Axelsche Courant 4' Nieuws-en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 16. Vrijdafl 29 Mei 1936 De stad Axel vóór 1586. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond. Drukker-Uitgever J. C. VINK Axel. Tweede 131ad. Ken Uw land en stad en de geschiedenis van beide en heb ze lief. Vele Axelaars kunnen zich nog herinneren de mooie, door geheel de burgerij meegevierde feesten zooals het Kroningsfeest van 1898, het anti annexatiefeest en andere, bij welke gelegenheden ons stadje scheen herschapen in een bloe mentuin en elke buurt er haar eer in stelde met een mooie eereboog en een glansrijke straat versiering andere buurten de loef af te steken. Dagen, ja weken tevoren offerde men zijn vrijen tijd op om alles gereed te maken en op den dag van het feest wandelden de burgers de straten rond om met bijna kinderlijke blijdschap alles in oogenschouw te nemen en zich als burgers één te voelen. Elk Axelaar en oud- Axelaar zal met weemoed aan die feesten terugdenken en te meer als gezegd woidt, dat zulke herdenkingsfeesten nu in onzen tijd niet meer zóó zouder kunnen gevierd worden. In omliggende plaatsen kan het door meer sa menwerking wel. Arm Axel, als het hier niet kan, want velen zouden zoo'n versiering, de praal wagens met ambachten, waarbij men zou kunnen denken aan den tijd der gilden, „die kwamen aangetogen", weer eens voor zich zien. Denken we ons in dien tijd der gilden terug en laat mij met u het Axel van dien tijd eens bezien. Een werkelijk groote stad was het toen. Ter verge lijking zijn hierbij afgedrukt de plattegronden van Axel van 1555 en van pl.m. 1930, op dezelfde schaal geteekend, reeds eerder verschenen in het Jaarboekje 1935 van de Oudheidkundige kring „De vier Ambachten" en door haar bestuur welwillend ter af druk afgestaan aan het feestco mité. „Prins Maurits", waarvoor haar hier onzen dank. Leggen we die kaarten over elkaar, dan kunnen we het oude Axel ons beter voorstellen. Oude stadsrekeningen van Axel, o. a. die van 1563/64 en latere jaren uit ons stedelijk archief, vertellen ons, hoe de indeeling der stad was. Er was toen ook al eer. soort grondbelasting of straatbe lasting (de causijegelden) en elk huis was daarin aangeslagen. In dit soort kohier worden dan allereerst opgenoemd de huizen in 't O o s t e n d of de tegen woordige Armendijk, toen ook al bebouwd, maar wat Noordelijker afbuigend dan de tegenwoordige dijk Vervolgens komen in dit kohier dan steeds „de keeten en huizen staende an de vaart". Met die keeten werden zoutkeeten bedoeld, waarin uit de zoute derrie het zout werd gestookt; de keetasch wordt nog wel ge vonden. Van die keeten worden er altijd 49 genoemd. Ze lagen langs de Oentsche Vaart, dus in de tegenwoordige Vaartwijk, Sta tionstraat, Gentsche Vaartstraat en Verloren hoek of Walstraat. Als een andere wijk wordt ge noemd de „Rechte straat metter Markt", waarmee de Walstraat en omliggende straten en de tegen woordige Markt bedoeld wordt ln deze afdeeling komt ook steeds voor: „Item ontfangen van Joos de Windt over 't huus gesi y „'tGulden hooft metter plaetse", dat voor eenigen tijd nog duidelijk te herkennen was aan een kopje op den hoek van den gevel van het hoekhuis in de Walstraat. In de hier besproken tijd was bedoeld huis een herberg, waar denkelijk de schepen bevracht werden. We lezen van een Zui- velmarkt, die lag, waar nu „de oude stad" of Oude wijk is. (een goede naam) en welke Zuivel- markt zich uitstrekte tot het straatje, waar op den hoek de heer F. van Tatenhove woont. Dit straatje heeft geen naam. (Was Zuivelstraatje geen goede naam, om de herinnering aan de vroegere Zuivelmarkt levendig te houden We lezen, dat aan die Weststraat, toen Rechtestraat, een Vischmarkt en een Schutterhof van de Kruis- boge lag. Dit Schuttershof is op de oude kaarten geteekend, waar nu de Julianastraat ligt. Een volgende afdeeling vorm den de huizen „an de Noord- straete" (Noordstraat), die toen doorliep langs de Molenstraat Daar ergens moet de dan in de rekening volgende wijk gelegen hebben, die „de Clinke" heette, wat beteekent een hooger gelegen deel. Op die „Clinke" stond een molen, „de Clinkmeulene", die aan de stad toebehoorde. Op de „baillen" of omheining werd bij een processie op Derden Pink sterdag, 1 Augustus of 1 October „het heilige cruce" gezet, dat in de parochiekerk bewaard werd. Als laatste wijk hooren we dan van 't Westende, dat gelegen was, waar nu de wallen tusschen de werkplaatsen van de aannemers P. van Hoeve Zoon tot de Algemeene Begraafplaats, zich be vinden. 