i Nieuws- eu Advertentieblad voor Zeeuwse li - Vlaanderen. SPORT en LIRFDI. No. 46. DINSDAG 15 SEPTEMBER 1936. 52*» Jaarg. J. C. VINK - Axel. Nederland in geestdrift. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt 12. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Allerwege in den lande is er gefeest en gejuicht om de ver loving van onze Kroonprinses. Het was of de gemoederen, die ongetwijfeld bij velen in spanning waren gebracht, toen onze Ko ningin Wilhelmina Hoogstderzelve persoonlijk ons de tijding per radio mededeelde, dat haar Doch ter Juliana was verloofd met Prins Bernhard van Lippe Biesterfeld en ook deze doorluchtige perso nages ons van hun geluk kond deden, of die gemoederen zich ontspanden en tot uiting kwamen. We gelooven zelfs, dat op dat moment vele tranen van blijdschap zijn bedwongen geworden of afgeveegd. Het kwam ons alles zoo ver trouwelijk, minzaam, zoo onge kunsteld en heelemaal niet van uit de hoogte, waarop een Vorstin toch eigenlijk tot Haar volk kan en mag staan neen, de Koningin stond hier naast Haar volk en niet er boven. Zij voelde, en eveneens ook het jonge paar, dat het volk het geluk met hen deelde. Het is eigenlijk alles gegaan als een sprookje en toch zoo een voudig en werkelijk als een bur gerpaartje. Een medewerker van de N. Rott. Crt. typeert het zoo duidelijk, als hij zegt Had „Prins Benno" zijn intocht in Nederland gedaan, de borst beladen met eereteekenen, in een snellen extra-trein, omgeven van geheimzinnige hofdignitarissen enz. enz., ochhet zou ons óók best zijn geweest, maar veel gezegd had het ons niet, omdat wij er niet veel van begrepen zouden hebben. Maar dit: het Fordje, met twee die het „erg eens" zijn voorin, de telefonades, het sportveld, de jongeman die wil werken in deze maatschappij in een heel gewone „baan", die heel knus in een ge kleurd slap boordje de residentie binnenrijdt, dat begrijpen wij, dat is van onszelf, dat zijn wij zeiven. En dat in dat heel gewone zich toch iets heel groots voltrekt, dat het meest ideëele zich hier kleedt en één wordt met het meest alle- daagsche en reëele, dat brengt ons in dien feestelijken roes van deze dagen, waarin de wereld en de menschen weer mooier, jonger, meer belovend ons voorkomen te zijn dan ooit te voren. Dat geeft en versterkt ons datgene, zonder hetwelk te leven onmogelijk is de Hoop. Dat ook nü de gewone gezins- dingen een ongewone waardigheid verkrijgen en daaruit het Eeuwige opschijnt en dat wij dat zien mogen en kunnen, daarin ligt wel de grootheid van dezen feestelij ken tijd. De holde te 's-Gravenhage. Het is Zaterdag een overwel digend défilé geweest in de Re sidentie voor het jonge paar. Zel den heeft in ons land een zoo grootsche huldebetooging plaats gehad. Een eindeiooze stoet, waarvan het aantal deelnemers op 45.000 wordt geschat, is langs het paleis aan het Noordeinde ge marcheerd, gadegeslagen door H. M. de Koningin, Prinses Juliana en Prins Bernhard, diens moeder en broeder en de Prinses van Erbach Schönberg. Stormachtig werd de Koninklijke familie steeds weer opnieuw toegejuicht door de voorbijtrekkende groepen, met muziek- en zangvereenigingen. Uren achtereen is, in een bijna matelooze vreugdestemming, de kilometerslange stoet langs het paleis getrokken als een indruk wekkende demonstratie van aan hankelijkheid aan ons vorstenhuis, van vreugde om het jonge vorste lijk paar. Omringd door hen die hun dier baar zijn, stonden daar urenlang de jonge verloofden op het balkon van het paleis, aanhoudend te wuiven als dank voor de hulde, hun beiden gebracht. Precies vijf uur begon het de- filé en het was acht uur, toen de laatste groep, even luide juichend als de eerste, voorbijtrok. Al dien tijd had daar een gelukkig men- schenpaar gestaan en, getroffen, geblikt in ontelbare oogen, waar uit de vreugde hun tegenstraalde. Men voelde het zoodeze demon stratie was toch weer anders dan zoovele andere optochten en de- filé's. Hier was een band van mensch tot mensch, onzichtbaar, doch ondubbelzinnig aanwezig. Reeds omstreeks drie uur was op het