Nieuws- e li Advertentieblad
voor Zeeuwsch- Vlaanderen,
EEN MEEVALLER.
No. 34
VRIJDAG 30 JULI 1937.
53^ Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Meer dienstvaardigheid
en onbaatzuchtigheid.
FEUILLETON.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond,
ABONNF MENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt 12.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
tot 5 regels 60 Centvoor
Groote letters worden naar
ADVERTENTlEN van 1
eiken regel meer 12 Cent.
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht,
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
uiterlijk
Rerste I31ad.
Eigenlijk is de titel van dit
artikel „socialisme en wat daaraan
vastzit". Maar aangezien we dan
onwillekeurig op een terrein ko
men, dat de neutrale grenzen
overschrijdt, achten we boven
genoemd opschrift beter, want wat
hier volgt, geldt naar onze mee
ning niet alleen degenen, die
socialist zijn of zich socialist noe
men (dat is niet hetzelfde maar
ook degenen, die schijnbaar daar
buiten staan en zich in andere
organisatie's thuis voelen.
Laten we voorop stellen, dat in
het opschrift een gebod is gelegen,
dat geheel de menschheid ter harte
dient te nemen vooral in dezen
tijd van materialisme en zucht
naar genot en ontspanning.
We komen tot deze ontboeze
ming door de lezing van een
openingsrede, die de voorzitter
van het Vakbond Congres, de heer
John Beard, eens te Londen heeft
gehouden voor dat congres en
daarbij een merkwaardige uit
spraak deed over de toekomst van
het socialisme. Deze kwam na
melijk hierop neer, dat het soci
alisme geen toekomst heeft. Men
weet, dat de linkervleugel van de
Labour partij de leuze „Socialisme
in Our Time" op zijn vaandel
draagt. Men weet ook, dat de
partij in haar geheel een socialis
tische politiek altijd min of meer
als richtsnoer voor haar actie heeft
beschouwd. Er was dus wel wat
moed voor noodig om voer dit
gehoor van vakbond-mannen, die
aan de Labourpartij en voor een
niet gering deel aan de Onafhan
kelijke Labourpartij „getrouwd"
zijn, openhartig te verklaren, dat
men het kapitalistische stelsel niet
maar zoo op staanden voet opzij
kon zetten. Beard liet het niet
bij deze uitspraak, die van de
leuze „Socialisme in Onzen Tijd"
een valsch woord maakte. Hij
maakte ook eenige treffende op
merkingen over dat socialisme
zelf. Het idee van gelijke ver
deeling onder de menschen van
al het goede der aarde was,
zeide hij, heel aardig. Maar dat
was slechts
de helft van het socialisme.
De andere helft was dat ook
de arbeid gelijkelijk over de men
schen zou worden verdeeld. In
den socialistischen staat zouden
nog steenkolen moeten worden
gedolven, nog schepen moeten
worden gestookt, nog schoenen
moeten worden gepoetst en nog
vuilnisbakken moeten worden ge
ledigd.
Beard geloofde, dat zelfs een
groot deel van hen, die in de
atbeidersbeweging waren, aan
deze keerzijde van het socialisme
nooit hadden gedacht en dat hun
geestdrift misschien wat zou be
koelen in het vooruitzicht dat zij
geroepen zouden worden arbeid
te verrichten, waarvoor zij zich
te goed achtten. Een socialistische
staat zou nooit tot stand kunnen
komen door politieke, economi
sche of industrieele veranderingen.
Zulk een staat zou alleen kunnen
ontstaan door een omwenteling
in de ziel der menschheid zelve.
De komst van den socialistischen
staat hangt vooral af van de
ontwikkeling van een hoogere
gemoedsgesteldheid, die meer
dienstvaardigheid en meer onbaat
zuchtigheid meebrengt.
Aan deze ter behartiging aan
geboden woprden van den con
gresvoorzitter wordt wel bijzon
dere klemtoon gegeven door ver
schillende gebeurtenissen en fei
ten, die typeerend zijn voor de
baatznclit
van een niet geringe categorie
onzer medemenschen.
Het is eigenlijk niet voldoende
hier van een categorie te spreken,
we zouden moeten zeggen cate
gorieën. Want in allerlei vorm
doen zich feiten voor, dat zgn
democraten zich opwerken tot
leiders en weldoeners van groepen
menschen, wier geestelijke en
stoffelijke belangen zij zeggen te
bepleiten, terwijl het maar al te
vaak voor komt, dat het den die-
naars van het woord (met of
zonder hoofdletter) blijkens hun
practisch, maatschappelijk of po
litiek leven, alleen te doen is om
het salaris en wat ze daarboven
„geleend" kunnen krijgen, om zich
de genoegens te verschaffen, die
zij in anderen meenen te moeten
afkeuren.
