I
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeawsch- Vlaanderen,
HET TESTAMENT.
No. 38.
VRIJDAG 16 AUGUSTUS 1935
51p Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Wat het Leven mij leerde.
FEUILLETON.
Buitenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIÊN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Adverfentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
-Eerste Blad.
Het is niet voor ieder gemak
kelijk om op deze vraag te ant
woorden. Het is ook niet voor
ieder van dezelfde waarde, hoe
zoo'n antwoord luiden zou. Maar
als we daaromtrent de bekentenis
lezen van een Engelsch staats
man, zooals we die lazen in een
nummer van „De Avondpost",
dan achten we het wel van be-
teekenis, om die verklaringen
verder uit te dragen.
Ramsay Mac. Donald, oud
eerste Minister van Engeland,
schreef dan als volgt
Dat zou een merkwaardig en
tevens zeker geen zeer wijs man
zijn, die durfde te zeggen, dat
het leven hem niets geleerd had
De eene mensch mag zulke
eigenschappen hebben, de ander
weer andere de een te veel,
de ander te weinig... dit staat vast
zonder het vermogen om uit onze
levenservaring te leeren, zouden
wij in een wildernis verdwalen
Nu zullen de meeste menschen
die de reeks hunner ervaringen
toetsen aan den schat van ver
worven levenswijsheid, mij dade
lijk toegeven, dat het resultaat
over 't algemeen niet sensationeel
groot, maar in den regel po
vertjes lijkt.
Het leyen heeft mij echter ge
leerd, dat „sensationeel" gelijk
staat met „minderwaardig". Ik
heb gezien hoe sensationeele
levens, mannen, gebeurtenissen,
plotseling op den voorgrond tra
den een spektakelom
even snel weer in het donker
te verdwijnen.
Zoo weet ik dan ook zeker,
dat ik in dezen zin scherp be
kritiseerd zal worden als ik hier
zeg: dat de oprechte vreugdeen
toewijding, die ik gevoel voor
harden arbeid, het beste is, van
datgene wat het Leven mij ge
leerd heeft. Toen ik voor het
eerst in Londen kwam, had ik
het geluk in de handen van een
zeer strengen leermeester te ko
men, die mij m'n leven voor
eenigen tijd zuur genoeg te maken
wist, doch achteraf ben ik hem
steeds dankbaar voor zijn leiding
geweest; hij leerde mij discipline
en wendde mij er aan hardnekkig
aan ieder werk te blijven arbei
den, dat mij ter voltooiing gege
ven was.
Hier houdt echter één ding zeer
nauw verband mee
Niemand kan werkelijk goed
werk verrichten als hij dat niet
met hart en ziel doet. Dit be
merkte ik eens duidelijk aan het
voorbeeld van een mijnwerker,
die ik in het oostelijk district
leerde kennen. Hij was tot voor
korten tijd een zeer onhandige
werkman geweest, en ik vroeg
hem hoe hij er toe gekomen was,
zich zoo sterk te veranderen. Hij
vertelde mij steeds als een ma
chine gewerkt te hebben, tot
hem op zekeren dag het begrip
duidelijk werd, dat door zijn ar
beid in de mijnen het haardvuur
van vele menschen ook bran
dende werd gehouden. Sedert
dat oogenblik arbeidde hij niet
alleen met zijn handen maar ook
even hard met zijn hoofd.
En dit nu is een van de meest
belangrijke leefregels die het leven
ons leert
Als ge niet met uw hart bij
uw werk kunt zijn, zult ge nooit
dat bereiken, wat ge bereiken
móethet beste.
In dezen tijd van algemeene
ontevredenheid en onzekerheid,
zou het ons allen goed doen, als
we ons telkens weer herinnerden
dat iedere dag zijn goede zijde
heeft. Het Leven heeft mij dit
zéker geleerd, hoewel er ook in
mijn leven herhaaldelijk uitzon
deringen. op den regel voorgeko
men zijn, die hardnekkig het
tegendeel schenen te willen be
wijzen. Opdat echter dit stukje
Philosophie niet door scherpe
critici veikeerd begrepen wordt,
die zeggen zouden„Waarom
zouden wij dan nog méér werk
verrichten moet ik opmerken
dat het goede: rijke winst betee-
kent aan levensgeluk en
karakterverhouding. Het „goede"
van den een°n dag is ais het
ware de voorbode van het „goede"
van den volgenden dagen be
reidt den weg er toe.
De diepere zin van het leven
ligt niet in beperking maar in
„uitgroeien", „uitbreiden".
