HET TESTAMENT. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwseh- Vlaanderen, No. 44 VRIJDAG 6 SEPTEMBER 1935 51e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Het nut van sport. Raadsverslag. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. .Berate Blad. Het beoefenen van de een of andere sport heeft ten gevolge, dat er aangename gewaarwordin gen worden opgewekt, terwijl men de beslommeringen van het da- gelijksch leven vergeet en vooral wanneer men inet de sport begint gedwongen wordt om alie onaangename gedachten op den achtergrond te dringen. Bo vendien kweekt de sport zelfver trouwen, tegenwoordigheid van geest, zelfbeheersching en het zuinig omgaan met de lichaams kracht aan. Zoo kan de sport van groot belang worden voor de ontwikkeling der persoonlijk heid. En dit is het, wat wij wel haast van grootere beteekenis achten dan de lichamelijke ont wikkeling, die eveneens door de sport wordt bevorderd. Zij doet den mensch dieper ademhalen, drijft meer bloed naar de longen, verhoogt zoowel het volume als de snelheid van den bloedsom loop en heeft een verhoogde af scheiding van melkzuur ten ge volge. Doordat de afvalproduc ten der stofwisseling zich opeen- hoopen, wordt aanvankelijk de werkzaamheid der organen van bloedsomloop en ademhaling aan gewakkerd. Eerst wanneer de opeenhooping van dien aard wordt, dat de organen haar niet meer kunnen verwerken, is rust noodig, doch deze moet dan ook zonder uitstel en in voldoende mate aan het lichaam geschonken. Het beoefenen van een sport is ook hierom aan te bevelen, dat de invloeden der omgeving op het lichaam (de buitenlucht e.d.) een sinds lang verloren ge voel van frischheid doen terug- keeren, een opwekkenden invloed op de geheele persoonlijkheid hebben en naast afleiding en ont spanning ook een kalmeerende en versterkende 'werking tenge volge hebben. Het is echter noodig, om de sport te kiezen in overeenstemming met den per soonlijken aanleg. Snel reagee- rende, levendige personen, zijn geschikt voor 'n sport die snel beslissen en snel handelen ver- eischt, b.v. springen, loopen en balspelen. Meer zakelijk inge stelde, flegmatieke menschen zijn geschikt voor sport, die uithou dingsvermogen eischtwe den ken b.v. aan afstandsloopers. Een „schrale" lichaamsbouw is geschikt voor lichte athletiek. Vergroote amandelen bemoei lijken het zwemmen. Doorge zakte voeten zijn hinderlijk bij elke sport, die eischen stelt aan de bewegingsvrijheid der beenen. Personen, die een hartaandoening hebben of aan tuberculose lijden, moeten bij elke sportbeoefening uiterst voorzichtig zijn en er slechts toe overgaan met toestem ming van den behandelenden geneesheer. Aan den anderen kant heeft doelmatig gekozen en verstandig beoefer.de sport een gunstigen invloed op een zwakken bloedsomloop, verzakking der buikorganen, storingen in de spijsverteringen, jicht, diabetes, vetzucht, catarrh der bovenste luchtwegen en reeds genezen rachitis. Tenslotte nog een enkel woord over de z.g. overtraining. Deze is natuurlijk onder alle omstan digheden schadelijk en vereischt het onmiddellijk verminderen der sportieve activiteit. Slechts wan neer men het te ver heeft laten komen, moet men een tijdlang alle sport achterwege laten. Wat de voeding van den sportman betreft50 a 80 gram eiwit per dag zijn voldoende en hij moet niet teveel vet gebruiken. Kool hydraten vormen de beste bron van energie. Teveel drinken is p:et aan te bevelen; wel kan men veel fruit eten. Het eten mag niet te sterk gezouten en gekruid worden. Dinsdagmiddag kwam hier de nieuwe Raad in voltallige zitting bijeen, t.w. de heeren J. M. Oggel, C. Th. v. d. Bilt, B. Seghers, A. Th. 