En dan is dat nog niet de
ergste vorm van eigenbelang.
Veel erger nog is het, dat er
menschen gevonden worden, die
het in hun baatzucht zelf niet
ontzien om het leven van hun
medemenschen op het spel te
zetten.
Wc denken hierbij niet in hoofd
zaak aan roofmoord of misdaad
uit zelfbehoud of aan de speel
tafel, die zooveel zelfmoord ver
oorzaakt, maar een vreeselijke
vorm van baatzucht is ook het
verkoopen van vergiften, die als
genotmiddel of ter bevordering
van hartstochten worden verkocht.
Zoo lazen we onlangs, dat te
Londen een lijk was geschouwd
var. een vrouw, die aan
alcohol vergiftiging
was gestorven en waarbij een
waarlijk ontstellend feit werd ont
huld. Hevige verschijnselen van
delirium waren aan den dood
voorafgegaan. De vrouw had
haar kamer, volgens getuigen,
bevolkt gewaand met leeuwen en
apen.
De dood was een gevolg van
het gebruik van „Lissabon-wijn".
Dat is geen wijn uit Lissabon,
maar een drank, die gemaakt
wordt uit bezinksel uit wijnvaten,
vermengd met brandspiritushet
is goedkoop en „sterk".
Het wordt dus gekocht door
arme drankzuchtigen, onder wie
al veel slachtoffers gemaakt zijn
met dat goedje. Geen wonder,
"dat dit geval veel verontwaardi
ging heeft gewekt. Die veront
waardiging richt zich niet alleen
tegen de kroegbazen, die zich niet
ontzien dit vergif te verkoopen,
maar ook tegen de autoriteiten,
die nog geen maatregelen hebben
genomen aan zulk een geweten-
loozen handel in rechtstreeksch
volksvergif een einde te maken.
Het drinken van brandspiritus
is voor de wet een strafbaar feit.
Deze Lissabonwijn kan echter niet
als zuivere brandspiritus worden
beschouwd, vanwege de aanwe
zigheid er in van het residu van
meer of minder edele port.
Dat er ook in deze dagen in
den geregelden handel nog indi
viduen bestaan, die zonder ge
wetenswroeging hun klanten een
drank verkoopen, waarvan zij
weten, dat hij vroeg of laat den
dood ten gevolge moet hebben,
is even ontstellend als ongelooflijk.
En zoo is er nogal wat op te
knappen, alvorens men aan den
bewusten heilstaat komt. Die
mijnheer John Beard kon wel eens
gelijk hebben
Het PrinselJJke jncht.
Het motorjacht Piet Hein zal
Zaterdag 14 Augustus worden te
water gelaten.
Het ligt in het voornemen van
Prinses Juliana en Prins Bernhard
bij den stapelloop tegenwoordig
te zijn,
Met den bouw van het jacht
is men thans zoover gevorderd,
dat men tot de afwerking gena
derd is.
In het inwendige van het schip
is de betimmering ook reeds voor
het grootste gedeelte klaar.
Zoodra de Piet Hein gereed
zal zijn, zal het jacht door het
comité tot aanbieding van een
nationaal huwelijksgeschenk van
den bouwer worden overgenomen
en op een nader vast te stellen
tijdstip aan Prins Bernhard wor
den overgedragen.
De Koningin
heeft Dinsdag het concours-hip-
pique te Hoofddorp bezocht.
Om half vier arriveerde de
Koninklijke auto op het feestelijk
met nationale vlaggen versierde
terrein, waar de duizenden be
zoekers haar geestdriftig toe
juichten. H. M. en gevolg wer
den begroet door den burge
meester van Haarlemmermeer,
mr. A. Slob, die het bestuur van
de vereeniging aan H. M. voor
stelde.
H. M was getuige van de
parade voor alle deelnemende
landelijke ruiters, het nummer
caroussel en klavertje drie. Bo
vendien woonde H. M. een num
mer tuigpaarden, een extra num
mer van Friesche sjeezen en een
deel van het zware springcon
cours bij.
Van haar plaats op de ver
sierde eere-tribune volgde H. M.
met aandacht de verrichtingen
van ruiters en spannen en be
loonde de winnaars met vriende
lijk handgeklap.
Om half zes heeft H. M. per
auto het terrein verlaten.
De Indische padvinders.
Naar wordt gemeld, zullen de
Indische padvinders in de gele
genheid worden gesteld, de voor
Prinses Juliana en Prins Bernhard
meegebrachte geschenken aan te
bieden op 4 Augustus, tijdens
het Koninklijke bezoek aan de
jamboree.
