Trouwe vriendschap
Nieuws- en Advertentieblad
voor Z e e u w s c li - Vlaanderen.
No. 86.
DINSDAG 4 FEBRUARI 1936.
51e Jaarg.
Él
J. C. VINK - Axel.
Buitenland.
FEUILLETON.
Binnenland.
1
L J
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENT1ÊN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Egypte.
Toen bij het begin van den
ltaliaanschen inval in Abessinië
de Britsche regeering overging
tot het zenden eener sterke vloot-
machl naar de Middellandsche
Zee, werd door die daad op de
meest overtuigende wijze gede
monstreerd hoe grcot belang
Londen hecht aan het behoud van
zijn overwicht in dat gebied. Het
zou al te naief zijn geweest te
veronderstellen, dat deze uiterst
krasse maatregel louter en alleen
werd ingegeven door overwegin
gen van uitsluitend etnischen aard.
Acnter de zoo sterk ontvlamde
liefde van den Volkenbond schuilt
een flink brok nationale zelfzucht.
Het bewijs hiervoor is trouwens
mei eenig cynisme geleverd bij 't
indienen door Sir Samuel Hoare
van het zooveel geruchtmakende
Fransch—Britsche vredesvoorstel.
Dit treffende staaltje van het ten
koste van alles dienen van het
eigenbelang stuitte echter af op
den volstrekten onwil van het
volk om een dergelijk optreden
te tolereeren. Het zoenoffer van
Hoare's aftreden voerde de zaak
weer in de oude banen, d.w.z.
dat Engeland opnieuw als voor
naamste kampvechter voor Genève
in het strijdperk trad en weer
begon te ijveren voor het toepas
sen van sterken druk op Italië.
De inmiddels verkregen samen
werking met de Fransche marine
strijdkrachten vormt daarbij een
hoogst gewichtige factor.
Het zwakke punt van Engeland
in de Middellandsche Zee vormt
ongetwijfeld Egypte en het zal
wel geen zuiver toeval zijn, dat
daar de nationalistische beweging
zoo sterk is opgeleefd, sinds het
uitbreken van den oorlog in Abes
sinië. Al is de hand van Italië
hierin niet zichtbaar, toch kan als
vaststaand worden aangenomen,
dat die in Egypte heelt ingegre
pen. Ter wnle van het behoud
van zijn zeeweg naar lndië en
van zijn positie in Afrika, kan
Engeland met gedoogen, dat het
Neen. «aar all Eiste nu af en
tot dusver gehandhaafde verkapte
prolectoraat over Egypte teloor
gaat. In den Soedan, evenals in
het land van den Khedive is het
voor Engeland onafwijsbare eisch,
een krijgsmacht op de been te
houden, ter bescherming van het
Suez-kanaal.
De Egyptische nationalisten
nemen de gelegenheid te baat
voor het ondernemen van een
poging tot afwering van het (ove
rigens niet meer zoo heel zwaar
drukkende) juk der Engelschen.
Reeds heeft deze beweging geleid
tot het aftreden van het kabinet-
Nessim Pasja en het blijkt zeer
moeilijk een nieuwe regeering te
vormen, die de belangen der na
tionalisten en die van Groot-
Brittannië met elkaar kan ver
zoenen. De Wafd-partij, als kern
der nationalistische beweging,
wil van geen transigneeren weten
en tracht den Britschen invloed
in Egypte volkomen uit te scha
kelen. Gemakkelijk gaat dat
echter niet, vooral niet, daar de
Engelschen meer dan ooit behoefte
hebben aan vlootsteunpunten als
Cairo en Alexandrië. Het verwek
ken van politieke onlusten als
middel om tot het doel der na
tionalisten te geraken wordt nog
steeds toegepast en verscheidene
levens zijn daarbij reeds ingeboet.
