Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. BEAU BROCADE No. 6. VRIJDAG 19 APRIL 1935 51e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Paaschgedachten. FEUILLETON. Eenige wenken bij de toepassing der Zegelwet 1917 Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. .Eerste Blad. Wegens het Paasch- feest zal aanst. DINS DAG! geen nummer van dit blad verschijnen. Paschen is voor een Christen hernieuwing. Hetis hem, evenals Nieuwjaar de intrede is van een nieuw tijdperk, de intrede van een nieuw leven. Kerstdag vieren wij als herden king van de geboorte van Jezus na de volheid des tijds. Paschen is de herdenking der wederge boorte de opstanding even eens na de volheid van den tijd, waarin Jezus leefde en leed. Eenige weken achtereen hebben we dien lijdensweg weer kunnen volgen en met beklemming ging men na op welke wijze werd gesold met de rechten van den man, die men nu eenmaal vinden wilde hoe Hem de meest onteerende en pijnigende straffen werden opgelegd, waaraan alle recht, liefde en vrede vreemd was. En met ontzetting vroeg men zich af, hoe was dat moge lijk. Zoo is men in vroeger eeuwen gekomen tot de instelling van de stille week de week, waarin men tot inkeer komt. We hebben de Stille Week weer achter den rug. Zij is echter alles behalve stil geweest. In tegendeel, het is weer een week geweest van strijd en geschil, al is het dan maar met woorden. In een waarachtig-christelijke samenleving zou het heroïke drama van Golgotha inderdaad op stille, ootmoedige, devote wijze worden herdacht, maar tot dien eerbied komt onze mo derne samenleving niet toe. Laten we hopen dat, nu de stembus heeft gesproken en de verkiezingsstrijd is geluwd, we weer gaan denken aan hoogere belangen. We leven in donkere dagen en de wereld kreunt en worstelt om verlossing uit vele nooden, DE VERMETELE. maar laat ons var, het Paasch- feest dit overnemendat wij gelooven in de overwinning van het licht. Achter de wolken schijnt de zon. Zooals de natuur weer opstaat na duisteren win tertijd en de donkere nachten verdrongen zijn door een nieuwen dageraad, zoo zal deze periode van tegenspoed en crists toch eenmaal weer wijken en zal een lente van nieuwen voorspoed aanbreken en zal er voor ons en onder ons opstanding zijn. Laat alzoo het Paaschfeest iets tot ons te zeggen hebben iets van bemoediging en troost; iets van geloof en verwachting; iets van zon en moed. Wie weet of we het volgende Paasch feest niet onder veel beter om standigheden kunnen vieren. Maar hoe het ook zijhet kan Pa schen zijn binnen in ons. De lente is de opstanding der natuur. Laat uit de sombeiheid der omstandigheden den moed weer opstaan en het vertrouwen en de lust tot arbeiden. Zoo brenge het oude Paasch feest nu ons allen iets van die opstanding, die de zin en de beteekenis ervan is. (door G. M. Veugelers, Ontvanger der Registratie en Domeinen). Met eenigen schroom heb ik eindelijk eens uitgevoerd mijn reeds langer opgevat plan om op zeer bescheiden en naar ik hoop voor zeer velen bevattelijke wijze eenigen leiddraad te geven bij de toepassing der Zegelwet 1917. De ervaring opgedaan bij het onderzoek naar de naleving der Zegelwet, bij de registratie van diverse stukken, heeft geleerd, dat een wet, wier toepassing toch al niet zoo gemakkelijk is, door het publiek uit onwetendheid, soms ook uit onverschilligheid of kwaad opzet, geheel verkeerd wordt gehanteerd. En zegt nu niet bij voorbaat Wat hier zal volgen is saai en dor, doch toont Uw goeden wil om te leeren de voornaamste regelen van de Zegelwet, die tenslotte iedereen moet kennen en iedereen dikwijls (verkeerd) toepast. Het is beter bij voorbaat de stukken op dit gebied behoorlijk in orde te hebben dan naderhand een boete te belooper., die in sommige gevallen