Nassauplein een aanvang gemaakt met het opstellen van den stoet. Dank zij de goede voor bereiding vertoonde het afmar- cheeren vrijwel geen haperingen en bij het defileeren voor het paleis konden gapingen worden voor komen. Er werd een stevig marsch- tempo ingehouden en wanneer men nu weet, dat in rijen van vijf of zes werd gemarcheerd, kan men nagaan, dat in drie uur tijds een zoo groot aantal demonstran ten de Prinses en den Prins heeft kunnen toejuichen. De wachtende menigte er waren vele menschen bij, die in den loop van den ochtend reeds een goed plaatsje hadden gezocht in de nabijheid van het paleis en vouwstoeltjes en proviand hadden meegenomen kortte den tijd met het zingen van vaderlandsche liederen en het geroep van „Lang zullen ze leven". Toen het halfvijf was geworden, begon het publiek onrustig te worden en telkens weer klonk het in spreekkoor „B E N.N.O." totdat de politie verzocht, hiermede op te houden. De E.H.B O. en Roode- Kruismenschen hadden het in- tusschen ook reeds druk gekregen, want velen kregen het, na uren lang staan in de zon, te kwaad en moesten naar een koelere plaats worden gebracht. Er waren in aangrenzende straten eenige hulp posten ingericht en in het paleis was beneden een ruim vertrek ter beschikking gesteld, waar de ern stige patiënten per brancard wer den heengedragen. Toen de Koninklijke familie op het balcon van het paleis ver scheen, werd zij stormachtig toe gejuicht, waarvoor minzaam bui gend en wuivend dank werd ge bracht. Zooals gezegd, nam het voorbij trekken van den stoet ongeveer 3 uren in beslag. Het slot werd gevormd door korpsen van de Haagsche politie. Tref fend klor.k daarna het Wilhelmus van de huzarenkapel. Ovatie na ovatie klonk na het spelen der volksliederen. H M. de Koningin en haar gasten trokken zich daarna in het paleis terug. Het verloofde paar vertoonde zich nog even voor een der ramen van het paleis en daarmede was de plechtigheid afgeloopen. Het publiek bleef echter sfaan tot een hoofdinspecteur van po litie een auto beklom en per scheepsroeper tot de menschen- menigte zeide: „De Prinses en de Prins laten u hartelijk danken voor uw huldebetuigingen. He denavond zullen zij niet meer op het balcon of voor de vensters verschijnen. Namens H. M. de Koningin verzoek ik u rustig en kalm het voorplein van het paleis te verlaten". Hieraan werd onmiddellijk ge- vo|g gegeven en de menigte ver spreidde zich in de binnenstad, waar het tot laat in den avond ontzaglijk druk bleef. Zondagochtend woonde de Ko ninklijke familie de godsdienst oefening in de Bethlehemkerk bij, terwijl in den namiddag een auto tocht werd gemaakt naar den Ruy- genhoek. Gisteravond is op het Malieveld te 's Gravenhage een schitterend vuurwerk afgestoken ter eere van het jonge paar. H.M. de Koningin kon wegens een lichte verkoud heid hierbij niet tegenwoordig zijn. Aanst. Donderdag zal een be zoek worden gebracht aan Am sterdam, waar in het station even eens een grootsche huldebetoo ging zal plaats hebben. Het aanstaande huweiyk. Ongetwijfeld zal door duizenden in den lande worden uitgezien naar nadere mededeelingen over het aanstaande huwelijk van Prin ses Juliana met Prins Bernhard. Een speciale verslaggever van de „Tel." heeft ter bevoegder plaatse informatie's ingewonnen en daar bij is gebleken, dat de datum voor het huwelijk nog niet is vastgesteld maar dat mag worden aangenomen dat deze plechtigheid naar alle waarschijnlijkheid zal plaats vin den over ongeveer twee en een halve maand, dus vermoedelijk in begin December. De vaststelling van den datum is nauw verbonden met de af doening van het ontwerp van wet inzake de naturalisatie van Prins Bernhard. Als regel geldt dat niemand het Nederlanderschap kan verkrijgen, wanneer hij niet vijf achtereenvolgende jaren in het koninkrijk gewoond heeft. Om redenen van staatsbelang kan van deze bepaling worden afgeweken. Die afwijking zal nu geschieden ten aanzien van den aanstaanden gemaal van onze Kroonprinses. Met zekerheid kan aangenomen worden, dat niet afgeweken zal worden van de traditie, dat