Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwseh- Vlaanderen. SPORT en LIEFDE. No. 13. DINSDAG 19 MEI 1936. 5Üe .taarg. J. C. VINK - Axel. Volkenbondsdag. FEUILLETON. Buitenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. 1899 - 1918 - 1936. Naar aanleiding van den dag van gisteren zond men ons on derstaand artikel ter plaatsing, vanwege de Propaganda-com- missie voorde „Vereeniging voor Volkenbond en Vrede". We had den helaas geen gelegenheid, om hieraan eerder plaats te geven, doch we willen om de groote beteekenis van den inhoud dezer lectuur en zelfs het klinkt misschien raar om het nut dat den Volkenbond o.i. sticht, deze letteren onzen lezers niet onthou den, ook al is het eigenlijk een dag te iaat. - 1899 Op 18 Mei in het Huis ten Bosch in Den Haag opening van de eerste Vredesconferentie. Plech tige diplomatieke conferentie met ministers, gezanten en hooge officieren, moeilijk te genaken voor ieder die niet tot den kring der uitverkorenen behoortvoor zoover het groote publiek er zich voer interesseert, meestal slechts spot en scepticisme. De Czaar van Rusland wilde den wereld vrede bevorderenvermindering der bewapeningen, beslissing van geschillen door een scheidsge recht in plaats van door wapen geweld. Het eerste bleek in het geheel niet te verwezenlijken ten aan zien van het tweede werd slechts een bescheiden stap gedaan door de oprichting van het Permanente Hof van Arbitragebij gebrek aan beter hield men zich bezig met het opstellen van regelen, die, als het oorlog zou zijn, voor oorlogvoerenden en neutralen zouden gelden. Na eenige we ken vergaderen ging men uiteen zonder dat een blijvend verband tusschen de Staten was gescha pen slechts bestond de mogelijk heid, dat men over een aantal jaren opnieuw zou bijeenkomen, om het werk voort te zetten. Grocte illusies waren niet ge wekt. - 1918 - Het einde van den Wereld oorlog nadert. Het vredesvraag stuk is niet meer een probleem alleen van pacifisten en van Re- geeringspersonen de volken heb ben aan den lijve ondervonden wat oorlog wil zeggen en het verlangen .nooit meer oorlog" heeft zich meester gemaakt van de menschheid in al haar ge ledingen. Regelingen moettn worden getroffen om een nieuwen oorlog in de toekomst te voor komen. In de afgeloopen vier jaren heeft men geleerd hoe internationaal de oorlogvoering te organiseeren van die ervaring zal nu worden geprofiteerd bij het organiseeren van den vrede. Een vaste band zal gelegd worden eerst tusschen Geallieer den en Geassocieerden, welke weldra ook de neutralen zal kun nen omvatten, en misschien later ook zij, die tegenstanders waren in den oorlog. Volken, organi seert U om den vrede te bewaren en de internationale rechtsorde te handhaven, dat was de ge dachte die toen algemeen ingang vond. Tijdens den oorlog had den staatslieden met Wilson voor aan, volkenrechtsgeleerden en pa cifisten, op papier reeds Volken bondsplannen opgesteld en zoo legde men in 1918 de eerste grondslagen voor den Volkenbond van Genève- Zeker, deze Volkenbond met „als ongelijksoortige ouders het studeervertrek en de oorlogs- samenwerking der geallieerden" was niet heelemaal volmaakt critiek van pacifistische zijde bleef niet uit, maar toch fraai was het gebouw dat hier als vredestem- pel werd opgetrokken Verplichting om alle geschillen aan vreedzame beslechting, hetzij van Volkenbondsraad hetzij van rechter of scheidsrechter te onder werpen, onderlinge hulpverlee ning aan den aangevallen Staat, uitzicht op vermindering van be wapening en dit alles gegrond op strikte eerbiediging van het inter nationale recht. Dit alles ge- plaatst in een sfeer van openbare diplomatie, en aangevuld met regelen voor nuttig technisch en sociaal werk, bescherming van verdrukte minderheden en een rechtvaardige behandeling van de verschillende landen op handels gebied. Inderdaad, de lijd van internationale samenwerking op den grondslag van recht en ge rechtigheid, onder uitschakeling van het geweld, scheen aanstaan de. Het lijden der millioenen in den Wereldoorlog was dan toch niet geheel vergeefs geweest. 