niet malsch zou kunnen zijn. Ik denk hier aan de kwaadwilligen, die wel licht gedacht hebbenO, geen enkel ambtenaar krijgt mijn pa pieren te zien Deze personen vergeten, dat de stukken veelal ontdekt worden bij andere personen dan den boetplichtigen onderteekenaar: denk maar aan een kwitantie, die men immers aantreft, niet bij den schuldeischer, maar bij den schuldenaar. Ook denken ze er niet aan, dat geen enkele rechter rekening mag houden met ten onrechte niet gezegelde stukken en dat nog menig ander ambtenaar aan een dergelijk voorschrift gebon den is. Ja, een rijksaccountant vindt het bij het boekenonderzoek Ik doe hier maar een kleine greep uit de talrijke controle middelen. Ik schrijf hier echter voor den eenvoudigen, goedwil liger!, leergierigen man en houd daarom mijn stijl uiterst sober. U krijgt nu gelegenheid om even te hoesten. Dan kunt U beter volgen. Wat behelst in 't algemeen de Zegelwet Een belasting op diverse be wijsstukken. Verlangt iemand van een of ander handeling geen be wijsstuk, dan behoeft hij ook geen zegelrecht te voldoen. Zoo is een mondelinge huur niet belast en behoeft men zich niet als wetsovertreder te be- schouwen, wanneer men tegen den winkelier zegtdoe de be taling maar door in de boeken: De schuldenaar zelf heeft dan immers geen enkel betalingsbe wijs in handen. De zegelplichtigheid der be wijsstukken geldt niet enkel voor één exemplaar, maar voor alle exemplaren, die er opgemaakt worden. Hetzelfde geldt voor de afschriften. Bij huurzegel vindt U hierop later een uitzondering. Voorts verdient het opmerking, dat de stukken als bewijsstuk onderteekend moeten zijn. De Zegelwet (zie artikel 13) be schouwt ze echter als ondertee kend, als ze zijn voorzien van een paraaf, het facsimilé van een handteekening of paraaf, of den afdruk van een naam of een paraafstempel. In heel enkele gevallen belast de Zegelwet ook heelemaal niet- onderteekende stukken. Er zijn nu drie soorten van zegel 1. vanwege het Rijk uitgegeven gezegeld papier (de menschen noemen het papier op zegel, maar het is eigenlijk een zegel (oranjestempel) op pa pier. 2. Buitengewoon gezegeld pa pier; 3. plakzegel. Dit laatste is U wel bekend. Het gebruik ervan geschiedt echter dikwijls verkeerd. Men moet het onmiddellijk onder het opgemaakte stuk op het papier plakken, er zijn handteekening over heen stellen en den datum er op zetten. De handteekening moet er overheen gesteld worden, een stuk ervan moet dus buiten het plakzegel staan. Wanneer men drie plakzegels gebruikt, levert dit moeilijkheden op, maar dan moet men maar grooter teekenen. Buitengewone zegeling wordt toegepast op gedrukte formulie ren. Voordat deze ingevuld, in elk geval vóórdat er eene hand teekening op voorkomt, worden deze ter zegeling aangeboden. Neen, niet dat ik kon zien» K«er tot hem terug, vriend^ zeide Voor deze streken behoort men zich te wenden tot den Ontvan ger der registratie no. 2 en Do meinen te Middelburg. Het gebruik van het gewone, vanwege het Rijk uitgegeven gezegeld papier is niet moeilijk. Men beginne aan den voorkant bovenaan, schrijve regelmatig door, ook aan de achterzijde, doch let welover den zegel stempel mag noch aan de voor zijde, nog aan de keerzijde ge schreven worden. Doet men dit toch, dan wordt het stuk als ongezegeld beschouwd. Hier wordt nogal eens tegen gezondigd. Na deze algemeene trekken komt de groote vraag, welke van deze 3 soorten zegelrecht en hoe groot zegel moet er gebruikt worden De Zegelwet bespreekt diverse soorten van stukken Hoofdstuk 111bewijzen van ontvangst van gelden, zoowel kwitanties als schuldbekente nissen. Hoofdst. lilapakhuisceelen, volgbriefjes. Hoofdst. Illbcognossementen, vrachtbrieven, enz. Hoofdst. IVjachtakten, ver zoekschriften om goedkeuring van