Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- Vlaan deren,
SPORT en LIEFDE.
No. 7.
DJ NS I) AG 28 APRIL I93<>.
52e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Buitenland.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIÊN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Abessinië en de Volkenbond.
Vergeefs heeft Abessinië zich
moeite getroost den Volkenbond
te bewegen tot krasser optreden
tegen Italië, dat wel is waar als
den aanvaller werd gebrandmerkt,
maar tot dusver slechts firianciëele
en economische sancties tegen
zich zag toegepast. De regeering
te Addis Abeba heeft reeds her
haaldelijk in klemmend betoog
als haar meening te kennen ge
geven, dat de positie van een
aangevallen staat beter dient te
worden geschraagd dan thans het
geval is, maar het heeft ge«n zier
geholpen.
De opvattingen van enkele der
voornaamste Volkenbondslanden
worden te zeer beheerscht door
nationaal eigenbelang, dan dat
deze mogendheden er toe gebracht
kunnen worden dat belang onder
geschikt te maken aan dat van
den Volkenbond, die als gevolg
daarvan een groot deel van zijn
prestige verloren zag gaan. Hoe
krachtig van Engelschen kant
(daartoe deels óók door nationaal-
egoïstische motieven gedreven)
ook werd aangedrongen op het
vortnen van een aaneengesloten
front, teneinde Italië tot een ge
wijzigde houding te kunnen
dwingen, kon dat resultaat niet
worden verkregen. De Fransche
tegenkanting, voortgesproten uit
den wensch de vriendschap van
den ltaliaanschen overtreder te
behouden om op diens hulp bij
een eventueelen Duitschen aanval
te kunnen rekenen, vormde een
onoverkomelijke hindernis voor
het doorvoeren der Engelsche
plannen.
Evenals China in verband met
de Japansche invasie, is dus ook
Abessinië voornamelijk op eigen
kracht aangewezen om den in
dringer te doen keeren. De
gebeurtenissen op het oorlogs
terrein leveren het bewijs, dat de
Abessinische krijgers met hun
overwegend primitieve wapens
tegenover de technische hulp
middelen der Italianen slechts
weinig vermogen. Persoonlijke
moed en doodsverachting spelen
in den modernen krijg geen noe
menswaardige rol meer. De sol
daat van onzen tijd krijgt slechts
bij hooge uitzondering een tegen
stander te zien, wanneer het tot
vechten komt. Het is een strijd
van onzichtbaren, die niettemin
elkaar in massa verdelgen met
behulp van ver-dragend geschut
en zelfs door aanwending van
gifgassen, neerdalende uit al dan
niet kunstmatige wolken, waar
boven hoog de vliegtuigen zich
bewegen. Voor de Abessiniërs,
die over zulke middelen niet de
beschikking hebben, zou het een
hopelooze taak zijn zich tegen
een op deze wijze ondernomen
aanval te verdedigen, als ze geen
kracht konden putten uit de om
standigheid, dat zij de natuur tot
bondgenoot hebben. De bodem
gesteldheid van het land leent er
zich bij uitstek toe, den ltaliaan
schen opmarsch te bemoeilijken.
Bovendien zal het aanbreken van
de regenperiode binnenkort even
eens voor de Italianen belemme
ringen opwerpen, welke ook met
hun volmaakt technische uitrus
ting bezwaarlijk te overwinnen
zullen zijn. Voor de troepen van
maarschalk Badoglio is het dus
zaak spoed te betrachten met de
bezetting van de rest van Abes
sinië, daar het ingaan van den
regentijd elke militaire actie zoo
goed als onmogelijk zal maken.
Voor het leger van den Negus
gelden die bezwaren in veel ge
ringer mate, zoodat gevoeglijk
mag worden aangenomen, dat de
Italiaansche positie aanmerkelijk
zal worden verzwakt, wanneer
Badoglio er niet spoedig in slaagt
ook de hoofdstad Addis Abeba
in te nemen. En zelfs als hem
dat gelukt, zal de veldtocht nog
niet ten einde zijn, tenzij de
Abessiniërs door uitputting ge
noodzaakt zullen zijn zich aan
den overweldiger over te geven.
Het Abessinische drama zal
een zwarte bladzijde vullen in
de geschiedenis van het heden-
daagsche Europa en die van den
Volkenbond.
Een beroep der keizerin van
Abessinië
De Keizerin van Abessinië
heeft een beroep op de wereld
pers gedaan, waarin zij o.a. het
volgende verklaarde
„Wij vechten tegen een ver
schrikkelijke overmacht, doch zijn
nog steeds niet verslagen. Nog
altijd is het tijd voor hen, die de
rechtvaardigheid wenschen, een
actie te ondernemen, om een
einde te maken aan den meest
onrechtvaardigen oorlog. Vele
maanden voor den oorlog heeft
Italië troepen, materiaal en muni
tie, en ook gifgas naar de aan
Abessinië grenzende gebieden
overgebracht, terwijl aan Abes-
sinrë door het embargo, dat de
mogendheden hadden opgelegd,
het recht werd ontzegd, zich voor
de eigen verdediging te wapenen.
