Nieuws- en Advertentieblad yoor Zeeuwsch - Vlaanderen, HET TESTAMENT. No. 43. DINSDAG 3 SEPTEMBER 1935 5 le Jaarg. Raadsverslag. FEUILLETON. J. C. VINK - Axel. Buitenland. tdm Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. Zitting van 27 Aug. 1935. Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester. Tegenwoordig de leden J. M. Oggel, C. Th. van de Bilt, A.Th. 't Gilde, A. Verschelling, A. Hame link, I. de Feijter, P. J. van Ben- degem, B. Seghers, C. Hamelink, C. van Kampen, A. P. de Ruijter, F. Dieleman en J. de Feijter, be nevens de Secretaris J. L.J. Maris. 12. (Slot). Besoeming werkman. Voor deze vacature hebben zich 31 gegadigden aangemeld. Gezien de werkzaamheden, die door den functionaris moeten ver richt worden, van uiteenloopenden aard zijn, is niet elke sollicitant voor deze betrekking aan te be velen. B. en W. hebben gemeend voor deze vacature een alphabetische aanbeveling te moeten geven, welke luidt als volgt: Engelsman den F. M., Wilhel- minastraat 23. Kraker de R., O 25. Lippens F., B 84. Wolfert J., H 4. Zij stellen voor den te benoe men functionaris voor één jaar op proef te benoemen. Bij eerste stemming verkrijgen den Engelsman 5, Kraker 6 en Lippens 2 st. Bij 2e stemming den Engelsman 5, Kraker 7 en blanco 1 stem, zoodat de Kraker gekozen is. 13 Omvraag. a. Dhr. 1Z. DE FEIJTER vraagt of het ook mogelijk is om op Schapenbout vuilnis op te halen, omdat dhr. Tollenaar last heeft, dat het vuil op zijn land komt. De VOORZ. zegt dat het overal mogelijk is, maar als de menschen worden gewezen op de kosten, dan zien zij er van af. Maar spr. zal het in overweging nemen. b. Dhr. DIELEMAN wijst op de smalle bocht op Schapenbout, waar dikwijls hard gereden wordt door chauffeurs wat zeer gevaar- (Engelsche vertaling). 23) Eea korte poos aarzelde Nestavóór zq antwoordde. Ik twijfel in niets omtrent de omstandigheder, neer, heelemaai niet. Ook niet wat betreft het in omloop zijnde verhaal. Ik j-, ik kan het niet precies zeggen, ik druk me niet gemakkeijk uit. Ik heb wei een ge voelen een Indruk dat er is of was een soort van geheimzin nigheid. Er is Zaterdag iets gebeurd, dat kon of niet kon, e, ik kan het zelfs mijzelven niet duidelijk maken. Als u morgen bij de gerechtelijke schouwing aanwezig zult zijn en mij daarna alles haarfijn wilt verteller, wordt het misschien iets duidelij ker. Ziet u. - Ik begrijp v, zei Collingwood, Laat het maar aan mij over. Collingwood wist niet, of bij toe vallig iets op zou vangen of een oogenschijnlijk onbelangrijk gezegde hein licht zou verschaffer, wist niet wat te verwachter, evenmin a'sNesta wist wat haar vage vermoedens waren. Echter werd hij spoedig gewaar, dat het Inderdaad een uiterst korte en oppervlakkige formaliteit zou zijn. Nog nooit tevoren had hij een gerech telijke schouwing bijgewoond en z'n rechlskundig gevoel werd ernstig ge- •chokt bij de manier, waarop de zaak werd behandeld. Het bleek hem al onmiddellijk, dat d« voorzitter, eea lijk is. Hij vraagt of dat ver minderen kan. De VOORZ. zegt, dat de snel heid overal beperkt kan worden, maar hier geldt het een weg, die verbeterd wordt en misschien klaar is, als de verordening in werking treedt. Trouwens op de hoeken kan niet zoo hard gereden worden, maar het heeft zijn aan dacht. Dhr. DIELEMAN zegt, dat er door sommigen toch hard ge reden wordt. Hierna richt de VOORZ. zich tot den Raad om afscheid te nemen en dankt hen voor de onder vonden medewerking. Inzonder heid aldus vervolgt spr. geldt mijn dank hen, die in de eerstvolgende vergadering niet meer in den raad zullen terug- keeren, de heeren Van Kampen, Verschelling, A. Hamelink, Iz. de Feijter en J. de Feijter. Ik hoop, dat waar deze heeren de belangen der gemeente niet meer op deze plaats zullen behartigen, zij even wel de belangen, die voor de gemeente op het spel staan, zullen blijven volgen, en zullen dienen, indien zich hiertoe de gelegenheid voordoet. Tenslotte wensch ik bij uit zondering nog dank te brengen aan dhr. Jan de. Feijter, welke sedert 