Trouwe vriendschap
IVOR OL
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeen wscli- V1 aan deren.
No. 97.
VRIJDAG J 3 MAART 1936.
51e .laar o.
J. C. VINK - Axel.
De jeugd van voorheen en thans.
FEUILLETON.
Buitenland.
cMckha units tondm
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
ADVERTENT1ÊN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag II ure.
Eerste Blad.
Er is een hemelsbreed verschil
tusschen de gedragingen en op
vattingen der jeugd van voorheen
en thans en het is niet te ver
wonderen, dat deze verandering
grootendeels heeft plaats gehad
in de jaren na den wereldoorlog.
Deze oorlog toch heeft als 't ware
een groote scheidingslijn getrok
ken tusschen het verleden en het
heden. Na dit bloedig wereld
gebeuren viel er een stilte in, die
de moegeslagen volkeren ont
roerde en zich voortplantte van
mensch tot mensch. Men rustte
een wijle, hopend op een betere
en vrediger toekomst. Weldra
echter werd die rust verbroken
meer dan ooit werd het leven
gejaagder en op moderner leest
geschoeid, waarbij in de allereerste
plaats de jeugd werd betrokken.
De jeugd van voorheen telde
niet mee, werd het zwijgen op
gelegd. Zoo heel ver behoeven
onze herinneringen niet terug te
gaan, om het beeld waar te nemen
van de jonge menschen, die thuis
niets in te brengen en slechts te
gehoorzamen hadden. Daar zege
vierde het gezag en dat gezag
was er hoofdzakelijk op uit om
het kind zoo lang mogelijk kind
te laten. Niemand der ouderen
interesseerde er zich eigenlijk voor
wat er omging in de harten van
de jeugdige huisgenootenmen
dacht er zelfs niet aan, dat er
ook in die jonge harten wel eens
iets bijzonders om kón gaan.
En was dit het geval, broeide
er iets in die harten dat een uit
weg zocht, dan moest dat stiekum
geschieden, want de jeugd van
voorheen stond alleen en wel zoo
ongeacht en onbewust, dat zij
zich die eenzaamheid niet eens
te realiseeren wist.
Op school ging het ook heel
anders. Om een zekere hoeveel
heid kennis te veroveren, moesten
een zeker aantal klassen door-
loopen worden. De onderwijzers
moesten een afgebakende leerstof
inpompen, doch er waren steeds
objecten in de schoolbanken, die
dat onderwijs ondergingen zonder
eenige aandacht of belangstelling,
wat echter ook tegenwoordig nog
wel zal voorkomen.
Voor ontspanning der jeugd
was er weinig variatie deze bleef
meestal beperkt binnen de enge
grenzen van een jongens- of
meisjesvereeniging, een zangver-
eeniging of een of ander spelletje
binnenshuis. Gezamenlijke wan
del- of fietstochten en het genot
van kampeeren of iets dergelijks
kende men niet. Gelegenheid
om door te breken tot het begrip
„persoonlijkheid" werd nu een
maal niet geboden. Wilde eens
een enkele vooruitstrevende zijn
vleugelen te ver uitslaan, dan
werd dit als een soort brutaliteit
of verdorvenheid gesignaleerd.
Zoo groeide de jeugd op in
den .goeden ouden tijd" en was
alzoo voor verdere ontwikkeling
hoofdzakelijk op eigen energie
aangewezen.
Thans, in onzen door en door
modernen tijd, zijn de levensom
standigheden ook voor de jonge
menschen wel grondig veranderd.
De hedendaagsche jeugd leeft in
en buiten het gezin met het heden
mee. De eenigszins ontwikkelde
jongens en meisjes nemen deel
aan gesprekken over onderwerpen
van allerlei aard en de techniek
en wetenschap bieden hun hulp
middelen, om zich op veelzijdig
terrein te oriënteeren.
Een voorheen bijna slaafsche
onderworpenheid heeft plaats
gemaakt voor respect en eerbied
voor hen in wien de jeugd haar
geestelijke meerderen ziet.
De uiterlijke omstandigheden
hebben zich gewijzigd ten gunste
van onze jeugd. Hygiëne en
geestelijke en lichamelijke ont
spanning hebben hun invloed niet
gemist. De voetbal- en zwem-
sport, tennis, wielrijden, dam- en
schaaksport b.v., zijn nooit zoo
populair geweest als tegenwoor
dig.
ln het contact tusschen de
jeugd, de ouders en de opvoeders
is alzoo ook meer leven gekomen
en men zoekt elkander. Ook op
school gaat het anders: de leer
stof is veel meer op het heden
en op de vragen van dezen tijd
ingesteld.