Toch was de vijand slechts in
staat onze linies te doorbreken
en voordeeien te behalen, door
een toevlucht te nemen tot het
gebruik van de meest duivelsche
aanvalsmiddelen, als bijtende en
giftige gassen. Zelfs het tegen
woordige lijden van ons zonder
middelen van verdediging zijnd
volk, wekt nog geen medelijden
op. Het tot een aanfluiting ma
ken van plechtig aangegane ver
dragen, behoorde een actie ten
gevolge te hebben van alle an
dere bij de overeenkomst betrok
ken partijen, want welke garantie
bestaat er, dat een dergelijke
verschrikking niet ook spoedig
over ds steden van Europa kan
komen? Slechts een collectieve
overeenkomst kan een aanval,
als waarvan wij thans het slacht
offer zijn, voorkomen. Uitstel
van actie op dit beslissende
oogenblik verschaft den vijand
voordeel".
Tot slot deed de Keizerin spe
ciaal een beroep op Frankrijk
en Groot-Bri'tannië om Abessinië
te redden.
Maatregelen tegen verkeersonge
vallen in Engeland.
Ieder jaar vinden in Engeland
1200 kinderen den dood door
verkeersongevallen. Dit schrik-
barende feit geeft een Britsche
regeeringscommissie, na een uit
gebreid onderzoek ingesteld te
hebben, aanleiding, krachtige
maatregelen aan te bevelen, ten
einde in dezen toestand verbete
ring te brengen. Want behalve
dit reeds ontzettend hooge doo-
dencijfer zijn er nog duizenden
kinderen ernstig gewond, en niet
zelden blijvend verminkt. Het
blijkt, dat de meeste door een
ongeval getroffen kinderen tus-
schen de vijf en acht jaar oud
waren, daarna daalt het cijfer,
om voor kinderen van twaalf jaar
en ouder weer te stijgen. Hier
voor is een goede redendan
namelijk gaan de kinderen fietsen.
Voor alle leeftijden echter geldt
dezelfde regel, n.l. dat er meer
jongens dan meisjes bij de slacht
offers zijn. De voornaamste aan
bevelingen, welke het rapport der
commissie behelst, komen op het
volgende neer:
Zwaarder straffen voor het op
gevaarlijke wijze besturen van
auto's; vooral dient vaker dan
tot dusver geschied is te worden
overgegaan tot het intrekken of
weigeren van rijbewijzen.
Het oprichten van veiligheids
commissies voorkinderen. Deze
commissies dienen elk in haar
district na te gaan, of op be
paalde punten van den weg vei
ligheidsmaatregelen noodzakelijk
zijn, zooals b.v. op kruispunten
in de nabijheid van scholen.
Onderzocht moet worden, of
het mogelijk is, ook fietsers rij-
vaardigheidsproeven te laten af
leggen, op dezelfde wijze als be
stuurders van motorrijtuigen dat
moeten doen.
De commissie heeft voorts een
scherpe afkeuring uitgesproken
over het gebruik van autopeds
e.d. op de rijwegen, terwijl er
eveneens op moet worden toege
zien, dat kinderen r.iet rijden op
fietsen, die te groot voor hen zijn.
Voorts beveelt het rapport aan
kinderen onder de zeven jaar
niet zonder geleide uit wandelen
te laten gaan, meer politietoezicht
op het verkeer bij de scholen
te bekostigen uit het wegenfonds
Nu lachte zg ook weer. Bedrflvlg
gif n Anne instructies veer het geval j
het openstellen van school-
speelplaatsen ook buiten de
schooluren, het reserveeren van
bepaalde straten als „speelstra
ten", het bouwen van scholen
op plaatsen welke het niet noodig
.maken, drukke verkeerswegen
over te steken, het zoodanig vast
stellen van de schooluren, dat
kinderen zich niet op de spits
uren van het verkeer naar school
behoeven te begeven, en het ver-
grooten van het aantal verkeers-
seinen, welke door voetgangers
worden bediend.
Het Engelst'ke vlootprogramma.
De Morning Posf meldt, dat
binnenkort het definitieve pro
gramma van den aanbouw voor
de vloot voor 1936-1937 zal wor
den gepubliceerd.