24 jaar deel uitmaakt van den raad. Indien ik mij niet vergis, heeft hij 5 Sept. 1911 voor het eerst als raadslid zitting ge nomen, en heeft gedurende dien geheelen tijd deel uitgemaakt van den raad. Ik dank dhr. De Feij ter voor de prettige wijze, waarop ik steeds met hem heb mogen samenwerken. Doch niet alleen als raadslid heeft dhr. De Feijter zijn krachten am de gemeente gegeven. Sedert 18 Oct 1910 heeft hij zitting ge had in het Burgerl. Armbestuur, was voorts lid van de gascom- missie, de schattingscommissie, terwijl hem ook meermalen ad viezen werden gevraagd, o.a. bij het opmaken van het landbouw- verslag. Ik hoop en vertrouw, mijnheer De Feijter, dat ook in de toekomst indien de gelegenheid DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENT1ÊN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Oroote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. advocaat uit Barford, er alleen op uit was, om zoo gauw mogelijk en met de minst mogelijke drukte het geval af te werken. Zijn assistenten waren niet veel anders dan ja-knikkerr. Toch moest Collingwood ook toegeven, dat met de voorgebrachte getuigenissen de zaak inderdaad verwonderiQk een voudig en ongecompliceerd was. De huisknecht verscheen, met zijn ernstig, bijna waardig voorkomen, het type van een ouden getrouwen bediende. Hij legde zijn getuigenis af, met een paar korte, duidelijke woorden. Mijn heer Mallathorpf, zeide hij, was zoc- wathalfdrie de voordeur uitgegaan, met een geweer onder den arm, Za terdagmiddag, en had het pad inge slagen naar het bosehje aan de zuidzijde. Om ongeveer drie uur was mijnheer Pratt komen aanrennen en had me vrouw Mailathorpe en hem medege deeld, dat hij zoo juist mijnheer Mai lathorpe had gevonden, hij lag dood in deH hollen weg tusschen het noor delijk en het zuidelijk bosehje. Niemand had den huisknecht verder iets te zeggen. Ook Pratt werden geen nadere vragen gesteld. F. alt gaf keurig, kort en bondig zijn verklaring, Zaterdagmorgen had hq een adverter,- i tie gezien in de krant, waarin een rentmeester werd gevraagd voor het t andgted Normandale (Lange. Solli citaties aan mevrouw Mailathorpe. Daar hQ die betrekking gaarne zou verkrijger, had hij dienselfden morgen nog zijn sollicitatiebrief geschreven, van zijn tegenwoordige chefs Eltirlck Pascoe een getuigschrift gekregen en was een en ander dien snidd3g naar Normandale Orange gaan bren gen. ora den brief zoo spoedig mo- geiijk ttr plaatse te hebben, Met den zich hiertoe voordoet, van uwe adviezen gebruik zal mogen worden gemaakt. Hiermede neem ik afscheid van den raad. Dhr. J. DE FEIJTER antwoordt hierop als volgt Mijnheer de Voorzitter! Daar het zooals U reeds heeft opgemerkt, de laatste maal is, dat ik de raadsvergadering heb bijgewoond, wil ik beginnen, met U dank te zeggen voor de sym pathieke woorden, welke U ge meend heeft tot mij te moeten richten. Het is mij heden een behoefte, om U dank te zeggen voor de vriendelijkheid en voor de medewerking, die ik van U vanaf uw optreden als Burge meester dezer gemeente tot nu toe heb mogen ontvangen. Waar ik in de toekomst uit anderen hoofde nog wel eens met U als Burgemeester in aanraking zal komen, beveel ik mij bij den voortduur in Uwe welwillende medewerking aan. Ik dank ook het College van B. en W., als mede den geheelen raad voor de aangename wijze, waarop allen mij steeds zijn tegemoet gekomen. 24 jaar heb ik het genoegen gehad, deel uit te maken van den raad dezer gemeente en nu, aan het einde daarvan staande, kan ik gerust verklaren, dat ik met zeer veel genoegen op die periode in mijn leven mag terugzien. Veel is in dien tijd veranderd en verwisseld. Om maar een greep te doen uit het vele slechts één raadslid van 11, welke zitting hadden toen ik mijn intrede deed, is nog in functie, namelijk de wethouder Oggel, die, indien ik mij goed herinner, een jaar tevoren was gekozen tot raadslid. Van het personeel op de secretarie, van den secretaris af tot den gemeentebode toe, is alles verwisseld. Ik wil van deze