Het behoeft dan ook geen ver
wondering te wekken, dat de
veranderde levensomstandigheden
ook hun stempel op de jeugd
drukken. Deze durft zich thans
vrij te uiten en noemt de dingen
bij den naam. Niet te ontkennen
valt, dat een zekere ongegeneerd
heid er soms het gevolg van is,
en typisch is dan ook een uit
drukking van dezen tijd„we
zijn geen kinderen meer".
Er komt tegenwoordig ook groo-
ter spontaniteit en aanhankelijk
heid bij de jeugd voor, welke
echter kan omslaan en ontaarden
in sentimentaliteit. Maar daar is
dan meestal de oudere de oor
zaak van, op wiens tact het in
zoo'n geval aankomt. De jeugd
blijftjeugd. En juist hier dreigt
soms de mislukking, maar ook
hier draagt niet de jeugd, maar
de ouderen de verantwoordelijk
heid.
Onze moderne jeugd is een
open boek. En de ouderen schrij
ven er de toekomst in.
Veel jonge lieden voelen tegen
woordig behoefte om zich te
uiten tegenover andere menschen
dan hun ouders. Niet dat de
ouders over de geheele linie zoo
ver van hun kinderen in den
volwassen leeftijd afstaan, maar
de omstandigheid, dat de jeugd
zich op een bepaalden leeftijd
rustiger en zelf veiliger gevoelt
tegenover vreemden dan tegen
over haar oudeis, doet haar vaak
bij moeilijke problemen het ver
trouwen zoeken van derden. Dat
is niet zoo erg. Het is haar recht
geheimen te hebben. Gun de
jeugd toch ook haar crisis. Ze
moet er doorheen, ook de mensch-
wordende jeugd. Deze heeft ge
heimen en moeilijkheden en het
is dwaasheid die uit den weg te
willen ruimen, omdat die moeilijk
heden er zijn om de jeugd zelf.
Ze moet die moeilijkheden hebben
om mensch te worden.
Het is juist deze periode in
het leven van de tegenwoordige
jeugd, waarbij het past zich niet
op te dringen. Ze is dan een
kruidje-roer-me-niet en kan geen
bemoeizucht verdragen.
Er komt ééns een momemt
waarop de jeugd hulp noodig
heeft en het is dan alleen degene,
die op een afstand klaar staat om
hulp te bieden, die het wint.
De toestand in Enropa.
Onder buitengewoon groote be
langstelling heeft de Britsche
minister van Buitenlandsche Za
ken, Eden, in het Lagerhuis een
verklaring afgelegd over het be
sluit van Duitschland ten aanzien
van de bezetting van de gedemi
litariseerde Rijnzöne.
Uit deze rede kan slechts de
gevolgtrekking worden gemaakt,
dat Engeland niet het minste plan
heeft om ten aanzien van de
internationale politiek in het kiel
zog van Frankrijk te varen De
onverzoenlijkheid, tot uiting ge
bracht in de radio-toespraken van
den Franschen premier Sarraut,
valt geheel buiten de lijn, welke
de regeering te Londen heeft
uitgestippeld met betrekking tot
de eenzijdige opzegging van het
Locarnopact door Duitschland en
de op hetzelfde oogenblik ten
uitvoer gebrachte militaire bezet
ting van het Rijnland. Dat de
Britsche Regeering deze welover
wogen verdragschending ten sterk
ste afkeurt niet alleen, maar die
ook met den moreelen maatstaf
nauwkeurig afmeet, heeft minister
Eden in vlijmende bewoordingen
te kennen gegeven.
Aan Berlijn is een gevoelige
moreele kastijding toegediend.
En vermoedelijk zal Eden's
kwalificatie een veel dieperen
indruk nalaten dan de wel wat
pompeuze schildering welke de
Franscheregeeringsleiderten beste
heeft gegeven. Het door minister
president Sarraut ingenomenstand-
punt kan niet worden gehand
haafd dan met aanvaarding van
zelfs de uiterste consequenties der
onderhavige aangelegenheid, dus
desnoods oorlog. De reeds aan
Franschen kant genomen maat
regelen, zijn volkomen in over
eenstemming met die opvatting.
Het lag en ligt echter geenszins
in de bedoeling van Engeland
zich voor een dergelijke onder
neming in dit geval te leenen om
de eenvoudige reden, dat het ont
ketenen van een Europeeschen
chaos ver uitgaat buiten de gren
zen van het gepleegde delict.
Hoezeer Engeland het Duitsche
optreden ook veroordeelt, voelt
het er niets voor de zaak nog te
verergeren door 't toepassen van
scherp prikkelende middelen,
welke mogelijk een aanval van
razernij kunnen opwekken. Veel
eer tracht Londen er het beste
van te maken, wat er van te
maken valt.