het vorstelijk huwelijk in de residentie zal worden gesloten. Gelijk in Februari 1901 het geval was, toen H.M. de Koningin met wiilen Prins Hendrik der Nederlanden in het huwelijk trad, zal het aanstaande trouwfeest dus ook te 's-Graven- hage gevierd worden, met al den luister daaraan verbonden. Men neemt aan, dat bij de vaststelling van het programma voor de huwelijksplechtigheid de zelfdeantecedenten gevolgd zullen wotden als bij vroegere vorstelijke huwelijken. De eigenhandig door H K.H. Prinses Juliana en Z. H. Prins Berhard op te stellen huwelijks aangifte zal in ontvangst worden genomen door een hoofdambte naar van het departement van Justitie, welke deze aangifte zal aanbieden aan den burgemeester van de residentie, ter verdere ver vulling van de formaliteiten voor den vorstelijken ondertrouw. Het burgerlijk huwelijk zal vol trokken worden ten paleize aan het Noordeinde en bij deze plech tigheid is het te verwachten, dat, evenals in 1901 het geval was bij het koninklijk huwelijk, de minister van justitie zai fungeeren (W«rdt *«t»eigd,) AXELSCHE it*» COURANT. 42) O, dat Is dolgezellig, waardeerde Maija en Eily knikte vrooiyk. —Leuk, dan boef ik ook niet alleen terug te komen. O, ik dacbt, dat jij mee naar Londen ging 7 Maija deed ernstig verwonderd. Ja, dat is te zeggen, ik zal in ieder geval een koffer meenemen, zei Elly. Dan kan ik op de boot beslissen. Ben je nu niet bang meer om te haperen 7 informeerde Lucie. Maija knikte. Bang ben ik nog, maar ik wil nu niet langer stndeeren, ik speel het anders dood. Lucie staarde uit bet venster. Het kostte haar beel veel moeite haar aandacht bij het gesprek te houden. Voortdurend dacht ze aan Fokke. Waarom komen ze 7 vtoeg ze in stilte. Ze denken mfj te aioeten opbeuren of af te leiden, dat is beelemaal niet noodtg. Ik oen liever alleen, Etly en Mtrja praatten samen over dc reis naar Londen en Lucie deed haar best te luisteren. Ik heb een brief van Huberman, vertelde Marja. Hij schrijft mij alleraardigst. Hij heeft zooveel over mij gehoord vaa de directie van het conservatorium en stelt zich erg veel van mijn spel voor, Hq heeft mij nog allerlei belangrijke raadgevingen ge geven eu hoopl, dat wfl prettig samen zullen werken, Ik hoorde nu voor het eerst, dat er nog meer concerten ge geven zullen worden, ais ik valdoe, moet ik nog meer spelen. Dus dat is dan al een goed begin. Elly had een critieklooze bewon dering, maar Lucie vroeg: ,Hoe gaat dat dan, moet je dan onvoor bereid tets spelen of geven ze je den tijd voor het instudeeren? Je hebt toch voor het eerste concert repetities genoeg met het orkest, moet je dan het andere zoo maar van het blad af spelen 7 Ach neen, ik heb toch mijn X imenrepertoire, daar is keus genoeg bij en daar ben ik goed in. Die re petities met het orkest vallen dan wel mee, als je eenmaal op elkaar bent ingesteld, gaat het vanzelf. Eily sprong op. Kinderen, mijn man wacht, hij zou nog boodschappen met mij doen, ik krijg een cadeautje van hem en dat zouden wij koopen. Ze was al bi] de deur, Maak het je niet moeilijk, ik kom er wel uit, riep ze vrooiijk. Tot morgen dus aan den trein. Tot morgen, zeide Lucie en veelde een pijn in haar hart. Daar ging Elly met haar man en zij..., Marja keek haar zwijgend aan. Toen Elly weg was legde zij plot seling haar hand op die van Lucie, Qaat het? vroeg ze iunig, Ja..,. Lucie haalde diep adem, ik heb daarstraks een telegram gekregen. Alles is goed, de machine is In de beste conditie en Fokke maakt een prachtige snelheid. Ze moeten wei een onbekende route vliegen, maar te doen alles op radiopeilingen, natuurlijk. Rode is ook erg flink Het is natuurlijk vreemd zonder Van Hey- ning, die hem in alles begreep, maar Rode heeft ook al veel meegevlogen op vtrre techtea, dus dat scheelt, Morgen landen ze bfl de eerste offici- eele controle, en dan zal hij schrijven. Duynsteer liet ons ook groeten. Ze wisselen eikaar aan het stuur af. Niet bang meer? Marja vroeg het vol zachtheid. Dapper schudde Lucie het hoofd. Neen, ik ben niet bang meer, alleen heb ik nog dat vreemde