Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscii- Vlaanderen.
Waar zóó de liefde viel
Bij de Marmergroeven
VRIJDAG 2 APRIL 1937.
53^ Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
FEUILLETON.
Binnenland.
No. 1
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt 12.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franc» ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Eerste _Blad.
„De beste opvoedkundigen zijn
nog altijd de ouders", heeft een
paedagoog-van-beroep eens ge
zegd. En hij is van even veel
kanten bijgevallen als bestreden
Bestreden door hen, die de op
voedkunde beter toegepast zien
op een afstand, grooter dan die
van de ouders tot het kind en
daardoor breeder van perspec
tief, ontdaan van een te veel aan
gemoeds-overwegingen en gezui
verd van alles wat sentimentee
genoemd kan worden.
Bijgevallen door de anderen,
die de liefde tot het kind als
grootsten en voornaamsten factor
zier. in de kunst van het opvoeden
en juist in den band tusschen
ouders en kinderen de zekerheid
zoeken van het doel der op
voeding.
En als de waarheid, die in
het midden ligt, is er de stelling
van een derde groep onder de
paedagogen, die zegt, dat het
hart van de ouders en het hoofd
van den beroeps-opvoedkundige
samen tot de juiste harmonie" en
het beste resultaat leiden.
Temidden van dit min of meer
rumoerig debat is er een boek
verschenen, dat alle rumoer moet
verstillen en met grooten nadruk
en hoogen ernst de opvoeding
vóór alles, in de handen van de
ouders legt, door te spreken van
een opvoeding vóór de ge
boorte. 1)
Ernst Groeneveld geeft er de
volgende recensie van
Het is bijna verbazingwekkend
dat wij met al onze paedagogt-
sche wetenschap en opvoedkun
dige problemen nog nooit te
voren hebben bedacht, dat de
opvoeding van het kind niet
begint bij het kind, maar bij zijn
ouders.
En daarmede ontsluit de schrijf
ster het is wel niet toevallig,
1) Opvoeding vóór de Geboorte;
door Paula Messei—P.atzuitg. H. J.
Paris, Amsterdam.
Uit het Engelsch
22)
Eq in weerwil van de vecht
partij droeg John Bector geen
kwaad hart toe en hij was het
eens met Martha's opmerking om
trent hem. Het was inderdaad
Mapleton aan wien hy gedacht
had. Bij had een hekel gehad aau
den tossielenzoeker van het oogen-
bhk at dat dese zich in de buurt
vertoond had eu oischoou zijn ver
moeden dat Mapleton een spion
was, wel eenigzins aan het wan
kelen was gebracht door het feit
dat hij niet in de val was geloo-
pen, die voor hem gezet was, had
Budge zijn argwaan nooit van zich
kunnen afzetten. Deze instinct
matige antipathie had hem op zijn
hoede doen zijn met betrekking
tot alles wat MapJeten uitvoerde
en hij bad hem dikwyls naar
Bessie zien kyken op een manier
die hem niet aanstond.
Hij had bij intuïtie gevoeld dat
de zoogenaamde man der-weten
schap bet meisje lastig viel en
dat deze het zwijgend verdroeg
terwüle van haar moeder,
dat het een vrouw is, die voor
het eerst dit onderwerp behandelt
een geheel nieuw terrein der
1 paedagogiek.
Dit boek, dat ik om zijn dis-
creten inhoud hier niet tot in de
détails bespreken kan, doch met
ernst in uw belangstelling aanbe
veel, bevat drie elementen, waar
door het, vooral in dezen mo
dernen tijd, van buitengewone
beteekenis geacht mag worden
te zijn.
In de eerste plaats heiligt het
wederom de Liefde; in de
tweede plaats herstelt het het
H u w e 1 ij k en zijn hooge mo-
reele waarde en in de derde
plaats verlegt het het probleem
van de Modern! Jeugd,
van die jeugd naar de ouders.
