Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch - Vlaanderen.
m
Ruwe handen
No 66
WOENSDAG 25 NOVEMBER 1936
52o .ïaarg.
J. C. VINK - Axel.
Buitenland.
FEUILLETON.
Hoe men Burgemeester wordt.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt 12.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENT1ÊN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Eerste J31ad.
De burgeroorlog in Spanje.
Met ongekende verbittering
wordt de bloedige strijd om Ma
drid voortgezet en tot een be
slissing is het nog steeds niet
gekomen. Beide partijen melden
vorderingen of voordeelen die
behaald zijn, doch men doet goed
aan diemededeelingen niet te veel
waarde of beteek^nis te hechten,
daar deze berichten nu al eenige
weken de wereld worden ingezon
den en steeds doen voorkomen,
of de inname van de hoofdstad
nog slechts een kwestie van
enkele uren is. Als zeker mag
echter wel worden aangenomen,
dat er veel bloed vergoten wordt
en het schoone Madrid zoo lang
zamerhand hetzelfde lot ondergaat
als de Belgische en Fransche
steden tijdens den wereldoorlog.
Er gaat bijna geen dag voorbij,
of hevige luchtbombardementen
zaaien dood en verschrikking over
de zwaar beproefde stad, waar het
leven voor de bewoners met den
dag ondraaglijker wordt. Dreigt
er geen gevaar uit de lucht, da.i
dreunt op den beganen grond het
kanon en ratelt het mitrailleurvuur
door de straten. De gevechten
concentreeren zich voornamelijk
in deNoordwestelijke universiteits-
wijk, die thans reeds sedert een
week het terrein is van een ver
bitterden slag.
Het merkwaardige van dezen
strijd is, dat het geen der beide
partijen bij de jongste gevechten
gelukt is, zich in de oorspronke
lijke stellingen te handhaven en
de posities, die aan beide kanten
moesten worden prijsgegeven, te
heroveren. Wel een bewijs, dat
beide partijen elkaar eiken duim
breed gronds met groote verbitte
ring betwisten. Al het levend en
ander krijgsmateriaal, waarover
men beschikt, wordt in den strijd
betrokken en zelfs vrouwen, kin
deren en grijsaards nemen er aan
deel.
Men mag zich afvragen, wat het
einde van al die verschrikkingen
zal zijn, nu het eens zoo trotsche
en machtige Spanje door den
burgerkrijg vaneen wordt ge
scheurd.
Een oorlogscoirespondent, die
eenigen tijd bij de strijdende
partijen in Madrid heeft vertoefd,
geeft van den wederzijdschen toe
stand aldaar het volgende relaas:
Het wintert thans in Madrid.
Plotseling is het weer omgeslagen
en een ijzige wind blaast door
de straten der gehavende stad.
Onder den egaal grijzen hemel,
die in de bergen nieuwen sneeuw
val verwachten doet, duurt de
uittocht uit de hoofdstad voort
lange rijen donkere gestalten tegen
de vale winterlucht, vrouwen en
grijsaards, die na dagen en nachten
van bange spanning en ontbering,
thans besloten hebben de geteis
terde stad voorgoed te verlaten en
een nieuwe woonstee te zoeken.
Velen hunner hebben als gevolg
van de voortdurende bombarde
menten reeds eenige malen moeten
verhuizen Anderen weer zijn na
zulk een- luchtaanval hardnekkig
teruggekeerd in hun oude wonin
gen,- wanneer deze althans nog
eenigermate bewoonbaar bleken.
En dat begrip „bewoonbaar" is
voor tal van Madrilenen een rek
baar begrip geworden in de laatste
dagenzij zitten niet zelden in
huizen, die als gevolg van den
granatenregenderafgeloopen week
niet slechts verstoken zijn van een
laatsten zweem van huiselijk gerief
maar waarin men vaak zelfs geen
venster meer aantreft om storm,
koude en mist te weren.
Door die holle venstergaten zien
zij uit op de ruïnes, die soms aan
de resten van Grieksche tempels
doen denken, al missen zij de
grootheid er van en de herinnering
aan een glorieus verleden. In de
ontruimde wijken aan den buiten
kant liggen de straten verlaten
het eenige gerucht, dat er door
dringt is het doffe gebulder van
het geschut ot het eensklaps fel-
opklinkende geratel van mitrail
leur- en geweervuur, wanneer de
strijd zich plotseling tot vlak in
de nabijheid verplaatst heeft. De
gure wind, die over Castilië komt
aansnerpen, blaast er binnen
strijkt overhel gebaisten plaveisel,
over granaattrechters, waarin zich
het drabbige water van de regens
der afgeloopen dagen verzameld
heeft en langs ontwortelde hoo
rnen.