gelegenheid ook nog gaarne gebruik maken, mijnheer de Voorzitter, om U, secretaris van harte dank te zeg gen voor de royale wijze, waarop ge mij steeds inlichtingen hebt willen geven, waar die noodig waren. trein van twee uur had hij Barford verlaten en was om twee uur vijf en twintig in Normandale afgestapt. Daar hij 1 bekend was in de onsgevinr, had bij het pad door het bosehje gt- nomer. Bij het bruggetje aangekc- men had hij dadelijk opgemerkt, dat een gedeelte ervan bezweken was. Daarop had hij naar beneden gekeken en had een bewegingloozen man op den weg zien liggen. Hq was naar omlaae geklauterd, had ontdekt, dat het mijnheer Mailathorpe was en dat hij dood was, waarop hi] haastig naar het huis was geioopen. Daar had bij mejuffrouw Mailathorpe gesproken en den vorigen getuige. Een doodeenvoudig Veritas', meende iedereen. Geen vragen van noode. 0.,k aan de overige getuigen werden geen vrsg-rn gesteld. Het was de timmerman, die zeide, wel geweten te hebben, dat de brug oud was, maar niet, dat ze gevaarlijk was. Hij gaf ais zijn meening te kennen, dat de zware regenval van de vorige weken het er niet beter op gemaakt had, daarna kwam de dokter, die een ver klaring aflegde, dat het slachtoffer zoodanige verwondingen had bekomen dat de dood ontniddell^k moest zijn ingetreden. Zonder twijfel een geval van dood door noodlottig ongeval. Aldus was dah ook de uitspiaak. Van de andere aanwezigen hoorde Collingwood geen opmerkingen over het onderzoek, maar toen hg 's avonds in zijn kamer in het Wapen van Ncr- mandale za', kwam de waard binnen, zoogenaamd om hem de krant te brenger, mïar in werkelijkheid om met ecu geheimzinnig gezicht te zeg* gen i Weet u nog, waar we van morgen over spraken, mijnheer? Ik mag U wel verzoeken dien dank over te brengen aan het overige personeel van de secre tarie, die zonder uitzondering allen zich hebben beijverd, mij ter wille te zijn. Bovenal dank ik God, dat Hij al die jaren mij heeft gespaard bij het leven en de gezondheid orn hier mijn taak, zij het met veel gebrek, te kunnen vervuilen. Ik hoop, mijnheer de Voorzitter, dat, wanneer straks de raad in zijn nieuwe samenstelling bijeen komt, zulke besluiten zullen wor den genomen, welke strekken tot welvaart van onze gemeente, en dat het U moge gegeven zijn, onder Gods rijken en onmisbaren zegen deze gemeente tot rijken bloei te mogen brengen. De VOORZ. dankt nogmaals dhr. de Feijter voor de goede woorden, welke deze tot hem gericht heeft. Dhr. VAN KAMPEN merkt op, dat bij het scheiden van de markt er van die dingen zijn, die men niet altijd zeggen kan en daarom wil hij enkele dingen naar voren brengen. Spr. zegt dat het niet met tegenzin is geweest, dat hij zitting in den Raad had. Tot op zekere hoogte heeft hij in die periode aangenaam gewerkt. De beteekenis van den Raad is wel ingekrompen, maar hij is toch gebleven een instituut van betee kenis, ook met het oog daarop, dat hij een Regeering kan steunen, maar ook kan tegenwerken. Spr. heeft gemeend afscheid te moeten nemen, daar hij ook tot ander werk geroepen is en omdat hij niet altijd kan doen, wat hem het liefste is, heeft hij zich bepaald tot datgene, wat het zwaarste weegt. Spr. brengt dank aan het ge meente-personeel. Hij heeft wel eens zijn stem uitgebracht, dat het niet in 't belang van het per soneel was, maar spr. stelt er prijs op te verklaren, dat men hem dat nooit heeft laten blijken. Den Voorzitter heeft spr. leeren kennen als iemand, d e hard werkt voor de gemeente. Indien hij verlies moest boeken, deed hij Eu met zijn duim over zijn schouder heen wij eende in de richting van de gelagkamer, fluisterde hqDaar zitten er een paar, vaste klanten, mannen uit het dorp eu die praten over die schouwing, weet u wel En als u nu stilletj eens wilt hooren, wat ze er in de buurt over kletsen, kan ik u op eea plekje brengc-n, waai u ongezien alles kunt verstaan. Het is wel de moeite waard, vooral wat de smid beteert. Coilingwood was nieuwsgierig wat de wijsgeeren van het dorp erover te vertellen