't Is niet te verwonderen, dat bij afgravingen daar, wel eens voorwerpen uit de oude lijden zijn gevonden. Het centrum van Axel bevond zich voor 1582 op de Zuivel markt, waar nu de Oude stad ligt. Om dit plein lagen de voornaamste gebouwen. Voor eerst het stadhuis, toen „Sche- penhuuse" genoemd als vergader plaats van de Schepenen of het Dagelijksch bestuur en 'twelk stond, waar nu het open vak is vóór dt Algemeene Begraafplaats ln 1519 werd er een Belfort of Belfroet op gebouwd. Zoo'n toren, denk maar aan 't Gentsch Belfort, mocht alleen een „stede van wet", die haar eigen regee ring, haar eigen rechtbank, dus haar eigen stadsrechten bezat, bouwen. Waar nu de Algemeene Begraafplaats is, stond toen de parochiekerk, gewijd aan St. Pieter, waarvan een paar jaar geleden de fundamenten en brok stukken muur zijn weggeruimd en waarvan zich nog een stuk muur met een geschilderd engelen kopje te Hulst in de Oudheid kamer bevindt. (Wegens gebrek aan plaatsruimte te AxelRed.) Ten Noord-Westen van het Sche- penhuus stond het hospitaal met haar kerk. Naast de parochie kerk lag het hof of kasteel der heeren van Axel. Joost van Ghis- tele, heer van der Moere en van Axel heeft daar gewoond. Dat kasteel lag waar nu de wal ligt achter de hofstede „Knorrenburg". Ten Noorden van de Zuivelmarkt bevond zich het „Hof van Hale wijn" De tegenwoordige Kerk- dreef, Noordstraat, Oosterstraat, Gentsche Vaartstraat, Koestraat en Weststraat bestonden toen ook alle, zij het gedeeltelijk onder andere namen. Langzamerhand verplaatste het centrum van Axel zich naar dat gedeelte, waar nu de Markt is, voornamelijk toen in 1582 daar een stadhuis werd gebouwd en het Schepenhuus niet meer de zetel was van het stadsbestuur De Markt was toen nog klein, maar door aankoop en afbraak van het huis „De Gelderse blomme" in 1596 kreeg zij de tegenwoordige grootte Ook in den tijd vóór 1586 kwamen van alle kanten uit den omtrek dikwijls veel vreemdelin gen naar Axel ter gelegenheid van bijzondere plechtige gelegen heden en feesten, waarover ik al geschreven heb in dit blad (zie nummers Augustus October 1933). Vooreerst bestond toen hier de Rederijkerskamer „De vier melc- teelen" met de zinspreuk „God ontcommer elx herte". Op het blazoen zag men de vroeger ver eerde St. Ontcommere aan het kruis, een hart en een man staande voor een doopvont, 4 melkteelen en het oude wapen van Axel (de keper met drie sleutels). Op Vastenavond, de Paaschdagen en op St. Ontcommersdag voerden de Rederijkers hun abele spelen of hun ernstige tooneelstukken en hun sotternieën of kluchten op. We kunnen ons misschien voor stellen, hoe het Zuivelplein, be volkt met een menigte in middel- eeuwsche kleederdracht en te midden daarvan een primitief tooneel, er uit zal gezien hebben. En wat een gelach ging er op als, in den geest van den Spaan- schen Brabander een „mijnheer van Allegebrek" of een „heer Luttel in de hand" of een van „de bende van den heer Toutluifault" zijn pocherijen uitkraamde, waar bij hij toch zijn armoede niet kon verbergen. Ook de „Ommegancksdagen", n.l. op den 3den dag van Pink steren, op 1 Augustus en op St. Bavodag (1 October) waren voor name feestdagen voor ons stedeke. Dan immers werd „het heilige cruce" (het heilige kruis) rond gedragen en op de Clinckmeulerie ten toon gesteld- De edelen uit den omtrek, de voornaamste over heidspersonen, als de bailluw van de 4 ambachten, de ontfanghere van Curtrijke, de onderbailluw van Gent en de clerc van den lande van Dendermonde verzuim den in die dagen niet om Axel met hun tegenwoordigheid te ver eeren. Achter het heilige kruis, ge dragen door de sciplieden (schip- pers) schreed een optocht voort, waarin heel primitief voorgestelde geschiedenissen uit de gewijde geschiedenis zich voortbewogen en waarin steeds voorkwam de draak, nu nog in Noord-Brabant en Limburg vertoond en herin nerend aan de geschiedenis van St. Joris. Deze draak moest dan bij 't eindigen der processie dood gestoken worden. Tusschen de verschillende afdeelingen van den optocht stapten trotsch de boog schutters van de St. Sebastiaan-, St Joris* en St. Victorgilden voort met hun kruisboog op den schou der, terwijl de andere gilden, met hun blazoenen voorop,den optocht sloten. Wat een bont, kleurrijk tafereel gaf zoo'n processie te aanschou wen en wat maakte alles In zijflj «Si 3Algemeene Begnaafp/aats K - jfed. Werv Kerk 5 - Staothui'j /IK' Poomsch Katholieke Kerk, <X= Molen Qibche/iltnhutH) tlj.ro<.hiG>k.Qrk

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1936 | | pagina 3