Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwseh- Vlaanderen.
51
VRIJDAG 23 OCTOBER 1936.
Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
FABRIKANTEN VAN ..ANTIEK".
FEUILLETON.
Hoe men Burgemeester wordt.
Binnenland.
I O.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt 12
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franc© ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
fierste Blad.
Het is voldoende bekend, dat
er vele menschen zijn, die als het
ware verzot zijn op oude artikelen.
Ze behoeven zelfs nog niet eens
„eeuwen" oud te zijn. In een
winkel van antieke voorwerpen
te Leiden zagen we zelfs spullen,
die we enkele tientallen jaren ge
leden nog in omloop zagen, als
een gewoon huishoudelijk artikel.
Er heerscht in die liefhebberij zoo'n
soort modesfeer en dat er koop
lieden zijn, die daar handig aan
weten te verdienen, is ook niets
nieuws, want ook dat euvel be
staat reeds jaren, zoodat men zelfs
spreekt van fabrikanten van an
tiek.
Een sprekend voorbeeld hier
van kunnen degenen gezien heb
ben, die Waterloo bezochten. Er
staat daar bij het museum, waar
een schilderij de slag bij Waterloo
voorstelt, een winkeltje, waar
allerlei artikelen, zgn. uit de eerste
jaren van de 19e eeuw, te koop
zijn en als Napoleon al de knoopen
aan zijn jas had gedragen, die te
Waterloo als knoopen van den
grooten Nap zijn verkocht, zou
zijn rok meer op een harnas der
Kabeljauwschen hebben geleken,
dan op een keizersmantel.
Maar sommigen zijn nu eenmaal
gek op die dingen, en dus is het
geen wonder, dat anderen er ge
bruik van maken, om een zoet
winstje te maken.
We lazen hierover nog eenige
sterke staaltjes, die wel vermel
denswaardig zijn, van de heer S.
Kalff in een nummer van „Ne-
derlandsch Fabrikaat".
De hooge prijzen, besteed voor
antieke stukken van een bekend
meesterteeken voorzien, verleid
den zoo schreef dhr. Kalff
de beunhazen in 't vak tot een
imitatie, die niet altijd bijtijds ont
dekt werd.
Er waren (er zijn nog) moderne
fabrikanten van oudheden, welke
zich b.v. toelegden op de ver
vaardiging van oud zilveren kin-
Vlaamsche schets d"or
dr. J. RENIER SN1EDERS.
6)
Den volgenden Zondag las men in
het weekblad een tweede artikel, waar
aan de opsteller al de kracht zijner
sierlijke redeneerkunde besteed had.
Na den heer Bernard Klipper als een
grondeigenaar en ontginner tot de
wolken verheven te hebben, oordeelde
hij, hem b| de geëerde stemmers te
moeten aanbevelen als de man, die
door zijn fortuin als door de verschei
denheid zijner kennissen, 't best ge
schikt was om de belangen der ge
meente naar ieders genoegen waar te
hemen.
Klipper las en herlas het loftaigend
artikel van het gedienstige weekblad,
en herhaalde, genoegelQk met het hoofd
knikkend, dat de opsteller een perel van
een schrijver was.
Een perel van een schrijver, her
haalde Selm Sokkers, den genoeglijken
hoofdknik van zijn heer nabootsend.
Wat zegt men in het dorp van
dergelijke artikelen vroeg Klipper,
met fierheid het hoofd opheffend.
Setm poogde de beweging van zijnen
Verwaanden heer na te doen, en ant
woordde met voldoening, dat het dorp
vol was van den naam van mijnheer
Barnardus Klipper.
Op dit oogenblik kwamen er men
schen voorbij het huis, die met hun
lange handbogen naar den doele gin
gen.
derspeelgoed, als waarmee men in
1612 den sultan van Turkije ver
blijdde, van apostellepeltjes, ge
dreven zilveren doozen, borden,
schalen, bekers, koffie- en thee
serviezen, enz. Die voorwerpen
waren vaak kunstig vervaardigd
en voorzien, behalve van een ver-
valscht merk, van een waas van
authenticiteit, dat ook de kenners
in de war bracht.
Mr. de Roever maakte in dit
opzicht gewag van den fabrikant
van een zilveren beker, welke
gezegd werd afkomstig te zijn van
den Leidschen burgemeester Van
der Werff, hem vereerd wegens
zijn heldhaftig gedrag gedurende
het beleg door de Spanjaarden.
Hij verried zich echter, doordien
hij als model voor het drijfwerk
op de wanden van den beker zich
bediend had van de voorstelling
op de schilderij van het beleg van
Leiden, in 1830 door G. Wappers
gepenseeld.