De Eengelschen zijn, zooals reeds
gebleken is, bereid tot zekere
hoogte aan de verlangens der
Egyptenaren toe te geven. De
leider der wafdpartij, Nahas Pasja,
wil echter het onderste uit de kan
hebben en loopt daardoor gevaar,
het lid op der. neus te krijgen.
In de internationale politiek
van deze dagen speelt Egypte
een hoogst ingewikkelde rol en
Rome verleent zijn hulp bij het
instudeeren daarvan.
Frankrijk.
Het nieuwe kabinet-Sarraut
heeft in de Fransche Kamer en
in den Senaat zijn progiam ont
vouwd. De eenigszins pathetisch
gestemde regeeringsverklaring
richt zich voornamelijk op twee
punten, n.l. den vasten wil om
den franc te verdedigen en voorts
het gezag van den Volkenbond
te handhaven en zoo mogelijk te
verhoogen. In verband met dit
laatste punt treft in het bijzonder
hetgeen gezegd wordt met be
trekking tot den oorlog tusschen
Italië en Abessinië. Voorzichtig
heidshalve wordt dit krijgsbedrijf
nog altijd betiteld als het Itali-
aansch-Abessinische geschil, met
vermijding van het woord oorlog,
ofschoon tevens gesproken wordt
van wreede en moorddadige vij
andelijkheden. Maar oorlog of
geschil de Fransche regeering
geeft het vaste voornemen te
kennen alles in het werk te zullen
stellen om in deze aangelegenheid
een regeling te bereiken binnen
het kader van den Volkenbond.
Daarbij wordt de samenwerking
met Engeland nadrukkelijk als
doorslaggevenden factor voor den
Europeeschen vrede genoemd
Bevordering der collectieve vei
ligheid blijft een der vaste richt
lijnen van het ministerie-Sarraut.
In dit verband wordt in de re
geeringsverklaring een beroep ge
daan op den goeden wil van
Duitschland. Het slot der ver
klaring vormt een opwekking aan
alle Fransche burgers, zich niet
aan avonturen over te geven we
gens binnenlandsche veelspalt,
waardoor het gevaar voor een
buitenlandschen inval aan de
grenzen zou worden vergroot.
De regeeringsverklaring munt
uit door kortheid en bondigheid,
wat de essentiëele punten der te
volgen politiek aangaat.
De oorlog in Oost-Airika.
Van het Zuidelijk front komen
thans weer berichten, die wat
gunstiger voor de Abessijnen
luiden. Een ltaliaansche colonne
moet ten Noorden van Neghelli
door troepen van Dedzjazmatsj
Makonnen, die Ras Desta te hulp
is gezonden, teruggeslagen zijn.
't Schijnt, dat generaal Graziani
voorloopig niet verder kan ope-
reeren. Hij heeft de handen vol
met de bevestiging van de ont
zaglijk lange verbindingen met
het achterland. De uitgestrekt
heid van het ongezonde gebied,
dat bezet werd, zal generaal
Graziani leelijke parten kunnen
spelen, temeer daar hier een groot
aantal troepen moeten blijven en
de rechtervleugel van het Zuide
lijke leger verzwakt wordt. De
haast, waarmee nog steeds man
schappen uit Italië worden ver
scheept wijzen er op, dat ver
sterkingen noodig zijn.
Het Abessinische hoofdkwartier
te Dessie verklaart, een volkomen
overwinning te hebben behaald
in wat het den grootsten veldslag
noemt, die sedert het begin van
den oorlog heeft plaats gehad en
nu is geëindigd. Het leger van
generaal Diamanti is, naar ver
klaard wordt geheel vernietigd,
met inbegrip van de beroemde
fascistische brigade „28 October".
Er zouden honderden krijgsge
vangenen zijn gemaakt en een
groot aantal geweren, mitrailleurs,
kanonnen en met munitie bepakte
muilezels zijn buitgemaakt.