En dat kan het gemakkelijkst
gebeuren, wanneer de Duitsche
Rijkskanselier „den weg terug"
naar Genève weet te vinden.
Natuurlijk is elk gevoel van
zwakheid aan Engelsche zijde
hierbij uitgesloten. Gaat Berlijn
te ver, bijvoorbeeld door over
schrijding van de Fransche of
Belgische grenzen dan zal Duitsch
land de Engelschen gewapend
tegenover zich zien naast de
aangevallen staten. De verklaring
van Eden in dit opzicht was zeer
pertinent. Evenwel stelt Londen
zich tevens tot taak de overdreven
Fransche opwinding tot bedaren
te brengen om na verloop van tijd
gezamenlijk aan de conferentie
tafel te Genève te gaan zitten tot
het plegen van onderling overleg,
teneinde Europa zoo goed moge
lijk op de been te helpen na de
vele gevaarlijke struikelingen in
de laatste decennia. Om dat te
bereiken zal zoowel minister-
(Wordt vcrtr#lgd)i
AXELSCHE
COURANT.
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
(Naar het Engelsch.)
14)
Ik zou ook niet zonder je gaar.
Me dunkt, daar ken je mij toch te goed
voor.
Laten we hier zoo gauw mogdijk
zien weg te komen, zei Dick en ging
op deh stoel zitten, die zijn vader
placht te gtb uiken. Ineens stond hfi
op, trok het gordijn omhoog en keek
in den helderen November-maneschpn.
Farnham was zóó blijven zitten, dus
met den rug naar zijn vriend toe. Een
langdurig zwqgen volgde, dat eindelijk
verbroken werd door Hernford, die op
scherpen toon vroeg
Heeft de generaal iets gezegd
van ons engagement?
Farnham keerde zich om.
Ja, hp heeft er van gesproken.
Verwacht hp van mp, dat ik het
verbreek
Ja, Dick.
Dót dacht ik wel Moet dan
ai, wat ik lief heb, van mp genomen
worden.
Farnham legde den arm om den
Behouder van z|n vriend, en. hem
recht in de oogen kpkend, zei hp t
Dickie, ik zal je bpstaan in alles,
bat zweer ik. Ik zal je nooit in den
sit-ek laten.
Later zouden die woorden nog
dikwpls bP Rrx bovenkomen.
Ik kan haar niet opgeven. Ik
ben niet zee sterk van wil als jij.
Er volgde een pijnlijke stilte.
Een schok voer Hernford door de
lecen.
'i Is om haar zelfswille, moet je
denken, om Beatrix.
Maar ik kan niet.
Nooit zoo duidelijk ais nu. gaf hel
uiterlijk van beide mannen b ijk van
hun karakter. De ee i stond daar, fier
recht, met iederen ge'aitstrek gespan
nen de aader huiverend en gebogen
en met het gelaat verborgen.
H t tikken van de klok was hit
eenig waarneembare geluid.
Eindelijk kwam er beweging in D ek
Hernfordregelrecht trad hij op de
schrijftafel toe.
Geruischloos verliet Farnham het
vertrek. Zijn heele wezen kwam in
opstand tegen de wreedheid van het
lot, dat hem nu juist ten taak stelde,
om Dick Hernford tot dezen meedoo-
genloozen plicht te brengen.
HOOFDSTUK XIV.
Farnham t-ad het huis uit. Behalve
dat hij Dick nu toch alleen gelaten
had, was hij veel te rusteloos, om
binnen te kunnen blflver. Hij moest
ia de vrije buitenlucht zijn en liep
langzaam, als iemand, die volstrekt
geen bepaald doel voor zijn tocht heeft
maar die in gedachten geheel vervuld
is van de oplossing van een moeilijk
vraagstuk.
Toen hij nabij de gemeenteweide
kwam hoorde hij daar de juichkreten
van schrille Jongensstemmen en dit
herinnerde hem op eenmaal, dat het
.Guy Fawkes-dag* was. Dit is vijf
November en een herinnering aan het
zoogenaamde .Buskruitverraad" in het
begin tis de aeventiesde eeuw, Br
was tien een samenzwering op touw
gezet om den koning en het parlement
in de lucht te doen vliegen, maar
men was achterdocht gaan koesteren
en had de kelders van het parlements
gebouw, vóór de zi.ting, nauwkeurig
latin onderzoeken, waardoor men het
kruit en den bewaarder daarvan, een
zekeren Guy Fawkes, ontdekte. Deze
werd onmiddellijk tit den brands'apel
vi r lordeeld en op 5 November wordt
boven een vuurtje van takkenbosschen
nu een strooien pop vei brand, Guy
Fawkes in beeld.
