,1<#i
0
P i
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- Vlaanderen.
HET TESTAMENT.
No. 42.
VRIJDAG 30 AUGUSTUS 1935
5Ie Jaarg.
H
Onze Vorstin.
FEUILLETON.
Raads verslag.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
drukker-uitgever
J. C. VINK - Axel.
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTlEN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrïjdagvoormiddag 11 ure.
_K ersts 13 1 a. d.
Aan den vooravond van den
jaardag van H M. onze Koningin,
den dag, die algemeen is be
titeld met Koninginnedag, kunnen
we niet nalaten eenige woorden
van waardeering uit te spreken
over Haar, die heden en morgeft
het middelpunt der gedachten
vormt van alle goedgeaarde Ne
derlanders. Er is daar alle reden
voor, als we nagaan het aantal
vorsten, die hun troon zagen
ineenstorten als we nagaan hoe
in andere landen, waar nog het
koningschap wordt gehandhaafd,
de beteekenis daarvan meer een
formule of figurant is geworden,
dan wel die van een regeerend
vorstals we zien, hoe wankel
baar tengevolge van inlandsche
twisten een koningskroon, ja zelfs
keizerskronen op het hoofd rustten
dergenen, die in praal en heersch-
zucht toch slechts de vazal bleken
dergenen, die als vertrouwelingen
doorgaan van de dinastie.
Ons land vormt daarop wel
een gunstige uitzondering.
In geen land ter wereld is het
koningschap menschelijkerwijs
gesproken zoo stevig geves
tigd, staat de koningskroon zoo
vast, is de band tusschen vorst
en volk, en omgekeerd, zoo hecht
als in het land, waar die vorsten
kroon Wbrdt gedragen door de
vorstin, die Koningin Wilhelmina
heet.
Voor een groot deel ligt de
oorzaak daarvan in de omstandig
heid, dat we worden geregeerd
door een vorstin uit het geslacht
der Oranje's, door een telg van
het geslacht, waaraan Nederland
zijn onafhankelijkheid, zijn zelf
standigheid heeft te dankenvan
het geslacht, dat eeuwen door
zijn lotgevallen heeft gedeeld met
Nederland dat week als het
volk meende Oranje te kunnen
missen, maar dat weer gereed
stond, als dat volk inzag, dat zijn
hulp onmisbaar was en die hulp
werd ingeroepen. Lezer, hebt gij
dat wel eens verstaan, dat Oranje
zich nooit heeft opgedrongen,
maar zich steeds heeft laten
roepen Ook dat beschouwen
we als een oorzaak, dat de band,
„Neêrland—Oranje" zoo vast is
gesmeed, n.l dat hoe beter de
geschiedenis der staatkunde vm
ons land door het volk wordt
begrepen, hoe inniger wordt in
gezien, dat het Oranje is geweest,
dat ons Land heeft behouden.
Behouden in de laatste jaren
vootal, voor revolutie; behouden
voor oorlog. Beide gebeurtenis
sen kunnen een staat doen in
zinken, doen verdwijnen zelfs als
zelfstandig volk. En die gevaren
zijn ook voor ons land niet denk
beeldig geweest. Ze zijn het nóg
niet ze dreigen nóg.
We aarzelen niet het neer te
schrijven, dat er ook thans door
het Nederlandsche volk meer
stroomingen loopen, nieuwe
denkbeelden. Zij mogen aanbe
velingswaardig zijn, of aan be
denking onderhevig, maar zij
gaan niet onopgemerkt voorbij.
En nu mogen getuige die
denkbeelden dankbaarheid en
erkentelijkheid voor wat de ge
schiedenis ons leerde, niet het
bindmiddel zijn, dat bestand is
tegen den strijd, welke gevoerd
wordt om den band tusschen
volk en Oranje te verbreken, dan
toch voorzeker is het Koningin
Wilhelmina, die ons waarborg
was dat ons land gespaard bleef
voor revolutie of oorlog.