De Koningin heeft doen weten,
dat H. M. niet aanwezig kan zijn
bij de demonstratie van het In
dische padvinderscontingent op
de. jamboree, doch dat de Indi
sche padvinders in de gelegenheid
zullen worden gesteld, een spe
ciale demonstratie voor H. M. te
geven, kort na de jamboree, in
Den Haag.
Minister Weiter.
Onze minister van koloniën,
de heer Ch. I. J. M Weiter, heeft
Maandag een bezoek aan de
Wereldtentoonstelling te Parijs
gebracht. De heer Weiter begaf
zich vervolgens naar het Fransche
ministerie van koloniën, waar hij
met den onderstaatssecretaris
Monnerville een onderhoud had
over de politieke en koloniale
vraagstukken, waarvoor beide
landen belangstelling hebben.
Dinsdag is de minister naar
Karlsbad vertrokken.
Steuncomité voor lndlë.
Het steuncomué voor de crisis
werklozen in Nederlandsch-Indië
den werden*
Als je dat grid niet aan je vriend
geleend trad, had je mij hesi zoo'n bont
kunnen koopen. 'rr Mooie jongen. Hij
heefi nooit meer een woord laten
hoorer. Hg is nu al minstens een half
jaar weg.
Veenstra gaf geen antwoord op deze
tot in den treure herhaalde jeremiade
van zijn vrouw. Eerst had hij zich
verplicht geacht, haar eenige malen
onder 't oog te brengen, dat zijn po
sitie, vanzelfsprekend, niet in een vloek
en een zucht zooveel beter kem worden,
da» zij zien een zekere weelde zouden
kunnen peimitteerer. Hij stond goed
aangeschreven bij de firma, waar hij
van jongs af aan gewerkt had, maar
er waren oudere krachten, die niet zoo
gauw het veld zouden ruimen. En,
toen zij trouwden, had zij toch heel
goed geweten, dat zij de eerste jaren
zuinig zouden moeten leven.
J tmmer, dat Corrie nooit de zon in
het water kon zten schijnen bij vrien
dinnen en kennissen. O er 't algemeen
was zij niet veeleischend en het huis
houden deed zij met Sofwaatdigen ijver
en op bepaald zuinige manier. Aan
uitgaan dacht zij ook maar weinig
ze was al tevreden, als hfl haar zoo
nu en dan eens meenam nsar een
bioscoop. Maar dat bont van me
vrouw Kroorr kon ze blijkbaar niet
verkroppen. Koon, de procuratiehou
der, verdiende waar eventjes het dub
bele van zfjn Veenstra's salaris i
dan was 'i geen kunst je vrouw chic
te kleeden 1 En dat aan zfln vriend
geleende gelddaar had zij wel
gelijk aan hg had niet mogen doen,
als hij vooruit geweten had....
Ik korn vanavond mogelijk weer
wat later thuis, Corrie, «ei hij, toen hij
opstond van 'i ombijt.
Wat is er toch aan de hand
Kroon heeft m'n hulp noodig met
de balans'i kan nog wel een paar
dagen duren.
Jammer, zei het jonge vrouwtje;
maar als T met anders kan
Onmogelijk, liefste. En, laten
we hopen, dat Willem het gt-td gauw
terugstuur'. Dan kan jij er direct een
pracTbont voor koopen.
w.ru je me blij maken met oen
dooie musch
Toen Veenstra de deur uitging, zag
bij den postbode aankomen. De man
beduidde hem op een afstand, dat" hij
hem correspondentie had af te geven
en Veenstra liet de deur aanstaan, om
eventueels brieven voor zijn vrouw
nog even te kunnen binnenbrengen.
Maar 't was voor hemzelf; 'n lijvige
brief uit ladië van zijn vriend
W liem. E^en stond hij in twijfel, of
hij he' schrijven thuis nog zou lezen;
maar 't was al Iaat en bovendien, als
dat geld nog niet kwam, zou hij
noodfge van zijn vrouw te hooren
krijgen, Hij stak daarom de enveloppe
in den zak en sloot de huisdeur. In
den trein zou h8 den brief openmaken.
Tegen elf uur werd bij mevrouw
Veenstra een mooie doos bezorgd.
Erop stond de firmanaam van eender
beste bontzaken uit het stadje. Met
koortsige ha.tsr opende de jonge vrouw
de doos en toen zij hei prachtige bon',
dat te voorschijn kwam, in de hand
hield, kon zij een kreet van verbazing
en vreugde nauwelijks bedwinger. Een
briefje, bij de bestelling gevoegd,
meldde haar, dat het prachtstuk even
tueel geruild kon worden.
Ruilen I Neen, daar hoefde zij niet
aan te denken. 't Was juist zoo'n
bont als ze al zoo lang had gewemscht
te bezitten; en de prijs moest geweldig
zijn Wel 'ti paar honderd gulden.
