Reclame-St. Nicolaas-
courant
Nieuws- en Advertentieblad
voor Z e e u w s c li - Vlaanderen,
bericht.
HET TESTAMENT.
No. 60
VRIJDAG L NOVEMBER 1935.
5Le Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
plaatselijk blad,
goed en goedkoop.
FEUILLETON.
Je kan zeggen wat
je wil, ik gebruik
alleen Persik
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
'Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Eerste 33 1 a d.
Heeren Winkeliers endengenen,
die deelnemen aan de reclame
week van V. V. V., brengen we
ter kennis, d3t ook de Axelsch©
CouraBt weer en thans in
samenwerking met V. V. V. in
extra groote oplage als
zal verschijnen.
Ter opname van advertentiën
daarvoor zal eerstdaags persoon
lijk bezoek volgen. Houdt dus
Uwe advertentie gereed voor Uw
dat U naar wensch zal bedienen
d. w. z.
DE UITGEVER.
Christelijk Nationaal
Schoolonderwijs.
Woensdag 30 October vierde
„Christelijk Nationaal" zooals de
Vereen, voor Chr. Nat. Onderwijs
bij verkorting in de wandeling
genoemd wordt, haar 75-jarig
bestaan op een feestelijke jaar
vergadering te Utrecht, die op
dezen stichtingsdag werd gehou
den onder voorzitierschap van
ds. M van Grieken.
Waar we in onze gemeente een
ruim bevolkte school van die
stichting hebben staan, achten we
het wel dienstig ter meerdere
bekendheid dier vereeniging over
te nemen, wat we daaromtrent in
een onzer dagbladen lezen.
De stichting van de Vereeniging
viel in de jaren kort na de School
wet van 1857, die in haar uitge
sproken, en steeds voortwerkende
neutraliteitsgedachte, groeiend
verlangen deed ontwaken naar
een eigen schoolstelsel. In het
midden der „Vereeniging in het
Collingwood iel verdet niet veel
belang der Inwendige Zending"
is ontstaan het plar, door een
afzonderlijke vereeniging ce be
langen van met-neutraal-humanis
tisch getint onderwijs, maar van
positief Christelijk en Nationaal
onderwijs te bevorderen. Op dit
terrein viel namelijk nog letterlijk
alles te doen: het stichten van
scholen, het practisch uitwerken
van de breedvoerig besproken
beginselen, het vormen van onder
wijzers in den geest der Vereeni
ging, het concreet formuleeren
van eigen paedagogische begrip
pen, en de practische toepassing
er van.
De secretaris N. M. Feringa,
hoofd eener school te Amsterdam,
was de drijvende kracht der ver
eeniging. Op plaatsen, waar de
bevolking daadwerkelijk had ge
toond, een eigen school te willen
stichten, werd deze poging gel
delijk gesteund, maar onverbidde
lijk weigerde de Hoofdcommissie
haar medewerking bij gebleken
gebrek aan offervaardigheid. De
toen reeds bestaande Chr. Kweek
scholen te Nijmegen en Zetten
werden door jaarlijksche bijdra
gen voortgeholpen, terwijl eerst
door districtsraden, thans door
11 inspecteurs, het jaarlijksche
toezicht op de bij de Vereeniging
aangesloten scholen wordt uitge
oefend.
De grondslag der Vereeniging,
die zich op inter-kerkelijk stand
punt wenscht te plaatsen, is ruim
genoeg, om voorstanders te trekken
van allerlei kerkelijke kleurscha-
keering. Het spreekt wel vanzelf,
dat in ons land deze grondslag
voor den een te wijd, voor den
ander te nauw moest zijn. On
middellijk na haar oprichting in
1860, gaven verscheidene Ethisch-
Erenischen te kennen, dat de
„onveranderlijke waarheden" in
de statuten genoemd, voor hen
aanvaardbaar waren, terwijl de
stichting van de Vereeniging „Ge
reformeerd Schoolverband" be
wees, dat de grondslag van „Chris
telijk Nationaal" hen als te weinig
belijnd, niet kon voldoen.
Grooter schokken echter ver
oorzaakte het conflict van 1887,
dat zijn grond vond in de Dole-
ante van 1886. In tal van plaat
sen werd de Christelijk Nationale
school gebruikt voor de bijeen
komsten der „Doleerenden". De
Hoofdcommissie weigerde tus-
schenbeide te komen, op grond
van haar interkerkelijk karakter,
maar zag daarbij over het hoofd,
volgens de „Hervormde" leden,
dat haar neutraliteit in wezen pa t j
kiezen beteekende ten gunste van
de „Doleerenden". Het getal
meelevend Hervormden in den
kring van „Christelijk Nationaal"
was echter te gering, om de Hoofd
commissie van standpunt te doen
veranderen, en zooals in ons land
gebruikelijk te doen men stichtte
een nieuwe vereeniging„Chris
telijk Volksonderwijs", die dq
URANT
(Engelsche vertaling».