Een nader bericht van het
hoofdkwartier meldt, dat 3000
Italianen zouden zijn gesneuveld
en 4000 gewond. De Abessimërs
zouden 30 stukken veldgeschut,
175 machinegeweren, 2653 ge
weren en 18 tanks hebben buit
gemaakt.
De Abessinische verliezen zou
den bijna 1200 man bedragen.
De meeste Abessimërs zouden zijn
gevallen bij de bestorming der
drie ltaliaansche verdedigings
werken, die thans zouden zijn
bezet door Abessinische scherp
schutters en machinegeweerafdee-
lingen.
De Koningin op reis.
In stroomenden regen zijn H. M.
de Koningin en Prinses Juliana
met een gevolg van in totaal 17
personen Vrijdag met een D-trein
van 18.11 naar Innsbruck ver
trokken. Aan den normalen trein
was een slaapwagen voor de beide
vorstinnen toegevoegd.
Reeds lang te voren waren door
de politie maatregelen genomen
en was gezorgd voor een ruime
afzetting, waarachter het publiek,
ondanks den stroomenden regen,
rijen dik wachtte op de aankomst
van de Koningin en Haar gevolg,
die met auto's om tien voor half
zes van het Paleis te Den Haag
waren vertrokken. Op het perron
waren o.a. ter begroeting aan
wezig de burgemeester van Rot
terdam en de hoofdcommissaris
van politie.
De Koningin droeg een licht
grijs reiscostuum met een donker-
grijzen mantel, de Prinses was in
zwart bont.
Toen het publiek H. M. en
Haar Dochter ontwaarde, steeg
er een gejuich op. Vriendelijk
wuivend dankten beiden voor dit
spontane huldebetoon.
Ofschoon deOostenrijksche bla
den zoo weinig mogelijk bekend
heid gegeven hebben aan dit
hooge bezoek, verheugt de bevol
king zich toch algemeen erover,
dat onze Koningin weer eens
terugkeert naar het mooie lgls
waar zij, als Prinses, ook in 1893
reeds verbleef.
Drie chauffeurs met de ko
ninklijke auto's zijn reeds enkele
dagen geleden telgls aangekomen.
Zaterdagmiddag te 1330 uur
plaatselijke tijd zijn H. M. de
Koningin en H. K. H. Prinses
Juiiana te Innsbruck aangekomen.
Het hooge gezelschap, dat Vrijdag
te Müncnen was gearriveerd, had
daar in den koninklijken wagon
den nacht doorgebracht.
Op het station te Innsbruck
waren ter begroeting enkele auto
riteiten aanwezig.
Terstond na aankomst begaf
het gezelschap zich per auto naar'
lgls, een klein stadje, als het
ware bekneld liggend tusschen
steile bergwanden, aan de oevers
van de Inn. Deze oevers zijn
smalle stroken groen tusschen de
rotswanden, waarop de stad ter
nauwernood plaats vindt. lgls
ligt op de kaart vlak bij Innsbrück,
maar in werkelijkheid ligt het er
niet zoo heel tegen. aan. lgls
plukt van de onmiddellijke nabij
heid van het verkeerscentrum wel
de voordeelen, doch boet geen
(Wordt vervolgd).
AXEL
W:
tSHR
URANT.
(Naar het Engelsch.)
3)
De jongen moet de gedachten aan
zi]n eigen persoon bannen, in zooverre
dte hem zouden neerhalen. Hij moei
het leven leeren liefhebben en aaarom
moet hl] het op z'n best kennen. Hi]
moet tot het inzicht komen, dat onze
kracht schuilt, meer iu den geest dan
in hei lichaam. Hq moet eerbied leeren
koesleren, zoaais men dat in vroeger
rijden kende.
Nadat hq nog eenmaal overgelezen
had, wat hij daar zoo uit de volheid
van zijn gemoed had opgeteekend, ging
hq zmen iezen, tot hei ochtendgloren
ai de vensters van zijn studeerkamer
verlichtte.