1936 - Weer is ongeveer een zelfde aantal jaren voorbijgegaan. De Volkenbond staat niet meer voor ons in den schoonen schijn van 1918, maar in naakte werkelijk heid. Geheime besprekingen ble ken reeds lang onmisbaaroveral worden groepen van bevolkingen onderdrukt; op economisch ge bied heerscht verwarring en strijd bewapeningen nemen niet af, maar toegroote mogendheden oefenen machtswillekeur uither haaldelijk is weer naar de wa penen gegrepen om te vermees teren wat men begeerde in een oorlog tusschen een machtige en een zwakke is gebleken, hoe on voldoende het Volkenbondsysteem van onderlinge hulpverleening werkt. Het is nu gemakkelijk op de vraag: Is de Volkenbond nog een vredesinstrument? het ontkennend antwoord te suggereeren. Men vraagt zich af, of het niet ver standig zou zijn, het zinkende schip te verlatenuittreding uit den Volkenbond is een onderwerp van discussie. Het is te begrijpen, dat zulke gedachten opkomen. Maar daar om behoeven zij nog niet juist te zijn. Als men ergens uittreedt, moet men ergens anders binnengaan. Uit den Volkenbond treden, of den Volkenbond afschaffen, zou beteekenen overgaan naar een wereld zonder Volkenbond. De vraag waarom het gaat is niet, of onze tegenwoordige Volken- bond ideaal is, of het Geneefsche instituut van thans aan de hoogste eischen van onze pacifistische levensopvatting beantwoordt, neen waarop het aankomt is, of de wereld er beter op zou worden, indien de Volkenbond werd op geheven en in de nieuwe paleizen van het Pare Ariana te Genève het internationale leven zou af- «terven. De staten ontslagen van alle verplichtingen, die zij eens in het Volkenbondshandvest aan vaardden, alle draden verbroken, die te Genève in den loop der jaren op zoo velerlei gebied wer den geknoopt, iedere staat terug gevallen binnen de grenzen van het egoistische eigen belang, on verschillig voor de internationale gedachtenwereld, waarvan eens Genève het symbool was. Zou dat inderdaad een voor uitgang zijn Al die uitspraken van groote staatslieden, dat de Volkenbond er is omdat hij moest komen dat vaste geloof, dat het „vrede door recht", gelijk wij het sinds eeuwen kennen, binnen de lands grenzen, ook behoort te gelden voor de samenleving der volken, is dat alles slechts geweest phrases, zonder meer? Moet men werkelijk erin gaan berusten, dat afgebroken zou worden, wat men eens met toewijding en in geloof heeft opgebouwd Of zou dan toch na jaren van afbraak de dag komen, waarop de draden, die vanaf 1899 of als U wilt reeds van eerder voeren in de richting van inter nationale samenwerking, weer zouden worden opgevat en waar op men diep zou betreuren, dat men in de huidige tijdsomstan digheden de overgebleven resten van het verheven Wilsoniaansche gebouw niet beter had bewaard Laat deze overweging ons ma nen tot voorzichtigheid in onze verslagenheid, in onze neiging tot afbreken, in onze negatieve hou ding tegenover den Volkenbond. Laten wij ondanks al deze teleur stellingen liever in eere houden wat wèl is bereikt, ook al zijn wij op den weg van internationale Ja, bekeade zq, ik ichaam «q werkcikk. samenwerking minder ver gevor derd dan wij hadden gemeend. Laten wij vóór alles zorgen, niet terug te vallen in den toestand van 1899, toen in Den Haag de allereerste grondslagen nog moes ten worden gelegd voor inter nationale samenwerking, ten bate van den vrede. Laten wij liever onderzoeken, waaraan de mis lukkingen zijn te wijten, in welk opzicht te hoog is gegrepen, en wat daarentegen wèl nu reeds bereikbaar is; laten wij het Ge neefsche vredesgebouw zoo noo- dig veranderen en restaureeren, opdat het eens weder moge be naderen het schoone ideaal, zoo als Wilson ons in 1918 den Vol kenbond liet zien. Italië en Abessinië. Nu eenmaal het ernstige gevaar van de muitende