hadden en hij volgde dea waard naar een klein hofej achter de gelagkamer, waar een luikje hem in staat stelde alles te hooren. Er scheen een heel gezelschap bij elkaar te zijr, maar het was ook heel ganw duidelijk dat er een kerel was, die het woord had en bet behield, een vent met een daverende stem, die hij accentueerde door krachtige vuistslagen op het ta felblad. Wat ik zeg, en ik zeg het nog eens, ik geef niks niemendal om een schouwing. Wat is een schouwing Een formaliteit. Niks meer. Ze knik ken maar ja, op alles wat de president zegt, en vrager-, zelfs geen enkele vraag met d'r lui eigen mond. Ze zijn zoo stom als schaper. Dat is Jaap Stringer, de smid, i fluisterde de waard. Die denk», dat hij alles weet. En wat zou u gedaan hebbeu, mijnheer Stringer, Informeerde een bescheidener stem. Wat zou u gedaan hebben, als u er bij geweest was Ik zou «ao zeggen, dat u meer had willen weten, vlei een derde bij. Mijnheer Stringer zon heel wat meer dat met een glimlach. Spr. acht hem de plaats ten volle waard en dankt hem voor de loyale samenwerking, die hij steeds van den Voorz. heeft mogen onder vinden. Ten slotte hoopt spr., dat de nieuwe Raad zal mogen werken tot zegen en heil der gemeente en tot verhooging van Gods naam. Dhr 1Z. DE FEIJTER dankt den Voorz. voor de ook tot hem ge richte woorden en eveneens den secretaris, die steeds bereidwillig was om inlichtingen te verstrek ken, als spr. die meende noodig te hebben. Spr. hoopt, dat het den Voorz. gegeven mag zijn, nog vele jaren aan 't hoofd der ge meente te staan en dat de ge meente onder zijn beleid moge groeien en bloeien en Gods zegen op onze gemeente moge rusten. Dhr. VERSCHELLING zegt, dat ook hem den dank van het hart moet voor de door den Voorz. gesproken woorden. Het is hem aangenaam geweest met hem te mogen samenwerken, al is de verhouding wel eens scherp ge weest maar de omstandigheden brachten dat soms mede. Als men aan politiek doet, weet men dat eigenlijk van te voren. Spr. brengt voorts gaarne dank aan den secretaris, het overig perso neel en den agent van de arbeids bemiddeling voor de inlichtingen, die zij hem bereidwillig verstrek ten. Hij hoopt, dat de Voorz, nog vele jaren leiding zal r.ogen geven aan Axel's Raad. De VOORZ. sloot hierna de vergadering met dankzegging. Italië - Abes ynië. De met zooveel spanning tege moet geziene «krijgsraad" van Mussolini en zijn onderbevelheb bers dat zijn de ltaliaansche ministers eigenlijk toch maar heeft de verwachtingen eenigs- zins beschaamd. De Duce heeft ditmaal geen sensationeele ver klaring de wereld ingestuurd, zooals van verschillende zijden voorspeld werd. Hij wordt nu hebben willen weten, beaamde eea ander. Dat zou-d-ie. D'r z^n heel wat dinger, die ik zou hebben willen weter, begon de smid met een klinkenden mep op de tafe'. Ze denken maar, dat de jaage mijnheer op de brug liep, en dat de brug in mekaar zakte. Wie zag de brug in mekaar vallen Wie was er bij, om het te constateerea Ik zie niet in, hoe bet anders kon gebeurd zijn, viel weer een stem in. D'r was een hoop wat ze noemen stille getuigen. Loop naar de mei j» stille getuigen, riep de smid minachtend ui». Kijk eens hier, hoe weet jij, hr-e weet iemand, of mijnheer niet van die brug afgesmeten is Mis schien heeft hij iemand ontmoet, heb ben xe herrie gekreger, en de ander, wie het dan ook is, was sterker en smeet hem er sf. Ja, maar daa zou die ander er ook mee afgevallen zijn, wierp de stem leger, Niks d'r van, zei de smid. Die stond cp het goede part, er is maar één stuk van kapot. Ik zeg, dat moet onderzocht worden. Eu dan Is er nog wat. Wat moest die adveca- tenklerk uit Barford er uitvoeren? Wat moest die rond loopen gluren ia het park Kom uou, wie weet dat Dat zei-d-ie, riepen meerdere stemmen samen uit, Hij moest zaken doen. Hij had papieren af te geven. Waarom ging hij dan niet den kortstea weg naar het huis? vroeg Stringer weer. (Wordt vervolgd.) AXELSCHE COURANT

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1935 | | pagina 1