Een ander wist aan den man
te brengen een beker in den vorm
van een turfmand, geschonken
naar 't heette door Prins Maurits,
na de verrassing van Breda door
een turfschip, aan den dapperen
Héraugière. Maar 't werd gecon
stateerd, dat de teekening voor
het drijfwerk op dien zgn. histo-
rischen beker ontleend was aan
het graveerwerk van Jan Luiken,
die een eeuw na Prins Maurits en
Héraugière leefde.
Een ander bedrog had plaats
met den zilveren beker, dien in
1637 aan Nicolaas van Campen,
den bouwmeestervan den schouw
burg, vereerd moest zijn, en in
het bezit was van een lid der
Société Archéologique te Nantes.
De fotografie daarvan toonde ech
ter aan de Amsterdamsche oud
heidkenners, dat het hier een
nieuwe oudheid betrof, hetgeen
de Frar.sche bezitter echter niet
wilde toegeven. Ook Henri Ha-
vard kwam daartegen in verzet,
en de kwestie gaf nog aanleiding
tot eene „cause céièbe" in de
kunstwereld en vele discussies in
het Koninklijk Oudheidkundig Ge
nootschap.
Selm, zeg eens, hoe zijn de
schutters gestemd? vroeg mijnheer
Bernard, terwijl hij de leden der maal-
schappij van den edelen handboog door
het venster nakeek.
Heel het dorp is mijnheer toe-
gedaar, ha, ha, lachte de knecht; en
is dat wonder
Heel het dorp? vroeg mijnheer
Klipper.
Heel het dorp, herhaalde de
knechten voegde er by dat is te
zeggen, eenlgen zijn er....
Voor Overweik? vroeg Klipper
onderbrekend.
De hoefsmid, die daar voorbij
gaat, heeft zich gisteren laten om-
koopen voor twee flesschen brande
wijn, sprak Selm, terwijl hij den vin
ger dreigend vooruit stak naar het lid
van den edelen handboog.
Dat is gemeen, riep Klipper, rood
van verontwaardiging.
Dat is eerloos, riep Selm Sokkers,
terwijl hq tot achter de ooren rood
werd.
Ik zou mq schamen, stemmen te
koopen voor een teug brandewqn I
sprak Klipper, met een spottenden
schaterlach.
Welk een zedenbederf, sprak de
knecht, met diepen afkeer.
De kruidenier uit de buurt stapte
voorbq.
Die toch is mq welmeenend toe
gedaan, zegde Klipper.
Ja, zeker, welmeenend,...
Selm aarzelde wederom en bezag
mqnheer Klipper met een vragendea
blik.
Zeg maar Selm,
Qtsteren kocht de meid van den.
rentmeester een baaltje beste koffie in
sQa winkel en vanmorgen riepen da
Doch eindelijk kwam men het
adres van den onhandigen oud-
heden-fabrikant le weten het
onderhoud met hem behoort tot
mijne vermakelijkste herinnerin
gen, schreef mr. De Roever
en ontlokte hem de bekentenis, dat
de beker op zijn last vervaardigd
was om dien te verkoopen aan
een bekenden verzamelaar van
antiquiteiten, baron van Brakel te
Arnhem, die zich reeds herhaal
delijk met zulke „echte stukken"
in de luren had laten leggen.
Doch deze overleed voordat de
koop gesloten was en toen ging
het gecompromitteerde stuk naar
het Parijsche verkooplokaal, Hotel
Drouot, waar het 800 frs. haalde.
Dat ook in onze dagen de kunst
der oudheden-fabrikanten nog
bloeit, zou men willen opmaken
uil hetgeen in 1909 door A. A.
Kilsdonk werd medegedeeld over
de praktijken van handelaars, die,
wanneer zij een antiek zilverwerk
machtig zijn geworden, daarvan
ettelijke reproducties laten maken,
om ze als antiek ii) omloop te
laten brengen. Zij laten dan de
oude keur van het origineel op
de nieuwe imitaties overbrengen,
ten einde als bewijsmiddel te
dienen.
Een bekend antiquiteitenhan
delaar te Amsterdam, die doorging
voor een expert, had een antieken
zilveren bouiiloir gekocht en stel
de toen aan een zilversmid de
vraag, of hij kans zag een tweeden
bouiiloir te maken, volkomen ge
lijk aan de eerste.
Tegelijk maakte hij hem attent
op de hooge eischen, aan welke
de reproductie zou moeten vol
doen, en de moeilijkheid van eene
nauwkeurige navolging der bij
zonderheden van het origineel.
