Trouwe vriendschap
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- Vlaanderen,
No. 98.
DINSDAG 17 MAART 193<i
51p .faarg.
J. C. VINK - Axel.
Buitenland.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIÉN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
De oorlog in Abessinië.
De nieuwe opmarsch van de
Italianen, die met eenigen ophef
is aangekondigd schijnt tot dus
verre vlot te verloopen. Inmid
dels is het niet zeer waarschijn
lijk, dat deze opmarsch de bezet
ting van een nieuw, uitgestrekt
gebied tot doel heeft. Aar, het
Oostelijk gedeelte van het front
opereeren het eerste en het derde
legercorps tezamen. Het eerste
legercorps richt zich daarbij op
het Asjiangimeer, het derde naar
men mag aannemen vooral op
Sokota. Zooals reeds eerder is
gezegd, had het eerste corps boven
het Asjiangimeer nog op tegen
stand moeten stuiten. Men houdt
van Italiaansche zijde echter vol,
dat dit meer reeds bereikt is,
terwijl er van tegenstand nog
geen sprake is geweest. Dit
bericht maakt het dan wel waar
schijnlijk, dat de Abessijnen het
beter gevonden hebben om hun
verdediging bij Kworam te orga-
niseeren. Dit ligt ongeveer 40
kilometer Zuidelijk van het As
jiangimeer en het terrein begint
hier weer bergachtig te worden.
Zooals men weet heeft de Negus
zich persoonlijk met de leiding
van deze verdediging belast en
de nieuwe opmarsch van het
eerste en derde legercorps zal
dan ook wel voornamelijk tot
doel hebben om dit Abessijnsche
leger, dat op het oogenblik de
voornaamste pijler is van de
Abessijnsche verdediging in het
Noorden, te verslaan voor het
begin van de regens. En passant
zal Sokota hierbij wel bezet moe
ten worden, doch het is onge
twijfeld voor het begin van de
regens voor de Italianen van het
grootste belang om het laatste
krachtige Abessijnsche leger, waar
ook de keizerlijke garde bij be
grepen is te vernietigen. Een
dergelijke overwinning heeft mo
gelijk een beslissenden invloed
op het moreel van de Abessijn
sche troepen. Dit wordt ook wel
aangetoond door de sterke con
centratie van Abessijnsche troepen
Enkel met de beste, die maar
bij Kworam en het verlaten van
de stellingen tusschen het Asji
angimeer en den Amba Aladji.
Blijkbaar willen de Abessijnen er
alles op zetten om ditmaal de
Italiaansche troepen tegen te hou
den. Dat het derde legercorps,
dat eerst meer in Westelijke rich
ting opereerde bij den aanval be
trokken is, toont aan, dat de Ita
lianen er op hun beurt alles op
zetten hier een overwinning te
behalen. De rest van den .op
marsch" aan het Noordelijk front
lijkt vermoedelijk meer dan het is.
Tenslotte blijkt uit de actie
langs de grens van den Britschen
Soedan, dat de Italianen zich
wenschen te beveiligen tegen ver
rassingen van de zijde van den
eenigen ongeslagen veldheer in
het Noorden, ras Ayele. Uit de
berichten is totdusverre in het
geheel nog niet gebleken, dat de
Italianen reeds een groote actie
op Godjam en Wolkait geopend
hebben.
De Abessijnsche berichten wor
den voortdurend schaarscher en
wat er nog uit Addis Abeba komt,
klinkt nogal mistroostig. Zater
dag wist Reuter echter te melden
dat in het uiterste Noorden de
Abessijnsche guerilla-benden zich
nog steeds doen gelden. Er zou
den nog voortdurend aanvallen
geschieden op de transporten in
den sector Adoea-Adigrat-Makal-
le. Vooral in de buurt van Adi-
grat zouden deze benden, volgens
dit bericht, nog talrijk zijn. Ge
zuiverd blijkt het Noordelijk front
dus nog allerminst te zijn
Uit het Zuiden blijven de be
richten schaarsch. De Italianen
steunen hier voor een aanzienlijk
gedeelte op hun luchtmacht, die
zeer actief is en die verbazend
veel kost aan bommen,» doch
strategisch is hier niets mee be
reikt. Men kan verwachten, dat
generaal Graziani er alles op zal
zetten om voor het begin van de
regens of eventueel voor het
begin van den vrede nog een
sprong te doen langs de Fatan
in de richting van Harrar en de
spoorlijn Dzjiboeti-Addis Abeba,
doch wanneer dit zal gebeuren is
door het uitblijven van berichten,
zeer onzeker.
Stefani seint, dat de Italiaansche
luchtstrijdkrachten de streek rond
om Kworam hebben gebombar
deerd, waar een groote afdeeling
Abessijnen zich in het woud ver
borgen hield. Vliegers slaagden
er in met brandbommen den vij
and uit het bosch te verdrijven.
