Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch - Vlaanderen,
No. 83.
VRIJDAG 24 JANUARI 193(5.
51e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Menschen-Typen.
FEUILLETON.
Van zon of schaduw.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Eerste Blad.
Dr. Künkel, die bijzonder ken
nis heeft van de karakters van
het menschdom en blijkbaar
daarop ook etn psychologischen
kijk heeft, heeft verschillende
lypen van menschen beschreven.
Het eerste type, dat de profes
sor aan ons voorstelt, is dat van
den man, die in zijn opvoeding
altijd de overtuiging is bijge
bracht, dat hij anders is dan de
anderen en als eerste reflex
daarop wenscht hij in het leven
geadoreerd te worden. Hij vraagt
vóór alles bewondering en alleen
wanneer hij die ontvangt, zal hij
zich in zijn volle kracht doen
kennen. Schenkt ge hem den
bijval, waarop hij aanspraak maakt
dan is hij vriendelijk, zegt dr.
Künkel, geestig, beminnelijk en
misschien zelfs werkelijk produc
tief. Die productiviteit is bij dat
type n.l. nog al beperkt. Hij is
liever lui dan moe, want hij heeft
zich den stelregel eigen gemaakt,
dat het meer op het hoe aan
komt.
Maar als hij productief is (en
hier spreekt weer duidelijk dat
egocentrische) als hij productief
is, dan is dat altijd ten behoeve
van zijn persoonlijk succes. Men
kan dit type zeer goed gebruiken,
wanneer ge hem maar den lof
toezwaait, dien hij noodig heeft,
om aan het werk te blijven. De
gevaarlijke kant van dit type zit
voor een groot deel in „den ten-
dentieuzen bril", zooals Künkel
dat noemt. Hij wil de werkelijk
heid niet zien, wanneer die wer
kelijkheid hem schade doet en
zijn persoonlijken roem aantast.
Wanneer zijn i k niet meer om
straald wordt, dan ploft de heele
persoonlijkheid in elkaar.
Als men oud wordt.
De conducteur op het achter-
balcon keek even rond over het
drukke, woelige plein en stak
juist de hand omhoog naar het
belknopje boven zich, toen hij
dichtbij twee oude menschen
gewaar werd, die met veel vertoon
van haast, zoo vlug zij konden
op de tram kwamen toeloopen.
De vrouw, die wat vooruitliep,
zwaaide zenuwachtig met den
arm, telkens bezorgd omkijkend
naar den man, die langzamer en
voorzichtiger achter haar aan
kwam. Bij den wagen, de hand
aan den stang van het achter-
balcon, wachtte ze hem op en
steunde hem dan even bij het
opklimmen. Maar op het balcon
wachtte hij tot zij eerst binnen
was gegaan, en kwam dan, even
hijgend, achter haar den wagen
binnen.
Vlak bij den ingang gingen ze
zitten, dicht bij elkaar. Ze bleken
van dichtbij gezien zoo heel oud
nog niet, alleen wat stijf in hun
bewegingen en onhandig, als
andere buitenmenschen in een
drukke stad plegen te zijn. Zij,
klein en tenger, droeg een dun,
donker zomermanteltje, met een
Stemmige japon en een zwart
kapot hoedje met iets lilakleurigs
er op, boven het fijne, scherpbe
!i|nde gezicht, waarin twee ver»
Vlak naast dit type staat, een
nuance verder in de verweekeling,
't z.g. „nestvogeltje", dat niet zoo
zeer op verheerlijking, lof en
adoratie gesteld is, als wel op
hetgediend worden. Het zijn
die bekende kleinzielige en over
gevoelige schepsels, die het aller
liefst nimmer hun plaatsje achter
de kachel zouden verlaten Kün
kel zegt: „het toppunt van zalig
heid bestaat voor hen in een
beschouwend leven, met gebraden
appels, limonade en een veilige
rente". Hij is het uitgesproken
type met het z.g. minderwaardig
heidscomplex hij heeft voor eigen
instandhouding altijd de mede
werking van anderen zoozeer
noodig, dat hij van hen totaal
afhankelijk wordt; hij durft zijn
promotor nooit iets te weigeren
hij durft geen „neen" zeggen,
uit vrees, dat hem dat toch op
de een of andere manier zal op
breken. Hij waait ook altijd met
alle winden mee en is het fanatiek
met de meerderheid eens, omdat
de meerderheid de meerderheid
is. In dat type zie ik nu, in
tegenstelling met Künkel, hel uit
gesproken egoïstische type, dat
naar zich toehaalt en het eigen
„ik" vertroetelt, zonder eenig ver
langen naar uiterlijk succes. Zijn
lijfspreuk wijst daar op: „Doe
mij niets, ik doe u ook niets."