't Gilde, A. P. Esselbrugge, A. van 't Hoff, P. J. van Bende- gem, P. de Jonge, F. Dieleman, A. P. de Ruijter, J. Fanoy, C. Hamel ik en C. van Bendegem, onder voorzitterschap van den heer F. Blok, burgemeester. Se cretaris de heer J. L. J. Maris. Nadat de VOORZ. op de ge bruikelijke wijze de vergadering met gebed had geopend, stelt hij aan de orde Installatie Raadsleden. De VOORZ. stelde den leden ieder afzonderlijk de vraag of zij den eed of belofte zullen afleggen. Alle leden verklaarden zich bereid den eed af te 'eggen, behalve dlirn. Hamelink en C. van Bende gem, die de belofte wenschten af te leggen. De bij art. 45 der Gemeentewet voorgeschreven eeden werden hierna afgelegd door de leden, behalve door dhrn. Hamelink en C. van Bendegem, die de belofte aflegden. De VOORZ, richtte zich hierna tot de Raad met de volgende woorden Mijne Heeren, Waar U thans allen plechtig in mijne handen de bij de Ge meentewet voorgeschreven eeden hebt afgelegd, roep ik U allen een hartelijk welkom toe in deze vergadering en wensch U geluk met het vertrouwen, dat de kie zers U hebben gegeven, hetzij voor het eerst of bij vernieuwing. Wij zijn thans geroepen om de belangen van onze gemeente te behartigen. Ik hoop dat dit op de juiste wijze zal geschieden en met eer biediging van ieders overtuiging. Onze taak, die op onze schou ders is" gelegd, is wel een zeer moeilijke, vooral in deze zeer abnormale tijden. Veel zal van ons worden ge vraagd en studie van verschil lende onderwerpen, die in deze vierjarige periode zullen moeten worden behandeld, zal noodzake lijk zijn. Ik hoop dat wij gezamenlijk op ernstige wijze de belangen van onze gemeente zullen dienen. Als Voorzitter van Uwen Raad hoop ik steeds op Uwe mede werking te mogen rekenen. Moge God ons sterken in onzen arbeid en onzen arbeid zegenen. Mijne Heeren I Mag ik U ver zoeken Uw zetel in te nemen. Dhr. A. VAN 't HOFF hield daarna de volgende toespraak Mijnheer de Voorzitter, Burge meester, voor de vriendelijke woorden gesproken tot de nieuwe leden der Raad, waaronder ook ik en de heer Esselbrugge be hoor, wil ik U gaarne onzen hartelijken dank uitbrengen Aan genaam zal het ons zijn, om on der Uw vriendelijke leiding de belangen onzer gemeente te kun nen dienen, U de verzekering gevende van onze volle mede werking, om het U bij de leidingen der vergaderingen enz., zoo aan genaam mogelijk te maken. Wij vragen ook aan U, secretaris en Uw personeel, den steun en medewerking voor de noodige voorlichting, die wij noodig zul len hebben om de belangen on zer gemeente op een waardige wijze te kunnen behartigen. Ook bij U allen, heeren raadsleden, willen wij ons aanbevelen in Uw vriendschap en aangename samen werking, wat wi; ook U allen gaarne aanbie..en, de verzekering gevende, als er voorstellen gedaan worden, hetzij ook van welke richting, mits de belangen der gemeente er mede gediend wor den, deze onzen steun zullen hebben. Mijnheer de Voorzitter, nu ik mij voor de eerste maal laat hooren in de raadsvergade ring van Axel, wil ik U ons programma in korte woorden mededeelen, en dat is, zoo wij bij de installatie beloofd hebben, de belangen en welvaart van alle ingezetenen te helpen bevorderen. Daar willen wij alles onder bren gen, maar ae welvaart van den middenstand zal door ons sterk naar voren worden gebracht, en wel om de volgende redenen De landbouwer wordt gesteund om zijn bedrijf paande te houden. De ambtenaar geniet een salaris waarvan hij nog rond kan kc en. De werkman wordt gesteund om in zijn levensonderhoud e e n i g s- z i n s te voorzien. Maar de mid denstand is op zichzelven aan gewezen en moet trachten zich zeiven te helpen, temeer waar hij nog gebukt gaat onder zware belastingen en bezwarend druk kende wetten. Mijnheer de Voor zitter, daarom zal het ons aan genaam wezen en is het onze plicht om den druk en zeer moei lijken tijd die ook de midden stand beleeft, trachten te ver lichten door meer welvaart te brengen en deze te kunnen be vorderen. De VOORZ. dankte dhr. Van 't Hoff voor het gesprokene en stelde aan de orde Benoeming Wethouders. De volledige uitslag van dë stemmingen hiervoor hebben we reeds in ons vorig nummer ver meld. Nadat bij eerste stemming