krijgslieden der Abessinische legerscharen onder drukt is en de plunderingen tot het verleden behooren, begint het Italiaansche opper commando ge leidelijk aan met de eerste po gingen van de zware taak, waar voor het zich na de verovering van het uitgestrekte rijk van den Negus geplaatst ziet: de pacifi catie en bestuursordening. Da gelijks worden thans kleine af- deelingen wei-gewapende troepen uit Addis Abeba gedirigeerd naar verschillende deelen van het be zette gebied, teneinde iedere po ging tot verzet of opstand tegen het Italiaansche gezag onmiddel lijk den kop te kunnen indrukken. Het regen-seizoen zal deze ex peditie ongetwijfeld in haar be wegingen ernstig belemmeren, maar aangezien dit zelfde voor een groot deel ook voor de in- heemsche bevolking geldt, is men van meening, dat de nadeelen daarvan voor de italiaa ische actie niet van overwegend belang zul len blijken te zijn. De eerste expeditie ter onder drukking van inlandsch verzet was gericht tegen den vroegeren commandant van de poiitie-troe- (Wordt vtrtrolgd.) AXELSCHEfS COURANT. 10) Tja. zeide Duynsteer, met een blik op Lucie. Mevrouw, mag ik u even helpen bq het instappen bood hij goedig aan en reikte Lucie een hand. Toen zij in de cabine op haar plaats zat zeide hq zachttoch een beetje zenuwachtig, ef is het en uw man Lucie had moeite haar tranen in te houden. Mijn man is zoo vaak weg, fluisterde ze moeilijk. Duynsteer knikte begrijpend. Ons vak is zoo wisselvallig, mevrouw, je bent zoo weinig meester over je tqd, antwoordde hq, om maar iets te zeggen, hoewel h| wist, dat het niet jmst was. Fokke, als hq zqn kans maar eenigszins schoon zag, was op het vliegveld of vloog. Nu ja, de kerel hield van het vak maar dan had hq niet moeten trouwen, dacht Duyn steer en kroop in zqn cockpit. De machine was vol passagiers, die lachend en pratend elkaar een plaata hq de ramen betwistten. Fokke zat naast Lucie. Nu zul je eens voelen hoe fqn het is, glun derde hq. Ik wed, dat je het vaker zal willen doen, all we onze vrouwen maar eens mee mochten nemen op n tangen tocht, dan zouden zebegrQpen wat het voor ons beteekent. Lucie knikte vaag. Ze zat een beetje hulpeloos in de fauteuil en hoopte, dat ie maar niet luchtziek zou wor» den, want dat zou ellendig zqn voar fokke. Denk je, dat ik er tegen zal kunnen, vroeg ze weifelend en keek haar man verlangend aan. O, natuuriqk, antwoordde hq luchtig. Stel je voor, ik zou woe dend zqn, als je ziek werd, maar een vliegersvrouw wordt niet luchtziek. Neen, natuuriqk niet, zeide ze zacht, jq bent er toch i Fokke begreep dit laatste niet erg, maar hq zeide niets, Lucie had altijd van die woaderiqke uitdrukkin- ger. Ze was nu heelemaal een beetje geëxalteerd, dacht hq vaag en lette op den piloot. De machine reed een honderdvqftig meter op voor haar aanloop en keerde toen en steeg recht tegen den wind in omhoog. De inzittenden lachten en juichten. De menschen waren in een vroolqke stemming, niemand had last van luchtziekte, want de machine lag bqzonder stil. Lncie had Fokke's hand gegrepen. Een vreemd gevoel hield haar knieën als het ware vast. Zq dwong zich aan andere dingen te denken, aan het feit, dat zq nu naast Fokke zat, met hem ,uit" was. dat gebeurde immers haast nooit. Het lawaai van den mo tor hinderde haar een beetje. Ik ben zenuwachtig, dacht ze en dwong zich naar buiteH te kqken. Ja, dacht ze, ik zal het hem ook niet moeiiqk maken, ik zal ook niet meer bang zfln, het is dan toch alles in het letren zooals het zqn moet en het is misschien werkeiqk waar, wat Elly zegt, dat wq door te veel aan een ongeluk te denken, dit over ons Inroepen. Zq drukte zich stQf tegen Fokke's arm, die nog ?itqd om haar heen lag en koek met een gelukkig glimlachje naar zqn knap jongensgezicht. Hq knikte haar toe. Lieve Luus, zeide hq. Ze hoorde het niet door het lawaai van den motor maar ze begreep bü intuitie, wat hq zeide. Ze lachte als een schoolmeisje, hief haar