En, terwijl Basyl Weybourne die
grooiscne pianneu begon t; maken
vuur de opvoeding van zqn pupil,
gooide die pupil zelve zich onrust g in
bed, van de eene zijde op de andere
en kon met slapen, gekweld door kies
pijn, als hij werd.
Zóó vond zqn vader hem, tjen die
tien rater naar zijn eigen kamer begaf.
Waarom heb je Elsie of Elia nier
geroepen, vent? vroeg hij.
ja, dat neb ik ook, antwoordde
de kleine jongen en wees naar een
flesch met een spoeldrankje op tafel;
maar wat geeft dat eigenlijk nog?
-Zq kunnen rati toch de pijn niet af
nemen,
toe eens kwam kijken, kon ze je bed
althans eens wat goed leggen, zei de
vader; boog zich over zijn kleinen
jongen heen en droeg hem over naar
zijn kamer, waar hg hem in zijn eigen
bed legde en waar Rex dan ook een
kwartier later al gerust in slaap was.
HOOFDSTUK III.
Na verloop van twee jaar werd Rex
Farnham dan nu toch wel degelijx
op kostschool gedaan, Hq wist op
z'n minst zooveel van de doode talen,
als de meest- jongens van zijn leeftqd
en in de gesih edenis was hij zeifs
vrij goed thuis, terwijl de andere
vakken ook geen van alle verwaarloosd
waren en hij misschien vrij veel alge-
meene kennis bezat, die altijd te pas
kon.t. Hij was een uitstekend scher
mer, en, over het geheel, w^t spoit
bttrof, hoorde hij zeker tot de besten.
Zijn opvoeding was de laatste twee
jaren hoogst-eigenaardg geweest,
lederen oef tend, klokslag acht, soms
ook nog wat voor dien tijd. had hij
zich op de pastorie gemeld, en, vlet e
het werk niet, dan had hij met zqn
leeraar dikwijls lange tochten gemaakt;
waarbij dan honger en doist en te -
moeienls getrotseerd werden, zonder
klagen, zcoals alle moeilijkheden van
het leven later ook aanvaard en ge
dragen moesten worden.
Dat Rex Farnham na deze vrije
wijze van opvoeden nu makkelijk zou
wennen aan de strenge tucht van een
groote kostschool, vait haast niet aan
te nemen. Met genoegen zagen zijn
vader en zijn „gouverneur', dat hij zich
daar vrij gauw in schikte.
Veel is er niet te verteilen van dal
k«j,tscheslleven van fox Farnham
maar één trouwe vriendschap sloot hij,
die van den grootsten invloed was op
zqn verder leven. Het eenige feit van
be ang, ca er met hem voorviel had
plaats, zoowat een drie maanden, eer
hq daar weggine. Hq voelde zich toen
in zijn rechtvaardigheid gekrenkt door
een bevel van hei hoofd en dit had
geleid tot een daad van openlijk verzet.
Een onpartijdig waarnemer zou het
optreden van het jongmensch wel
veroordeeld hebben, maar hq zou toch
verzachtende onnt mdigheden hebben
toegegeven en hij zou bet hoofd van
de school niet geheel in het gelijk
hebben kunnen stellen.
Op den middag van den dag, dat
deze daad van verzet had plaats gehad,
vertoonde Ri x Farnham zich, klokke
vijf, op de speelplaats en diie-honderd-
vqftig paar oogen waren op hem ge
richt, terwijl hij met fier opgericl t
hoofd zijn strafoefening tegemoet ging,
een duchtige geeseiing, in de studeer
kamer van den doctor.
Rex Farnham was niet de eeiste en
hij zou niet de laatste zijn, die meer
kreeg, dan hij verdiende, als dit een
troost mocht wezen 1 In ieder geval
was hij minder schuldig dan een ander,
een zakere Jack Laymanm a diens
moeder was ziek en dus was hq ijlings
naar huis geroepen.