Als ik van deze drie elementen
een karakteristiek mag geven,
citeer ik, met betrekking tot de
Liefde in haar hoogsten vorm,
dezen gedachtengang, die gesi
gnaleerd wordt als de verderfelijke
geest van onzen modernen tijd
„Voor den verlichten modernen
mensch heeft de romantiek der
liefde afgedaan. Niets staat te
gsnwoordig dengene, die liefheeft,
zoo tegen, als om sentimenteel,
bekrompen te lijken. Zoo hebben
ook de woorden „Jonkvrouw,
liefste, meisje", plaats gemaakt
voorvriendin en kameraad.
Deze woorden missen den bij
smaak van het zoetelijke, maar
ze missen ook het innige en het
warme. Wanneer wij maar even
zoo den schijnwerper op het be
grip „liefde" van onzen modernen
tijd zien gericht, dan zien we ook
klaar en angstwekkend de armoe
en de ellende vanuit zulk een
„liefde" geboren „moderne
jeugd".
En den zin van het huwelijk
ziet gein dit ernstige boek hersteld
wanneer de schrijfster zegt:
„De zin van het huwelijk zal
dan niet meer zijn een zoo goed
mogelijke techniek van sexueelen
omgang, zooals b.v. dr. Van der
Velde de oplossing van het hu
welijksprobleem ziet. De zin van
het huwelijk zal niet meer alleen
'evensgroei door voortplanting
zijn, maar ook ievensgroei door
geestelijke scholing, door karak
tervorming en door ontplooiing
der ziel".
Het is, wanneer wij zoo het
huwelijk weer hersteld zien, of
wij van een heel ver afgelegen
ideaal spreken en hooren. Dit
boek roept de geesten wakker
en wekt tot den ernst van het
leven op.
En onze „moderne jeugd", die
het zoo misdaan heeft bij de
ouderen. Hoe staat die moderne
jeugd in een tragisch licht van
oorzaak en gevolg. Niet de mo
derne jeugd verdient te worden
aangeklaagd. De opvoeding is
te laat begonnen. De opvoeding
vóór de geboorte had onze mo
derne jeugd tot een andere jeugd
kunnen maken.
Scheppen, zegt in dat verband
de schrijfster, als zij het verwekken
van kinderen bespreekt, schep
pen is doordrenken van de sto
met den geest. Ik kan daar hier
niet dieper op ingaan, maa\{leze
eene diepzinnige definitie van het
verwekken is beschamend voor
onzen tijd.
Naast deze ethische elementen
behandelt dit boek op uiterst
sobere, maar op niet minder
deskundige en practische wijze,
de zuivere toepassing van een
opvoeding vóór de geboorte.
Zij vraagt offers, zooals de liefde
in hoogste instantie altijd en bijna
alleen offers vraagt. Zij vraagt
voorbereiding en vooral tjen gees
telijke gemeenschap, die aan Von-
del's reyzang herinnert:
Waar zoo de liefde viel,
Smolt liefde ziel inet ziel
En hart met hart te gader,
Die liefde is sterker dan de dood
Geen liefde komt Gods liefde nader,
Noch is ióó groot.
Dagorder van den Commandant
veldleger.
De commandant van het veld
leger luitenant-generaal jhr. W.
Röeli heeft onderstaanden dag
order aan alle corpsen toege
zonden
Ik dacht ook niet aan Yeld-
ham, zei hij berouwvol, en het
teit dat die andere daar net flui
tend van Doven kwam, bewijst dat
ik het mis heb. Maar ik denk dat
we veel drukte maken om Diets
en dat Bessie wel gauw weer zal
komen opdagen Misschien is ze
bezig paddestoelen te znekeD. Ik
zag Det toen ik hierheen ging,
dat die er al zyn.
Bij geloofde zelf Diet wat hiï
daar zei, hij wist zelf met wat hij
er van denken moest, maar hy
greep zich aan een stroohalm vast
om Martha niet ongerust te maken.
Zijd gedachten giDgen opnieuw
naar het verhaal van Cooper over
dien kreet, maar hij dacht er geeD
oogenblik aan om deD Londenaar
met de slappe sGhouders en
deD smallen lichaamsbouw te
verdenken van een daad van ge
weld. Eerder vermoedde hy dat
Bessie niet had kunnen slapen,
opgestaan was en naar het strand
gewandeld, waar haar misschieD
een ongeluk was overkomen.
