HET TESTAMENT.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Z e e u w s c h - V1 a a 11 d e r e n,
STREBERS.
FEUILLETON.
No. 20.
VRIJDAG 14 J4JNI 1935.
51e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Buitenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
Er zijn zeer kleine menschen
in dit groote leven, die langs
heel wrakke laddertjes naar boven
trachten te klauteren.
Ze hebben met al dat geklauter
eigenlijk geen ander doel, dan
telkens een eindje boven anderen
uit te steken en doen bovendien
al hun best, de sporten van dat
laddertje onder zich stuk te trap
pen, zoo, dat er toch maar vooral
geen ander zal zijn, die hen naar
de kroon steekt. Hun heele be
staan is er een tikje ingewikkeld
door geworden, want met al dat
prutsig en voorzichtig geklim naar
boven, houden ze geen tijd over
om wezenlijk iets degelijks te
doen.
De kleine middeltjes, die zij
gebruiken om alleen naar hun
eigen belangetjes te dienen, zijn
zoo veel en velerlei, dat ze voor
hun omgeving min of meer on
genietbaar worden. Want ieder
een moet er op bedacht zijn op
een gegeven oogenblik ook als
middeltje te worden gebruikt.
En wanneer we ons niet wa
penen en in allen eenvoud de
eigenlijke bedoelingen van veel
vleierij niet doorzien, dan staan
we zoo gebogen, dat onze rug
of onze schouders de steunsels
worden voor de klimpartijen van
dat soort Strebers.
Wie met dat slag menschen wel
eens een beetje nauwer in aan
raking is geweest, kent die trucjes
wel en staat er verbaasd over,
hoe deze lui letterlijk alles weten
om te buigen tot hun succes.
Hun vriendschappen zijn altijd
bedacht en doordacht. Hun re
laties zijn zeer wel gekozen en
worden met zorg onderhouden.
Hun gesprekken openen altijd het
perspectief naar eigen voornaam
heid. Hun welwillendheid is er
altijd op berekend er aanstonds
het loon voor te incasseeren.
Zij dringen zich in, waar het hun
wenschelijk voorkomt tegenwoor
dig te zijn en langs de meest
geleidelijke wegen weten zij zich
op den duur zoo te doen gelden,
dat hun stem een voornaam
duitje in het zakje doet. Ze
omringen zich door een groepje
kleinere goden, die in een slap
soort adoratie aan hun lippen
hangen en op ieder oogenblik
bereid zijn het ja of nee na te
zeggen, al naar dat het in de
omstandigheden noodig blijkt.
Dat zijn de meest dierbare
slaven van onzen modernen tijd,
die aan het handje van den half
god mee de hoogte in getild
worden. Het heele complex valt
bij gebrek aan zwaarte naar om
hoog en alles wat hun in den
weg treedt en niet bereid is in
den optocht mee te loopen,
wordt óf omzichtig vermeden, óf
langs nog slinkscher wegen on
dermijnd. Zij intrigeeren en spi-
onneeren, want ze staan voort
durend op den loer, of er gevaar
dreigt voor hun eigen grootheid.
Maar ze ontvlammen in drift,
wanneer knap tegenspel hen van
de wijs brengt, of wanneer door
contra-spionnage een valletje voor
hen openstaat.
Ze zijn schichtig en ongerust.
Want hun persoonlijkheid heeft
geen basis. Geen andere basis
dan die van het kunst- en vlieg
werk. Tegenover waarlijk groote
persoonlijkheden, spelen ze een
nederige rol. Ze dragen het
taschje achter hun meerdere aan
als een lakei. Ze zijn caricaturen
van de echte grootheid. Hun
beteekenis blijft wezenlijk binnen
de perken van hun individueelen
aanleg. Ze zijn nooit waarachtig
en sluipen altijd achter de eer
sten aan, om mee naar binnen te
komen.
Wie ze zoo in hun tragische
kronkelingen door heeft, gaat een
straatje om. Die komen dan
misscnien een eenvoudig mensch
tegen, wien ze oprecht de hand
kunnen drukken. Dat is dan de
geestelijke verfrissing uit de be
dompte atmosfeer van al te kleine
zielen.
Gr.
DRUKKER-UITGEVER
ADVERTENTIÊN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag II ure.
JAPAN.
Zonder overijling, maar vast
besloten, gaat Japan verder, zich
een overheerschende positie te
veroveren op het Aziatische vas
teland. Het daarvoor opgestelde
werkplan begint zich in steeds
duidelijker lijnen af te teekenen,
en al beweert de regeering te
Tokio ook nog zoo vaak, zich
niet te kunnen vereenigen met
het optreden der militaire bevel
hebbers in Noord-China, in laatste
instantie komt het daarop neer,
dat de ministers zwichten voor
den op hen van militaire zijde
uitgeoefenden druk, en met hun
gezag het optreden der legeraan
voerders dekken. Dat is het niet
te vermijden gevolg van het feit,
dat de Japansche generale staf
slechts aan den Mikado en niet
aan de regeering verantwoording
verschuldigd is.