Daar kan niemand mij van af
brengen. 27 jaar ben ik huisvrouw.
27 jaar, dus reeds meer dan een
kwart eeuw, bleef Persil mij trouw
met haar niet te evenaren kwaliteit.
En dat wil wat zeggen! Ik gebruik
Persil voor alles. Voor de groote
wasch, voor wol- en fijngoed en
tevens voor de hygiënische be
handeling van ontelbare dingen
in mijn huishouding. Er bestaat
voor mij geen ander waschmiddel
dan Persil.
E. Ostermann Co't Handel-Mij. N.V. Amsterdam - Fabrieken te Jutphaas b. Utrecht.
ItN.
39
Dan was er nog mijnheer Cobcroft
ze,f, een s i, vriendelijk mannetje, die
's morgens vroeg al naar de stad ging
en 's avonds terngkeerde. Den avond
vóór het bezoek van Byner had Col-
lingwood hem zien zaaien en planten
op zijn stille masier en hij had me
vrouw C<b:roft gevraagd of haar man
hield van tuinieren.
J i, mijnheer, en dat is maar goed
ook, antwoordde de hospita. Hij
zit den heelen dag binnen, daar op de
Mallatherpe-fabriek en dan hapt hij
tenminste 's avonds nog eens wat
versche lucht. Ik ben big, dat de
lomer weer aankomt. Daarom hebben
wij dit oude huis gehuurd, 't Is veel
en veel beter dan ons vroeger huis in
de stad.
Zoo, Is uw man bij Mallathorpe
vroeg Collingwood.
Hij is daar al, laat eens zien, over
de dertig jaar, mijnheer. Alifldophet
kantoor,antwoordde mevrouw Cobcroft
Heeft hij ook dat vreeselijk on
geluk meegemaakt, zoowat twee jaar
geleden vroeg Collingwood.
De hospita knikte en zuchtte heel
diep. Dat zou Ik denken, zei ze.
En hij was er heelemaal van in de
war. Denkt u eenp, hij zag heusch
dien schoorsteen vallen, hij en nog een
klerk, ze keken samen uit het raam
van het kantoor,
meer, behalve dat het een heele schok
voor zijn zenuwen moet zijn geweest.
Maar hij nam zich voor eens met
Cobcroft te praten, als hij hem weer
in den tuin bezig zag. Zoo gebeurde
het, dat hij den volgenden avond Cob
croft in een hoekje van den tuin trof
en het gesprek bracht op de fabriek,
waarvan men den nieuwen schoorsteen
in de verte kon zien staan.
Ik hoorde van uw vrouw zeide
Collingwood, dat u er bij waart,
toen de oude schoorsteen instortte.
Cobcroft, een bedaarde, terughou
dende man, die cvzr het algemeen
weinig sprak, richtte zich op en keek
naar den nieuwen schoorsteen in de
verte dan knikte hij.
Ja, mijnheer, en ik hoop nooit
meer zooiets ti zien. Dat zijn van die
dingen, die men zijn heele leven niet
vergeet.
Misschien praat u er liever niet
over, zei Collingwood, maar ik
heb zooveel over die zaak gehoord,
dat
O, ik praat er wel eens over,
antwoordde Cobcroft. Hij leunde op
het tuinhek en staarde in gedachten
naar den schoorsteen. Er zijn er
natuurlijk nog meer, die het zagen,
maar ik alleen was er zoo dicht bij.
Het kantoor was in een paar tellen vol
stof en kalk.
En het ging plotseling vroeg
Collingwood.
Het was zoo'n geval, zei Cob
croft langzaam, dat de me>sen al
lang verwacht hadden, j immer genoeg
bedachten ze nie', dat het toch nog
onverwacht zou gebeuren. Het was
een heele oude schoorsteen, maar hij
zag er nog best uit, hing geen duim
uit het loud. Maar mijnheer Malle-
thorpe, mijn oude baas, mijnheer Jan
Mallathorpe bedoel ik, had een paar
kleinigheden ontdekt, en daaruit afge
leid, dat hij niet zoo flink was als bij
eruitzag. Eu hij liet een paar schoor
steenbouwers komen om er naar te
kijken. Die onderzochten hem van
boven naar beneden, te oordeelen naar
wat ze deden. Zij waren er tl een
paar dagen mee bezig, toen het onge
luk gebeurde. Een van hen was juist
naar beneden geklommen Mijnheer
Mallathorpe zelf de chef van de we
verij en de kassier waren even het
kantoor uitgeloopen en de binnenplaats
over om te hooren, wat ze zouden
zeggen. Toen gebeurde het, zonder
waarschuwingen. Hij viel in mekaar,
meer kan ik niet zeggen.
