•J
Nieuws- en Advertentieblad
- A\ I
voor Zeeuwsch -Vlaanderen,
BEAU BROCADE
No. 96.
DINSDAG 12 MAART 1935
50e Jaargf.
J. C. VINK - Axel.
Particuliere Wapen-Fabricage.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
In de Eerste Kamer heeft prof.
van Embden een rede gewijd aan
het ontzettende euvel der parti
culiere wapenfabricage en de
daarbij voorkomende misbruiken.
Wij drukken, wat hij daarover
zeide, hier letterlijk uit de Han
delingen af. We weten wel, dat
de groote pers hierop reeds de
aandacht vestigde, maar ook de
kleine en plaatselijke bladen
moesten dat meer doen. Het is
itoodig, dat de publieke opinie
zich tegen dit kwaad meer en
meer verheffe. De heer van Emb
den sprak als volgt
„ln het geheel van krachten,
dat de volken drijft naar voort
zetting der voorbereidingen ten
oorlog en naar opvoering daarvan,
in die krachten spreekt op nood
lottige wijze mede het winstbejag
der particuliere wapen-fabrikan
ten. Zij stoken tusschen de vol
ken de vuren aan door middel
van de persorganen, die zij be-
heerschen of subsidieerendoor
Onze Vlootvereenigingen, die zij
oprichten en steunen in meerdere
landen tegelijk, - opdat het mes
aan vele kanten snijde door
hun agenten orders te laten wer
ven bij Militaire Departementen,
waar zij niet zelden bevriende
relaties bezittendoor bewape-
ningspropaganda van allerlei
soort, die zij alom in de hand
werkenbioscopen niet te ver
geten. Zij, de wapenhandelaars,
fomenteeren de gevoelens van
angst en achterdocht, want het
is uit dien bodem, dat hun divi
denden opbloeien. Zij bezigen
eerlooze praktijken, welke echter
in hun commerciëele moraal er
best mee door kunnen. Een aan
tal der betreffende feiten waren
aan de pacifisten welbekend, maar
de enquête van den Amerikaan-
schen Senaat heeft er een groot
aantal nieuwe onomstootelijk aan
toegevoegd, feiten, die een rilling
van ergernis en afschuw door de
wereld hebben doen gaan. Wel
nu, men moet vreezen, dat onze
Regeering zich van den omvang
en de mogelijkheden dezer in-
DE VERMETELE.
vloeden een geheel onvoldoende
voorstelling maakt, wanneer men
kennis neemt van het zeer teleur
stellend slot, dat er gekomen is
aan haar overweging van een
deugdelijk onderzoek in Neder
land.
Er is aandrang uitgeoefend tot
het houden van een enquête,
soortgelijk als die te Washington,
aandrang eerst aan "de overzijde
door den heer Joekes, daarna
geuit in ons Voorloopig Verslag
en buiten de Kamers uitgesproken
door dert Algemeenen Nederland-
schen Vrouwenbond tezamen met
tal van andere vereenigingen en
nog afzonderlijk door de zoo
uiterst gematigde en voorzichtige
Vereeniging voor Volkenbond en
Vrede. De Regeering nu heeft
in de Memorie van Antwoord aan
de Eerste Kamer medegedeeld, dat
zij heeft besloten een onderzoek
in te stellen naar: de mogelijk
heid van het bestaan van een
verbinding tusschen wat in Ne
derland op het gebied van de
wapenindustrie bestaat met het
buitenland en dat zoodanig onder
zoek reeds is aangevangen. Die
opzet is kennelijk meer dan on
voldoende. Niet voldaan wordt
aan de doelstelling, waarop ons
Voorloopig Verslag den klemtoon
legt: het onderzoek naar mogelijke
binnenlandsche invloeden der hier
of elders gevestigde wapenfabri
kanten. Dat is nog veel noodiger
dan het blootleggen van die bui-
tenlandsche verbindingen, welke
ten deele ook reeds bekend zijn,
bijv. dat er hier bewapeningsbe-
drijven zijn gevestigd, die door
buitenlanders bestuurd worden.
Onderzoek, moest het zijn, door
een commissie, die onder eede
getuigen verhoort en die bij de
wet bevoegdheden heeft verkregen
om correspondentie te lichten en
boekhouding in te zien. Dat is
de werkwijze van de commissie
uit den Amerikaanschen Senaat.