Zou hij tot die voorwaarden in
staat zijn.
„Ik denk het wel", antwoordde
de zilversmid en lachte witjes,
„want het stuk daar heb ik zelf
ook gemaakt 1"
Dit was den antiquair te veel
en hij stoof op. Zou hij denken
dat een man van zijne kennis en
ervaring zich met nieuw-oud had
laten bedotten
kinderen op de straat, dat mqnheer
Alexis Overweik reeds Burgemeester
was.
Voor een baaltje koffie? riep
mqnheer Bernardus Klipperdal schrqf
ik aan mqn vriend, den opsteller van
het weekblad.
Die hem met zqn scherpe pen
wel eens zal weten te zeggen, of het
echte mokka was. lach'e de knccvt
Ik heb honderdmaal gezegd en
geschreven, zei Klipper op den toon
van een diep doordrongen filosoof, dat
de wereld een slordig nest is, waarin
eigenbelang door baatzucht verdrongen
wordt.
Goed gesproken, mqnheer, ant
woordde Selm, en herhaalde, op den-
ztlfden toon, de leerspreuk van den
wqsgeer.
Selm
Mqnheer?
De baatzucht is toch een wonder
ding.
Een wonder ding,
Dat ding spreekt alle talen, het
speelt alle soorten van rollen, zelfs dat
van onbaatzuchtigheid. Weet gq, wie
deze leerspreuk gevonden heeft ?..,i
De groote Rochefoucauld.
La Rochefoucauld, stotterde Selm,
terwqt hq van bewondering de handen
ineen sloeg.
Na een oogenblik van stllzwqgen
hernam Klipper met bitterheid I
De hoefsmid, die voor een paar
flesschen brandewqn zqn stem verkoopt
is een valschaard.
En de kruidenier een verachteiqk»
leugenaar, liet de knecht er direct op
volgen,
Menschen zender eergevoel, wind-
hanen, weerwljzeri, riep aQnheer Klip»
i per»
Doch de ander toonde hem
enkel het miniem-kleine meester
teeken, dat elke zilversmid op zijn
werk brengt en de in 't vak
vergrijsde expert moest zich ge
wonnen geven.
Ook hier mocht men denken
aan het Fransche spreekwoord
„Le vrai moyen d'être trompé,
c'est de se croire plus fin que les
autres".
Het vorsteiyk hnweljjk.
Naar gemeld wordt, heeft H. M.
de Koningin thans de Groote of
St. Jacobskerk aan de Riviervisch-
markt te 's-Gravenhage aange
wezen voor de kerkelijke inzege
ning van het huwelijk tusschen
H. K H Prinses Juliana en Z. H.
Prins Bernhard.
In deze kerk is destijds ook
het huwelijk voltrokken tusschen
H. M. de Koningin en wijlen
Z. K. H. Prins Hendrik.
Voorts wordt gemeld, dat het
vorstelijk huwelijk zeer waar
schijnlijk in de eerste helft van
Jan. 1937 zal worden voltrokken.
Comité „Dames van 1909".
Bij de vele comité's, die zich
moeite geven voor huwelijks-
cadeaux voor het Prinselijk Paar,
is er thans een gekomen, ge
naamd „Dames van 1909". Het
doel is namens alle vrouwen, die
in hetzelfde jaar als de Prinses
geboren zijn, een bloemenhulde
te brengen op den dag van het
huwelijk.
Monument voor de
Koningin-Moeder onthuld.
Woensdag is te Soest een mo
nument voor de Koningin-Moeder
onthuld. Het beeldhouwwerk is
geplaatst op het Kerkplein, in de
onmiddellijke nabijheid van de
Ned. Herv. kerk. Het is een een
voudige baksteenen zuil, met daar
op een medaillon, vertoonende de
beeltenis van de overleden Vor
stin, in steen gehouwen.
Ondanks het slechte weer was
er in het met vlaggen versierde
dorp een groote drukte. Bij aan-
Overloopers, verraders, schlsma-
tieken, riep de knecht, met nabootsing
van toon en houding zijns meesters.
Een kwartier later wandelde Bernard
Klipper naar de herberg, waar de maat-
schappq van den edelen handboog ver
gaderde.
Is dat Nardus Klipper, die ginds
aankomt? vroeg de hoefsmid.
Ja, de kleine kladder, was hef
spottend antwoord van den kruidenier,
die zes jaar geleden, in het verven
van mqn huis, een staaltje zqner kunst
toonde.... Nog heden is de verf niet
droog.