Als ik dus beweerd heb dat
het voldoende is dat iedere dag
zijn „goed" heeft, dan bedoel ik
daarmede niet te zeggen, dat dit
ook voor morgen genoeg is. Wij
moeten er voor waken dat ons
optimisme niet ontaardt in zelf
tevredenheid, want zelfgenoeg
zaamheid leidt evenzeer als pes
simisme, tot verbittering en ver
lamming onzer energie. Tus-
schen deze twee u:tersten wanke
len de nullen dezer wereld heen
en weer; wijs is slechts hij die
beide te vermijden weet en rustig
op zijn doel afgaat.
Nog een ander ding heeft het
Leyen mij geleerd, doch ik be
twijfel het of allen dit wel naar
juiste waarde zullen weten te
schatten n.. dat men voor alles
wat men bezit den vollen prijs
te betalen heeft. Men krijgt niets
in het leven om niet. Ook geen
roem en grootheid. Hoe meer
succes ge in uw werk hebt, hoe
grooter de lasten van het leven
voor u worden. Nooit komt ge
met het leven „afgerekend"
hoe hooger ge u in het leven
opwerkt hoe grooter, maar ook
hoe interessanter de mogelijkhe
den des levens worden. Ik zou
willen zeggenUw lasten wor
den grooter, maarze worden
ook voornamer.
Dan leert het Leven ons nog
iets merkwaardigs: Uw inkomen
mag nog zoo groot wezen als het
wil, ge kunt steeds nog meer
gebruiken. Ik heb in Londen vor
stelijk geleefd van 12 sh. 6 d. (7,50)
per week en hield nog geld over
ik heb ook 12 sh. 6 d. in één
uur verdiend. Men kan deze
tijden niet met elkaar vergelijken,
zij hebben ieder op de eigen
wijze en naar de eigen manier
hun vóór- en nadeeler. De men-
schelijke natuur kan zich onge
looflijk snel ontwikkeler ze kan
zich ook in denzelfden tijd on
gelooflijk snel aanpassen. Wat
mijn persoonlijke wenschen en
verlangens betreft, geloof ik vol
komen er vrede mee te kunnen
hebben tot de 12 sh. 6 d. in de
week terug te keeren maar
dan zou mijn levensweg
smaller en de muren er langs
hóóger worden.
Als het leven mij dit alles heeft
gegeven, heeft het mij dan niets
ontnomen, geen illusies verstoord,
geen meeningen in het ongelijk
gesteld
Ik zou zeer ontevreden zijn,
wanneer ik dat aanvaarden moest,
want het is geen compliment te
hooren, dat wij in geen enkel op
zicht veranderd zijn en niets
nieuws omdekt hebben.
Het leven kan hem niets lee
ren, die in zijn wisselingen slechts
bevestigingen ziet zijner eigen
theorieën en maatstaven.
De jeugd treedt het leven nooit
onbevooroordeeld tegemoet. Wij
verwachten en hopen veel en het
leven brengt, zooals de dingen
van deze wereld zich nu eenmaal
afwisselen, zooals de dag brengt
zon en schaduw.
Men doet er goed aan, alle
dingen in de juiste afmetingen
te zien om teleurstellingen te
vermijden.
Teleurstellingen en ontgooche
lingen moet men niet te licht
opnemen.
En teleurstelling is een ding,
dat ons prikkelt om verder te
gaan in ons werkals het
ons den moed daartoe niet ont
neemt.
Er zijn enkele dingen in het
leven die nooit veranderen dat
zijn de groote „ideeën", zooals
de idee dienen. Het dienen van
de gemeenschap; het samenwer
ken met andeten en de verbete
ring van het lot der massa.
Ik ben heel wat in mijn leven,
in mijn eigen arbeid en in men
schen teleurgesteld, maar niet
echter in dien zin dat ik er cy
nisch onder werd of mijn geloof
verloor.
Als de dag voorbij is ziet
men vele wegen die weer terug
gegaan moeten worden, omdat
zij niet voerden tot het doel dat
wij te bereiken zochten, doch
verloren is zulk een dag niet
alle wegen dienen wij te ver
kennen, voor wij op het doel
afgaan. Zulke ervaringen zullen
teleurstellingen zijn, noch verloren
tijd, noch fouten. Zij behooren
alle in het groote plan. Zij be-
teekenen dat een mensch met
ideeën en idealen in een wereld
leeft, waarvan men weinig weet
en die haar waarheden slechts
prijs geeft voorbeproevingen.
Dnitschland.
Onder den druk der radicale
nationaal-socialisten is thans in
het Derde Rijk een beweging
ontketend, welke zich niet alleen
tegen de Joden, maar ook tegen
de Katholieken en Protestanten
richt. Na de Joden die het eerst
en het ergst werden getroffen,
moesten de katholieken het ont
gelden. En thans wordt eveneens
scherp opgetreden tegen de pro
testanten, voor zoover die be
hooren tot de belijdenisbeweging,
waarin o.a. bisschop Marahrens
een leidende rol soeeit.