Bij ons niets van dit alles. Ik
vrees, dat niet meer geschied is,
dan dat de Regeering aan een
ambtenaar heeft opgedragen nog
eens extra na te gaan, of de Vuur-
wapenwet goed wordt nageleefd
en evenzoo de bepalingen omtient
uitvoer van wapenen. Neen, wat
wel zeer de moeite waard is, is
een onderzoek naar invloeden in
Nederland van de soort, die te
Washington ten deele reeds ge
bleken zijn. Waar de Regeering
deze gevaren geenszins schijnt te
beseffen, acht ik mij verplicht
enkele staaltjes onder haar aan
dacht te brengen.
ik ontleen ze aan het steno-
graphisch verslag, d w.z. aan de
gedeelten daarvan, die in Nov.
j.l. woordelijk gepubliceerd zijn
in „Foreign Affairs", door Sir
Norman Angell, den beroemden
ontvanger van den Nobelprijs voor
den vrede. Daar zijn b.v. die
contracten tusschen de Ameri-
kaansche Electric Boat Cy.
bouwer van onderzeeërs en an
dere schepen met de Britsche
firma Vickers en andere particu
liere wapenbouwers en scheeps
werven. De contracten schrijven
voor dat men bij offertes aan
Regeeringen gezamenlijk den prijs
zal opzetten en dat degenen, die
de opdracht niet verkrijgen, niet
temin voor een flink percentage
in de winst zullen deelen. Op
drie manieren wordt in deze
kongsie over Nederland beschikt
of met Nederland gesold. Voor
eerst, dat deze contracten ook
werven in Nederland binden, zoo
dat er alle kans is, dat de Neder-
landsche belastingbetaler, ook al
is de bouw, b.v. van onze onder
zeeërs, binnenlands gegund, toch
de eer geniet extra royalties op
te brengen door Engelsche en
Amerikaansche aandeelhouders.
Vervolgens is de Europeesche
agent der Electric Boat de Neder-
landsche ex-zee-officier Koster, de
oprichter van de Vereeniging
„Onze Vloot" wat commer
cieel, zooals dat heet, toenmaals
een kranige zet van hem is ge
weest en tot vóór korten tijd
eerelid dier vereeniging. Ver
moedelijk zijn de handlangers der
andere verbondenen eereleden,
althans oprichters van de vloot
vereenigingen in hun respectieve
lijke vaderlanden. En ten slotte
is de tweede partner en winst
deeler, Vickers, een nog grootere
steunpilaar van de Nederlandsche
Vereeniging „Onze Vloot"; im
mers maandelijks versterkt hij
haar maandblad door een adver
tentie van niet minder dan een
halve pagina. En ons land zal
nog wel op meer manieren door
die samenzwering worden „ge
nomen". Vooreerst doe ik de
Regeering opmerken, dat een
stelsel van gezamenlijke prijsop
drijving met internationale winst-
deeling mede toegepast wordt,
naar is gebleken, in den aanbouw
van militaire vliegtuigen, ook al
geschiedt deze alweer schijnbaar
in een eigen land. Vervolgens
is vastgesteld dat het Vickers-
concern vertrouwelijke mededee-
lingen, hem door zijn eigen Brit
sche admiraliteit verstrekt, heime
lijk heeft uitgeleverd aan parti
culiere wapenfabrikanten in de
Vereenigde Staten, ja zelfs aan
Japan. Waarschijnlijk worden
andere marinebesturen op soort
gelijke wijze bedrogen. Ook is
te Washington aan het licht ge
bracht, dat deze industtiëelen aan
de Regeering van kleinere Staten,
de Spaansche b.v., de nieuwste
uitvindingen soms opzettelijk ont
houden. Deze en andere zaken
zijn gebleken uit de handelsbrie
ven, die op last van den Senaat,
uit de archieven der firma's ge
licht zijn. Mijnheer de voorzitter
Zulke bevoegdheden bezit de
ambtenaar, wien onze Regeering
een opdracht tot onderzoek schijnt
te hebben gegeven.
En is ook het volgende niet de
moeite van een ernstige enquête
waard? Er is te Washington
bewezen, dat er wapenhandelaars
zijn, die enorme voorraden wa
pens opgeslagen en in eigendom
hebben. De grootste voorraden
bevonden zich in Engeland, n.l.
voor een waarde van 6millioen,
en in Duitschland. Gehoopte
bestemming: levering, N. B.aan
revolutionnaire partijen en aan
hen, die het hopen te worden.
Aliicht bij vooikeur aan fascisti
sche partijen. Dat hierin de on
aangenaamste verrassingen kun
nen schuilen, heeft in de jaren
1931—'33 de revolutie in Duitsch
land maar al te duidelijk bewezen.
Is het in ons land pluis? Ons
geacht medelid, de heer Polak,
schrijft reeds in „Het Volk" van
30 Jan. j.l., dat het in het Gooi
een publiek geheim is, dat de
N.S.B in dit gewest over wapen-
voorraden beschikt. Niet onwaar
schijnlijk; de sympathieën van
wapenhandelaars plegen in anti
democratische richting te gaan.