Ook dat heeft een oorzaak.
Ware Koningin Wilhelmina
niet de vorstin, die zij door de
Genade Gods voor ons volk is,
het ware de vraag, of de hecht
heid van dc koningskroon in
Nederland wel zoo groot zou
zijn. Laten wij het nie! verheler.
het zijn ook de hoedanigheden,
het karakter onzer Vorstin, die
ons volk eerbied afdwingen v or
Haar persoonlijkheid. Door H ar
eerden wij den Prins, door H .ar
loven wij de Prinses. Én als
zij het in verre toekomst met
Prinses Juliana een ander stam
huis aan het bewind mocht ko
men, dan kan zij er verzekerd
van zijn, dat zij al is zij van
moeders zijde een Oranje even
veilig op den troon zal zetelen,
indien zij zal regeeren als Haar
Koninklijke Moeder.
Als Haar Moeder, die wij ver
eeren en liefhebben, om Haar
hooge hoedanigheden als Vorstin,
als Vrouw, als Moeder.
Wij weten Haar nu verre van
het Vaderland, in vreemde ge
westen, zooals bijna jaarlijks het
geval is in den zomertijd maar
waar zij ook is, zij wordt er
vereerd met een onderscheiding
en eerbied, die niet pro forma
is, maar die uit het hart welt van
iederen vreemdeling, dank zij de
diplomatie, die in zulke gevoe
lige bewoordingen weet te schet
sen de plaats die onze Wilhel
mina in de harten van ons volk
inneemt, dank zij ook de pers in
Binnen- en Buitenland die met
zoo hooge waardeering zonder
overdrijving weet te schrijven
over onze Landsvrouwe.
Koningin W;lhe!mina, Moeder
van Nederland, wij wenschen U
en Uwe Dochter, H K.H Prinses
Juliana, een blijde terugkomst in
het Vaderland, na dagen van
heerlijke ontspanning, Uwer Ma
jesteit zoo hartgrondig gegund in
deze zoo moeilijke dagen. Moge
God U hernieuwde krachten
schenken met helder inzicht in
de zaken die Uwe Majesteit en
ons volk wachtende zijn. Moge
gezondheid en vrede den inzet
zijn van den 56sten jaargang, die
Uw leven zij beschoren.
Zitting van 27 Aug. 1935.
Voorzitter de heer F. Blok,
Burgemeester.
Tegenwoordig de leden J. M.
Oggel, C. Th. van de Bilt, A. Th.
't Gilde, A. Verschelling, A Hame
link, I. de Feijter, P. J. van Ben-
degem, B Seghers, C. Hamelink,
C. van Kampen, A. P. de Ruijter,
F. Dieleman en J. de Feijter, be
nevens de Secretaris J. L.J. Maris.
De VOORZITTER opent de
vergadering door het uitspreken
van het ambtsgebed en stelt de
agenda aan de orde
1. Notulen.
Deze worden zonder hoofde
lijke stemming of bespreking
goedgekeurd.
2. Ingekomen stukken.
Behalve de reeds gemelde stuk
ken wordt cok nog voor kennis
geving aangenomen het verslag
der vergadering van de commis
sie voor georganiseerd overleg,
betreffende het loon van den te
benoemen gemeentewerkman, lui
dende als volgt
Wij deeleh u mede, dat de
Commissie voor Georganiseerd
Overleg in Ambtenaarszaken, in
hare heden gehouden vergadering
heeft besloten, 'u te adviseeren,
om uw voorstel, betreffende het
invoeren van drie loonklassen, in
verband met de vacature van ge
meentewerkman, niet bij den raad
aanhangig te maken.
In plaats hiervan meent de
commissie, dat het de voorkeur
verdient om nieuw te benoemen
gemeente-arbeiders aan te stellen
op een aanvangsioon van f 17
met vier twee-jaarlijksche ver
hoogingen van f 1 tot een maxi
mum van f21 per week.