Volgens dit programma zullen
voor 31 December 1936 3 krui
sers, 1 vliegtuigschip, 16 torpedo-
.bootjagers en 3 duikbooten op
stapel worden gezet, en tusschen
31 December 1936 en 31 Decem
ber 1937 2 linieschepen en 2
kruisers.
Koning Leopold in Zwitserland.
Het verblijf van Koning Leopold
in Zwitserland zal, na een korte
Italiaansche reis, nog eenige dagen
duren. Vóór het midden van
deze week wordt hij in de Bel
gische hoofdstad niet terugver
wacht. De Koning heeft zich
naar Kussnacht begeven op de
plaats waar Koningin Astrid het
leven verloor. Hij informeerde
met groote belangstelling naar
den stand van het bouwwerk der
kapel, welke aldaar dicht bij de
tragische plek wordt opgericht.
Vredesduiven.
Donderdagochtend zijn te Was
hington 3000 postduiven opgela
ten met vredesboodschappen voor
alle deelen der Vereenigde Staten.
Twee koppels hebben'meer dan
2000 mijlen moeten afleggen,
omdat zij de boodschap moesten
overbrengen naar het Westelijkste
deel van den staat Montana.
Een half millioen studenten aan
de universiteiten en hoogescho-
ien heeft een staking van een dag
gehouden „tegen den oorlog".
(Wordt vervolgd).
AXELSCHE
COURANT
4)
Van Heyning knikte en keek Fokke
in het gezicht. Waarom die eigen
lijk getrouwd was? vroeg hij zich af.
Ik klaar het wel met mevrouw,
misschien ga ik wel een beetje met
haar uit, voegde hij er vroolijk aan
itoe. Lucie was zijn geheime liefde 1
Nou, dat zou ze misschien wel
aardig vinden, meende Fokke argeloos,
probeer het maar, het is een goede
afleiding voor haar, ga dan met haar
eten, want als ik niet vroeg thuis kom,
eet se nooit.
Van Heyning voelde een lichte
teleurstelling in zich opkomen.
Zooveel als dat vrouwtje van haar
man hield en de kerel had er geen eens
erg in. Nou, kans had hij dus in
geen geval, dacht hij en zuchtte.
Fokke drukte hem de hand. Dank
je, zelde hij gejaagd, groet je haar
van mij
Hg keerde zich om en liep haastig
ever het terrein naar zQn machine.
Een oogenblik keek de ander hem na.
Een knappe kerel, een forsche vent,
dacht hij. Ziet er kranig uit in zijn
vllegcostnum, nou ja, kan het mg van
Lucie begrgpen Toch het
lijkt net alsof hg niets om 'r geeft.
Van Heyning haalde zgn schouders
pp en ging naar de autogarage om zgn
«notoifiets te balen.
Lucie lat voor het raam van den
kleinen salon en keek uit naar Fokke.
Toen ze de motoifiets voor het tuin
hekje zag stoppen was het haar net
alsof haar hart een oogenblik stilstond.
Ze stond half uit haar stoel openviel
weer neer. Neen, fluisterde ze
doodsbleek, neen
In de gang weerklonk de vroolqke
stem van Van Heyning.
Mevrouw thuis? Anna praatte
er gedempt tegenin. Lucie verstond
niet was zg zeide.
Een oogenblik later ging de kamer
deur open en Van Heyning trad bir.-
nen. Hg had zgn motorjas in de gang
gelaten en zag er wonderigk jong en
slank uit.
Een afgezant, mevrouw, begroette
hy Lucie die hg reeds lang kende,
zelfs nog voor zg mei Fokke getrouwd
was.
Lucie was met knikkende knieën
opgestaan. Er is toch niets? sta
melde zg.
Van Heyning dacht. Stakkerd,
verdraaid jammer, dat je mgn vrouw
niet bent, ik zette je nou zoo maar
op mgn knie. Vrooigk riep hg dan
met zgn lulde jonge stem t Neen,
neen, alles prachtig, heerigken tocht
gehad van Londen. Uw man moet nog
eeh rondvlucht vliegen, commando!
bet was druk. Hg komt vanavond
tegen negen uur thuis. Ik heb de
opdracht u aangenaam bezig te houden,
Ik mag zelfs met u gaan eten, Nou.
wat zegt u van zoo'n echtgenoot?
Hg straalde.
Het is een pluiiR voor u, een
bewqs van goed gedrag, kaatste Lucie
terug. Maar bjnt.enia haar deed alles
pQn. Fokke had toch net- too goed
kunnen weigeren om haar. Hq
wist toch, dat zg altijd zoo naar hem
verlangde.
Van Heyning keek gespannen naar
het fqne gezichtje tegenover hem.
Het doet haar leed, dacht hg ver
drietig. Zoo'n kerel niet
eens iets liefs laat hq mq overbrengen,
geen briefje met een enkei hartelijk
woord.
