Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen. SPORT sn LIEFDE. Sa. 4 v R u a G n_APRIL 1936. Jaargf. J. C. VINK - Axel. V erdraagzaamheid. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TÜEVER ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters .worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. FCerste Blad. (Ingezonden) I. Onze goede stad Axel heeft niet zo heel dikwijls een rol van be tekenis gespeeld in de geschiede nis van ons vaderland. Maar in de maand Juli van dit jaar her denken we, dat het 350 jaar ge leden is, dat zij gevoegd werd bij de Republiek der Verenigde Ne derlanden. Bovendien was het Maurits' eerste wapenfeit, en ook uit dien hoofde is deze gebeur tenis een nadere beschouwing waard. Uit onze schooljaren kennen we nog enkele namen uit de Vaderlandse Geschiedenis van deze tijd. Deze tijd, waaruit, na geweldige worsteling, immers 80 jaren, ons volk als vrije natie, geboren werd. We weten nog iets van Den eersten April, Verloor Alva zijn bril. De moord op Prins Willem in 1584 maakt gewoonlijk ook een diepe indruk op de jeugdige ge moederen. Wat er verder volgt is blijkbaar van belang ontbloot. De verrassing van Breda vermag nog even de aandacht te spannen tot het bestand verloopt alles heel kalmpjes. Dan komt er wat leven in de brouwerij door de gods diensttwisten. (Deze hebben nog altijd in het middelpunt der be langstelling gestaan toen-en-nu Daarna gaat het vreedzaam op 1648 aan, waarbij we dan voor lopig een punt zetten. Tegenover de eerste jaren van onze vrijheidskamp, van onze volksopstand, wanneer alles bruist van overvloeiende levenskracht, schijnt het vervolg maar een slappe vertoning te zijn geweest. Niets is echter minder juist dan dat. Men moet er het klassieke werk onzer Nederlandse historio grafie maar op nalezen F r u i n Tien j a r e n, om te bemerken, dat de tijd van 1588—1598 van de allergrootste betekenis is ge weest. In die tijd kunnen we de ge boorte stellen van ons gemenebest, welks bewoners zich na ruim 350 jaar nog altijd mogen verheugen in de grootst mogelijke geestelijke vrijheid. Het is die vrijheid, om God te dienen naar Zijn Woord, die gewetensvrijheid geweest, waarvoor ons volk de strijd tegen Spanje heeft gevoerd. Niemand minder toch dan Bak huizen van den Brink, heeft ge zegd, dat het het Calvinisme is geweest, dat ten slotte stand heeft gehouden. D e kracht van onze opstand, kan ik niet beter typeren, dan met de woorden van Prins Willem van Oranje: „'k Heb met den Heer der Heren een vast verbond ge maakt". Deze strijd om de vrijheid sloot in zich een eerbiedigen van an ders-denkenden. Dus een mate van verdraagzaamheid, zoals die toen ter tijd nergens te vinden was. Moeten wij er ons over verheugen, dat nu 350 jaar ge leden de plaats onzer inwoning, gevoegd werd bij het land, dat weldra bekend stond als een schuilplaats voor verdrukten en vervolgden „Het voorbeeld der ouderen, is een les voor de nakomelingschap", heeft eens iemand gezegd. Welnu, ik meen, dat we aan het voor beeld onzer vaderen verplicht zijn, als burgers van eenzelfde land en stad, eensgezind dit feit te herdenken. Alleen iemand, bij wie het nationaal gevoel ondergeschikt is aan enig ander gevoel, iemand die dus slechts in de tweede plaats Nederlander is, mag zich hier afzijdig houden. Maar, met die verdraagzaam heid was het toch niet zo gunstig gesteld, heeft reeds een belang stellend lezer opgemerkt. Zeker, „er zijn ook martelaren' op Nêêrlands grond geweest". Rooms-Katholieke zowel Protes tantse, en zonder de historische feiten geweld aan le doen, kun nen we zeggen, van de laatste zeker de meeste. Maar toch, vergeleken met om liggende landen, handhaven we onze stèlling, dat men in geen ander land zo verdraagzaam was jegens anders-denkenden, als in Nederland. Dit was niet geheel naar de geest van Calvijn. Het is toch een feit, dat de raad van Genève, op Caivijn's aanstichten, in 1545 niet minder dan 34 executies had laten verrichten en in 6 jaar tijds 76 verbanningen had doorgedre ven. 