'ÏVOROL I
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- Vlaanderen.
SPORT en LIEFDE.
Sbetö matwatgoedb
No. 21
_VRJJD A G1^9 JUNI 1936
o2e Jaatg.
J. C. VINK - Axel.
Waarom wegloopen
FEUILLETON.
Binnenland.
XT!*1 i v l/rt\
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt 12.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
-Eerste Blad.
De toestand is niet erg aanlok
kelijk. Jezus heeft vele volgelin
gen. Heusch meer dan twaalf.
Hij is een goed spreker en hi
weet te boeien. Bovendien heelt
hij wonderen verricht. Ook niet
alledaagsch. En er wordt heel
veel over hem gesproken.
Wij in onzen tijd zouden zeg
gen de dominee heeft aanhang.
Dominee's die altijd stampvolle
kerken hebben, weten dat wel.
De schare vindt hem interessant.
Hij zegt de dingen zoo raak. En
van af den hoogen kansel mag
men dat wel. Als hij maar niet
tot ons persoonlijk begint. In de
kerk en in het openbaar behoeven
we het ons niet aan te trekken.
Zoo ongeveer zie ik ook Jezus
daar te midden van zijn vol
gelingen. Wat een aanloop. Welk
een belangstelling. En er is on
derling debat. Elk oogenblik
gehaspel onder elkaar. Murmu
reert niet, zegt Hij. Maar ze
luisteren er niet naar. En even
later vraagt Hij Ergert u lieden
dit? Ziet u wel? Hij komt ze
te na. Hij heeft gepreekt in de
Synagoge en het is op den man
af geweest. Deze rede is hard,
zeggen de toehoorders. Niet om
aan te hooren, zóó hard. Ergert
u dit Natuurlijk.
En zonder pardon gaat Jezus
verder: Niemand kan tot mij ko
men, tenzij dat het hem gegeven
zij van den Vader.
Alsjeblieft. De leer der uitver
kiezing. Praedestinatie. Daar
gaan we niet mee accoord. Dat
is te orthodox. Afscheiding: „van
toen af gingen velen zijner disci
pelen terug en wandelden niet
meer met hem". En dan vraagt
Hij aan Zijn twaalf getrouwen
Wilt gij lieden ook niet weggaan
Dat zou sarcasme kunnen zijn.
Al die belangstelling, al die
volgelingen, al dat naloopen van
Hem kent Hij. Hij weet er de
waarde van. Het is of er een
lachje om zijn lippen speelt, ter-
*k durfde niet.
smakelijke,bruine Jus van..
jjPIES TABLET VOOR 4L.Ö CT.
PES TABLET VOOR 5 L.8 CT.
wijl hij dit zegt. En als Petrus
natuurlijk Petrus weer
uitroept: Tot wien zouden we
heengaan dan nog raakt Hi,
daarvan niet onder den indruk,
want even later zegt HijEen
van u is een duivel. Ziet ge
dat is het sarcasme. Hij heeft
ze dóór. O, Hij weet zoo precies
wat het waard is gevierd en ge
eerd te worden. VandaagHo
sanna. Morgen Kruist Hem.
Maar er is ook droefheid in
dit woord. Een innerlijke droef
heid, die niet naar buiten uitbreekt
in sentimenteel snikken of zoo.
Geen droefheid om medelijden
op te wekken. Geen droefheid,
die Hem vrouwelijk zwak maakt.
Zijn droefheid zit dieper. Waar
achtige smart is niet iets waar
een mensch mee te koop loopt.
De smart van Jezus pijnt zijn ziel.
Dat is de Gethsemané-smart. HJ,
wilde ze allen wel om zich heen
behouden. Hij wil allen binden
aan het hart van Zijn Vader. Maar
zijn hoog idealisme krijgt een mep.
Zijn droefheid is het leed om de
'wereldGij hebt niet gewild
Sarcasmeomdat hij wist, wat
het waard is gevolgd te worden.
Droefheid omdat hij verloren ziet,
wat Hij redden wil Eindelijk ook
diepe ernst om wat op hetspel staat.
Weggaan? De kerken loopen
leeg. De bekende ds. Le Roy
heeft de statistiek van het Her
vormd Kerkbezoek in Amsterdam
gepubliceerd. Er is niet veel
meer over. Van heel Amsterdam
zijn er nog maar 8000 trouwe
kerkgangers. Allen loopen weg
Waarom Misschien omdat het
geestelijk denken geen gelijken
tred houdt met den modernen tijd.