Van kerkelijke zijde wordt de
actie gebrandmerkt als te zijn
gericht tegen den godsdienst in
het algemeen als gevolg van de
sedert langen tijd gevoerde pro
paganda voor het nieuwe heiden
dom. De autoriteiten evenwel
ontkennen dit en beschuldigen
zoowel de katholieken als de be-
1 ijdeniskerk van politieke bedrij
vigheid, welke iri den nationaal-
socialistischen staat niet kan
worden geduld, in dit verband
bevatte de rede, Zondag door
rijkskanselier Hitler te Rosenheim
(Woidt vervolgd,)
i
i
AXELSCHElfi COURANT.
(Engelsche vertaling
18*
Nadat hij de huishoudster' royaal
bedacht had, den kleinen Jaap een
passend cadeau had gegeven en al de
schulden van zijn grootvader voldaan
had, was hij vrij om weer te vertrek
ken, een kleine drie ton rijker dan
toen hij zich naar Barford haastte in
antwoord op E'drick's telegram.
Op een goeden midd; g zat hij noe
eens in het kantoor van Eldrick
Pascoe om een kleinigheid af te wik
kelen voordat hij r.air Linden terug
keerde. Heel onverwachts zei Eldrick t
Ik zou u wel eens wat willen
voorstellen. U gaat natuurlijk in prac-
tijk?
Lachend antwoordde Colllngwood:
Nituurlijk. Als ik maar cliënten
krqg.
Die zult u wel krijgen, zei El
drick. Waar specialiseert u zich
zooal in
Handelsrecht, naamlooze ven
nootschappen en zoo, antwoordde Col-
lingwood.
Dan zal ik u eens wat zeggen,
hernam Eldrick, met animo, Ais u
ïich hier wilt vestigen is uw kostje
gekocht. Verhuis hierheen, ga op ka
mers wonen en het komt voer elkaar.
Ik beloof u vlot werk, or.ze firma
neemt geen handelszaken aan, wij al
leen zouden er al voor kunnen zorgen,
dat u een stuk practfk kreeg. Er is
hier veel werk voor een flink Jong
advocaat. U lacht er om, maar ik
weet waar ik het over h b. Ik ken
de iui hier. Ze zijn fel opeen rechts-
«edinr, vliegen elkaar elk oogenblik
in de hater. Ze zouden u werk in
overvloed bezorger. Wat zegt u er
van, mijnheer
Het klinkt erg aanlokkelijk. Maar
ik had mij voorgenomen in Londen te
blijven.
U tratkt in Londen niet dehor-
derdste kans die u hier maakt, drong
Eldrick aar. Wij hebben werkelijk
een of twee advocaten hard noodig.
Iemand die in handelsrecht goed thuis
is, heeft hier in minder dan geen tijd
de handen vol. Neem een goeden raad
aan, en kom hier.
Als u werkelijk denkt, dat er
kans is zei Collingwood peinzend.
Maar ik kan toch de eerste twee of
drie maanden niet komer.
Ik s*a er voor in. dat er bergen
werk zijn, hield Eldrick aan. Ik
heb er genoeg var, a tijd die lui naar
een advocaat in Leeds te sturer. Kom
maar, en u suit zien.
Over een paar maanden zou ik
kunnen komer, zei Collingwood.
Maar zooals u misschien weet, ga ik
de volgende week naar Indië.
Naar Indië? riep Eldrick uit.
Voor hoe lang, en wat gaat u daar
doen
Voor een maand cl vier tot in
het voorjaar denk ik, zei Col lngwood.
Ik ga met Prof. Stanridge, u weet
wel, den bekenden man van het staats
recht, Hij gaat naar Hyderabad om
daar ter plaatse zekere toestar din te
bestudeerer, besprekingen te houden en
oude bescheiden in te zien. Ik ga
mee als zijn secretaris en assistent.
Ik heb jaren bij hem college geloopett,
De volgende week gaan we al, en wij
denken in Apnl of Mei terrg te zijr.
Je bent een gelukkige vent, zei
de oudere advocaa'. Nu, als je
terugkomt, denk dan eens aan wat ik
je gezegd heb. Je zult er geen spijt
van hebber. Niet gtëigageerd, wel?
G ëngageerd Wa«, wieFvroeg
Collingwood, wal bedoeti u
Je loopt dos niet met trouwplan
nen rond. Goed. M;a- als je er over
gaat deken. dan is hier altijd nog
mejuffrouw Mallathorpe. Een aardig,
prettig meisje, beste jonger, ea een
enorme voorraad van wat het volk
noemtmoos.