't Welk voldoende bewijst, dat Caivijn's geest van schip peren afkerig was. Maar juist het „schipperen" zat de Hollan ders en Friezen in letterlijke en figuurlijke betekenis in het bloed. Wat men overnam was de strenge organisatieen hoezeer deze, ondanks haar buitenlandse af komst, spoedig wortelde in 't volksleven, blijkt wel uit het feit, dat de eerste consistories symbo lische namen droegen, als waren het rederijkerskamers. Hoe een dergelijke organisatie was, blijkt b.v. uit het consistorie van 's Hertogenbosch, dat bestond uit 24 leden, gezeten burgers. Twee leden deden dienst als diakenzij gingen tijdens de kerkdienst rond „met een stocx- „ken.daeraen hinck een buydelken „'t welck zij noempden Sinte „Peeters vischnet". Uit de opbrengst werden zowel de armen bedeeld, als de koster en de predikant bezoldigd. Tegen dit onverdraagzame Cal vinisme kwamen verschillende stromingen op, die we samen kunnen vatten onder den naam Libertinisme". In de kerk ging de strijd tussen de „rekkelijken" en de „preciesen". De toetssteen was de van ouds befaamde leer der „praedestinatie" of voorbe schikking. Het was de strijd over de verhouding tot de staat, d.i. de kerkorde en de strijd om de belijdenis. Dit laatste was het voornaamste. In 1581 besloot de synode van Middelburg, dat niet alleen de bedienaren des Woords, maar ook de ouderlingen en diakenen, ja, zeis de hoogleraren in de Theo logie en de schoolmeesters, de belijdenis zou onderschrijven a.l s ze opnieuw vertaald, ge zuiverd en herdrukt zal zijn. De Leicester-synode in 1586 eiste de ondertekening in feite. Maar de Leidse Magistraat verklaarde in 1582, „dat men de Geneefsche Inquisitie met al zoo heftigen haat als de Spaansche zoude vervol gen". Het Calvinisme was nog een minderheid. Nog in 1587 was er een aantal stadsscholen in Hol land, waar ongestoord de „Jesuï- tische Catechismus" onderwezen werd. Van 1596 is er een reso lutie van de Staten-Generaal, waarin staat, dat Katholieken zon der bezwaar „tot officiën en an dere openbare staten geadmitteert werden". Leicester's politiek, die de han del met de vijand verbood, had de Calvinistische kooplieden net zo hard afgeschrikt als de liber tijnse. Dat zelfs de Synode van Dordt van 1618—1619 hier niets wijzigde, blijkt wel hieruit, dat in Amsterdam jn 1629 evengoed als vroeger alleen „de rijksten, eerbaarsten, notabelsten en rek ke 1 ij k s t e n" in de regering gekozen werden. Of het gewone volk met deze kerkelijke kwesties op de hoogte was? Dit blijkt wel uit de vol gende geschiedenis In 1617 Werd het huis van een Arminiaan in Amsterdam geplunderd. Op de vraag waarom zij dat deden, antwoordde het volk: „kunnen wij hier zulk volk dulden, dat de vervloekte leer verkondigt, dat God den eenen mensch tot ver doemenis en den anderen tot zaligheid heeft geschapen En wat te denken van het geval met Prins Maurits Een Remon strants predikant was op audiëntie bij hem en Willem Lodewijk. Maurits bespotte deze predikant om zijn ijveren voor de praede stinatie. Toen moest deze Wil- em Lodewijk te hulp roepen, om Maurits le overtuigen, dat dit juist de leus der tegenpartij was Dat er zeer vroeg afwijkende meningen verkondigd werden, zien we b.v. aan Herman van Rijswijk, die in plaats van het geopenbaarde woord, het inwen dig woord" stelde, 't welk be- driegelijk veel leek op de stem der rede. De geest van Erasmus was niet met hem gestorven. Zijn mora liserend, humanistisch getint Chris tendom leefde voort, vooral in de kringen der regenten. In Holland v/as Dirk Volkerts Coornhert de grote voorvechter voor religieuse verdraagzaamheid. Hij is tevens een goed voorbeeld, hoe iemand, die de Kath. kerk nooit had ver laten, in het Gereformeerde Hol land een voorname positie be kleden kon (secretaris der Staten). Bij velen was