De Jongens schenen moeite te heb
ben, om het vuu tje aan te krijgen,
maar Farnham hielp hen daarbij, zóó
getroffen voelde hij xich door dien
heerlijken terpentijngeur van brandend
dennegnei. Om dit goed te beerij-
pen, moet men eerst mijlen en mijlen
ver van het vaderland buien van
heimwee hebben doorgemaakt.
Het .klokje van gehoorzaamheid"
riep weidra de jingens naar huis en
andermaal was Farnham alleen, Ook
hij moest terugkeeren. En, zoodra
vat hij de hall binnen, of Hernford
trad hem opzij met twee brieven in
de hand. Hij zeg er uiterst vermoeid
en ontdaan uit, als iemand, die een
hoogst moeilijke taak achter den rug
heeft
Zou je er voer willen zorgen,
Rex, dat die twee gepost worden F
Als ik ze bij mij hond, kan ik er niet
voor instaan, dat ik er zelf tje kom.
Zonder een woord te zeggen, nam
Farnham beide epistels van zijn vriend
over de eene was geadresseerd aan
generaal Philips, de andere aan Bea-
tri*. En hij zag, dat Dick onmiddel
lijk naar boven ging, met den ver
moeiden (red ea de gebogen houding
van een ouden man,
Nid. t Fatnhem hem eerst een oogen
blik alleen gelaten had, ging hij nog
eens kijken bij D ek, en zijn gezelschap
alleen, deed den diep verslagene on
beschrijflijk goed. Zoo was het hem
ook mogeljk een uur later in slaap
te vallen, en, t,en dit oogenblik een
maal bereikt was, begaf R x zich naar
de naastbijzgnde brievenbus. Dit leed
had hil zijn vriend niet kunnen bespa
ren. Wel had hij het veel verzacht en
verlicht door zijn zwijgende sympathie.
HOOFDSTUK XV.
Paul was teruggekeerd. Nu eerst
merkte hij, wat een indruk zijn daad
van moed had gemaakt in den kring
van vriendenen kennissen. Hij voelde
zich wel zeer verrast door al die gt-
lukwenschen, want t t nag toe was
hem nooit veel lof toegezwaaid en had
hij ook nooit veel van zichzelven ge
dacht. Nu was hij dan wel zeer in
de achting van zijn omgeving gestegea
en dit werkte eenigszins verbluffend
op hem.
Maar het was anders een vreemd
thuiskomen. De donkere schaduw,
die op K-ittan Towers was gevalled,
had zich ook over Ravensmead ver
spreid. Men was dien schok nog niet
te boven, toen Paul kwam. Eer hij
in Londen was, had hij er nog niets
van gehoord, maar toen werd hij er
van op de hoogte gebracht door een
kennisi dien hij daar toevallig ont
moette.
Beatrix had niet bij de eerste be
groeting durven zijn. Paul ging haar
eyen later op haar kamer opzoeken
en zc hadden eikaar toen veel stille
teedcrhtld betoond,
met
DOOS 20CT. TUBE 40 EN 60 CT.
Gedurende de dagen, die volgden,
was het on moge ijk iets uit Paul te
krijgen bit tffende zijn heldendaad.
Een mar, die weet, wat hij waard
is, hoeft niet te bluffen op hetgeen hij
bedreef, viel zijn vader hem bij, met
een blik vol trots.
En dat hfi hier genoeg in eere
staat, dat weet hij ook wel, niet waar
plaagde Féilce, die anders over het
geheel bijzonder stil was geweest,
sir di zijn thuiskomst.
Paul ging van tijd trt tqd naar
Keeton Towers, want R x Farnham,
Dick Hernford en hij bleven immers
een drietal, dat zich altijd verheugde
in eikaars bijzijn.
Die jaren, dat Paul weg was gr-
weegt, had hij st:eds overlegd, hoe
hij Fédce toch wel bet beste voor zich
zou kunnen winnen maar. zoodra hij
zich weer onder hetzelfde dak met
haar bevond, voelde hij zich al wan
hopig weinig op zijn gemak.
Fé ce plaagde hem en lachte hem
uit, maar, evenals vroeger, bleef ze
toch ongenaakbaar.
In het eind kon Paul het niet langer
meer uithouden en hij zou een ge
legenheid vinden, om haar eens alleen
te spreken.
Het was een regenachtige dag en
de dames hadden bij elkaar gezeten,
maar toen het regenen wat begon op
te houden, begon xfin moeder zich
klaar te maken voer een bezoek aan
een vriendin in htt dorp en hij dus
Féilce alleen zou kunnen vinden. Hei
moest er nu maar van komen, hij had
ai zoo lang gewacht,