dhr. Oggel gekozen was, antwoordde deze op de vraag van den Voorz. of hij de benoeming aanvaardde, bevestigend en dankte de leden die hiertoe medewerkten. Hij hoopte met den Burgemeester en de Raadsleden weer te mogen samenwerken, om de gemeente belangen met Gods hulp te be hartigen. Ook dhr. P. J. van Bendegem, sloot zich na zijn benoeming tot wethouder aan bij de woorden, door dhr. Oggel gesproken en hoopte ook hard werkzaam te zijn in het belang der gemeente. Benoeming leden van de Gas- commissie. Ook hiervan meldden we reeds de uitslag. Volledigheidshalve volgt hier nog het resultaat der verschillende stemmingen, die noodig waren alvorens deze com missie voltallig gekozen was. Bij eerste stemming bekwamen dhrn. C. van Bendegem 3, v. d. Bilt, Dieleman en Van 't Hoff elk 2 en dhrn. 't Gilde, Esselbrugge, (Wordt vervolgd^ Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. (Engelsche vertaling'. 241 De naaste weg van het station is de rijweg, rechtuit, niet deor de bossies. Ik zeg nug eens, wat deed die vent daar Dat is van belang. Nop, mijnheer Stringer, u ver denkt hem er toch niet var. vroeg Iemand. Zoo'n nette, jonge vent als hg. Ik zeg niks over verdenken, bul derde de smid. Ik stel maar vra gen, net als die advocaat. Ik ze,", er moesten een heeleboel dingen aan het licht gekomen zijn. Er is niks aan het licht gekomen. Neem nou alleen dit maar eens hier. Geen woord is er gezegd over mevrouw Mallatnorpe in die zaak. Geen enkel woord. Een plotselinge stilte viel in de gelagkamer. De waard tikte Colling- wood op den arm en knipoogde tegen hetr. Non, vroeg iemand, wat is er dan nut mevrouw Mallathorpe in die zaak? Wat had zij er mee uit te staan De smid werd plechtig en galmde: Luister nou eens naar mij. Jullie weten wat er gezeid werd bij de schouwing. Toen die vent, Pratt naar het huis kwam draven om het nieuws te vertellen, ging hij terug naar wat ze noemen de plaats des onheils met de juff'ouw, den huisknecht en nog een knecht en den stalknecht, Daniël Schok». Noui er werd bij die schcrn* wing geen woord gezegd, over wat die vijf, vijf, luister goed, vonden, toen zij bij het lijk kwamen. Daan het h*t mij verteld. En wat vonden ze, mijnheer Stringer? vroeg een zenuwachtig lid van het gezelschap, angstig. Wat vonden ze? De stem van den smid daalde tot een gefluister. Dat zal ik je nou eens zegge.-. Ze vonden mevrouw M 1 athorpe bewusteloos er vlak bij liggen. En ze zeggen, dat ze van de eene flauwte in de andere val', al dien tijd tot nou toe. Dus heeft zij nooit iets kunnen vertellen van wat zij misschien gezien heeft. En wat ik zeg, besloot hij mét een daverende klap op de tafel. Ze kennen geen uitspraak doen, voor ze haar getuigenis er bij hebben. Er kon nog best een kwaad half uurtje voor iemand komen als zij aan het praten slaat. Coliingwood ging naar zijn kamer terug en wenkte den waard met hem mee te gaan. Heeft u al lett gehoord over wat Stringer nu juist ze', over mevrouw Mallathorpe? vroeg hij. Ik heb hetzelfde gehoord van denzelfden kere', Daan Scholes, ant woordde de waard. O, j', de men schen praten er over, dat mevrouw Mallathorpe niet behout te getuigen, set als Schoks zegt. Lang zat Coliingwood dien avond te piekeren over wat hij gehoord had. Hij kwam tot de overtuiging, dat de bazige smid op één punt zeker gelflk had. Er kon neg wel eens eea kwaad half uurtje aauDreken voor den een of ander, En voor bij den volgenden dag naar bet groote buis ging, slapte hij naar het telegraafkantoor en stuur de professer S'anridge een lang tele gram, waarin hij bedankte voor de betrekking en de reis naar Iadrë. Hoofdstuk xii. Diep in gedachten verzonken wan delde Coliingwood den volgenden morven door het park naar Norman- Ie G-ange. Voor Nesta had hij zijn reis naar Indië afgezegd om bij haar te zijn .n geval er moeilijkheden zou den oprijzen. En dat er wolken aan den horizont warer, ontveinsde hij zich zelf volstrekt nie\ Maar het