Interessant is ook, van wie de
wapenhandelaars deze enorme
voorraden soms betrekken. U
zoudt het niet raden, Mijnheer de
Voorzitter: van Departementen
van Defensie, die voor hun iet
wat verouderde bezittingen nog
een prijsje willen maken. En dit
zijn niet de Departementen van
Defensie in een of ander obscuur
Staatje, maar het Britsche Depar
tement van Oorlog, ook het Fran-
sche, Mijnheer de Voorzitter.
Geschiedt het ook in Nederland
Er zijn wel eens hartelijke relaties
geweest. In 1930 hebben de
Staatsfabrieken aan de Hembrug
zekere onderdeelen geleverd aan
particuliere wapenfabrikanten, ten
einde hen in staat te stellen, wa
pens te leveren aan China, voor
den rampzaligen burgeroorlog al
daar. Minister Deckers heeft
dezen liefdedienst in het Parle
ment verdedigd en met zijn ver-
antwoordelijkneid uitdrukkelijk
gedekt.
Mijnheer de Voorzitter! Ik
passeer nu maar de in Washing
ton gebleken praktijken dezer
handelslieden om steekpenningen
te geven aan Regeeringsambte-
naren ter bevordering van be
stellingen. De groot-adverteerder
in Onze Vloot dient in som
mige landen zijn winstbelang door
bemiddeling van vrouwen van
twijfelachtige reputatie. Maar ik
passeer deze omkooperijer. en de
rest, omdat ik hopen wil, dat
daarmee in ons land althans geen
kans wordt gemaakt. Toch ver
sterkt het, alles bijeen, in de we
reld die strooming naar bewape
ning, door welke algemeene stroo
ming ook onze Regeering wordt
meegezogen. Ik zal ook niet lang
(Wordt vervolgd),
AXELSCHEfS COURANT
(Engelsche vertaling.)
44)
Dat scheen klein genoeg geen
pakje, maar een enkele brief, maar
als dat de gewichtige was, dan, ja
dan zouden al zijn waaghalzerij en
alle gevaren hem niets toeschijnen,
vergeleken bij het geluk haar dezen
dienst bewezen te hebben. Maar
tegelijk zag Jack mijnheer Mittachip
hevig ontdaan uit het tegenoverliggend
logement aandraven. Hij begreep,
dat in het volgend oogenblik hel
bedrog ontdekt en Sir Humphrey
Challoner bevrijd zou zijn, onder een
stortvloed van verwenschingen van
den squire en de bewoners van Bras-
sington te zamen.
En wat de verdere gevolgen van
dat alles zouden zijn, was niet moei
lijk te raden.
Hij zag eens achterom. De squire
lat aan zijn schrijftafel, blijkbaar geen
notitie nemend van het geraas en
f:eschreeuw daar buiten. Daar stond
ohn Such, die met de grootste
olijdschap dat tooneel had aan
schouwd, met Jack o'Lahtern aan
den teugel. En met een kort hof
felijk afscheidswoord tot den squire
was Baihurst buiten het raadhuis.
Aan de deur ontmoette hij den bode,
die met het papier in de hand, zich
Van zijn eigen gewichtigheid bewust
ft vel Wakenden Ijver naar binnen
vloog om squire West de gewichtige
arrestatie mee te deeien.
Baihurst hield hem snel staande:
Gij hebt wel gedaan, Inch.
En hem een paar guinjes ln de
hand stoppend, vervolgde hij i
Hatr Edelheid zal u meer geven
als gij het overige van haar eigendom
gevonden hebt. Ik veronderstel dat
dit de brieven zijn, die sij verloren
heeft.
Slechts één brief, mijnheer, zei
bode Inch, met wat minder pralende
houding en h| stond Jack toe den
brief in te ziea.
Er was geen minuut te verliezen.
Mittachip, die vergeefs getracht had
let volk toe te spreken, dat nog altijd
Zijn Edelheid met velschillende
voorwerpen gooide, liep nu hard naar
het raadhuis, zoo hard als zijn magere
beenen toelieten.
Bathurst sloeg een snellen blik op
het papier dat de bode hem gegeven
had en een kreet van de bitterste
teleurstelling ontsnapte zijn lippen.
Wat is het, kapitein? vroeg
John S'ich, die aldoor angstig naar
bet gelaat van zijn vriend had ge
staard.
Niets mijn vriend, antwoordde
Bathurst, alleen irair een kwi
tantie van den koop van eenige schapen.
John Stich liet een zwareu vloek
hooren.
En die schelm zal er af komen
met een kogelregen van aardappelen
en niet meer straf dan zijn boeien.
En rij hebt uw leven voor niets ge
waagd, kapitein,
Neen, niet voor niets, beste
vriend, zei Jack snel, terwijl hij Jack
b'Lanlern besteeg met zooveel spoed
als lijn arm hem toeliet, Ga aoo
snel als je kunt naar de Lady terug.