Rex liep kalm voort. Opeens hoorde
hij den wind suizen door de populieren.
Het klonk hem als muziek in de ooren,
want het leek hem net het ruischcn
van de zee, die zee, waar hij zoo
veel van geleerd had en waar dit geluld
hem altijd aqn herinnerde, zoodat het
op hem ook een even opwekkenden
invloed had.
De doctor keek den jongen scherp
in de oogen. De uitdrukking, die hij
daar waarnam, maakte hem nog slechts
driftiger. Hij kende immers niet de
uitwetking van dat populiergeruisch,
en, de biqde vrijmoedigheid op het
geiaat van Farnham moest hfl dus
toeschrijven aan een ergerlijke onbe-
schaamdheid van optreden. Vandarr
dat hij met recht „de roede met spaarde"
en er R x op ae hardhandigste wijze
van langs gaf.
Na afloop van de strafoefening begaf
Farnham zich onmiddellijk naar zqn
kamer. Hq vond daar, in zijn ieun-
sioel zitten, Paul Philips en, op tafel,
R chard Hernford, al slingerend met zijn
lange beetien.
't Is een schande I riep Paul,
gloeiend van verontwaardiging.
Rex zei enkel
't Is voor het eerst in de annalen
van de school, dat er een zoo onder
handen wordt genomen, vlak voor zijn
gaan.
Humphy is een beest I
Ja, gaf Rex gul toe. Als ik een
schoot had, zou ik de zaken toch beter
onderzoeken. Ik zou, in waarheid, de
Godin der Gerechtigheid huldigen.
Maar wat geeft het eigenlijk nog Als
ik zoo het land had aan iemand, als
Humphy mij haat, dan zou ik 'm met
genoegen zoo'n rammeling geven
Wat een heerlijke voldoening moet dat
zijn I Maar hit volgend kwartaal
zqn we ons eigen baas; dan heeft
niemand hier meer wat over ons te
zeggen.
En na een kleine pauze, hernam hq
toen weer
Wij drleëa zfjn goede vrienden
geveest, gedurende deze zeven jaren
Toen, van den een naar der. ander
kijkeud; We zullen eikaar niet uit het
oog verliezenwe blijven bij elkaar.
Ja, natuurlijk j riepen de anderen,
als uit één adem. Want ze waren
trotsch op zoo'n vriendschap.
Paul Pnilips zou naar Sandhurst gaan,
Richard Hernford ging naar huis, om
zich den tjd te verdrijven met jagen
en visschen en mee het opzicht houden
over het uitgestrekt bezit, dat de fa
milie Hernford vele geslachten door
had toebehoord Rex F. rabam alleen
had zich nog geen vasi plan gevormd
voor zqn toekomstig leven.
Het zal mq benieuwen, hoe het
ons alie drie over een jaar of tien
vergaan is, verdiepte Hernford zich
verder tn hetgeen den vrienden wacntte.
Ik zal dan hit grootste deel van
de weriid al rondgereisd zqn, lachte
Rex.
Dit had hq als tienjarige jongen
reeds gezegd, maar hq was er bq ge
bleven. Hernford stelde zich Candidas t
om ook tnee ie gaan, maar de anderen
hielden dit niet voor ten volle gemeend.
Lang kon het onderhoud nu ook niet
meer duren, want reeds had de oei
geluid voor het avondwerk. Toch
was het RiX onmogelqk, daar nu da-
deiqk mee te beginnen. De gebeurte
nissen van den oag hadden hem in 'a
eigenaardige stemming gebracht, dat
hq over aiies nog eens nadacht, vooral
ook over zqn eigen woorden
Tegen dien tqd zal ik al lang
hit grootsie deel van de wereia zqu
rondgereisd.
Ei in zqn jeugdige verbeelding zag
hq het leven ais een godinzoo
schoon, zoo bekoorlqk en tevens zoo
verlokkend.