Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen. Onze Gemeentebegroting. HET TESTAMENT. No. 61. DINSDAG 5 NOVEMBER 1935. 51e Jaarg. J. C. VINK - Axel. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER ADVERTENT1ÊN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. De behandeling van een be grooting, hetzij die betreft het Landelijk, het Provinciaal of het Stedelijk beheer, of dat van een vereeniging, gro°t of klein, is altijd een van de gewichtigste momenten voor de direct belang hebbenden. Vandaar dat daar naar ook altijd meer dan gewone belangstelling uitgaat. En vooral wanneer daarbij posten betrokken zijn, die van invloed zijn op den economische!} toestand van het li chaam of onderdeel, waarover de begrooting loopt. Het gaat altijd in de eerste plaats over het geldelijk beheer. Maar hoeveel zaken zijn er niet, waarbij eigenlijk de geldelijke post een ondergeschikte factor vormt bij het economische of maatschap pelijk of welk belang ook van de zaak zelve, en juist daarom is dikwijls de behandeling van een begrooting van zooveel belang, omdat van het behoud of het af voeren van een financiëele uitgave vaak zooveel andere belangen af hangen. We zeggen dat voor sommigen misschien teveel in vage of algemeene termen en daarom een klein voorbeeld ter verduide lijking Er kan b.v. op de be grooting, laten we maar zeggen wegens bezuiniging, een uitgaaf met eenige honderden guldens worden verminderd. Dan is dat oppervlakkig van weinig betee- kenis. Maar als daardoor een ambtenaar uit zijn betrekking wordt ontslagen, van welk een enorme beteekenis kan dat dan niet zijn voor een gezin of een familie? En zoo zijn er op een begrooting van die artikels die laten we maar bij de gemeente- begrooting blijven op de be volking van grooten invloed zijn. Maar daarom is ook van zoo groote beteekenishet samen stellen van zoo'n begrooting, het geen meestal door den secretaris gebeurt, en in kleine steden in overleg met den burgemeester, die dan het ontwerp weer ter behan deling geeft in het college van Burgemeester en Wethouders. En als die het, zoo niet eenstemmig, dan in meerderheid eens zijn, dan wordt het ontwerp aan den Ge meenteraad voorgelegd, die meest al na onderling onderzoek door de leden, dan de verschillende posten goedkeurt of bestrijdt, al naar men zich ermede kan ver eenigen of niet. Voor de meesten is het hier vermelde bekende kost. Maar we wilden er eens de aandacht op vestigen, omdat in deze tijden van zorg en moeite, zware tijden zelfs voor zeer velen, die niet weten, hoe ze eerlijk en fatsoen lijk zichzelf en anderen moeten geven wat hun toekomt, de ver antwoordelijkheid van regeeren zoo groot is. Het is zoo gemak kelijk om van af de groene tafel te zeggen zoo moet het, of dat kan niet. Maar men moet daarbij gevoelen de verantwoordelijkheid die rust op de taak van burger en regent. En daarom stemt het ons vreug devol, dat ons Axels College van Burg. en Weth. nu de begrooting heeft ingediend zonder dat daar op plannen voorkomen van be- lastingverhooging. We moeten toch bedenken, dat dit in deze tijden uitzondering is en vele ge meenten met nog zwaarder druk kende belasting hebben te kam pen. We hadden dit gaarne eer der geschreven en brengen ons plaatselijk College eerst nu hier voor onze hulde omdat men het prae-advies en bijbehoorende be scheiden zooveel als geheim houdt, tot 2 dagen vóór de ver gadering, opdat er over de voor stellen niet vroegtijdig zal worden geschreven of geoordeeld. We moeten hier terloops betuigen, dat we dit standpunt niet voor uitstrevend achten en het eenigs- zins angstvallig is, om de publi citeit te mijden. Zoo kwamen we dan eerst gisteren in het bezit der Raads stukken en hebben we het ge noegen hier te laten volgen de mededeeling, waarmede de Voor zitter van den Raad heden namens B. en W. de begrooting aankon digde. Zij luidt aldus „Mijne Heeren, Hierbij zenden wij U de be grooting van de gemeente voor het dienstjaar 1936 met een me morie van toelichting. Omtrent deze begrooting wenschen wij het volgende op te merken De laatste wijziging van de wet van 15 Juli 1929 (Staatsblad No. 388) regelende de financiëele ver houding tusschen het Rijk en de gemeenten en de wet tot instel ing van een werkloosheidssub- sidiefonds beïnvloeden de be grooting thans in nog meerdere mate dan het vorige jaar. De ontvangstpost betreffende de uitkeering uit het financiëele verhoudingsfonds moet f 1453,40 lager geraamd worden dan in 1935 tengevolge van het bepaalde bij vorengenoemde wijziging van de financiëele verhoudingswet. De uitkeering uit het werkloos- heidssubsidiefonds wegens ge wone bijdrage in de kosten van steunverleening en werkverschaf fing aan werkloozen is voor 1936 berekend naar 67,7 pet. van de uitgaven. Bij meerdere uitgaven voor werkloozenzorg dan het vorige jaar, zijn de kosten die tengevolge van de Rijksregeling ten laste van de gemeente blijven, dit jaar toch minder. Bij de Rijksbegrooting zien we het verschijnsel dat bij dalende inkomsten de uitgaven stijgen. Bij onze gemeente is dit dus niet het geval. Wij zijn er dan ook in geslaagd een sluitende begroo ting te krijgen zonder belasting- verhooging, waarbij alle subsidies enz. behouden kunnen worden, hetgeen natuurlijk van groot be lang is voor de geheele gemeente. Alle ingezetenen zijn er toch bij gebaat, wanneer de overheid tracht alles zooveel mogelijk op peil te houden. Bij afschaffing van b.v. de subsidies wordt het vereenigingsleven zoo niet geheel dan toch voor een groot deel dood gemaakt. Derhalve achten wij het gelukkig dat het niet noodzakelijk is om dergelijke uitgaafposten te verminderen of geheel te schrappen. Dit vindt zijn oorzaak hoofd zakelijk in het feit dat de finan ciën zeer zuinig worden beheerd en in het feit dat de begrooting 1935 is vastgesteld zooals inder tijd was voorgesteld. Alle posten zijn zooveel moge lijk geraamd volgens de te ver wachten werkelijkheid. Wij wijzen U op post 223, waarbij we voorstellen de subsidie aan de bewaarscholen op f 10 per kind te handhaven, doch deze slechts te geven voor kinderen van 4 tot en met 6 jaar, die op de bewaarscholen gaan. Verder stellen wij bij post 267 voor om aan de „Vereen, voor Vreemde lingenverkeer" alhier een subsi die van f 100 te verleenen, aan gezien deze vereeniging voor be drijvigheid in de gemeente zorgt en hierdoor dus, naast anderen, de middenstand zeer gebaat is. Wij herhalen onze waarschu wing van het vorige jaar om de gelden van de gemeente zoo goed mogelijk te besteden, zonder een gepaste bezuiniging uit hei oog te verliezen en om niet op alles lukraak te bezuinigen, aangezien dan in de toekomst wel eens kon blijken dat de zuinigheid de wijsheid had bedrogen. Het verheugt ons, dat wij in deze sombere tijden met een slui tende begrootinj; kunnen komen, die opvoering tot het maximum der belastingen, het vragen van een extra uitkeering uit het werk- loosWfldsubsidiefonds en een extra belasting bijdrage, nog nietnoodig maakt". Er spreekt uit deze toelichting een opgewekten tcon, die begrij pelijk is, nu belastingverhooging achterwege kon blijven en de begrooting zooveel mogelijk op den voet van die voor 1935 is gevolgd, zoodat er betrekkelijk weinig debat over is te duchten Toch zullen verschillende posten in de oogen van sommige Raads leden nog wel aanvechtbaar zijn, gezien uit het rapport van de vergaderingen door de Commissie van onderzoek van de begrooting blijkt, dat nog 25 posten bij de uitgaven en 1 post (vermakelijk- heidsbelasting) bij de ontvangsten in bespreking kwamen. Naar aanleiding hiervan zijn in het ontwerp slechts 2 posten door B. en W. gewijzigd, nl. de post voor officieele ontvangsten werd van f 25 op f 100 gebracht en de salarissen voor brandweerperso neel werden in totaal met f 135 verminderd. Naar aanleiding van de begroo ting wordt door B. en W. voor gesteld le. om over te gaan tot de aanschaffing van een 2e paard en gelden te voteeren voor den bouw van een bergplaats tot plaatsing van diverse materialen, etc. De kosten hiervan worden geraamd op f3500; hiervoor een geldleening aan te gaan van bo vengemeld bedrag met een jaar- lijksche aflos van f 500, te be ginnen in 1937, tegen een rente van ten hoogste 5 pCt. 2e. om op het verzoek van dhr. H. P. Dieleman—Koole, om vermindering van de vermakelijk heidsbelasting, afwijzend te be schikken. 