, heet in 't Fransch „gare", als het niet klein is. Velen van u kennen b.v. de „gare du Nord" en „du Midi" in Brussel en de „gare d'Est" in Antwerpeu. Dat „sjans" is een woord, dat wij niet gebruikten in onzen tijdwij hadden nooit sjans (kans)! En dan hebben we nog de verbasteringen filseteeren, sesie- zen (saucisse de Bouloge) of worstebroodjes toch smaken se- siezen even lekker alsinfor meer maar in Frankrijk, sjeneeren, recommedeeren, permitteeren (toe staan) en permeteeren (klagen), paraplu, prakkezeeren (diep den ken), terwijl praktizeeren, zijn praktijk uitoefenen, in 't Fr. is „pratiquer". Voor andere verbasteringen is meer toelichting noodig, zooals vrouw, angstvallig eerlyk in al haar doen. Daarbij streelde zjj er steeds naar, niet alleen rechtvaar dig te zijn, maar ook vry'gevig en mild voor hen, die haar met toe wijding dijden. Birtley had zijn benepenheid, waar het geld betrof, van zijn vader gtë-fd. Als weduwe acntergelateu. toen haar eenig bind neg pas 10 jaar oud win, bad mevrouw R.yoon altyd groeten invloed op den jon gen uitgeoefend. Hy had diepen eerbied voor haar ooroeel, en op zyn koele manier was hy innig gehecht aan zijn moeder. De eenige zaak, waarin hjj haar raad niet had gevraagd, was juist die ernstige en allerbelangiykste s'ap geweestzijn ondoordacht huwe lyk. De wond, die hy toen bad geslagen, was diep geweest en nooit volkomen genezen. Maar na ééo onbewimpeld, op zijd p «ais zijnd protest, bad zij bet met alleen het verstandigst, maar ook volkomen in den vorm ge>o< deD, er geen woord meer o»er te reppen, Zfker, er wèn iaden nog wel over gesproken, maar ze had haar meening erover gezegd, (Wordt tMvolgd), AXELSCHE COURANT

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1937 | | pagina 1