Nu de stichting van het keizer
rijk Mantsjoekwo zonder groote
stoornissen is verloopen, richten
de Japanners de blikken op de
aansluitende gebieden. Binnen
het kader van het ontworpen
veroveringsplan hebben China en
Mongolië volstaan de Japanners
voor het oogenblik nog met het
voeren eener intensieve propa
ganda, slechts plaatselijk onder
broken door militaire actie, wan
neer de noodzakelijkheid daartoe
dwingt, tot waarberging van de
reeds gemaakte vorderingen. Maar
voorloopig moet dat deel van
China, dat binnen den Grooten
muur is gelegen, het voornaamste
contingent leveren voor de uitge
stippelde |apansche invloedsfeer.
En zoo is thans, nu Mantsjoekwo
en Jehol om zoo te zeggen veilig
zijn gesteld, het gebied, dat Peking
en Tientsin omvat, aan de beurt
om onder het Japansche opper
gezag te worden gesteld. Het is
voldoende geweest te dreigen
met een militaire expeditie om te
bewerken, dat de Regeering te
Nanking aan alle hierop betrek
king hebbende Japansche eischen
ijlings voldoet. Hooge functio-
narissen zijn afgezet en de Chi-
r eesche troepen, voor zoover die
legerden in Noord-China, wer
den teruggetrokken. Nanking
levert derhalve dat gebied zonder
verzet uit. Slechts bestuursamb
tenaren, die Japan welgezind zijn,
zullen daar voortaan de Nanking-
regeering vertegenwoordigen.
Volgens de daaromtrent ver
strekte mededeelingen, ligt het in
de bedoeling het noordelijk deel
van China te maken tot een
gedemilitariseerde zóne van ge
weldigen omvang. Dat wil dan
zeggen, dat aan de Chineesche
regeering niet zal worden toege
staan daar een legermacht van
eenige beteekenis te stationneeren.
Dit sluit het voordeel in, dat de
Japanners er niet op noemens
waardig militair verzet kunnen
stuiten. En zoo beschouwd is
het alleszins aannemelijk, dat
Tokio met de hand op het hart
kan verklaren niets anders te
betogen, dan een nieuwe indee
ling onder het bestuur van Japan
welgezinde personen Toch
schuilt hier, als de teekenen niet
bedriegen, een addertje onder
het gras. Want het gestelde doel,
zooals door Tokio is aangegeven,
sluit niet uit de samenvoeging
van deze zóne met Mantsjoekwo,
zoodat dit keizerrijk zonder veel
strubbelingen met een geweldige
lap grond zou worden vergroot.
Op die manier kan de vreedzame
penetratie worden voorgezet, tot
geheel China feitelijk tot een
vazalstaat van Japan is gemaakt.
Met argwanende blikken volgen
de Westersche mogendheden, met
name Amerika en Engeland, de
uitbreiding van de Japansche
invloedsfeer in China. De Nan-
kingregeering betoont zich vol
slagen passief in de zekerheid,
dat tegen de Japansche overmacht
toch niets te beginnen is. Het
zou echter kunnen gebeuren, dat
China opnieuw een beroep doet
op de mogendheden, teneinde den
zegevierenden Japanschen op-
marsch te stuiten. Als dat ge
schiedt, raakt het hek van den
dam en zal wellicht niet met het
nemen van diplomatieke stappen
zonder meer worden volstaan.
Deze toekomstmuziek zal over
vloeien van scherpe dissonanten
van oorverscheurende kracht, van
wege kanongebulder en dergelijke
onaangename zaken meer.
Het Verre Oosten blijft een
gevaarlijk element in de samen
leving der volken.
Ondanks de aanvaarding door
China van de Japansche eischen,
is men, naar United Press aan
de bladen meldt, in goed-inge-
lichte kringen van oordeel, dat
het mogelijk is, dat binnenkort
een nieuwe verscherping in den
toestand ontstaat.
Volgens betrouwbare berichten
zou het Japansche legei te Kalgan
versterkt zijn met een groote
luchtvloot, welke eventueel lucht
aanvallen zou moeten doen op
Tientsin en Peking. Verder zou
den Japansche troepen geconcen
treerd zijn te Sjanhaikwan en
Koepeikau.
Uit Washington wordt gemeld,
dat volgens de meening van
personen, die goed op de hoogte
zijn van de toestanden in het
Verre Oosten, sedert 3 jaar het
oorlogsgevaar tusschen Japan, de
Vereenigde Staten en de Euro-
peesche mogendheden niet zoo
groot is geweest als thans.