U zag hem in elk; ar vallen vroeg
Collingwood.
Ja, ik zag het, zuchtte Cobcroft.
Ik en nog iemand, we stonden voo-
het raam, precies er tegenover. Hij
viel op de wonderbaarlijkste manier.
Kijk zoo, hij hield zijn hark rechtop.
Stel u voor, dat dit de pijp van den
schoorsteen is, rechtop. Terwql wij
er naar keken, scheen hij ineens in het
midden uit te zetten. Het was een
vierkante schoorsteen, overal even dik
tot aan den rook«anger Hij zette
uit, barstte om zoo te zeggen en viel
in elkaar met een slag, dien de halve
stad gehoord heeft. U ziet, er is eer
drie of vierduizend ton metselwerk
aan zoo'n ding en toen de stof een
beetje wegtrok, lag dat allemaal in
één groote hoop midden op de bin
nenplaats. En het was maar goed ook
besloot Cobcroft peinzend, dat hu
zoo recht naar beneden viel. A's hij
schuin gevallen was, zouden er tien
tallen dooden gevallen zijn.
Mynheer Mallathorpe was met
een dood? vroeg Collingwood.
Ji, ja, en Gaukrodger en Mars
hall en de schoorsteenbouwer, die
juist afgeklommen was en nog een
paar, knikte Cobcroft. Zij kregen
geen kans, zij stonden aan den voet
van den schoorsteen te praten. Ze
werden allemaal samen dood gevon
den. Dar, waren er nog een paar
ernstig gewonden. Daar stierven er
ook nog enkelen van. Neen, mijnheer,
zooiets vergeet je niet.
Dat geloof ik, gaf Collingwood
toe. Zooiets dringt diep in je
geheugen.
Juist. En mijn geheugen is goed,
zeide Cobcroft. Ik weet nog pre
cies alles wat er dien morgen gebeurd
is. En, ging hij voort, nu hij toch
eenmaal oude herinneringen aan het
ophalen was Er gebeurde nog
iets dien morgen, waar ik dikwijls
over heb zitten piekeren. Ik heb er
nooit over gepraat, het ging me eigen
lijk niet aan. Mrar u is een advocaat,
en ik denk, er worden u wel heel wat
vreemder dingen in vertrouwen verteld.
Ik heb het wel eens meer willen ver
tellen, om te hooren wat een advocaat
er van dacht.
Ik zal alles wat u mij meedeelt,
als een geheim beschouwen, mijnheer
C >bcroft, stelde Collingwood hem ge-
rus'.
Nou, ging Cobcroft voort,
een geheim is het niet precies, maar
ik denk toch, dat ik de eenige ben,
die het weet, Zoo is het gegaan
Dien morgen van het ongeluk was ik
nogal veel in het privé-kantoor. Ik
b acht brieven en haalde de journalen
en grootboeken terug en zoo. Mijnheer
Jan Mallathorpe had sljn privé-kantoof
naast ons kantoor, met een verbindings
deur. Dit is nu nog zoo. En dan
gebruikte mijnheer Jan een hoogen
lessenaar, waaraan hij stond te schrij
ven. Hj scheef nooit zittend, hoewel
er een bureau midden in de kamer
stond, waaraan hij zat ais hij de hoe
ken nazag ef bezoekers ontving. Zoo
ging ik dan in en uit. Toen ik weer
eens binnenkwam met een grootboek,
dat naar de kluis moest, stonden de
heeren alle drie bij dien hoogen les
senaar, vlak bij het raam en ze waren
een stuk aan 'i teekenen. Tenminste
Gaukrodger had juist geteekend en gaf
de pen aan Marshall. Teekendaar,
Marshall, zei mijnheer Mallathorpe.
En dai zei hij nog. Nu zullen wre
de andere teeltenen, 't Is altijd goed,
dat soort dingen in duplo te hebben,
voor het geval er een verloren raakt.
Toen ging ik weer terug en dat is alles.
Eau heeft een idee, wat het was
merkte Collingwood op, die Cobcroft
nauwlettend bestudeerd had. Wat
denkt u
Cobcroft glimlachte en keek rond of
er niemand was, die hem beluisterde.
Och, sei hij. Ik zal u zeggen, waar
ik over pieker. U weet, dat mijnheer
Mallathorpe zonder testament stierf
Dat stond in alle kranten.
Ja, zei Collingwood. —Dat weet ilr,
Nu, ik dacht, ping Cohcroft door,
zou éat niet zijn t rstamf-nt geweest
zijn, wat zij aan het teekenen waren t
Maar dan kwamen er weer andere
gedachten. Eerstens dacht ik dan
weer, dat zoo'n iflk man als mijnheer
Mallathorpe toch wel niet zelf zijn
testament zou maken.
(Wordt veiVolgdj*