In dien tqd verfde hq ook mqn
huis, van binnen en van buiteu, liet
de smid er op volgentwee maan
den later viel de kleur af.
Welk een verwaand kerellje.
Hoe hq dat hoofd met zijn on
beduidend verstand in de hoogte steekt.
Waar drommel hq toch geleerd
heeft zoo met de armen te zwaaien.
Zqn vader, Bouifacius, zat ook,
als een krielhaantje, vol hoovaardq,
Eeu aardje naar 't vaartje.
En dat kaboutermanneke wil lid
van den gemeenteraad worden. Er
gebeuren hedendaags wondere dingen,
De zoon van Bonifacius Klipper,
is dat gemeend?
Leest gq het weekblad
Nu ja, maar wie weerga, zal
zich toch eraan gewennen, den armen
Nardus, mqnheer den raadsheer te
hooren noemen
De kleine David werd wel koning,
lachte de smid.
Een arme herder werd wel eens>
paus van Rome, schaterde de kruide»
nier.
-Gij ziet wel, d«t alles kan ge-
komst op het plein werd H. M.
door 1200 schoolkinderen een
zanghulde gebracht.
Na een rede van den burge
meester van Soest en den voor
zitter van het comité uit de bur
gerij, sprak H. M. de volgende
woorden
Het is mij een bijzondere vol
doening dat het mij mogelijk was,
heden hier aanwezig te zijn en
gevolg te kunnen geven aan uw
verzoek, het monument ter
nagedachtenis van mijne geliefde
moeder opgericht persoonlijk
te onthullen, temeer waar dit de
liefde, de trouw en de toewijding
vertolkt, van de bevolking van
geheel Soest.
Het waren hechte en zeer bij
zondere banden, die deze gemeente
aan Haar verbonden. Groot was
Hare belangstelling en groot was
Hare liefde voor de bevolking.
Hare daden hebben dit menigmaal
bewezen. De gevoelvolle woor
den, welke u mijnheer de burge
meester en u mijnheer de voor
zitter van het comité aan Haar
hebt gewijd, hebben mij diep ge
troffen. Waar dit gedenkteeken
voor mij het symbool is van de
liefde, welke het gemeentebestuur
en de ingezetenen van Soest
Mijne Moeder toedroegen, daar ga
Ik thans gaarne over tot de ont
hulling van het door u opgerichte
monument.
Daatop volgde de onthulling.
Mej. H. Deketh, dochter van
den burgemeester en mej. A. M.
Dammers, dochter van den voor
zitter van het comité, deden het
doek vallen en zichtbaar werden
nu het medaillon van witte na
tuursteen, dat wijlen Koningin
Emma met weduwkap voorstelt,
en de gedenksteen van hetzelfde
materiaal, vermeldend de oprich
ting van het monument als dank
bare herinnering.
Tijdens de onthulling heeft de
muziek het Waldeck Pyrmont-lied
doen hooren, herinnering aan het
geboorteland van haar, die ons
land zoozeer ten zegen is ge
weest.
Toch zal het niet gebeuren, dat
de nieuwbakken heer mqn slem krqgt.
Ik stem -voor geen heldief.
Zou de groote heer zich vandaag
vernederen, den voet te zetten in d«
maatsctiappq van den edelen hand
boog
Wier leden hq met den bijnaam
van gewoon ambachtsvolk betitelt?
De aanraking met de gemeene
klas, bevlekt immers den naam van
den rentenier? Zei dat zqn lange,
gierige vrouw niet
Zqn vrouw, die den k'sinen klad
schilder, na de inbraak in de schatkist,
met de blQspiJp op en af door het hals
Deg?
De twee sprekers, die aan een
tafei bq den doele zaten, hielden elk
een schaterlach In, want mqnheer Bern
hard Klipper kwam zich bq hen neder
zetten.
Na drie of viermaal met den hoef
smid en den kruidenier geklonken te
hebbee, trok hq den laatste, van wieo
de rentmeester een baaltje koffie had
gekocht, opzq en vroeg hem of het
waar was, dat de olie opsloeg,
Ontzaglqk, mqnheer, was het ant
woord, evenals de vetkaarsen.
Gaarne deed ik van belden mga
geheelen voorraad voor het jaar op,
hernam mqnheer Klipper.
M jnheer zal gediend zqn, de prgl
is
Ik vraag u geen prqs, dewqi ik
u voor een eeriqk man houd, ant
woordde Klipper, zqnen tusschenspre»
ker daarbq gemeenzaam op den schen
der kloppend.
(Wdfdt Vttvolgd).
AXELSCHE