Japan heeft zijn eischen door
gezet. Tsjang Kai Sjek heeft
toegegeven, omdat hem, gezien
de Japansche overmacht, niets
anders overbleef.
In eik geval is groote onge
rustheid vast te stellen in econo
mische kringen. Van 1931 af
aldus meent men, heeft Japan
bewezen, dat het zijn plannen
op het vaste land van Azië wil
doorzetten. Thans komt het er
op aan vast te stellen, of het
mogelijk is een einde te maken
aan den Japanschen opmarsch,
welke leidt tot de hegemonie in
het Verre Oosten.
De Japansche regeering van
Noord China heeft niets te maken
met de Japansche, verklaarde de
woordvoerder van het ministerie
van buitenlandsche zaken te Tokio.
Hij ontkende, dat de Keizer
(Wordt vervolgd),
COURANT
Wanneer afgunst overgaat in jalouzie,
wordt het hart, dat zuur was, bitter.
(Engelsche vertaling'.
1)
Hoofdstuk I.
Linfoid Prati was eerste bediende
Op het kantoor van Eldrick Pasco»
advocaten te Barford. Hij was een
jongemar, die vurig verlangde in de
wereld vooruit te komen, liefst opeen
eerlijke n>anier, maar als dat niet ging.
dan oneerlijk, mits het niet in de gaten
liep.
Óm zich te ontwikkelen bezocht hij
geregeld de Openbare Lees? a it en zijn
aandacht werd daar op een goeden
dag getroffen door een gezegde van
Prins Talleyrand, een heer met een
even ruim geweten als hijsetf had.
Met tijd en geduld zeide Tal*
teyrand wordt een moetbeiblad zijde.
Dit leek Linford Pratt een van de
beste en gezondste gedachter, die ooit
Onder woorden gebracht waren. Een
moerbeiblad is een zeer onbelangrijk
tets, een stuk zijde daarentegen is een
goed verkoopbaar artikel. Daar zit
geld in, Van nu af aan beschouwde
nij zich zelf als een moerbeiblad, dat
door ztjn eigen energie en handigheid
In een stuk zijde moest veranderen,
Behalve tijd en geduld ia daarvoor
echter nog meer noodip, en wel, geit*
genheid, Daarvan was ook Talleyrand
g) overtuigd, niet minder dan Linfoid
Pratf. Wat tijd aangaat, dien bad hij.
In geduid kou hij zich oefenen. Doen
het zou hem buitengewoon aangenaam
zfjr, als de gelegenheid zich eens wilde
voordoen. Heel eenvoudig gezegd,
P,at wachtte op een kans, hij wachtte
op een gunstig oogenblik, dat hem naar
het fortuin zou voerer. En laat
het maar aan mij over, beloofde hij
zich zelf, om die kans waar te
nemen.
Pratt wist nie4, toen hij aan het
einde van een winterschen middag in
het klerkenkantoor van Eldrick
Pascoe stond, dat de kans langzaam
de trap g;> klorr, en met de kans de
bekoring. Zij kwamen op het goede
moment, want Pratt was alleen. De
andere klerken waren al weg, de fi -
manten waren weg, de jongste be
diende was weg, nog een minuut en
hq zou ook weg zijn gegaa». Hij
stond al bij de deur en keek even het
kantoor rond, vóór hij sloot, Toen
kwamen deze twee in den vorm van
een ouden man, Antoon Bartle, die de
deur opende, zijn bleek, rimpelig ge
laat naar binnen stak en met een hor
tende stem vroeg of er nog iemand was.
Ik ben er nog, mijnheer Bartle,
zei Prat', en knipte het groote lich*,
dat hij juist uitgedaan had, weer aan.
Komt u binner, mijnheer. Waarmee
kan ik u van dieast zijn
Antoon Bartle kwam piepend en
hoestend binnen. Hij was een stok
oude man, beverig en krom, alleen
waren zijn heldere, pientere oogen nog
vol leven. Iedtrcen kende hem, hij
hoorde bij Barford, zooals het stadhuis
en de groote kerk.
Ai vijftig jaar lang had hij een
tweedehands boekwinkel in de Poel-
steeg, het nauwe straatje, dat dt
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
Marktstraat met de Beekstraat verbindt.
Het was heelemaal geen gewone ef
alieda, g ,che tweedehandsboekwinkel,
de eigenaar noemde ze „antiquariaat".