Onze tijd vraagt een and're preek
dan voor zooveel jaren terug. Wij
willen een gespannen geest en het
woord van een diezijn tijd verstaat.
Ze deden beiden krampachtig hun
En als dat niet komt: gaan we
weg. Wilt gij ook niet weg gaan
Dat is de droefheid van jezus
uit Gods eigen hart. En wij Hij
vraagt het vandaag zonder sarcas
me, zonder droefheid, maar met
een heiligen ernst. Heer, waar dan
heen Tot U alleen.
Leekebroeder.
Koninklijk bezoek.
Na de openingsplechtigheid van
de nieuwe Waalbrug te Nijmegen
zijn de Koningin en de Prinses
Dinsdagavond per trein naar
's Hertogenbosch gereisd. Na
aankomst in de Brabantsche
hoofdstad zijn de vorstinnen naar
het gouvernementspaleis gereden.
Overal langs den weg werden
de Koningin en de Prinses har
telijk toegejuicht.
Woensdagmorgen reed de Ko
ningin uit voor een bezoek aan
de Veemarkthallen. Na een korte
rondrit door de stad bezocht de
Koningin, vergezeld van Prinses
Juliana, de kathedrale basiliek van
St. Jan, alwaar de bisschop het
hooge gezelschap rondleidde.
Namens priesters en broeders
wetd in een plechtigheid, welke
een' streng particulier karakter
droeg, aan Prinses Juliana het
aloude insigne der Zwanenbroe-
ders ter hand gesteld, alsmede
de daarbij behoorende oorkonde.
Hiermede werd H. K. H. in de
Zwanenbroederschap opgenomen,
waarmede de traditie, dat alle
leden van 't Nederlandsch Ko
ninklijk huis lid zijn geweest van
deze lllustre Lieve Vrouwe broe
derschap, is voortgezet.
Later in den middag brachten
de Koningin en de Prinses een
bezoek aan het stadhuis, waar
burgemeester Van Lanschot de
beide vorstelijke personen namens
den Raad en burgers hartelijk
toesprak en haar een exemplaar
vanden zilveren penning aanbood,
die bij gelegenheid van het 750-
jarig bestaan van de stad is ge
slagen.
Per auto begaven de vorstinnen
zich vervolgens, onder groot ent
housiasme van het publiek, naar
het station en per trein vertrokken
zij naar Den Haag.
Pensioenen.
Bij de Tweede Kamer is in
gediend 'n wetsontwerp tot ver
laging van pensioenen van burger
lijke en militaire ambtenaren. De
bedoeling is de pensioenen zoo
veel mogelijk aan te passen aan
het huidige salarispeil.
De regeering is van oordeel,
dat de pensioenen van leden van
Ged. Staten, wethouders en leden
van besturen van waterschappen,
veenschappen of veenpolders we
gens de verscheidenheid van
normen en regelingen, waarnaar
zij zijn toegekend, niet begrepen
behooren te worden in de alge-
meene herberekening ingevolge
het wetsontwerp.
Voorgesteld wordt, van de her
berekening uit te zonderen de
pensioenen van f800 en minder.
De regeering raamt de bezui
niging die deze maatregelen zullen
opleveren op f6 millioen.
Werkverschaffing en
stennverieening.
Bij de Tweede Kamer is een
suppletoire begrooting voor soci
ale zaken 1936 ingediend.
Ten gevolge van de groote
toename van de werkzaamheden
bij de afdeeling werkverschaffing
en steunverleening, moestin 1935
tot een belangrijke uitbreiding
van het aantal controleurs worden
overgegaan, terwijl ook het admi
nistratieve personeel moest wor
den uitgebreid.
Voor extra hulp aan werkloo-
zen ter voorziening in de behoefte
aan kleeding, schoeisel en dekking
wordt een bedrag van f 1 millioen
noodig geacht voor den winter
1936-37.
Aan het einde van 1935 is de
wenschelijkheid gebleken een
totaal van f 46 millioen voor bij
dragen werkverschaffing en steun
verleening ten volle te besteden.
intusschen blijft de noodzake
lijkheid bestaan om aan enkele
gemeenten alsnog een extra bij
drage over 1934 te verleenen.
Met het oog hierop wordt daarom
een verhooging van dit artikel
met een bedrag f2.474.433 voor
gesteld.
De Slagershond.
Woensdag is de 45ste jaarver
gadering van den Ned. Slagers-
bond aangevangen met een rede
van den voorzitter, dhr. E. Weima
te Leeuwarden.