Zij achtervolgden hem en be
stookten hem met mitrailleurvuur,
waarbij zij hem zware verliezen
toebrachten.
Te Addis Abeba gaat het ge
rucht, dat in het gebied van
Amba Aladji gevechten gaande
zijn, welke door de Abessijnen
zijn begonnen. De Abessijnen
zouden succes hebben gehad en
een aantal tanks hebben buitge
maakt.
Do toestand in Europa.
De moreele veroordeeling van
Duitschland als veidrag-schen-
dende mogendheid is door de
staten, die het Locarnopact on
derteekenden, met eenparigheid
van stemmen uitgesproken. Wat
verder zal volgen, ligt nog in de
nevelen der toekomst verborgen,
maar er zijn onmiskenbaar ge
ruststellende teekenen. Als zoo
danig moet bijvoorbeeld de po
ging worden aangemerkt, door
den Britschen minister Eden onder
nomen om aan de symbolische
daad der bezetting van het Rijn
land met 60.000 man een even
knie te bezorgen door het verzoek
aan Berlijn, die legermacht even
symbolisch terug te trekken. Wel
is waar heeft de Duitsche regee
ring dat verzoek afgewezen, doch
zich tevens bereid verklaard tot
zekere, zij het veel minder ver
gaande concessies, zooals de toe-
zegging, dat de troepensterkte in
het Rijnland niet zal worden uit
gebreid of dichter naar de Fran-
sche en Belgische grens zal wor
den opgeschoven, tijdens den duur
der besprekingen te Londen. Dat
is niet veel, maar tenminste iets.
Wellicht kan daarop worden voort
gebouwd en een brug geslagen,
waarop de heftigste tegenstanders
van het oogenblik, Frankrijk en
Duitschland, nader tot elkaar kun
nen komen. Met zachten drang
stuurt Engeland in die richting
en mogelijk zal de Regeering te
Londen er in slagen, de momen-
teele opwinding te doen bedaren
en den conferentie-bodem vrucht
baar te maken voor het uit te
strooien zaad, waaruit een betere
verstandhouding zal kunnen ont
kiemen. Dat belooft echter een
langdurig proces te zullen wor
den, ook al, omdat de thans nog
gemaskeerde toekomstplannen van
het nationaal-socialistische bewind
toch wel flauwtjes doorschemeren
tusschen de veelheid van woor
den, welke van dien kant op het
menschdom worden uitgestort.
En bij die plannen zal Frankrijk
waarschijnlijk nauw betrokken
zijn, juist door het fel omstreden
pact met de Sovjet-Unie tot ver-
leening van wederkeerigen bij
stand in geval van een niet uit-
gelokten aanval, dat door Berlijn
is opgeworpen als de aanleiding
voor de militaire bezetting van
het Rijnland. Het is opmerkelijk,
hoe de Duitsche regeering bij alle
betuigingen van vredesgezindheid,
nog versterkt door aanbiedingen
van te sluiten niet-aanvalsverdra-
gen, voor de Sovjet-Unie een
uitzondering maakt en tegen dit
lid van den Volkenbond nog hef
tig te keer gaat bovendien. Dit
maakt de conclusie aannemelijk,
dat Duitschland, zoodra de ge
legenheid gunstig is, of de nood
daartoe dwingt, een uitval in
oostelijke richting zal wagen, uit
hoofde van zijn tot in den treure
herhaalde behoefte aan expansie
De hulpverleening, waartoe Frank
rijk zich jegens Moskou verbon
den heeft, zou dan op de meest
afdoende manier belemmerd wor
den door de reeds doorgevoerde
Rijnland-bezetting.
Uit dat gezichtspunt bekeken,
behoudt een eventueel bijleggen
van het huidige conflict toch
altijd slechts een problematische
waarde. Alleen het stelsel der
collectieve veiligheid binnen het
kader van den Volkenbond, gelijk
dat door Frankrijk en Engeland
in den laatsten tijd zoo krachtig
wordt voorgestaan, zal een af
doende rem kunnen vormen tegen
oorlogszuchtige neigingen van
sommige landen. Aan de ver
sterking van dat streven dient
daarom de grootste aandacht te
worden gewijd, terwijl elke po
ging om een wig te drijven tus
schen de naties, die deze ge
dachte aanhangen, met kracht
moet worden afgewezen.
Duitschland probeert te fun-
geeren als de hervormer van Eu
ropa, maar schroomt niet, daarbij
middelen aan te wenden, van
verwerpelijken aard, zoowel naar
binnen als naar buiten. Welke
houding de andere mogendheden
daar tegenover zullen aannemen,
zullen we weldra ervaren, maar
stellig zullen ze hun best doen,
het steigerende krijgsros een teu
gel aan te leggen en den weg
naar Genève te doen inslaan.