Hij had een goede reputatie zoowel in
Europa als in Amerika en telde milli-
nr airs en kenners in beide werelddee-
len onder zij klanter. De menschen
in Barford verbaasden zich er soms
over als zij hoorden, dat mqnheer
Bar tie twiniig duizend gulden had
betaald voor een oud brevter, of een
missaal had verkocht aan den een of
anderen Amerikaanschen verzamelaar
voor het dubbele. Dan kregen zij er
zoo'n flauw vermoeden van, dat de
oude er warmpjes bij zat, al zag hij
er wat ka; 1 en schunnig uit en dat
zijn raar, oud winkel je, waar nooit
meer dan een paar oude folianten
lagen eB wat vreemde prenten voor
het raam hingen, veel bevatte, waar
hij in een paar uur groote sommen
voor xou kunnen maker. .Het was
allemaal slechts gissen, alleen Elderick
Pascoe, en dat sloot Linford
Pratt in, wisten er het fijne van.
Zij waren Bartle's advocaten en zijn
testament lag bij hen in de kluis.
Pratt was één van de getuigen ge*
weest.
De oude man schoof moeizaam het
kantoor binnen en leunde hijgend tegen
de tafel. Pratt liep vlug naar de deur
van het privé-kantoor.
Kom in de kamer van mijnheer
Elderick, mijnheer Bartle, zei hij.
Daar Is een heerlijke I anstoel. Kom,
gaat u daarin zitten, Die trap is een
heele toer, hè Ik wou, dat we ge
lijkvloerse!] ons kantoor hadden,
Hij draaide het licht aan in de kamer
van den oudsten firmant, kwam dan
terogj nam den ouden heer bij den
arm en hielp hem in den leunstoel.
Daarna djed hij dt deur dicht, g^ng
voor Elderick's bureau zitten, paste
zijn vingertoppen tegen elkaar en
wachtte. Pratt wist bij ondervinding,
dat Bartie alleen maar voor zaken
kwam, hij wist ook, dat de oude man
hem even goed vertrouwde als de
chefs, omdat hij er al zooveel jaren
in dienst was.
Ei komt een akelige mist opzet
ten, zei Bartlp, na een hoestbui, het
slaat mij op de borst, en dan rcakt
mijn hart van streek. Is mijnheer El
derick er niet meer
Weg, antwoordde Pratt, alle
maal wep, mijnheer Bartle. Ia ben er
alleen nog maar.
Jij bent ook goed, zeide de onde
boekhandelaar Jij cent even goed
als zi?. Hij leunde voorover en tikte
den klerk op den arm met een langer,
knokkigen vineer. Zeg, ik heb een
vondst gedaan.
Oh, antwoordde Prat», zeker
weer een zeldzaam boek, mijnheer
Bartle U heeft zeker iets voor een
dubbeltje gekocht, dat u voor een
tientje weer van ae hand zult doen
U is een geluksvogel, dat weet u ook
wel.
Niets daarvan, zei de oude grin
nikend. Bovendien, ik kreeg het ook
niet voor niets, ik moest er eerst voor
betaler, dat moeten we allemaal. Neen,
ik heb wat gevonden, geen half uur
geleden. Kwam regelrecht hierheen.
Het is natuurlijk iets voor advocaten.
Zoo? zei Pratt vragend. En
wat zal het zijn
Hij verwachtte dat zijn bezoeker
nu toch iets te voorschijn zou halen,
maar de oude man boog zich weer
aaar beta tea en duwde zija vinger
nog eens in de mouw van den klerk.
Zeg, fluisterde hn, herinner je
je Jan Mailathorpe nog, en cat zaakje
vanhoe lang is dat nu ai ge
leden
Twee jaar, antwoordde Pratt
zouder aarzelen. natuurlijk, zooiets
vergeet je niet licht,
In den geest ging hij terug naar de
zaak, die Barford voor een week op
stelten had geze'. Op een morgen ia
den winter, precies twee jaar geieden,
was de heer Mailathorpe verpletterd
onder een schoorsteen van zqn eigen
fabriek. De toestand van den schoor
steen was al een tijdje twijfelachtig
geweest. Er was een onderzoek naar
ingesteld door een paar vaklui, en op
het oogenblik van de catastrophe wa
ren Mailathorpe zelf, twee van zijn
afdeelmgschefs, en eenige schooi-
steenbouwers aan den voet samenge
komen om over het rapport te be
raadslagen. Zonder eenige waarschu
wing was het dertig meter hooge ge
vaarte in elkaar gezakt, Maliatherpe,
zijn kassier en de onderdirecteur
werden op de plaats zelf, waar zg
stonden, door het vallend gesteente
verpletterd, twee omstanders kregen
zulke verwondingen, dat zij na een of
twee dagen stierven. In geen jaren
was een dergelijk groot ongeluk in
Barford of in de omgeving gebeurd,
en er was veel over te doen geweest,
temeer daar de experts hadden uitge
maakt, dat er geen onmiddellijk ge
vaar dreigde. Ook andere fabrikanten
hadden hun schoorsteenen doen nazien,
en weken nog had men in Barford
gepraat over het gevaar vlak bij zulke
gemetselde kolossen te wonen.