3e. om het verzoek van den Bond van koffiehuis-, restaurant houders en slijters, om de hoofd som van de Personeele Belasting op de biljarts in voor publiek toegankelijke localiteiten te ver minderen, zoodanig in te willigen, dat de hoofdsom wordt gebracht van f 20 op f 15. Deze wijziging geeft een ver minderde ontvang van 290, welk bedrag in de begrooting reeds is verwerkt, en 4e. om op het verzoek van dhr. C. Hamelink, tot invoe ring van een progressieve heffing van de Personeele Belasting, af wijzend te beschikken. De ontwerp-begrooting sluit alzoo met een totaal in ontvang en uitgaaf op den gewonen dienst van f 110225,46, w.o. f 2267,14 aan onvoorziene uitgaven. De kapitaaldienst sluit met f 16048,69. De raming der posten zullen we globaal in het eerstvolgend Raadsverslag inlasschen bij de besprekingen, waartoe de posten aanleiding gaven. O, zei Byner, een en al aandachti Wat au (Wordt vctvclgdji AXELSCHE® COURANT. Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. (Engelsche vertaling*. 40* Dan had ik nog een tweede ge dachte. Heel gauw daarna gaf mijn heer Gaukrodger den jongsten bedien de een heele hoop brieven en groote enveloppen om te pesten, en het kon zijn, dat ze pas een nieuw contract of zoo afgesloten hadden. En ten derde, en dat is het voornaamste, er is nooit een testament gevonden, hoe wel ze het kantoor en zijn huis ook ondersteboven hebben gehaaid. Maar denk eens na, mijnheer. Gesteld, als het een testament geweest is, wq', de twee getuigen waren ook dood. En toen erfden de neef en de nicht alles en daar bleef het bij. Maar toch heb ik vaak gepiekerd, wat voor stukken dat waren. Een ding is zeker, besloot Cobcroft grimmig, toen de heeren het teekenden, namen zQ voor het laatst een pen in de hand. Hoe lang na dit teekenen gebeurde dat ongeluk? vroeg Colllngwood. Het kan een tien of twaalf mi- tsuten geweest zijn, zeide Cobcroft, zoover ik me kan herinneren. Even nadat ik uit het privé-kantoor gekomen was, kwam Gankrodger er alleen uit en stond te kijken, hoe de schoer- steenbouwer naar beneden klom. De andere stond daar ep hem te wachten, Dan ging hij weer terug en riep mijn heer Mallathorpe en Ma-shall en met zijn drieën gingen ze naar beneden $n de binnenplaats ever. Daar aten* den ze even te praten en toen gebeurde het. Collingwood dacht na. Als het werkelijk het testament geweest was wat Cobcroft had zien teekenen, waar konden de afschriften dan heen ge vlogen zijn Per post weggezonden was hoogst onwaarschijnlijk. Als Ma: lathorpe ze in zqn zak gestoken had zouden ze daar gevonden zfln na zijn dood. Als ze in het privé-kantoor waren gebleven En weet u zeker, dat alle laden en kasten doorsnuffeld zijn, na het overlijden, vroeg hij. En of, zei Cobcroft. Daar heb ik zelf bij geholpen. Er is geen oude vrachtbrief of quitaniie, die niet doorgezien en geopend is. Neen, ik gvljof eindelijk ook maat, dat het document onmiddellijk per post ver zonden is door den jongen. Collingwood ging hier verder niet op door en drentelde weg. Maar hq peinsde lang en ernstig dien avond en kwam tot een soort resultaat. Ten eerste: Wat Cobcroft had zien tee- kenen, was jan Mallathorpe's testa ment. Ten tweede, Mallathorpe had het zelf gemaakt en al was het onge woon, er ook nog een afschrift van gemaakt. Ten derde, Jan Mallathorpe had naar alle waarschijnlijkheid het stuk in het kajirtenzakje van de Gl* schiedenis van Barford gestoken, dat op zijn kantoor lag, voordat hij naar buiten ging om met den schoorsteen- bouwer te spreken. Ten vrierde. dat stuk had Linford Pratt in banden ge kregen vla Antoon Battle. Maar nu kwam de groote vraag. Wat stond er in dat testament En waar was het afschrift T Hij was nog niet klaar met bet construeeren van aan het dig dat ren een antwoord, toen hij 's middags naar Eldrick's kantoor ging om de beloofde bespreking te houden met hem en Byner. Hoofdstuk xx. De reden waarom Byner zijn ad vertentie in de drie Barfurdsche bladen had doen herhalen was, dat hij Pratt het