Deze gaf een overzicht van den
algemeenen toestand, waarin het
slagersbedrijf verkeert en l.gde
er den nadruk op, dat vooral ook
als gevolg van de vele en zware
cnsistuffingen en tal van over
heidskasten, de toestand in het
öedrijt zeer precair is. De slager
bezwijkt schier onder de belas
tingen, welke hij heeft op te
brengen.
Teeltregeling voor jong vee,
noch afslachting van vee zijn in
staat gebleken den melkstroom te
keeren.
Men zoekt naar aanpassing,
maar aanpassing is onmogelijk,
zoolang wij gebukt gaan onder
de zware lasten, die het niet
geheel uitgesloten doen zijn, dat
(Wordt vervolgd.)
AXELSCHEIf COURANT.
18)
Ze was hetn heel dierbaar en toet*,
het klinkt misschien vreemd, maar toch
maakte haar liefde hem soms benauwd,
zij gaf hem een drukkend gevoel en
het verlangen naar vrijheid.
Hij sprong uit de hangmat en kwam
naast haar staan en terwijl hij zijn hand
op haar arm legde, zeide hij
Lucie, kind, het is voor een man wel
eens te erg als een vrouw sooveel van
hem houdt.
Zg keek naar hem op maar haar
oogen schenen hem niet te zien. Zij
wilde iets zeggen maar kon geen geluid
Uitbrengen.
Het deed hem pijn, te zien, hoeveel
tnoeite zij zich gaf. Verlegen en
onhandig streelde hij haar over h:t
hoofd.
Vind .Vind .je mij dan
egoïstisch? vroeg ze moeilijk.
Neen, antwoordde hij oprecht,
neen, ik begrijp het wel, maar ik dacht,
ais je dan zooveel van mij hield, dat
je dan ook wel vertrouwen in mij kon
hebben.
Ze keek hem plotseling aan. Ja,
Zeide ze hard, ja, maar waarom
heb je mij dan niet gezegd, dat je
aangewezen bent om naar Indië te
vliegen, ik moest het van anderen
hooren.
HQ glimlachte een pijnlijk glimlachje.
Ik darfde niet, bekende hij.
Fokkel ze schreeuwde het bijna.
Neen, zeide hij nog een», neen,
Lucie zat voorovergebogen en dacht
na. Zoo ver was het dus al gekomen
hij durfde haar geen deelgenoot van
zijn blijdschap, van zijn trotsch te
maken, dus zulk een vrouw was zij,
een belemmering, een rem voor zijn
carrière.
Zq hief het hoofd op. Neen,
riep ze moedig, er mogen geen
geheimen tusschen ons zqn, ik zal
mijn best doen, ik vecht er heusch al
tegen en ik z a 1 het overwinnen,
maar jij moet mij daarbij helpen. Je
moet nooit een geheim voor mij be
waren, want met de geheimen begint
het en het eindigt met een mislukking.
Ik wil niet, dat alles, wat wij zoo
mooi begonnen, mislukt, ik wil het
niet, hoor je en ik zal «trijden, maar
jij moet me helpen. Je moet mealies
uitleggen, je moet mij meenemen naar
het vliegveld en mij de machines laten
zien en de werking uitleggen, zoodat
ik het bfcgiijp en vertrouwen kan
hebben, je moet mij alles, alles zeggen,
ik wil het, dat is mijn reeft', ik ben
toch je vrouw.
Lucie had gauw gesproken, de woor
den rolden haar over de tong en ze
keek hem daarbij recht in het gelaat.
Hij streelde nog steeds haar hoofd
en antwoordde kalmeerend t Na
tuurlek, Luus, natuurlek, dat zal ik,
morgen neem ik je mee en zal je alles
uitlegger, morgen gaan we, wees nu
kalm, het zal alles in orde komen,
wees niet bang.
Zq knikte en nam den theepot op.
Met bevende handen schonk ze de
kopjes vol, Tusschen hen bleef iets
hangen, iets, dat niet uitgesproken kon
worden maar dat een schaduw wierp
ep dezes msoien namiddag.
best het niet fe merken, maar zij kon
den er niets aan doen dat zij er voort
durend aan moesten denken.
Fokke schoof zijn boek weg en
vroeg: Loop je een beetje mede
den weg op en neer, ik kan niet den
heelen middag luieren.
Op den weg ontmoetten ze Duyn-
steer.
Hallo, riep Fokke vrooljjk,
kwam je ons opzoeken
Eerlijk gezegd, neen, antwoordde
de ander. Ik wist, dat je twee
dagen vrij had en ik wilde je dus
eens vrij laten, ik ben op weg naar de
Belder's. Luc is terug en ik wilde
hem graag spreken.