I. Naar aanleiding- van een
vraag van den heer B. Seghers,
aan wien het onderhoud van zij
bermen aan den Oudeweg behoort
antwooiden B. en W., dat dit niet
met zekerheid is mede te deelen.
Inmiddels is echter van gemeen
tewege dat gedeelte in een be
hoorlijken toestand gebracht.
Dhr. SEGHERS vindt het
vreemd, le dat men van een weg,
die in onderhoud overgenomen
is door de gemeente, niet weet,
aan wie de zijbermen behooren
En in de 2e plaats dat er ge
zegd wordt, dat die berm in een
behoorlijken toestand is gebracht,
terwijl er niets van dien aard
gebeurd is.
De VOORZ. antwoordt, dat bij
de overname van dien weg niet
is gesproken over de zijbermen,
zoodat ook niet vast staat, wie
onderhoudsplichtig is. Maar om
dat het een kleinigheid was en
het toch gebeuren moest* heeft
spr. den gem. opzichter last ge
geven, om het pad in orde te
brengen. Spr. wist niet beter of
dit was geschied en als nu blijkt,
dat dit niet zoo is, dan zal dat
alsnog gebeuren. In een paar
dagen komt dat in orde.
Voor punten 3 en 4 zie men
ons vorig nummer.
5. Verzoek van V. V. V. in-
yske de vermakelijkheids-
belasting.
Bij den aanvang van dit punt
koml dhr. Van de Bilt ter ver
gadering.
De VOORZ. licht het voorstel
van B. en W. toe, door mede te
deelën, dat zij aan V. V. V. voor
1936 een subsidie wenschen voor
te stellen.
Dhr. 't GILDE vindt de strek
king van het verzoek eigenaardig.
Hij vindt die individualistisch of
eigenlijk egoistisch. Want als
V.V.V. vermakelijkheidsbelasting
geheel of gedeeltelijk terugkrijgt,
scheppen B. en W. een prece
dent. Spr. vindt dat het meer
op den weg ligt van V.V.V om
te streven naar verlaging van die
belasting. Het adres van V.V.V.
en het advies van B, en W.
kunnen hem niet bekooren. Spr.
vindt het een afwijking van de
tot heden door B. en W. ge
volgde politiek. Hij vraagt daar
om wat B. en W. eigenlijk willen,
de belasting op de vermakelijk
heden verlagen of alleen V.V.V.
een tegemoetkoming schenken
Dit zou hem een gevaarlijk com
promis toeiijken.
De VOORZ. antwoordt, dat die
vraag nog niet aan de orde is.
Juist is, dat B. en W. er iets voor
voelen om V.V.V. te begunstigen,
omdat hun streven algemeen
wordt gerespecteerd en het is
jammer, dat deze vereeniging door
de vermakelijkheidsbelasting zoo
zwaar wordt getroffen. Maar
om hetgeen langs de voordeur
wordt ontvangen, langs de ach
terdeur weer uit te geven, zou
(Wordt vervolgd.;
•«•CS-JÉ
(Engelsche vertaling'.
22)
U mos dat noa loafe zien, ztiik.
Zekerlik woer-le niet dikwijls ge
bruikt, zei ik, moar zekerlik komme
er or.gelukke var, as ie gebruikt wor.
Dan worre er nekke get rokr, zei ik.
En ziet u heerr, zoo is hel gebeurd
ook. 't Is zoQwat tien meter bove de
weg, en etn meroakels harde weg is
he*, heelemoal van graniet, tot an de
staue.
Weet je wel zeker, dat het Vrij
dagmiddag was, drong Pratt aan.
Zoo zeker as ik u zie, zei de
oude man. En mevrouw zei, dat
ze ei voor zorrege zou. Gad nog toe,
ze had hem moete sluite.
De oude man schudde het hoofd en
schuifelde weg tusschen de boomen.