verstand wilde brengen dat onderzoek naar Parrawhite gron- en hardnekkig znu zijn. En ook, er meer dan een naar den verlc- klerk zocht. Het kon haast niet missen, dat Pratt E'driek's annonce ook gezien had, en nu zag hij de zijne weer. Hij verdacht P att er van, dat bij E'drick maar de halve waarheid had gezegd en dat Piatt niets liever zou hebben, dat Parrawhite's naam nooit meer genoemd zou worden. De advertenties zouden hem duidelijk maken, dat hij daar niet op rekenen kon, de nieuwe advertentie's in vette letters, in alle drie de kranten, zonden hem wel even doen schrikken. En dan, bepeinsde Byner, zullen we zien, wat hq doet. Oadertusschen wilde hij zelf ook wat doen en hij begon daar onmiddellijk mee op den morgen na zijn aankomst te Barford. Byner had het verhaal van Pickard over zqn zaken mei Parrawhite en over den laatsten avond, waarop de verdwenen man gezien was, met de grootste aandacht gevolgd. Hij was tot de overtuiging gekomer, dat de waard van de Groene Kan eerlijk, hoewel misschien wat grof berekend was. Ook geloofde hij. dat Parrawhite werkelijk van plan was geweest, terug te komen met dte 400 gulden, het was ia ïtjn eigen belang dat te doen. Want zoo redeneeide Byner verder, de stand van zaken was waarschijnlijk als volgt Pratt kende een geheim, dat hem groot geldelijk voordeel opleverde. Parra white was daar ook achter gekomen en zoog Pratt uit. Maar omdat te kannen doen, moest h.q In Barford blijven en de schuld aan den waard vergalde hem zijn rustig verblijf aldaar. HQ moes! P.ckard dus zien te betalen. Byner meende dus, dat hij vast be sloten was om het geld op den avond van den 23sten November van Pratt losgekregen te hebben, naardeGiaane Kan terug te komen. In zijn opinie draaide de heele zaak om deze vraag Had Parrawhite Pratt ontmeet, wat vond er tijdens die ontmoeting plaats en wat was de oorzaak, dat Parrawhite zich niet aan zijn afspraak met Pic kard hield. Zoo peinzend zat Byner na het ont bijt in de stadstram, die hem van het plein langs hooge weverflen en zware pakhuizen, stijl omhoog voerde naar de heuvels boven de stad. Vanaf bet eindpunt wandelde hij verder door het uiterst karakteristieke landschap. Onder hem lagen de daken, torens en koepels van Barford in een sluier van grijzen rook. Rondom strekte zich het ongelijke ruwe heuvelland uit met de tallooze steengroeven, zooals El* drick hem gezegd had, Daar waar vier wegen samen kwamen stonden een paar huisjes aaneengerqd, het grootste huis onderscheidde zich, door dat er in den voortuin een stevige staak geplant was, waaraan een uit hangbord bengelde. In fel groene kleuren was er een hooge kan op geschilderd. Byner richite zijn schre den hierheen, ging de hall binuen en stond plots tegenover Pickard, Deze wenkte hem, een klein spreekkamertje b nnen te gaan. Morrege mijnheer, zeide hij. Hier is het veilig. As de vrouw of een van de meiden u ziet, is u reiziger voor een brouwerij of zoo iets. Komt u eens rondkijke Ik zou graag de plaats eens zien, waar Parrawhite zeide, Pratt te zullen opwachten, zeide Byner. Misschien wilt u wel zoo vriendelijk zijn, ze mij te wijzen Zeker, zeker, met aile soorten van genoegen, haastte zich Pickard. Maar wilt u niet iets gebruiken Ik heb een nieuw vat bier aangeslagen, best spui, zooals je ze in Barford niet kunt krijge, nee, in Londen zelfs niet, Ik zal een kannetje tappe. Byner legde zich er bij neer deze bewijzen van vriendschap te moeten ontvangen en Pickard verdween in een donker gewelf en daalde een rq uit gesleten trapjes af. Kort daarna ver scheen hq weer meteen overschuimde kan bier in zfln handen, die hq met biqkbaren trots bezag. Het sterke donkere bier goot hq over in twee glazen en bood het zqn bezoeker aan. Kqk eens, wat kleur mqnheer. Ik heb dat vat gisteren aangeslagen en ik had het al een jaar in huis. U komt dus op wat je noemt het juiste moment. Met een diepe zucht zette hq zqn glas half leeg weer neer en smakte met de tong. Best spul, mqnheer. En dan heb ik nog wat nieuws voor u en Eidrlck, in dat mooie zaakie.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1935 | | pagina 1