Wanneer in het land der blinden
één-oog koning wordt en het zou
bestaan, dat onder de vele nest
vogeltjes er één als de leider
gekozen wordt, dan ziet u zoo'n
leiding ook altijd gaan in de rich
ting van de meerderheidhij
ontwijkt alle conflicten en is met
iedereen graag goede vrienden.
Kracht gaat er van dat type niet
uit.
Precies tegenover deze twee
figuren die hun karakter en tem
perament te danken hebben aan
standig-goedige oogen pienter
rondkeken. Hij. ouder en forscher,
had een breedgeranden strooien
hoed boven zijn ernstig door-
plooid gezicht, waarover een grijs
kneveltje streepte, en een grijs
achtig pak met donkere das onder
liggend boord. Toen de tram
afreed, zette hij den hoed af en
veegde zich het hooge voorhoofd
met een grooten witten zakdoek.
Ben je warm geworden
vroeg ze bezorgd naar hem op
kijkend.
Hij knikte.
Een beetje, zei hij.
Toen de conducteur voor hem
stilstond, stootte ze hem aan.
De conducteur, zei ze.
Hij keek even naar den man op.
Naar de Hofkade, zei hij dan.
Moet u ook terug vroeg
de conducteur.
Ja, ja, kwam hij haastig.
We moeten weer naar 't station.
De conducteur reikte hem twee
kaartjes over, keek dan, terwijl
de tram stilstond, zich buigend,
naar het voor- en achterbalcon
en belde.
Terwijl de tram luid bellehd
opnieuw doorreed, kwam een
meisje van een jaar of twaalf den
wagen binnengestapt. Ze droeg
een grooten, witten zomerhoed
boven een lichtblauw mouselinen
japonnetje. In het rozige blank
van haar fijn, teer gezichtje bloei
den als glanzend blauwe bloemen
haar groote oogen en om haar
tengeren slanken hals schaduwden
de dichte blonde krullen, die langs
de te zachtzinnige opvoeding,
staan de twee andere typen, die
het in hun jeugd hard hebben
gehad, met de zweep zijn gere
geerd en öf door overdreven ge
strengheid óf door harde levens
omstandigheden er toe zijn inge
steld, om met de vuisten klaar
te staan. Dat zijn twee toch van
elkaar nog zeer te onderscheiden
typen. Eenerzijds de man, die
zichzelf helpt en er zich door
heen slaat, ook als hij den ergsten
duw naar beneden heeft gehad.
Maar al die energie, al die arbeids
prestaties hebben alleen maar
één doelzichzelf de vruchten
er van te gunnen. In dienst der
menschheid zal hij zich zeker niet
gemakkelijk geven. Hij is actief
ten bate van zichzelf en schept
daartoe een heele wereld van
ondergeschikten (bij voorbaat uit
het nestvogeltjes-type, die een
sterke figuur noodig hebben en
zich achter hem veilig voelen,
waarvoor in ruil zij zich door hem
laten tyianniseeren).
Met personen van eigen kaliber
kan hij niet overweg. Die zitten
elkaar volkomen dwars, omdat zij
niet voor elkaar op zij gaan. Om
zijn doel te bereiken, ziet hij ook
niet tegen een paar vierkante
leugens op en een valschheidje
in geschrifte of een klein oplich-
tinkje kunnen noodig zijn in zijn
oog, zonder dat hij wezenlijk het
gevoel heeft iets misdadigs te doen.