Bid haar, namens mij', de hoop niet
op te geven, maar een ziekte voor te
werden en tot niemand te spreken
over hetgeen vandaag gebeurd is,
voor zq mij terugziet. Begrepen
Ja, ja, kapitein.
Op dat oogenblik kwam er een
woest geschreeuw van den kant van
het raadhuis en zag men Mittachip
vergezeld door squire West zelf or-
middellijk gevolgd door den bode de
plaats oversteken naar het dorpsge*
vangenhok.
De zaak is uit vriend, riep Jack
uit, terwijl hij zijn knieëa in de zijde
van zijn paard drukte en het goede
dier met een paar woordjes aanmoe
digend, galoppeerde hij vliegensvlug
voort naar de heide.
Toen squire West en heel Bras-
sington te weten gekomen was hoe
schrikkelijk die vreemdeling hen voor
den gek had gehouden, was deze al
ver uit het gezicht, terwijl geen enkel
stofwolkje den weg aanwees dien hij
gegaan was. Maar men schreeuwde
hem den geheelen dag na. Squire
West had met de overvloedige ver
wenschingen al de soldaten, die in
het dorp waren ingekwartierd, bevolen
om dag en nacht de hei af te jagen,
tot de schelm gepakt en voer hem
gebracht was. De sergeant, die den
troep aanvoerde, en ook de korporaal
hadden bovendien neg een eigen re
kening le vereffenen met dien gt-
heimzinnigen vreemdeling, die volgers
de publieke opinie niemand anders
was dan die nog niet gehangen
schelm, die beruchte toover, Beau
Brocade,
Zoodra lach weer op adem was
gekomen, herinnerde hij zich dien
morgen een mooi kastanjebruin paard
gezien te hebben, dat buiten het
raadhuis vurig op den grond trap
pelde, hij was erg boos op zichzelve
dat hij de identiteit van dat dier niet
had gegist, dat dier, dat in ieders
gedachte zoo nauw vereenigd was
met de duistere daden van den ge-
wieksten roover.
Het volk verschanste zich intus-
schen achter een koppig stilzwijgen.
In onzen tijd zoo goed als toen, is
het buiten menschelgk vermogen
inlichtingen te krijgen van een Dei-
byshireboer, zoo hij die niet geven
wil. Of zij. die Sir Humphrey Chal
loner met allerlei projectielen gegooid
hadden, of zij niet iets vermoed
hadden van Beau Brocade's tegenwoor
digheid in het dorp, bleef in weerwil
van het strengste kruisverhoor een
beslist geheim voor den squire en
diens dapperen dienaar, den bode.
Beloften, bedreigingen, lokazen,
't was alles vruchteloos.
„Weet niet", was het stomme
antwoord op iedere vraag, omtrent
elk onderwerp.
Lady Patience, op van vermoeienis,
was te ziek om iemand te zien. De
troep soldaten, nu wel een twintig,
was in den loop van den dag versterkt
met een contingent van Squire West's
dienaren van binnen en buitens huis
en een paar leegloopers uit Brassing-
ton zelf, van het soort, die in eiken
uithoek der wereld gevonden wordt,
waar een bierhuis is, de leegloopers,
'de tafelschuimers, zulken, die niets te
verliezen en niets te winnen hadden
door tegen de publieke meening in
te gaan en knuppels tegen Beau Brc*
cade te grijpen, terwille van de be*
looning door squire West en Sir
Humphrey Challoner hen kwistig toe
gezegd.
De woede van laatstgenoemde was
zelfs op dit late uur nog niet be
koeld, nu alle maatregelen voor de
J acht getroffen waren en hij te paard
en in gezelschap van Mittachip op
weg was naar de hut van den schaap
herder.
Na een half uur zwijgend te zijn
voortgereden, kwamen zij aan den
voet van den heuvel, waarover de
weg naar Wirksworth heen loopt, en
toen zij de steile helling beklommen,
werd hun oor getroffen door het
welkome en vreedzame geluid van
blatende schapen.
Uw vriend, de schaapherder
schijnt op zijn post te zijn, sprak Sir
Humphrey met een zucht van vol
doening.
Ze waren nu dicht bij de plek waar
de koets van Lady Patience den
vorigen nacht had stilgestaan, en een
oogenblik later was de herdershut met
de schaapskooi er achter, vaag in de
duisternis te onderscheiden.
Sir Humphrey gaf bevel om af te
stijgen. Mutacnip, die meer dood
dan levend was, had moeite om te
gehoorzamen, Zij bonden hunne
paarden aan een struik, en slopen
toen voorzichtig naar de hut.
Het kwam hun goed gelegen, dat
de nacht zeer duister was. De maan
stoad niet hoog aan den hemel en
werd half bedekt door vlokkige wolkjes,
waardoor de heide in een geheimtinnig
halflicht van grijsblauw gehuld werd.