statuten, enz. Hoofdst. Vpolissen van ver zekering. Hoofdst. VIwissels en ander handelspapier. Hoofdst. VIIhuurcontracten. Hoofdst VIIIeffecten. Hoofdst. IXaan- en verkoop nota's van effecten, (het zoogen. beurszegel). Hoofdst. IIformaatzegel, be stemd voor diverse, hierboven niet genoemde stukken. Verdere bespreking van de hoofdstukken lila, illb, IV, V, VI, VIII en IX acht ik onnoodig, om dat degenen, die daarmee in aan raking komen, in elk geval lieden zijn, die uit hoofde van bedrijf of beroep zóó veelvuldig deze wet moeten toepassen, dat zij zich beter rekenschap van deze toe passing geven. Trouwens zeer dikwijls genieten zij de voorlich ting van superieuren of van juri dische adviseurs. (Wordt vervolgd)) AXELSCHE COURANT Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. (Engelsche vertaling.) 54) John wist van ouds hoe nutteloos het was met den kapitein te dispu teeren als hij eenmaal vast besloten was. Daarom keerde hij, zonder verdere tegenwerping en toch met een be zwaard hart snel terug naar het Lastpaard door Bathurst op eenigen afstand gevolgd. Om zoo weinig mogelijk argwaan te wekken was het voor den Jongen graaf van Stretton noodig van tijd tot tijd een praatje te houden met de meid en de waard der Herberg. Hij was uitgegeven vooreen hulpbediende daar gekomen wegens het onverwachte zijn der Lady aldaar. In dit afgele gen dorp kende niemand hem van uiterlijk en was hij hier betrekkelflk veilig tot den avond, wanneer hij weer ergens buiten zou wegschuilen. Hij stond in de schaduw achter het buffet toen John Stich de gelagkamer binnentrad om Beau Brocade's bood schap over te brengen. De ruimte was klein en donker, gevuld met scherpe tabaksrook en het oor vet* doovend rumoer van luide discussies en allerlei praatjes van eenige soldaten en een paar dozijn dorpelingen bij hunne kannen met ale. John Stich tiachtte zonder de aan dacht te trekken Philip's ooren te bereiken, Waar velen omtrent deze aan gelegenheid onwetend zijn en ons advies vroeger, is het ons zeer ra genaam in de gelegenheid te zijn ge steld tot plaatsing van dit artikel. Red. De jonge man sloop uit de kamer om zijn zuster te zegger, dat een heibewoner, die belangrijk nieuws had. met haar afzonderlijk wenschte te spreken. Patience daalde met een kloppend hart de smalle trap af en bevond zich in de gang in eens van amgeziciit tot aangezicht met een man, gr k eed in een lange, vuile kie', wiens nekken zij onder den breeden iand van zijn hoed niet kon onderscheiden. Hij hief eerbiedig zijn hand op naar zijn hoofd, maar nam zijd hoed niet af. Je wenschtet mij te spreken vroeg Lady Patience snel. ik heb een boodschap over te brengen aan Lady Patience Gascoyne, sprak Bathurst, wiens heesche en bevende stem geen verandering of verdraa >g noodig had. Hij hield zijn hoofd gebogen en het was donker in de gang. Patience, die met haar gedachten was bij die lange, slanke gestalte die zij hit laatst zoo vol levenskracht en vroolijkheid in het bovenkamertje gezien had, schonk niet veel aandacht aan die gebogene, zwaar op den stok leunende gestalte voor haar. Ja, ja, zeide ze ongeduldig, hebt ge een brief? Van wien Ik weet het niet goed, Milady...., het was een heer dezen moigen op de heide Hij gaf mij dezen brief voor uwe Edelheid. Zijn wel verzorgde, slanke hand in den ruimen zak van Jock Miggs kiel stekend, gaf Bathuist haar een door hem zelf geschreven brief. Zij nam dien met ten kreet van blijdschap aan en lei zijn hand weerhoudend op zijn schou* ders, toen hij zich omkeerde om te vertrekker^ Wacht even, tot ik den brief gelezen heb, zeide zij, misschien moet ik er op antwoorden. Zij vouwde langzaam den brief open, zeer langzaam terwijl hij naast haar stond en de tranen in haar oogen zag komen toen zij begon te lezen en de