Hie kwam K?es er eigenlijk aan?
Hij had zeker allang zitten sparen om
haar te verrassen en nu zij het hem
zoo moeilijk had gemaakt, had hij den
knoop doorgehakt. Jammer, dat ze
niet een bee'je meer geduld had ge
toond
Zij was nog bezig z'ch in den spie
gei met de vos om te bewonderen
toen het meisje binnenkwam en een
heer aandiende. Een jongere collega
van haar man op zelfde kantoor.
Zoodra de jdnge man binnenkwam,
viel hij met de deur in huis. Of mijn
heer ongesteld was? Hij kon onmo
gelijk dien morgen op 't kantoor ge
mist worden.
Verwonderd keek de jonge vrouw
op. Haar man ongesteld? Hij was
dien ochtend gezond en wel de deur
uitgegaan. Wat was er op 't kantoor
aan de hand?
De Jmgeman draaide er iets om
heen. M^eiiQkheden met de balans.
Er was met een der rekeningen iets
üiet in den haak A's meneer nu maar
kwam, zou 't geval misschien zóó
opgelost zijn. Maar als mevrouw niet
wist, of meneer misschien ergens heen
was, hielp zijn boodschap niet veel.
Hij ging maar weer direct terug om
verstag u t te brengen.
Toen het bezoek vertrokken was,
zonk Let vrauwtje meteenuitlrnkbirg
van verslagenheid neer op een stoel,
Werktuigelijk deed zij het bont af en
pakte het weer netjes in de doos.
Vreeselijk I Door haar was hij ertoe
gekomen ze had hem den laatsten tijd
ook letterlijk vervolgd met dat bont I
Enu zouden iq op straat komen te
staan en voor goed was hij zijn naam
kwijt. Haar man..,, lange vingers,
door haar schuld I
Een kwartier later verliet zij den
bontwinkel, waar zij zich heen had
gespoed. Het bont had zij er achter
gelaten. Na veel over en weer p aten
was haar toegtzsgd, dat haar man een
groot gedeelte van het besteede geld
terug kon k'ijgen, als hij zelf in den
winkei kwa.n. Of het genoeg was om
een gat te stoppen?
Tuers «ij thuis kwam, wachtte haar
een nieuwe verrassing. In de spreek
kamer zat een hulfopgeschoten jongen
op haar te wachten. Mijnheer Veer
s'ra had hem opgedragen baar te
brengen naar een huis, waar hij om
bijzondere redenen vooiioopig Mei
wegkon. Bijna zonder hem te laten
u tspreken, volgde zij hem. Zq durfde
hem niet te vragen, waar hij was.
B.-doeide hij.... de gevangenis. Maar
hij ging dien kant net ui', gelukkig.
Held hij zich dan schuil? Zij zou
he' gauw genoeg weten, dacht zij mei
drffi wanhoop. Plotseling bieef de
jongen staan. Voor den ingang van
het ziekenhuis.
'i h niet ernsiig, mevrouw, zei
hijmeneer is alleen door een auto
aangereden.
Zij liet hem niet uitspreken, liep
haastig naar den porfier en een oogen-
blik later zat zf| aan het bed, waarin
haar man, met een gebroken been,
hsar komsi vol verlangen lag af te
wachten. Snikkend viel zij hem om
den hals
Zoo erg is 't niet, beste kind,
zei hij vroolijk. Orer een paar weken
ben ik weer de oude.
Eu 't tekort dan Ze zijn al van
't kantoor geweest.
Ik heb al een boodschap gestuurd.
Dat tekort kan wachien. D.-nk je, dat
ik met een gebroken been naar 't
kantoor zou strompelen, om dat zaakje
verder op te helderen Ik heb kort
en bondig geschreven, dat de procu
ratiehouder geprobeerd heeft mij over
ie halen, 'i zaakjj te verdoezelen, 'k
Heb er larg over gepiekerd, maar nu
i< toch buiten gevecht ben gesteld,
was 't eenige, dat er op zat, ronduit
kleur te bekennen eu dan meteen maar
een goed woord voor dien domoor te
doen.
En 't bont dan
Even keek Veenstra vreerad op.
T uea moest hij door zijn ptjn heen
toch lacher,
Willem heeft vanmorgen 't geld
gezonden. In m'n portefeuille zit zijn
brief. Ruim voldoende voor nog zoo'n
stelletje bont, als je 'i graag hebt.
Kort daarna werd Veenstra tot pro
curatiehouder benoemd, in de plaats
van den met den noorderzon vertrok*
ken procuratiehonder Kioon,
BLADVULLING.
Kleine fouten, met de daaropvoigen*
de verzoening schenken het leven
meer kleur, dan dit ooit zou krijgen,
wanneer die fouten riet gemaakt aou»