Denken jailie menschen in Bar
ford ooit aan iets anders dan aan
moos
Soms we', hernam Eldrick.
maar meestal denken we aan de
dingen, die je alleen met moos ver*
k-ljgen kunt. Een rijke vrouw is
heelemaal zoo beroerd nie', hoor. Heb
je de jonge dame al eens gezien
Ik ben er eens geweest, zei
Collingwood.
Ga er dan nog eens heer, vóór
je weg gaat, raadde Eldritk hem aan.
Neem goeden raad aan, zeg ik je,
Je maakt hier een prachtkans, niet
alleen met de jonge dame, maar ook
met de practijk. D.ak er nog maar
eens ernstig over n?, als je eens in
Ind>ë zit.
Coliingwood nam afscheid en zocht
onmiddellijk een auto uit, om naar
Normandale Grange te rjjden, niet
zoozeer, omdat Eldrick het gezegd
had, dan wel, omdat hq Nesta en
Harold had beloofd nog eens te ke
rnen, HQ trof Nesta weer alleen ea
hoewel er niet veel Qdelheid in hem
schevl, schei het, alsof lij blij was,
Mijn moeder is u", naar de fa
briek ir de stad, zei zi;. - En Harold
zwerft door het park met een geweer
en doodt konijnen en zijn tijd. Maar
bij komt toch dadelijk binnen om
thee te drinken, hfl zal dolblij zijn
u te zien. B ijft u nog lang in Barford
Ik was eigenlijk van plan om
vanavond weg te gaan. z. Calling-
wood. Ik wilde met den trein van
zeven uur vertrekken. Al mijn zaken
zun afgedaan, op het moment ben ik
klaar.
Maar u komt toch weer terug
vroeg zij. s
Misschien, zei hij. Het kan
Zijn, dat ik over een tijdje weer teruj?
kom.
Als u terug kom', ging zq een
beetje grhaaster voort. komt u
dan ook weer hier? Ik kan net moei
lijk precies uitleggen, maar ik zou zoo
graag hebben, dat Harold meer lui
ke- de, van het goede soort bedoel ik
Begrijpt u
U bedoel', dat hfl meer gezel
schap noodig het ft,
Meer gezelschap van het betere
g nrc. Hq kent haast geen nette lui.
En hij heeft veel te weinig om han
den. Hij het,, niet den minsten aanleg
voor zaken. Mön moeder regelt d >t
allemaal en sport kan hem niet veel
schelen. Als hij naar Barford gaaf,
zit hij maar wat te beuzelen in zijn
club of lummelt rond in een van de
beide hotels, Dat doet hem heelemaal
g'^en goed.
Kunt u h m nergens voor inte
resseeren vroeg Collingwood. Is
er niets, waar hij warm voor loopt
Hij heeft nooit ergens om gege
ven, zuchtte Nesta. - Hij is apatisch,
HQ sloft maar goer. Soms denk ik
Het leven leert ons veel dat
ons cynisch en bitter zou kunnen
maken, maar noch meer dat
ons helpt ons geloof te bewaren.
Het goede in het leven is on
sterfelijk maar wij moeten zoe
ken om het vinden.
wel eens, dat hij half in slaap geboren
is en nog nooit heelemaal wakker is
geworder. Jammer, vindt u ook niei
Alles Dij elkaar genomen, vre>-
stlijk jammer, stemde Collingwood
toe. Maar, zqn kos je is gekocht.
Zou het niet veel beter geweest
sijn, als hq daar zelf voor had moeten
zorgen? vroeg :q. - Dan zou hij
iets moeten doen. Maar als u hier
terugkomt, zien we u dan nog eens
Natuu I ik, aniwoordde Colling
wood. En als ik terug kom, kon
het wel zq> dat ik hier bieef. Eldrick
zeg', dat hier een hoop werk ligt te
wachten op een fl nk jang advocaat,
die zich wil speciaiiseeren in handels
zaken. M sschien zal ik probeeren,
ol ik zqn ideaal verw> zenlqken kan,
<k ben jong, maar of ik flink ben weet
ik niet.
i'aar moet u uw best maar voor
doen, glimlachte zij. - Denk er om,
atIk al eens in toga en bef heb
gc«. icn, het stond u Buitengewoor»
7. DaJ.,was °og maar gehuurd spul,
ach e hij terug. De toga was té
lang, en de bef te kort. In dien tes-
sc.ientijd ga ik voor vier maanoen
nta Indië,
Voor vier maanden naar Ind
f ep zu uit, dat kliekt sanlokKtlnk.
Voor rechlszaken, legde Colling
wood uit. Tegen het einde v.-n
April hoop ik terug te zijn. Dan
denk ik weer eens hierheen te komen
en nidrick s voorstel serieus in over
weging te hemen. Ik heb na al zin
om het aan te nemen,