In de bewoonde wijken hebben
de ploegen straatvegers handen
vol werk. Zij ruimen het puin
weg en soms zijn de scherven der
gebarsten en verbrijzelde venster
ruiten in een straat zoo talrijk,
dat men het vernielde vensterglas
op hoopen veegt, waar het glin
stert als bevroren sneeuw na den
storm.
Vol gerucht en bedrijvigheid
zijn die wijken thans. Men pro
fiteert dankbaar van het feit, dat
de nationalistische luchtmacht
door het slechte weer tot werk
loosheid gedoemd is en men her
stelt wat nog hersteld kan worden.
Doch de laaghangende wolken
bij het vallen van den avond
hebben de vrees van de Madri
lenen voor hernieuwde luchtraids
niet kunnen wegnemen. En toen
de duisternis zich over de stad
legde, begaven zij zich weer naar
de kelders, de tunnels van den
ondergrondsche en de andere
schuilplaatsen, die in de afgeloo
pen week tot dekking hadden ge
diend voor de neergeworpen pro
jectielen.
Duizenden begaven zich voor
het eerst naar het Oostelijk stads
deel dat volgens Franco bij
de komende aanvallen geëerbie
digd zal worden als gevechtsvrije
zone. Daar waren matrassen,
bedden en stoelen te krijgen, maar
de prijzen zijn hoog.
Er zijn enkele stadswijken, waar
de levensmtddelenvoorraad van
dien aard is, dat de restaurants
een paar uur geopend konden
worden. Het aantal trams, dat
nog rijdt, is echter zeer gering.
Op de Puerta del Sol en in de
zakenwijk ligt het verkeer nog
geheel stil, evenals op nog enkele
andere groote verkeerspunten.
Vreedzaam of mot geweld
De Britsche minister van finan
ciën, Neville Chamberlain, heeft
een rede gehouden, waarin hij
zeide, dat zonder de Vereenigde
Staten, Duitschland en Japan en
zonder de actieve medewerking
van Italië, de Volkenbond niet
meer in staat is den wereldvrede
te handhaven. De terugkeer van
de groote naties moet vergemak
kelijkt worden door er op te wij
zen, dat de Bond niet voorbestemd
is voor altijd alles in den tegen-
woordigen toestand te laten.
Er zijn middelen, waardoor ge
rechtvaardigde grieven, voort
vloeiende uit den tegenwoordigen
toestand, besproken kunnen wor
den en op vreedzame wijze kun
nen worden opgeheven. Indien
dat niet langs vreedzamen weg
kan geschieden, dan moeten wij
verwachten, dat het met geweld
geschiedt.
Duitsche duikboot gezonken.
Vrijdagmorgen is de Duitsche
duikboot O 18 gedurende een
lanceer-oefening in de bocht van
Lübeck tengevolge van een bot
sing gezonken. Van de beman
ning, die uit 20 menschen bestond,
konden er twaalf gered worden.
Geen der geredden bevindt zich
in levensgevaar. Acht man wor
den dus vermist en men moet hen
als verloren beschouwen.
Terschlilende berichten.
Langs de Oostkust van En
geland heeft een hevige storm
gewoed en de reddingsbooten van
Cromer en Winterton zijn vijf
maal uitgevaren om in nood ver-
keerende kustvaartuigen en vis-
schersschepen te assisteeren. Het
is hun gelukt de 10 man van een
treiter, die bij Yarmouth op het
strand was geworpen, met lijnen
te redden, maar een andere treiter
is aan de kust van East Anglian
in tweeën gebroken en met 9 op
varenden gezonken. Aan boord
bevonden zich een vader met 3 en
een andere met 2 zoons. De Lord
Mayor van Yarmouth heeft een
inschrijving voor de nagelaten
betrekkingen geopend.
Aan de grens bij Ferney is
een automobiel aangehouden,
waarin twee passagiers waren
gezeten. De douaniers stelden
een nauwkeurig onderzoek in en
vonden in den reserveband een
goudstaaf ter waarde van 270 000
franken. De bedoeling was deze
staaf, die voorzien was van het
stempel der Fransche bank, te
Genève te verkoopen. De auto
is in beslag genomen, de passa
giers zijn gearresteerd.
Tengevolge van een ont
ploffing zijn te Newcastle twee
huizen vrijwel geheel ingestort.
De kracht van de ontploffing
was zoo groot, dat een voorbij
rijdende motorrijder met fiets en
al de lucht in werd geslingerd.
Volgens het laatste bericht
zouden er acht dooden en negen
zwaar gewonden zijn.