Bede van Hitler te Miinchen.
Zaterdagavond heeft rijkskan
selier Hitier te München een
redevoeringgehouden voor 300000
menschen en daarin opnieuw zijn
vredelievendheid betuigd en zijn
aanbod voor een verdrag, dat het
verdrag van Locarno zal vervan
gen, herhaalde. Hitier zeide, dat
Duitschland geen territoriale pro
blemen, zooals het verdrag van
Versailles die heeft geschapen,
door oorlog wil oplossen, doch
wel wenschthij onvoorwaardelijke
rechtsgelijkheid en zeide ook niet
te dulden, dat Duitschland als
een tweede rangs mogendheid zal
worden beschouwd en behandeld.
Als Europa gezond wil worden,
dan moet op een geheel nieuwen
grondslag worden gebouwd. Dan
moet het vertrouwen wederkeeren
en dat kan slechts geschieden,
als de volkeren volkomen gelijk
gerechtigd zijn en elkaar de hand
reiken. Daartoe zijn wij bereid.
Wij willen het Fransche volk de
hand reiken. Wij willen niet
eeuwig dezen waanzinnigen strijd
verder voeren, doch evenmin wil
len wij, dat Duitschland als min
derwaardig wordt beschouwd. In
eigen land willen wij de baas
(Wordt vervolgd)*
AXELSCHE
COURANT
(Naar het Engelsch.)
15)
Zq zat aan de schrqftafel en on
barmhartig zonder ophouden hoorde
bq haar pen krassen over het papier.
Toch zou hq dan nu maar etndelqk
eens de stoute schoenen aantrekken
en begon
Je neemt dan al heel weinig
notitie van zoo'n goed, oud vriend,
Felice. Behalve het officieele .goeden
morgen" en .goeden avond" hoor ik
bqna niets van je.
Zq keerde zich om. Was het on
deugendheid of iets anders, dat hq in
de donkere oogen las
Hoe kan je nu zoo komen Je
weet tjch wel, dat ik alles heb gezegd,
wat vleiend Is, tot den held van den
dag
Alweer dit scheitjende; zou ze nu
nooit eens ernst g wezen?
Daar houd ik beelemaal niet van
en dat weet je ook wel.
Niet? Heel onschuldig.
Nu, daar ik prqs stel op je vriend
schap, zou ik graag willen weten, waar
je dan wel van houCt.
S'el je echt mqn vriendschap op
prqs, Félice
Zeker. U.t vrees ze t> verliezen,
Stel ik prqs op alle breekbare dingen,
Vaa porselein af, tot vriendschap toe.
Dus je stelt mqn vriendschap op
téa ïqn met de kopjes en schoteltjes,
zelden gebroken en niet dikwqis ge
bruikt worden.
Zóó? Nu, ik had dan wel ge
hoopt, dat je mq wat hooger zoudt
stellen dan de beste kopjes en scho
teltjes.
Het beste potselein wordt door
de huisvrouw toch bqzonder in eere
gehouden. Maar nu moet ik allereerst
mqn brief afmaken, want zóó gaat de
post.
Die brief moet nu maar eens
wachten, want ik moet je spreken,
Félice.
Dat meen je zeker nietalthans
de rollen zouden dan wel heelemaal
omgekeerd moeten zqn, In den regel
praat ik en luister jij, en je zu t toch
ook wel taegeven, dat ik dit eerste
beter kan, dan hit tweede,
Ja, dat is ook zoo, maar nu heb
ik heel wat te zeggen.
Met schrik bedacht hq, wat een tijd
er nu al verloren was gegaan met dat
schei tsen.
Félice, ik wou je eens vertellen,
hoe dikwqis ik, gedurende deze drie
jaar, al aan je gedacht heb.
Dct is alleraardigst van je, Paul.
En hoe stelde je je m| dan voor.
Aan het koffie maken, of een andere
huishoudelijke bezigheid?
Kan je nu nooit eens iets ern
stigs opnemen.
O, dat is waar ook. Ik vergat,
dat jq de eenige op de wereld was,
die van mq ernst verwachtt:.
Hq stond nu vlak bq haar stoel.
Felice, ik heb je lief Neen,
neen, hoor nu eens naar mq Je
moet luistjren, Félice Ik heb e
lief met hart en ziel Wil e
mqn vr ttwtje worden, liefste t k
weit «let meer, waaneer ik ie voor
het eerst heb liefgehad, en nu kan ik
niet meer zonder je leven. Félice
O I
Steeds hield hq den blik gericht op
het teere meisje, dat haar stoel nu wat
weggeschoven had van de tafel en
weer mit die ondeugende tinteling
in de oogen, heel langzaam en nadruk-
kelqk vroeg:
Maar als ik nu eens niets,
geen zier om je geef?