Pratt oogde de verdwijnende gestahe
na met een zonderlinge uitdrukking
in zijn oogen en keerde zich dan
zwijgend om. Gevolgd door Collirg-
wood sloeg hij den terugweg in naar
het huis. Bij het punt aangekomer,
waar het andere pad hun weg kruiste,
wendde hij zich tot den jongen ai-
vocaa*.
Als u dit pad volgt, mijnheer
Collingwood, komt u vanzelf in het
dorp. Het kan niet missen. Ik moet
dezen kant uit.
Vlug verdween hij en Collingwood
wandelde rustig verder door het geu
rige bosch naar het Wapen van Nor-
nandale. Den geheelen weg peinsde
hij over de woorden valt Pratt tegen
den ouden arbeider, en verbaasde zich
er over, dat Pratt zoo precies het uur
en den dag wilde weten waarop hij
mevrouw JVLllathorpe gewaarschuwd
had voor de oude brug.
Hoofdstuk xi.
Tot op dien middag had Collingwood
nog nooit een voet gezet in het plaatsje,
waarheen hij r,u op weg was. Bij
zijn vorige bezoeken aan Normandale
Grange had hij slechts de dorpstraat
aan het einde gekruist. Nu hij er in
afdaalde vanuit het park, bevond hij,
dat het niet veel meer was dan één
straat met een kerk, een paar boerde
rijen, eenige huisjes, samengegroept
bij de hooge steenen brug, die over
de beek welfde. Tegenover de brug
v/as het hotel, een ouderwetsch raim
huis, vanwaar men een prachtig uit
zicht had op de beek in haar kronke
lingen loop door de weilanden en de
dichtbeboschte hellingen. Een aardig,
lief en rustig plaats] maar de sombere
atmosfeer, die hij boven in het groote
huis ai waargenomen had, scheen ook
bier od iedereen te drukken.
.Tja, een let lijk ding, manheer,
zei de waard, een oude man met een
zwaarmoedig gezicht. Al heel spoedig
nadat Collingwood een kamer bespro
ken had was hij tot de slotsom geko
men, dat zij" gfst bij de rechterlijke
macht hoorde.
En vreemd ook, voegde hij erbij.
Vreemd, dat allebei de heeren,
eerst de oude en nu de Jmge, wat
noemen kan een gewelddadigen dood
gevonden hebben.
In heide gevallen een ongeluk, zou
Ik zeggen, antwoordde Collingwocd,
Eerst knikte de waard, alsof hij met
dat gedeelte vart het ontvangen ant
woord instemde, dan schudde hij htt
hoofd om te beouiden, dat hij er des
alniettemin niet geheel gerust op was.
Ja, natuurlijk, zei hij. Een
fabrieksschoorsteen, die zonder waar
schuwing in mekaar valt en een voet-
bruggeije, dat bezwijkt, dat zijn allebei
ongelukken. Mrar er is toch iets
vreemdsaan die brug, ietshsel vreemds.
Er wordt al veel over gepraat.
Wat voor praatjes vorschte Col
lingwood. Al sinds de ontmoeting
met den ouden arbeider, die zich bij
hem gevoegd had, terwijl hij en Pratt
naar de brug stonden te kijken, v/as
de zaak hem een'gszins wonderlijk
gaan voorkomen, de woorden van den
waard rtu, versterklen hem in dat idee.
Waar praten die lui dan over?
Ze praten er niet allemaal over,
er zijn er m; ar enkelen, hervatte de
waard. Er zijn hier twee mannen
geweest, die allebii over die brug ge-
loopen hebben sinds Vrijdagmiddag
en het waren beide gioote zware
kerels. Naar wat ze zeggen werd die
brug niet veel gebruikt door de bt-
wor.ers van de G-ang?, zij hadden er
niet veel aan. Maar er is een recht
van overpad door het park en die
twee manrcr, waar ik juist over sprak,
maakten daar gebruik van. V ijdag
tegen den avond. Ik ken ze beider,
ze wegen samen vier maal zooveel
a's de jonge mijnheer Mallathorpe, en
toch vielen zij er niet door, En dar,
maar een paar uur later, plo', daar
ging de brug.