Ook in Engeland mag een
man huwen met de vrouw, van
wie hij gescheiden is. De heer
Shaw, een 50-jarige Londenaar,
heeft van dit recht een ongewoon
ruim gebruik gemaakt. Hij is
voor de eerste maal van zijn
vrouw gescheiden in 1924 Eenige
jaren later kreeg hij spijt en stapte
opnieuw met haar in het huwe
lijksbootje. Ook daarvan kreeg
hij spijt, want niet lang daarna
scheidde hij opnieuw van haar.
In deze tweede scheidings
periode moest hij voor den rechter
verschijnen om zich te verant
woorden wegens achterstand in de
aan zijn ten tweede male voor
malige echtgenoote te betalen uit-
keering. Van deze gelegenheid
heeft de heer Shaw gebruik ge
maakt om te verklaren, dat hij
opnieuw spijt heeft en het voor
nemen koestert, met Kerstmis a s.
een nieuwe huwelijkspoging te
ondernemen met dezelfde vrouw.
Enfin, driemaal is scheepsrecht.
(Wordt vervolgd^
AXELSCHE
COURANT
Viaaibsche scneis door
dr. J. REN1ER SNIEDERS.
15)
Over mijn kind heeft zich nie
mand te beklagen, hernam de driftige
notansvrouw, hij is de goedheid zelve,
evenals zijn vader,
Goed en toegevend, herhaalde de
vrouw des huizes op schertsenden
toondan was hij wat minder vrij
postig in een anders huis, waar hem
niemand genoodigd heeft.
Ik blijf geen oogenblik langer
hier, riep de no'atisvrouw, bleek van
schaamte, bij deze smadelijke beje
gening.
Mijnheer Klipper kwam door den
hoop van kinderen gedrongen en fluis
terde de notarisvrouw in het oor
Ia bid u, neem me toch niet
kwalijk, dat....
Neen, mijnheer, dat verdraag ik
niet, onderbrak hem de beleedigde
vrouw met waardigheid, ik blijf geen
oogenblik langer in uw hui».
Bedaar, lieve juffrouw, hernam
de smeekende stem van den huisheer,
ik verzeker u, dat
Bedaren, bij zulk affront I riep
juffrouw Moihoven, terwijl zij in tra
nen uitbarstte; o, indien mijn man
hier ware
Ia verzeker u, dat mfln vrouw
hei niet kwaad met u meent
Welk een affront I vervolgde zijne
tnsschenspreeksiergemkkig dat de
herkiezing nabij ia.
Klipper verbleekte bij die bedreiging
voor hem klonk zij harder dan de
hardste donderslag in het gebergte.
Ik hoop toch niet,... stamelde
de terneer gesiagtn Klipper.
De eene vriendschap is de andere
waard, weende de beleedigde vrouw.
Klipper stond radelooshet kwam
hem op dit oogenblik voor, dat de
notarisvrouw het geluk van zijn vol
gend leven in de hand had en het
zelve zonder medelijden daar heen
wierp
Vergeef het mflne vrouw, sta
melde hij voortzij kent hare wereld
niet en
Hare wereld? riep de notaris
vrouw terzelfder»ijcl lachend en schrei
end, waar zou zij die geleerd moeten
hebben
Kom, Gnstaaf, zei Klipper, die
eensklaps een gelukkigen inval kreeg
kom jongen, geef mij de hand, ik heb
een schoon prentenboek voor u.
De jongen liet zich dit geen twee
maal zevgen en terwijl hij niet den
beteuterden huisbaas heen ging, nam
zijn moeder, om verder opzien teve.-
mijden, het besluit te gaan zitten.
Gedurende eenige oogenbhkken was
alles doodstil in de kamerde kinderen
waren wederom op de achterplaats en
de genoodigden, onder den invloed
'van het afgeloopen tooneel, zaten
eikaar aan te staren, alsof er niks
meer te vertellen was. Eindelijk ver
brak iemand de stilte.
En dat wil de vrouw van een
burgemees'er worden, zei eindelijk
juff<ouw Moihoven met bitterheid. Zij
veegde de tranen van haar wangen en
zag met een dreigenden blik naar de
plaats, waar juffrouw Klipper gezeten
God beware ens daarvoor, ant
woordde nu de vrouw van den school
meester, die de partij van den rent
meester onder den duim sterk genegen
was.
Nooit zal zij dat worden, sprak
de notarisvrouw met een onnavolg-
baren pruimmond,
MIJ-iheer Klipper is een braaf
man, hernam de vrouw van den school
meester op vaischeh toonmaar de
juffrouw is onverdraaglijk.