Nou mevrouwtje, wat doen we,
maken we het ons een beetje vrooigk
noodigde hg.
Wilde Fok, dat ik met u zou
gaan dineeren vroeg Lucie weifelend.
Absoluut I
Het klonk heel stellig. De jonge
man keek haar smeekend aan. Toe
laten we een beetje uitgaan, we heb
ben toch toestemming, vleide hq.
Lucie glimlachte een beetje triest.
Dat Fok nu nooit eens een beetje
jaloersch was, zelfs niet een beetje
onzeker. Van H ynlng was toch een
knappe jongen en ze wist stellig, dat
hg verliefd op haar was.
Drinkt u dan eerst nog een kop
thee met mq vroeg ze.
Al gaf u mg vergif, ik zou het
uit uw hand aannemen, zeide hg half
ernstig, half schertsend.
Lucie glimlachte weer en ditmaal
was haar lachje zelfs een klein beetje
coquet.
Fokke heeft een verrassing voor
u meegebracht, vertelde de marconist
vertrouwelqk. Maar ik mag heele-
maal niet zeggen, wat het is.
Dus moet ik mgn nieuwsgierig
heid maar bedwingen, dat is moeiigkt
als u toch wist wat een nieuwsgierige
vrouw ik ben. Ik zeur net zoo iang,
tot ik het weei, plaagde Lucie en
bracht hem x|n thee.
lit kan zwggen, deed hg waardig.
Nou, mevrouwtje, waar gaan we
naar toe, Trianon, Schiller, Carlton
Carlton is leuk, daar is een Fran
sche zangeres, een chansonmère, stelde
Lucie verlegen en een beetje weifelend
voor.
Carlton dus, besliste Van Hey
ning. Moeten we nog gekleed
wezen
Ik weet het niet. Lucie dacht
erastlg na. Ik geloof niet, dat het heel
erg noodig is.
Ze mogen big zgn, dat wg ko
men willen, veegde Van H yning alle
bezwaren weg. Trekt u maar gauw
uw manteltje aan, anders mocht Fok
zich eens bedenken en zgn permissie
terug komen nemen, dan gaat mijn
prettige middag aan mq i neus voorbij,
ik vind hem een beste vent, maar dat
gun ik hem toch niet, zeide Van H y-
nmg.
Met haar hoed op kwam Lucie
weer in den salon terug. Van H.y.
ning sprong op om haar aan haar
mantel te helpen. Hoe laat denkt
u, dat Fokke terug komt vroeg Lucie.
O. ik meen acht of negen uur,
dat ligt er aan. Fokke is dol op zgn
machine, zeide Van Heyning, zender
er bq na te denken, maar een oogen
blik later had hij spgt van zgn woor
den. Het mooie gezichtje tegenover
hem was op eenmaal erg treurig ge
worden. Mjar Lucie was een dapper
vrouwtje Ja, hg houdt van -qn
werk. Hg is een kranige kerel, fluis
terend kwamen de w orden, maar een
glans gleed over haar gei cht.
Driemagi hoera vour Fok, lachte
de marconist.
dat mgnheer toch vroeger thuis kwam.
En toen ging ze met Van Heyning
op weg. Zq'n motorfiets liet hq staap.
Dan heb ik nog een reden om
terug te komen, legde bq haar uit ea
Lucie knikte zonder te begrgpen.
Toen Fokke den salon binnenkwam,
was Lucie er niet. Ongeduldig liep
hij naar boven en zocht in de kamers.
Waar was Lucie heen gegaan. Geen
briefje, geen boodschap, niers. F..kke
liep zich op te winden. Hg zocht
Anna in de keuken op. Ismevrouw
uitgegaan vroeg hq kort.
- Ja, mgnheer, met mgnheer Van
Htymrig, antwoordde het meisje.
in orde, deed hg Inchtig. Wil
je mq een kop thee brengen, A na?
Fokke ging in de huiskamer zitten
en nam de krant op, maar hq kon met
lez#.-\ Waar zou ze heen gegaan
zgn Hoe kon ze dit nu doen Het
was onaardig en onvriendeiqk, twee
dagen was hq weg geweest en nu
was zq er niet eens om hem te ver
welkomen. Ongeduldig liep hq opnieuw
het vertrek op en neer.
Anna bracht de thee. Dank je
zei Fokke, zet maar neer.
Het meisje verdween weer. Fokke
liep naar den salon en ging voor hei
raam staan. Waar ze nu toch bleef V
Van Heyning moest toch weten dat
hg nu al lang thuis was. Verwoed
ijsbeerde hq de beide kamers op en
neer. Zfln thee werd koud, maar hS
merkte het liet.