Is dat dan het geval, Félice, en
zal je nooit van mq gaan houden
Ze schudde het hoofd.
Maar, Paul, kqk me toch niet
aan, op zoo'n manier van „je antwoord
of je leven".
O, htt was ook wel dwaas van
mq. om te denken, dat je iets zoudt
kunnen voelen voor zoo een, als Ik
benEn toch ik heb je
lief 1
Ik vraag niet om veel Maar
zou je niet een bee je van mij kunnen
gaan houden Is zou trachten, je
gelukkig te maken iederen dag, ieder
uur van je leven. Is er in het geheel
geen hoop voor mq, Félice?
Op de allir.nnemendste manier, die
zij had, stak ze haa- handje in de
zqne en sprakt
Ik heo altijd den indruk gekre
gen, dat de liefde maat weinig bi-
duidt in hit leven van een man. Je
zult me wel weer gauw vergitrn.
Neen, toch niet, antwoordde Paul
kalm.
Qiaaf Qrévelle, die mq in Zwit
serland ten hu weiqk vroee, was alweer
met een ander verloofd, nog geen
maand nadat ik hem bedankte.
Ik ben niet graaf Qrévellei
Daar ben ik blq om Op graaf
Qrévelle was ik niets gett 14 'm
mag ik heet graag iqden, dat weet je
ook wel.
Nu, dan kan dit gevoelen mis
schien nog wel tot liefde worden
Stil, dat kan tjeh niit. Maar
trek het je niet zoo aan, Paul, dat
ben ik niet waard.
En nog met een rx ra vriendelqk
handdrukje: Heusch, aat ben ik niet
waard i
Hq voelde een sterk verlangen, om
haar in de armen tj sluiten, maar ze
keerde zich ineens om, en, vóór hq
er nog op verdacht kon zqa, was zij
we?,.
Félice ging naar haar eigen kamer,
sloot de deur ea wierp zich, snikkende
te bed. Niets kon haar bewegen, om
zich verder op deti dag nog te vei-
t ionen.
HOOFDSTUK XVI.
Dat Paul mit zoo ongunstigen uit
slag xqn geluk had beptoefd. was
juist de dag, vóórdat beide brieven op
Ravensmead ontvangen waren, Toen
een ieder daar op de hoogte gesteld
was van Dick's schrqven, dat aan bei
den zoo trtffend was, om z'n diep-
droeven eenvoud, achtte Mrs. Phi
lips hit 't best, dat Paul eens aanging
op de Towers.
Je moet den ouden tqd maar
wier eens ophalen, dat zai den armen
jongen goed doen, meende zq,
Zelve was ze ook g tarne eens ge
gaan, maar bq ii taitie voelde ze, dat
een bezoek van de oude vriendin van
zqn moeder Dick nog te veel zou aan»
erqpen, Wil gaf ze haar zoon een
brief mee en nug allerlei wenken en
raadgevingen, betreffende het al of
niet aanreeren van sommige dingen*
Vertel hem oek maar eens, hoe
ongelukkig je was in je laatste onder
nemen, beste jjngen. Er schuilt een
soo t troost in voor degenen, die
rampspoedig zqn, om te hooren, dat
ook anderen met verdrieteiqkheden te
kampen hebben. Begrqpen doe ik het
wel niet. want ik dacht ook zoo vaak,
dat Félice vie teederheid voor je
koesterde; maar, nu hit eenmaal zoo
moet zqn. laat het jou dan tot troost
wezen, vent, dat, tn deze zaak, je
moeder zóÓ zeer voor je meevoelt.
Zou het misschien kunnen wezen, dit
R. x Farnham haar genegenheid heeft
gewonnen
Als dat zoo is, dan heeft ze haar
liefde veel beter geplaatst, meende
Paul.
Hq stak nu den brief bij zich en
dan ook nog een, die Beatrix hem ge
geven had.
Anna Philips zat dien ochtend nog
lang aan haar schrqftafel. Ze was
droevig gestemd en zag immers ook
al dat verdriet, en dat onder de
jongelui, de immers nog zoo ?ft den
ingang van het leven stonden.
Op eenmaal ging de deur open en
trad Beatrix binnen.
Is Paul weg? vroeg ze, geagi
teerd.
Meer dan een half uur geleden.
Qaat u dan eens mee naar Fé-
Hce drong zq. Toen die hoorde, dat
Pau! naar de „Towers" was, is ze tg
tranen uitgebarsien, heeft n zich maar
steeds verwqtea gedaan, dat Ze Paul
moest spreken.
Mrs. Pmlips gaf enmlddeltqk gehoof
aan dien oproep.