Is de opvoeding om andere
reden hard geweest, (verwaar-
loozing, armoede, enz.) dan treedt
er een activiteit op, n.l. die van
het brute geweld. Hij is de aan
voerder en de opruierde man
met een oogenblikkelijk succes,
bij hen die ook onderdrukt zijn
of zich zoo gevoelen. Maar hij
legt het af tegen den handiger
broeder, die niet met de vuist maar
met den geest regeert.
haar blauw dooraderde slapen
streken en tot over de tengere
schouders afhingen. In haar hand
droeg ze enkel losse bloemen, die
zij zitten gaand, op haar schoot
neerlegde.
Opkijkend, als het meisje langs
haar heen kwam, was het tengere
vrouwtje haar met aandachtige
oogen blijven volgen tot het in
den gindschen hoek van den
wagen zitten ging. Nu keek ze
even, als vragend, op naar haar
man. Maar die, uitkijkend in de
drukke winkelstraat, merkte het
niet. En het hoofd wendend,
tuurde ze opnieuw opmerkzaam
naar het meisje, dat achteloos de
bloemen in haar schoot schikte.
Een gespannen aandacht verstrakte
haar fijne trekken en hield haar
handen bewegingloos in den smal-
len schoot. Maar dan begon een
vreemde innigheid op te bloeien
in het glanzend diep harer oogen.
Haar strakke trekken ontspanden
zich en een zonnige glimlach
lichtte om haar kleinen mond.
Zoo bleef ze, gelukkig in haar
overgevende aandacht naar het
meisje kijken.
Tot een plotselinge beweging
van het kind, dat, haar dichte
glanzende krullen naar achteren
schuivend, van de bloemen opkeek
haar deed opschrikken. En met
den blijden glimlach nog om den
mond, keek ze naar haar man op.
Johan, zei ze zacht.
Als hij het niet hoorde, stootte
ze hem aan,
Johan,
Is de opvoedkundige reactie
naar het passieve toe geweest,
dan krijgt ge den lummel zooals
Künkel hem noemt, de onver
schillige en de onbeduidende
ze leven van droog brood en doen
afstand van den haring, omdat zij
van te voren reeds overtuigd zijn,
dat ze dien toch niet krijgen.
Waarom zouden zij zich dan
noodeloos druk om den haring
maken
Hoe tenslotte met dat materiaal
van egoïstische en egocentrische
figuren een nieuwe wezenlijke
gemeenschap mogelijk is, is een
vraag, waarvan de beantwoording
een artikeltje apart waard zou zijn.
Gr.
Een Koninklijk woord
Ten behoeve van het Comité
tot nationale Hulpverleening aan
onze Nederlandsche beeldende
Kunstenaars, waaraan zooals be
kend H. M. de Koningin Haar
persoonlijke steun en medewer
king verleent, benevens tal van
autoriteiten, en ter bevorderdering
van de steunactie van het Comité
,De Kunst in Nood", heeft H.K.H.
Prinses Juliana j.l. Dinsdagavond
een toespraak in de radio gehou
den tot het Nederlandsche volk.
Waar deze rede reeds door de
verschillende dagbladen is gepu
bliceerd en veel plaatsruimte
vraagt, bepalen we ons thans tot
een beknopte samenstelling hier
van.
H.K.H. wees naast den zorg-
wekkenden toestand, waarin velen
verkeeren op dien van de schil
ders en beeldhouwers in ons land,
die gebrek lijden, terwijl toch
ons land aan ben voor een ge
deelte zijn roem heeft te danken,
waarvan de Musea getuigen.
Dank zij den steun van velen
heeft men veel kunstwerken kun-
Wat is er vroeg hij, zich
naar haar toebuigend.
Zie je het niet? vroeg ze
terug.
Wat? kwam hij den wagen
rondkijkend.
Daar, zei ze, met het hoofd
knikkend in de richting van het
meisje.