gevoel, ik begr|p zelf niet wat het is, ik sou het ook niet kunnen uitleggen. Ze zweeg plotseling en dacht na. Marja zweeg eveneens. Ze wachtte totdat Lucie weer iets zou zeggen. Als ik haar moed in spreek, zou het schijnen alsof we geen vertrouwen hadden, dacht ie. En dat zou toch dwaasheid zijn, waarom zouden we niet vertrouwen. Zie je begon Lucie weer, het is niet, omdat ik geen vertrouwen heb, het is iets geheel anders, het is net, alsof ik heel dicht bij Fokke ben en alsof hij mij veel meer neodig heeft dan anders. Ik verbeeld mf, dat hg ock meer aan rag denkt als op zgn vroegere tochten. En vind je dat dan niet heerigk, mg dunkt, dit moet je helpen. Boven- dien, de tocht is juist zoo kort. Ze gaan toch gedeelteigk langs de route van Kingsford Smith 7 Jt, gedeelteigk, daarna vliegen ze over een nog niet bevlogen gebied. Fokke heeft een massa opdrachten mee. Het is geen gemakkeigke vlnchi. Tot nog toe heeft hg geen der an deren gezien, ik denk, dat hg nog de eerste is, koers verliezen kan hg niet, ze vliegen op de kaart, het kompas en op radiopeilingen. Bovendien hebben ze een goeden zender aan boord, Wel, kijk eens aan, ikgeloof.dat Fsklca neg als wianaar aal aankomen. Marja lachte, wil je mq nog ken nen, als je man met roem overladen terugkomt Lucie scheen het niet te hooren. Neen, zeide ze peinzend, neen, ik ben niet bang, er is iets anders, het is net alsof hq mg roept, begrgp je 7 En dat maakt het mg zoo raoeligk, dat alleen. Je moet je niets gaan inbeelden, dat is altgd gevaarigk, ook voor Fokke, ik geloof sterk aan telefathie. Marja was ernstig. Lucie keek haar plotseling aan. Dat is het juist waartegen ik strgd, daarom doe ik ook dit werk, legde ze uit. Dat houdt me bezig, bezorgt me afleiding, Marja nam het Engelsche boek op en keek er in. Een technisch werk, moeiigk hè 7 Dat is een goede bezig heid. Ach, moeiigk, Ik ken goed E«- gelsch en bovendien ben ik een bee'je technisch onderlegd door mfln vroe gere studie en den omgang met Fokke. Marja knikte. Ze legde het boek weg. Lucie, zeide ze ernstig voor dat ik nu wegga, wilde ik je toch nog iets zeggen, denk niet te veel aan nare dinger, denk goed en vroolflk aan Fokke en wees vooral opgewekt. Gedachtenoverbrengiug bestaat, geloof mfl, ik heb dit meermalen ondervon den. Lucie zat stil voor zich alt te kgken, maar toen Marja zweeg, begon zg zacht te praten. Ik was eerst ook niet bang, maar toen ik al die maatregelen zag op het terrein bg den start, dat uitwegen van de machines en al die voorbereidingen, viel het ineens op «g en kan ik het maar niet vergeten, het maakt me el* lendip, Als ik 's avonds naar bed ga, en Slapen wil, lukt mg dat niet, ik zie aldoor Fokke en Ze zweeg plot- seling. Haar handen trilden, toen ze het vertaalwerk naar zich toetrok. Marja keek er naar, zg legde met een teeder gebaar haar hand op Lucie's beide handen. Toch moet je er legen vechten, zeide ze, je moet. En denk eens aan, morgen schrgft hg je naiumigk een brief, dan zal het alles beter worden. Ga morgenavond mee naar Rotterdam, het zal je afleiding geven en ik vind het prettig je lief gezichtje nog te zien voordat ik wegga. Morja stond op. ik heb nog eee massa te doen en mfln pas moet ik ook nog halen, ik zon daarvoor am twee nor op het stadhuis zfln. Z-- keek glimlachend op Lucie neer. Ik zeg je niet goeden dag, enkel maar tot morgenavond. Dag kind. Ja, tot morgenavond, antwoordde Lucie gedach'enioas. Plotseling her innerde zfl zich, dat zg de kleine porte-bonhenr, die zg Fokke gegeven had, om zgn hals h«d zien hangen toen hg haar voor het laast omhelsde. Voor het laatst, dacht ze met schrik, neen, neen, niet voor het laatst, Fokki zon terag komen, Elly had het ge zegd, Eiiy en Anna en Marja, ja, Marja ook, zoo dacht Lucie. De deur sloeg achter Marja dicht en Lucie vouwde haar handen tegen haar borst en flaisierde innig Fokke, o, Fokke. Maar dan vermandn zij zich en trok haar vertaalwerk naar Zich toe, dat bezorgde haar afleiding had ze immers gezegd.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1936 | | pagina 1