Blijf dan bij ons eten? noodigde
Fokke joviaal, zonder op Lucie te
letten. De Beldei's komen van
avond bij ons, en, Luc's mooie schoon
zusje komt ook mee.
Duynsteer knikte tegen Lucie.
Als mevrouw het niet te lastig
vindt, doe ik dat dolgraag, accep-
Langzaam wandelden zij naar het
kleine huis terug. Fokke informeerde
belangstellend naar Duynsteei's laat-
sten tocht.
Volgende week, jongen, dan vlie
gen we samen op Indië aan, glun
derde hq.
Duynsteer gaf geen antwoord, hij
keek naar Lucie.
Fokke gooide bevrijd het hoofd
achterover en ademde diep Mooi
beroep hebben wq, zeide hq enthou
siast, ik zon het voor geen enkel
willen ruilen.
Duynsteer lachte een beeije met
ten scheeven mond. Wat een
jeugdig enthousiasme, je zou zeggen,
dat hg nog neolt Ia een machine
gezeten had, nietwaar, mevrouw
Lucie knikte. Ja, Fokke is zoo
gelukkig als hq in een machine zit,
dan denkt hij nergens meer aan, maar
dat is heel goed. stel u voor, dat hij
niet van zqn werk hield, dan zou het
ondragelijk zijn. Zij had een dapperen
glimlach.
Duynsteer keek even een beetje
onzeker, hq begreep het niet.
Terwql Lucie met Anna voor het
diner zorgde, zaten de beide mannen
in den tuin onder den schaduwrqke
kastanjeboom.
O, meende Duynsteer, als het
waar is, wat ik allemaal heb hooren
zeggen, dan heeft onze maatschapoq
nog groote plannen, straks vliegen we
nog naar den Noordpool.
Ze kunnen doen wat ze willen,
zeide Fokke, ais ik maar van de
partq ben.
Jou zullen ze vast niet over
slaan, iq vliegt elke kist en nog nooit
iets gebeurd.
ging plotseling rechtop
zitten. Zeg, luister eens, kerel,
begon hq zacht, doe jq aan de
groote wereldrace mee
Misschien, gaf Duynsteer toe,
maar zweeg abrupt.
Zie je, dat wou ik nu zoo graag,
ik denk, dat ik me opgeef, zei Fokke
peinzend.
Duynsteer maakte zich kwaad. -
Neen zeide hq driftig, - j,j mag dat
niet doen, Je kan niet neen, Lucie zou
het niet overleven. Ze zit nu al in
angst, nu Je nog maar naar Indië moet.
Wat moet het wel niet zqn, ais je die
route iedere week vliegt en dan zou
1U aan een wereldrace mee willen
doen. Je hegrqpt toch wel, dat je dat
»i«t keat does of zie je dat niet ia
poets dus met
De Nederlandsche tandpasta
POOS 20 CT. TUB F 40 EN 60 CT.
Fokke keek hem met een spottendea
aan- Bij lachte een kort lachje
maar zei geen woord.
Even later kwam Lucie weer buitea
en er werd over het onderwerp niet
meer gesproken. p
Den volgenden dag nam Fokke zöa
vrouw mee naar het vliegterrein om
uien 2zooals beto°fd had, alles te
De havenmeester Bruynse verwel
komde hen en scheen het erg prettig
te vinden, dat Lucie zooveel belang
stelde in den werkkring van haarman*
r« rS e^n vacan*>edag daaraan op-
cfferde. De andere vliegersvrouweu
deden dit gewoonlqk niet.
rnrunif naHï naast haar ma" in d«
tu-h a Va° machine P'aaits en liet
zich de werking en het doel van alle
daar aanwezige instrumenten uitleggen,
Zq keken een poos naar de manoeu
vres der leerling-vliegers en namen
tevens een kqkje in de vliegscbooi.
De havenmeester, evenals Fokke be
antwoordde alle vragen die Lucie deed
en Fokke s hart sprong op van biqd-
schap. Zie je wel, dacht hq, dat ik
toch gelqk had, het is goed haar eens
mee te nemen en alles te laten zien.
Als zq beter op de hoogte is, zal zq
meer kunnen begrqpen-
Mqnheer Bruynse lachte. Hq keek
haar eens aan «n vroeg hoe het haar
bevallen was,
Zq keek haar man eens aan.-Best,
zst ze, ik kan «r nu iets van begrqpen,