Daarom ook heeft hij onze stem
niet, zei de notarisvrouw nijdig en
met den wijsvinger op de tafel tikkend.
De onze ook niet.
De onze nog minder.
Ik had nog liever....
Dat gebeurt niet, zoo lang ik nog
een woord te zeggen heb-
Liever stemde ik twintigmaal
voor mijnheer den rentmeester Ovet-
weik.
Die een zedig en bekwaam man is.
Wiens vrouw een toonbeeld is
van eenvoudigheid.
Een rechte huishoudster.
Zoo snaterden de vrouwen opgewon
den legen den armen kandidaat.
Bij ons is men onverschillig, zei
de vrouw van den deurwaardermaar
nu ik gezien heb, wat hier omgaat...
Mijn man verkeerde nog aliijd in
twijfel, zei de vrouw van den dorps-
ontvanger bijtend, maar toch verzeker
ik u, dat in mijn huis nooit een stem
gegeven wordt aan den heidief.
Een heidief! herhaalde met diepe
verachting de vrouw van den school
meester.
Een heidief! riepen, kakelden en
miauwden op spottenden toon twintig
fijne stemmen tegelijkertijd door de
kamer*
A'les is verloren, riep Selm de
knecht, die hijgend bij zijn heer kwam
aangeloopen. Hij verhaalde hem de
gesprekken, die hij in de kamer had
afgeluisterd.
Alles is verloren! herhaalde Klip
per moedeloos.
Heer en knecht stonden sprakeloos
en met gebogen hoofd en re lerhar-
gende armen tegenover elkander.
Weet gij geen raad, Seim vroeg
Klioper, nu met een diepen zucht.
Selm, die een zeer vindingrijken
geest had, bedacht zich een oogen
blik en sprak aarzelend
Heeft mijnheer geen besten witten
wijn in den kelder
Ja, maar toch kunt gij ai die
v ouwen niet omhalen op zulk een
kostbaren drank, antwoordde Klipper,
verwonderd opziende bij een voorstel,
hetwelk zeo diep in de beurs kwam.
ik wilde de geestdrift der vrou
wen opwekken, hernam de knecht'.
Daarenboven konden de kinderen
voor de tweede maal de kamer komen
innemen, hernam de huisheer bezorgd
hoe zou de juffrouw dat opnemen
Neen, waarlijk, ik durf niet.
Kunt gij de juffrouw niet hier
roepen, waagde de knechten haar
onder een of ander voorwendsel in
uwe kamer opsluiten?
Neen, liever wordt ik dan geen
bu gemeester, antwoordde Klipper, ver
schrikt over het zonderlinge voorstel.
Selm bleef eenige oogenhliklren,
met de hand voor den mond staan
denken.
De gasten gaan vertrekken, sprak
i noöit vergeet, noch vergeeft men
he'geen vandaag gebeurd I»
den dag van heden ligt de zegepraal
van den wgerwolfl
60ci Bij Apothjen Drogisten
Dit nooit, riep Selm, met dezelfde
gebaren eu op denzelfden toon.
Liever geef ik heel mijn wijnkelder
ten beste, hernam Kiippe-ga, Selm,
maar zorg vooral, dat gij met de fles-
schen in de kamer zijt, voor de juf
frouw u in het oog heeft.
Laat mij beiijen, antwoordde
Selm, terwijl hij in twee sprongen op
den keldervloer stond. Toen hij twee
minuten later met eene vracht flesschen
beladen in de kamer trad, waren aller
oogen op hem gevestigd en er volgde
eene diepe stilte. De vrouwen knip
oogden en trapten elkander op den
voet. Wie ook had zich aan die luxe
verwacht, dewijl men op dergelijke
partijen, in de Kempen, na koffie ge
dronken te hebben, zich met een glas
bier bevredigde.
De vrouw des huizes was bij het
zien der wijnglazen bleek geworden
als een doode. Na een vlammenden
blik geworpente hebben op den knecht,
snelde zij de deur uit, met het doel
haar man op te zoeken.
Niet zoodra was zQ de deur uit, of
de gasten staken snaterend de hoofden
bij elkaar. Selm bemerkte dat de
wezens langzamerhand, evenals de
lucht, na een hevige donderbui ophel
derden, naarmate hij de glazen vol
schonk.
Er werd een leelilke bres In den
wijnvoorraad van Klipper geslagen.
Selm vond dat ook. Jonge, jonge,
mompelde hij, zulke kostbare wijn
voor al die vrouwen. Wat kost dat
burgemeestersbaantje veel geld, E> fla,
mijnheer Klipper heeft nog genoeg.