Misschien was ze op de oude pier
geklommen en daar vauat in zee
gevallen. By wilde Martha niet
verontrusten met zijn sombere
veronderstellingen, voor hy zeker
heid bad en daarom was hij juist
bozig on een voorwendsel te ter-
zinnen om dadelyk weer heeD te
gaan, toen het fluiteD opeens op-
nield, eeD kamerdeur geopend
werd en Mapleton's stem vrien-
delijk-verwijtend klonk
Ik hoor u praten juffrouw
Calloway, maar hoe zit het met
myn ontbijt Mijn kamer is nog
met in orde en mijn tafel Dog niet
gedekt en we hadden toon afge
sproken dat ik vroeg zou ont
bijten
Iu haar verwarring en onrust
wist Martha niet dadelyk wat ze
moest antwoorden en een oogen
blik later stond Mapleton in de
keukendeur met iets op zyo ge
zicht, dat een ghanach by hem
beteekende, terwyl hij over zijn
lange snor streek.
Ah goeden morgen meneer
Budge. Het spijt me dat ik uw
gezellig gesprek stoor, maar ik
wil graag weg, voor een langen
tocht over de rotsen. Wat dat
ontbyt betreft juffrouw Calloway
maak maar niet te veel drukte
Eu toeD, zichzelf iu de rede
vallend, vroeg hij Is er iets
niet in orde
We weten het nog niet zeker
meneer, maar we maken ons erg
ODgerust. Bessie is weg cd se heeft
vanuaeht ook niet tnuis geslapen,
Gaodo hemel En heelt a
Nu het Harer Majesteit de
Koningin behaagd heeft, mij toe
te staan, de door hoo^stderzelve
aan mij toevertrouwde comman
do's en functie op 31 Maart e.k.
neder te leggen en ik op grond
van dien uit mijne commando-
verhouding tot U allen treed, is
het mij eene gioote voldoening
aan al degenen, die in hoogen of
lagen rang met mjj hebben samen
gearbeid, mijnen bijzonderen dank
voor de daarbij betoonde loyale
medewerking te betuigen en daar
bij den wensch uit te spreken,
dat het U allen, zoowel in Uwe
militaire als in Uwe persoonlijke
en gezinsomstandigheden, zeer
wel moge gaan.
Het is mijn diep gevoelden
wensch en verwachting, dat in
de deelen der koninklijke land
macht, welke gedurende vijf jaren
onder mijne hoogste leiding waren
gesteld, de alles beheerschende
waarden, gelegen in godsdienst,
gerechtigheid, trouw, opgewekt
heid en levensvreugde, d'e haar
toekomende plaatsen zullen blij
ven behouden.
In den staat en in de- weer
macht gaan de menschen, hoog
en laag gezeten, voorbij.Van
hunnen arbeid blijft het Iu;h1 of
de schaduw soms korten tijd
merkbaar.
Het vaderland, en onverbreke
lijk daarmee verbonden, het Huis
van Oranje, zijn in dit aardsch
bestel de blijvende waarden,
waarnaar een ieder met trouw en
vertrouwen, het oog te richten
heeft.
Leve de Koningin, Leve het
Huis van Oranje.
De luitenant-generaal, comman
dant van het veldleger, comman
dant der vesting Holland, gou
verneur der Residentie.
(w.g) W. Roëll.
Order van den nieuwen
commandant.
De nieuw benoemde comman
dant van het veldleger, luitenant-
generaal J. J. C. baron van Voorst
tot Voorst heeft de volgende
„algemeene order voor het veld
leger" uitgevaardigd
Officieren, onderofficieren, kor
poraals en soldaten.
Nadat ik eerbiedig gevoelens
van danken verknochtheid jegens
Hare Majesteit de Koningin tot
uiting heb mogen brengen, zij,
als commandant van het veldleger,
mijn eerste woord tot U gericht!
Niet alleen aan U, thans bij
het veldleger daadwerkelijk in
dienst, maar ook openlijk aan
allen, die voor herhalingsoefenin
gen of in geval van bitteren
ernst bij mobilisatie naar het
veldleger geroepen.