er onverschillig heid bij nog meerderen on wetendheid. Een blik op de kerkelijke toe standen in ons vaderland in de twede helft der 16e eeuw, dus van ongeveer 1550-1600, maakt ons duidelijk, dat de Hervorming hier een vruchtbare bodem vend, maar tevens, dat ons volk alles behalve fanatiek van aanleg was. De toestand van een Katholieke gemeente in de late middeleeuwen was van dien aard, dat een pas toor, die zijn taak ernstig opvatte, er zeer veel goeds kon tot stand brengen. Over 't algemeen wa ren de parochies niet te groot alleen in sommige steden was het aa ital communicanten zo groot, dat van een behoorlijk toezicht geen sprake kon zijn. Aaar een splitsing zou het in komen der herders zo belangrijk besnoeid hebben, dat deze zich daar begrijpelijkerwijze tegen ver zetten. \A e moeten ons den pastoor uit die dagen niet voorsteilen als een geleerd man, integendeel, dikwijls stond hij zelfs op ge spannen voet met het Latijn. Op alle terrein is de pastoor overigens de vraagbaak zijner gemeenteleden. Onder het genot van een glas bier, wordt in de kijkend!"68' 60 da" B°K eens om (Wordt vervolgd), AXELSCHE COURANT Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. i) De zon straalde over de tegels van het vliegveld. Fokke Diesel zat in het restaurant en lachte stil voor zich heen. Dat zou een prachtige dag worden. Hij vloog graag in de biauwe lucht om het uitzicht dat je dan genoot en om dien dunnen ijlen nevel, over de aarde, diep onder je. Boven een wolkenbank vliegen is mooi, prachtig mooi en sprookjesachtig, zooiets als een be sneeuwd berglandschap, maar het is vervelend en soms gevaarlijk, dacht hij, terwijl hij zijn vliegkap losgespte. Hij had nog een half uur tijd voor zijn toestel vertrekken moest en dus nam hij nog een kop koffie. Lucie was vanmorgen niet in een beste luim geweest, wat had ze toch in den laatsten lijd? dacht Fokke en een rimpel verscheen boven zijn oogen en maakte zijn knap, open jongens gezicht plotseling heel treurig. Hij zag er uit als een kleine jongen, die een standje hetfi gehad. Lucle is een lief wijfje, een best Vrouwtje, maar altijd als hij naar Lon den moest met de machine, begon ze te meuken. Ze zei wel niets, maar stil mokken is veel erger dan niets zeggen, vond Fokke. Hq peinsde en spon verder over zijn huiselijk leven, Zou ze wel goed m orde zfin, mis schien wat nerveus Ze was veel alleen, zocht geen aansluiting met de undere v'iegersvrouwen, Waarom eigenlijk niet? dacht hij plotseling ver wonderd en zat opeens heel recht. De kellner stoorde hem in zijn 'ge dachten. Prachtige dag vandaag, mijnheer Diesel, zeide hij en keek naar de staalblauwe lucht. Mooi ver sicht. Ja, ja, knikte Fokke afwezig. Geef mij maar een kop koifie, ik moet naar de „kisi" gaan kijken. De post werd het terrein opgereden en twee Engelsche passagiers kwamen het restaurant binnen. Fokke glimlachte stil. Wat wa ren die ingebakerd en bleek waren ze zoowaar ook I Waren die bang De machine zou zoo stil liggen als een bed. De Engelschen keken naar hem. Ze knikten. Fokke groette terug. It is all right, lachte hij en wees naar de lucht. Yes, indeed, antwoordde de één en ging zitten. De kellner raadde discreet „een cog nac" en knipoogde in de richting van Fokke. Deze dronk haastig zijn koffie en stapte naar de deur, Good luck, wenschte de kellner vroolijk. Thanks, antwoordde Fokke lachend en dacht aan Lucie. Bij de administratie haalde hfi zfin papieren en zijn opdracht en toen stapte hij naar de kist, die middendoor de hangar stond. Mooierd, goeierd, zei hij in een woordeloos gesprek met de machine zullen wf het vandaag even' fijn samen hebber,,, wat zal jij zingen in de blauwe lucht. Ja, ja, antwoordde hij luid op een vraag van den mecanicien. De marconist kwam aangestapt Zeg Fok, weet jq de laatste mop? vroeg hij vroolfik. Fokke keek afwezig op, hij keek reeht in het vroolijk gezicht van den marconist en zag