Ik geloof niet. dat u daar een
oórd-, :1 over kun* veilen, zei Colling
wood, Dergelijke oude constiacties
bezwijken soms heel onverwachts,
O, ja, die twee mannen gaven
allebei to', dat het bruggetje een
bee'je onvast en wiebelig was, hernam
de waard. Even goed aciden ze
flat ze het vreemd vonden, dat het
zoo heelemaal ineens in mekaar viel
toen de jonge heer er over ging.
Collingwood sloeg ineens raak, door
recht op den man af te vragen
Dus je wilt zegger, dat er wat aan die
brug geknoeid is
Er zijn er genoeg, die niet zou
den aarzelen dat te zeggen, antwoordde
de waard. Praatjes komen zoo
gemakkelijk in omloop. Z'et u mijn
heer, niemand is er bij geweest. En
als gewone buitenmenschen niet met
hun eigen oogen zien wat er gebeurt,
dan
Maken zij er geheimen en
misdaden van, onderbrak Collingwood
een beetje ongeduldig. Is geloof
heusch niet, beste vriend, dat hitreen
geheim of een misdaad in het spel is.
Is heb begreper, dat de brug in bouw-
valiigen staat was en daarom de uitleg
heel eenvoudig is.
Toch was hij er zich van bewust,
terwijl hij dit ze', dat het niet precies
zijn diepste gedachte was. Zeif voelde
hij ook iets geheimzinnigs. Nog zat
bij er over te piekeren, waarom Pratt
zoo perti ient dea ouden man uitge
vraagd had over het juiste tijdstip
waarop ck-re mevrouw Mallathorpe
gewaarschuwd had dat de brug oris'erk
was. Nog zag hij voor zich, den
ronderlingen blik, waarmee Pratt hun
j zegsman had aangestaard. Was er
I werkelijk een of ander geheim, ie?s
w«t verzwegen werk, door iemand?
Op weg naar het groote huis 's
avonds, overwoog hij dit allemaal nog
eens ernstig, hoewei hij zich vast had
voorgenomen, er geen woord met
Ntsta over ie spreken. Hij zag haar
ook slechts maar een paar minuten.
Haar moeder was nogal erg ziek, de
dokter was juist bij haar en zij moest
onmiddellijk terug naar de ziekenkamer.
Mevrouw Mallathorpe had nauwe ij&s
ieu woord gespr k;n sinds den dood
van haar zoon en de dokter was bang
voor een ernstige inzinking, omdat hij
wist, dat haar hart niet sterk was.
Ats er iets is, dat ik vooru doen
kart, of als u me nnodlg mocht heb
ben vanacht, zei Coilingwood, be
loof me, dat u onmiddellijk een bood
schap naar het hotel zult sturen.
- Ja, antwoordde Nesta. Dat
bcloot ik, hoewel ik geloof dat het
niet noodig zat zijr. Er zijn hier
twee verpleegsters en de dokter blijft
ook. Wel zou ik graag willen, dat u
morgenochtend iets voor me deed, en
ze keek hem vragend aan. U weet
we', over de lijkschouwing.
J', zei Collingwood.
Ze zeggen, ik behoef er niet bij
te zijn, omdat moeder zoo ziek is,
tenminste, dat zegt Rcbsan, onze no
taris. Hij zegt ook, dat het een heel
kotte foimaliteit zal zijn. Hg is er
natuurlijk wel, maar zoudt u er ook
heen willen gaan Dan is u op de
hoogte es hooreu wij het later van u.
Zoudt ii dat witten doen
Wit u me eerlijk iets zeggen
vroeg Collingwood, terwijl hg haar
strak aan rap, Heeft u eenigea
twijfel omtrent de juiste omstandighe
den van uw brGers dood. Zeg het maar.