Het is om U te zeggen, dat ik
met vertrouwen het mij opgedra
gen, vooral in deze tijden verant
woordelijke, hooge commando
aanvaard, immers, ik weet mij
geschraagd door Uw vertrouwen,
mij reeds geschonken door het
feit, dat de Koningin mij tot dezen
post wilde roepen.
Dit vertrouwen waarborgt mij
Uw aller oprechte en blijvende
medewerking. Zij kome thans
meer dan ooit tot uiting in het
onafgebroken strevenVan den
officier en den onderofficier om
van de eenheid aan hen toever
trouwd van het enkele stuk
en de kleinste groep tot het re
giment, de brigade en de divisie
door voorbeeld, aansporing,
opvoedi ïg en opleiding het beste
te maken van een ieder om, al
dienende, zich met volle toe
wijding dienstbaar te maken aan
de zaak van 's lands veiligheid
en onafhankelijkheid en hoog te
houden den goeden naam en de
eervolle traditiën van zijn korps,
zooals deze door de jaren heen
zijn gesymboliseerd in het vaandel,
den standaard en den vuurmond
met hunne inscriptiën.
Immers ook de beste strijd
middelen ontleenen eerst hun
volle kracht aan hen, die deze
in onderling verband hanteeren.
En zoo zal ook de comman
dant van het veldleger naar
het voorbeeld van hen, die hem
voorafgingen en zijnen, door
krachtige werkzaamheid uitmun
tenden, onmiddellijken voorganger
op den voet volgende in het
bijzonder waar het geldt hetgeen
eenig vermoeden waar ze zijn kan P
- Neen, absoluut niet. Meneer
Budge had vermoeden», maar die
bleken niet juigt te zyn.
Mapleton keek den opzichter
onderzoekend aan, alsof by half
verwachtte te zullen hooren, wat
die vermoedens waren geweest.
Maar de ander maakte geen aan
stalten om hem iets te vertellen.
Martha up haar beurt keek haar
huurder onderzoekend aau, byua
tegen beter weten in hopend dat
de geleerde onderzoeker daar van
uieer dienst zou kannen zyn dan
haar landelijken aanbadder.
A; spoedig bleek bet dat mijn
heer Saiyle Mapleton een ver
moeden had, otscnoou hy er miD
ot meer aarzelend mee voor den
dag kwam en niet voor hij lengen
tijd aan de toppen van zijn snor
had staan draaien. Budge had
geen oog van hem af.
Ik weet natuurlyk niet veel
van uw dochter, behalve dat ze
my keurig bedient, zei hy einde-
lyk. Ik bedoel wat betreft
menschen van wie ze sympathie
heelt ot niet. Dat zult u zeif beter
weten, Is er niet iemand naar
wien ze om de een of andere
plotselinge reden kan zijn toege
gaan Meisjes hebben soms van
die vreemde ia velles,
Martha staarde hem wezenloos
aan. Ais raadgever ble-k hy al
eveD weinig waard,als Budge.
Zoo iemand is er niet, pro
testeerde ze. Eu al was er
iemand, dan is Brssie Dog Diet
het soort meisje om er midden
in deD nacht stilletjes van door
te gaan en my de doodsangst op
het lyf te jagen.
Ja u weet het natuurlyk het
beste, zei Map eton op den toon
'an iemand, die wel graag vrien
delijk wil zyn, maar die een zaak
die hem niet aangaat, een bee je
vervelend begint te vinden. Te
meer waar hy er do dupe van
werd]
Ei zou u me nu misschien
iets voor ontbijt willen geven
Het spijt me dat ik a op dit
oogenblik moet lastig vallen.
U zult direct uw ontbijt
hebben meneer, zei Martha, zich
flink houdend Het was den man
niet kwaljjk te Demon dat hy om
eten vroeg en hy deed het vrieDde-
lyk genoeg. Mapleton keerde zich
om en verliet de keuken, terwyl
Budge hem nastaarde. Hij was nog
geen tien seconden geweest)
toen hy zijD hoofd weer em de
dear stak.
(Wordt vervolgd).
AXELSCHE
COURANT.