mond tot bq zqn oor en zei: lk ben zoo trotsch op jou, ik zou hier aan al de passagieis willen vertellen, dat jq vlieger en mqn man bent. De machine maakte een zwenking en keerde. Wq gaan al terug i riepen enkele passagiers, nou, wat of dat ganw vootbq is. Nu moet je straks bq het landen goed opletten, het is zoo'n wonderlqk gezicht als de aarde op je toekom', zeide Fokke. Lucie durfde nu uit het venster te kqken, het vreemde liftgevoel was ver dwenen en zq voelde zich werkeiqk frisch. Beneden hen lagen de groote Hollandsche rivieren, de gekleurde en groene akkers en weiden en het zag er alles zoo lieflijk en vreedzaam utt in den stralenden zonneschqn, afsof er op de mooie aarde geen enkel verdriet was. Ja, dacht Lncie, ik moet wqder en verder zien, dan mqn eigen klein kringetje, er is toch zoo veel moois en Fokke is goed en lief, het is toch pietug, dat hq van zqn werk houdt, stel je voor, dat hq met tegenzin vloog, dan zou het veel er ger zqn, Plotseling hield het lawaai der mo toten op. Nu beginnen we te dalen, je doet goed een paar maal te slikken, anders heb je misschien last van ooi' suizingen, raadde Fokke. Lucie keek met een vreemd gevoel van ontzag naar de aarde, die groot en een beetje dreigend ep haar tee- kwam. Ze kneep haar eogen dicht. Zoo meteen komt de botsing, dacht ze en haar hart klopte fel. Maar er gebeurde niets. Qpeens hoorde ze iemand zeggen We rqden al over het veld, jammer, dat het voorbq is. Toen deed ze haar oogen epen en zag een bediende van het terrein, die hard naast de machine liep. Duynsteer keek om, recht in haar oogen, die wqd open, vol verwondering om zich heen keken. Non, vroeg Fokke, prettig, wat En toen stond de machine stil. De cabinedeur werd opengegooid en één voor één verlieten de passa giers het vliegtuig. Fokke hielp Lucie van het trapje, achter haar kwam Duynsteer. Op den grond teikte hq Lucie de hand. Dank u, mevrouwtje, ik heb een prettigen tocht gehad door u, zeide hq ernstig. U vloog an ders mee dan de anderen. Hq keek haar ernstig aan en hield haar hand een poosje vast. Voordat Lucie vragen kon wat hii bedoelde, kwam Fokke's stem. Moet je bq de kist blqven, of loop je even mee naar het kantoor, ik breng mqn vrouw dan naar het restaurant. Ik loop graag mee, want ik moet toch op het kantoor zqn, antwoordde Duynsteer en kwam aan Lncie's rechter* zijde loopen. Ik heb zoo'n vreemd gevoel in mqn beenen, net alsof ik zweef, lachte Lucie en stak haar arm door dien van Fokke. Een beetje last gahad vroeg Duynsteer en keek haar endersoekend aan. Niets om over te schamen, wiit u wel gelooven, mevrouw, dat ik, toen ik pas Vloog, 's nachts, voordat ik een tocht moest maken, nooit kon slapen, puur uit zenuwachtigheid en angst oin luchtziek te warden, nou, en of ik in den eersten tijd ziek war. Duynsteer lachte smakeiqk bq de hei- innering. Het eenige wat ik er uit over gehouden heb, is een gezonden eetlust als ik thuiskom. Bq bet restaurant namen ze afscheid. Als u onze richting nit moet zqn, wilt u dan eens komen opioopen noodigde Lucie een beetje verlegen. Duynsteer drukte haar de hand. Mevrouw, dat zal ik heel graag doen, ik ben dikwqis in de buurt van nw huis. Ik kom je dadeiqk bericht bren gen, hoor, beloofde Fokke en toen stapten de beide mannen naar het kantoor. Lucie keek hen een oogen- blik na en ging toen het restaurant binnen. Voorloopig zou Fokke maar twee of drie passagiertochtjes maken, dus was hq weer gauw vrq. Lucie ging in het restaurant voor het breede venster zitten en keek nit ever het veld of ze Fokke nog zag. Na zq d ebt bq hem was en hem nog kon zien, was zq niet meer zoo gejaagd en angstig, het was een veilig gevoel hier midden tusschen de menschel en vooral de gebouwen der vlieg- maatschappq gaven haar rast, zq zou, als het noodig was, immers dadeiqk kunnen vragen. Waar zq zat, kon zq het geheelc vliegveld overzien.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1936 | | pagina 1