woorden half hoorbaar voorlas „Vrees nie*. Ik heb de b.ieven en zal die met uw verlof naar Linden brengen. Ik heb diar een machtigen vriend, met wiens hulp zij zonder uitstel den Koning en het Parlement zullen worden voorgelegd. Om dit veilig te doen is het noodzakelijk dat ik in Brassington nooit weer gezien word*, daar Sir Humphrey Challoner gelukkig voor het oogenblik n ij 1 spoor bijster is en ik voor den nacht te Wirksworth kan zijn en voor den morgen op weg naar Londen. Uw vijand zal u in het oog houder, daar om smeek ik u in Brassington te blijven, terwijl ik met de brieven naar Londen ga. Ik denk, dat uw broeder het veiligst zal zijn in de hut der oude weduwe Coggins te Aldwark. Ik heb haar tot mijn geluk wat diensten bewezen en zfl zal uw broe der vriendelijk ontvangen om miifient- wil. John Stich zal her, zoodra mogelijk, daarheen brengen, ik bid u, goedsmoeds te zijn. Binnen enkele dagen zal uw broeder een vrij man zijn en zult ge voor altijd van uw vijand bevrijd zijn. Geloof mQ, dat het plan, dat ik gemaakt heb, goed is en ik smeek u op mijn knieën mij te veroorloven dat tot uw dienst te mogen volbrengen", Zij vouwde den brief weer toe en stak dien open in den sak van haar kleed. Door de open deur achter haar kwam een glimp van zonneschijh binner, haar gracieus figuur in een goudglans bultend. Zij waren alleen in de gang, maar zij, vervuld van disn kostbaren brief, nam geen notitie van hem. Zoo doende kon hij zijn droombeeld nog eens aanstaren, zijn schoone witte roos, bevochtigd door den dauw, het bevallig siihouet zich afteekenend tegen den zonnigen ach tergrond, het koninklijk hoofd, met zijn weelderig, zacht gouden haar, met gespannen aandacht gebogen over den brief in haar bevende hand. Zijn heele wezen was één dwaas, hanstochtelijk verlangen naar haa', zijn lippen brandden van begeerte om haar hais te kussen, hij had op de vloersteer.en voor haar willen neer knielen en haai willen aanbidden zoo als de geloovigen dit doen voor het Madonabeeld, Zijn hart was vervuld van groote vreugde, dat hij haar een dienst kon bewijzen en van een vreemde, woeste hoop, voor haar eenmaal te mogen sterven, Zaagt gij, vreeg tij met een lichte trilling in haar zachte, rnelodi- cuse slem. Zaagt gij dien heer, rtie je dezen brief gaf Was hjj wel Hoe zag hij er uit? Hare oogen waren nu vol tranen en Bathurst had veel moeite om zijn fel kloppend hart te bedaren en zijn stem een natuurlijke klar.k te gever, Lieve God, Milady, zeide hij, hij was juist als ieder ander raensch, denk Ik. Niet ziek? zij met een plotseling vuur. Zeg hem, dat hg nog eens bij mij moet komen. Ik ik ik wel hem nog eens spreken. Al zijn wilskracht werd vereischt om zich niet te verraden. De lieve smeekende uitdrukking in hare oogen, het feeder vrouwelijk gevoel in naar stem deed zijn bloed sneller loopen. Maar hij had vast besloten, dat zij hem niet zou herken nen. Eén blik, één uitroep, kon en verraden en daar was nu maar eene kans haar met succes te dienen en dat was de brieven terstond naar Londen te brengen, nu hun gemeen schappelijke vijand op dit oogenblik niet aan hen dacht. Daarom antwoordde hij zoo plat mogelijk Neen, neen, de heer zei tot mij, gij kunt een boodschap brengen maar de Lady moet niet tot mg komen. Zij zuchtte even van teleurstelling. Tracht dan, mgn goede man, zeide z?, te onthouden zeg hem zeg hem dat ik hem gaarne wilde bedanken zeg hem neen, neen, voegde zij er plotse ling bij, terwgi zg een verwelkte witte roos van haar borst kreeg, ztg hem niets maar geef hem deze bloem ten teeken dat ik zgn brief ontvangen heb en zal doen zooals hg vraagt. Zult gg dit onthouden es de bloem geven Hg vertrouwde zichzelf niet em te spreken.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1935 | | pagina 1