Hij volgde den blik harer
oogen. En het meisje ziende,
begon een stille glimlach zijn
zorgelijk gezicht te verhelderen
en op te bloeien in zijn oude
oogen.
Net als ik, fluisterde het
vrouwtje.
Hij zocht haar hand.
Ja, zei hij ernstig, net
als jij.
Zijn glimlachende oogen bleven
onafgebroken naar het meisje
gericht. Heel zijn gezicht straal
de van onuitgesproken verruk
king.
Weet je nog? zei het
vrouwtje.
Hij keek in haar gelukkig stra
lend gezicht en knikte sprakeloos.
Voor zijn glimlachende oogen
rees in het zonnelicht van dezen
zomerdag het stralend beeld van
lang voorbije dagen, 't Was of
zijn blik al dieper boorde in den
schemer van een ver verleden.
Hij zag een tenger, blond meisje
met schaduwende krullen om den
slanken hals en bloeiende kin-
deroogen, Maar ze zat niet hier
in den wagen. Ze zat ergens in
een Vkeemd dorp op het houten
hekwerk van een lommerrijken
nen aankoopen, welke nu worden
verloot en waardoor die werken
meer onder het volk komen en
bekend worden. Ook H.M. de
Koningin heeft 2 schilderijen, van
Haar hand, beschikbaar gesteld,
waarvan reproductie's zijn ge
maakt.
Wie f 1.10 opzendt aan: Van
Hoboken's Bank in Den Haag,
krijgt zoo'n reproductie en tevens
een lot op de schilderijen. Het
gironummer is 84726, Den Haag.
De Prinses eindigde met de
volgende woorden
„Landgenooten
„Gij, die naar Mij luistertzoo
„gij kunt, helpt mede en draagt
„Uw deel bijMoge aller in
spanning worden bekroond met
„geluk in de harten onzer Neder-
„landsche kunstenaars".
Rouwbeklag.
H. M. de Koningin heeft tele
grafisch haar deelneming betuigd
aan de Koningin van Engeland
en aan Koning Edward VIII naar
aanleiding van het overlijden van
Koning George V.
Bananen.
De invoer van bananen in Bel
gië geschiedde tot nu toe groo-
tendeels via Nederland.
In België is men nu van mee
ning, dat deze invoer rechtstreeks
kan geschieden. In de eerste
plaats zal de bedrijvigheid in de
Belgische havensteden hierdoor
toenemen, terwijl voorts, indien
België direct bij de bananenlan-
den, met name Amerika en de
Canarische eilanden koopt, het
van deze landen compensatie-
aankoopen bij de Belgische in
dustrie kan verlangen. Opnieuw
dreigt derhalve het Nederland
sche transitoverkeer een gevoe-
ligen klap te krijgen.
tuin en haar kleine handen strooi
den achteloos de veldbloemen om
zich, die zij in haar schoot hield.
Naast haar stond hij zelf, ouder,
grooter, opkijkend naar haar zon
nige gezichtje. Hij vertelde iets.
En even kirde haar helle lach
door de avondstilte. Dan richtte
ze haar donkerblauwe oogen naar
zijn opgeheven gelaat en wierp
spelend de bloemen over zijn
hoofd.
Hofkade, had de conducteur
aan den ingang al tweemaal ge
roepen.
Nu stapte hij naar de twee toe,
die als bevangen in een nieuwe
droom van geluk roerloos naast
elkaar zaten.
Hofkade, herhaalde hij.
En als de man hem niet be
grijpend aankeek, vroeg hij
Moet u hier niet uitstappen
Hofkade
Hofkade Ja, ja kwam hij
haastig oprijzend.
Dan keek hij neer op zijn
vrouw, die .naast hem was op
gestaan. En even nog gingen zijn
oogen, waarin het geluk glansde,
naar het blonde meisje in den
hoek, dat het bloeiende gezichtje
naar hem hield toegekeerd.
Net als jij, zei hij zachtjes.
Zij knikte zwijgend. Haar
glanzende oogen staarden strak
voor zich uit, als verinnigd in
de vrome aandachtigheid van eert
stil gebed.
AXELSCHE
COURANT