hem niet. Neen, zei hij, neen, wat bedoel je? De marconist haalde de schouders op. O, ja, zeide hij als terloops, ik zag je vrouw bij het restaurant staan, ze vroeg naar je. Fokke schrok. Wat wilde Lucie, dat had ze nog nooit gedaan. Wat was er aan de hand Hij keerde zich om en keek een beetje boos in de richting van het restaurant Toen zag hij Lucle aan komen. Haar lichte zomerjapon wipte even op onder het loopen en haar donkere krullen kwamen slordig onder haar hoedje vandaan. Ze hijgde toen ie bij hem was. Wat scheelt er aan. is er iets niet in orde thuis? vroeg Fokke en keek verstolen naar de anderen. Hq hield niet van demonstraties in het publiek verlegen verborg hij elk innerlijk ge voel achter zijn vroolijk, jongensachtig masker. Lucie liep langzaam een eindje terug zoodat de anderen haar niet konden hnoren. Een beetje on willig volgde Fokke. Hemel, ze zou toch hier geen scène gaan maken, haar lip trilde verdacht. Hij durfde haar niet aan te kflken een plotseling medelijden met haar kneep zijn hart samen en volverwor' dering vroeg hij zich af, waarom hij zich s<>o vreemd voeide. Lucie, zei hij feeder en kneep haar hand hard in de lijne, Lucie. kind, wat scheelt er aan rok, begon ze eu slikte toen een P««r naai. Fok, je hebt vergeten mq vanmorgen eer. zoen te geren en en.Ze glimlachte dapper, keek even naar zijn ongeduldig gezicht. Jk heb iets meegebracht, ik wou too graag, dat je het in het vervolg droeg het zou mij rust geven. Hfi knikte en glimlachte nu weer. Overdreven, die vrouwen, altfid een beetje huilerig en sentimenteel, dacht hq verteederd. Hq stak zqn hand uit. Nu, wat is het kind, je maakt mq nieuwsgierig. Lucie legde een klein zilveren porH in zqn hand. - Doe dit om je hals onder je overhemd, ais ik weet, dat ié het draagt, ben ik rustig, zeide ze ernstig. Onzin, wilde hq bruusk afweren maar toen keek hq naar haar groote, donkere oogen. L'everd, zeide hq innig en hing het popps je aan den langen ketting om zijn hals. Hq ver borg het tusschen zqn vliegcostuum. Is het nu goed, kindje, kleine, domme vrouw van mq? fluisterde hq teeder en keek haar Innig aan. Lucie glimlachte. In haar ooghoeken waren tranen, maar ze rolden niet over hatr wangen. Ik hou zooveel van je, zeide ze eenvoudig. Samen wandelden ze terug naar de machine. De mecanicien was gereed en de marconist had juist iqn nieuwste mop verteld Ban je hem kwqt vroeg Fokke vrooiqk. Op een onverklaarbare wfize was plotseling het gedrukte gevoel, dat hq sedert den vroegen morgen had gehad, vetdwenen. De anderen groetten Lucie. Ja, zeide de mecanicien, die mop brandde hem op de tong, uveri- gtas, zli was niet eens erg nieqw, ik hoorde haar verleden week al ver tellen. c' '{ee't °P z9n horloge. Het is tqd, jongens. De Engelschen kwamen aangestapt en achter hen liep een bediende van het vliegveld, beladen met plaids, béhf J 1u eens een plannen hebben, toestel. n,arcon,st en stapte in het Fokke omhelsde zqn vrouw. Tot !tindi?' slaap wel vannacht hoor, ik stuur je een berich'je. Fok, liefste, fluisterde ze en het was net alsof ze nog iets wilde zeg gen. maar ze zweeg. n?!LVliTr kroop in ziin cockpit. De bedienden namen het laddertje weg en riepen iets. De propellers séorden en de motoren daverden. Het lachende gezicht van Fokke knikte achter het raampje eh toen taxiede de machlene over het veld, zq reed tot het einde, keerde en op eenmaal was ze los Lucie's hart bonsde. longen fluisterde ze, - mqn alles. De machine klom, hooger en hoo» ger en ijlde juichend het blauwe ver schiet tegemoet, Een paar menschen stonden op het vetd en keken bewonderend omhoog naar de groote vogel, waarvan nu nog een stipje te zien was. Een prachtkerel, een kranig vlie ger, bewonderde een der beambten In Lucit s keel zat een prop. Jongen, dacht ze weer, - mqn jongen toen keerde ze zich om en l.ep lang-

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1936 | | pagina 1