was nog te vroeg om Nesta de ware reden mede te deelen en dat het om harent wil was, dat hg zgn reis naar ind eraan gegtven had. Toch moest zq met de veranderde omstandigheden op de hoogte gesteld worden, het ging er dus om, een aannemeigk excuus te bedenken. Daarna zou hq den raad van Eldrick opvolger, en zich te Bar- ford vestigen. Dan zou hg in de buurt zgn en als de moeiigkheden, wat het dan ook worden moch', kwamen op zetten, zou hg klaar staan om haar te helpen. En al kor, hg zich nog geen idee vormen. W2. voor zwarigheden het zouden zijn, hij was er van ovei- luigd, dat zq in betrekking zouden staan met Pratt. Weet dacht hij er aan onder zijn vroege wandeling, hoe hg een vreemd onbepaald gevoel van ongerustheid had gehad, toen hg zich voor de eerste maal naar Barford spoedde op het vernemen van het overigden van Antoon Bartle, Dat gevoel van verdenking, voor een poosje afgezakt, was nu weer opgekomer, Misschien' stak er niets achter, her haalde bij bij zichzelf) alles scheen zoo eenvoudig en gemakkelqk uit te leggen, de verklaringen van Pratt hq de gerechtelqke schouwing maakten den indruk dbsoiuut waar en oprecht te zgn en toch, de ruwe, vlot geuite vraag van den smid bleef hem in het hoofd hangen. Wat moest die advocatenklerk uit Birford er uitvoe ren Wat moest die rondloopen glu ren in het park Kom nou, wie zal dat zeggen En hq moest even glim lachen, toen hem de heele onbehouwen conversatie weer te binnen schoot. Zoo mediteerende naderde hg het huls en toen hg uit zgn gedachten opschrok en rondzag, viel zqn blik onmiddeilqk op Pratt. Met een zakeigk uitziende actetasch in de eene hand en een ochtendblad in de andere, stond Pratt te praten met een vrouw, die over een van de vele hekken leunde in het struikgewas rond om het huis. Call ngwood herkende de vrouw als een van de gedienstigen die hg bg een vorig bezoek in het huis had zien rondloopen, Het was een tengere vrouw van middelbaren leeftgd, keurig in het zwart gekleed en met het witte mutsje op, dat haar deed kennen als een kamenier of linnenjuffrouw. Vroeger was zij knap gewees', nu nog had zg een niet on aardig gezicb', het meest echter viel zg op, door naar scherpe en intelli gente gelaatsuitdrukking en haar vlug ge, heldere oogen. Coliingwood dacht bg ziehzelf, ,dat zgn oogen aan wie niets ontsnappen zal". Zg had ook een ferme kin en een vastberaden mond, alles samen genomen een op vallend iemand. Kiaarblij <elqk was zg in een geanimeerd gesprek met Pratt, toen Coliingwood haar zag, Bg zijn nadering keerde zg zich om en verdween langzaam in de richting vaa het huis. Pratt, altijd beleefd, giHg hem eeh paar passen tegemoet eu nam zgn hoed af. Goeden morgen, mgnheer Col- lingweo-', zeide hq. Mooi, helder weer, mqnheer. Ik sprak zoo juist met mevrouw Mallatherpe's kamenier en heb haar gevraagd, hoe het van morgen met mevrouw Mallathorp. ging. Het was nogal ernstig, tc.n ik gisteravond wegging. Het deed ine nu plezier te hooren, dat het veel beter gaat. Mevrouw heeft een goe den nacht gehad. Ik ben big, dat te vernemer, antwoordde Coliingwood. Hg liep door in de richting van de voordeur en Pratt wandelde met hem mee, oogenschqnlqk met eenzelfde doe'. ik vrees, dat zg een ernatigen schok gekregen heeft. U bljjft dus nag wat hier ging hg voor', om iets te zeggen en sprekende zonder veel na te denker. Heeft u het nog druk Mqnheer Eidrick heeft me geleend om het zoo uit te drukken, tot morgen na de begrafenis, gaf Pratt ten ant woord. Er zqn veel van die klei nigheden, die ik kan doen. Kunt u ook nog morgen hier zgn of laten de toebereidselen voor uw reis dat niet toe? U tait immers naar Indië heeft u mg verteld. Weer vermoedde Coliingwood, dat de klerk aan het visschen was, om nieuwtjes op te doen. Evenwei was Pratt's manier van doen zoo beleefd, dat het moeiigk was er achter te ko* men wat hg op het oog had.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1935 | | pagina 1