Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen. BEAU BROCADE No. 93. me VRIJDAG 1 MAART 1935 50e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Het Vlaamsche Volk. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENTlEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Dit is niet de titel, die was gegeven aan de lezing, welke wij het genoegen hadden Woens dagavond in de vergaderzaal van „het Centrum" bij den heer H. Dieleman alhier, bij te wonen. De heer A. Hans, journalist te Kontich, die voor de Oudheid kundige Kring „De vier Am bachten" optrad, had zijn causerie aangekondigd als een wandeling „Langs het voormalig Zwin van Damme over Sluis naar Cadzand". Maar als men die wandeling met dhr. Hans meemaakt en bezich tigt, wat hij u daar in zijn be schrijving met het geestesoog te aanschouwen geeft, brengt u dat zoodanig in aanraking met de bevolking van Vlaanderen, dat men eigenlijk een typeering krijgt van het karakter, de wilskracht, de energie en te midden daarvan de berustende gelatenheid van dat volk om zijn vredelievendheid, misschien ook door de weinige intellectueele ontwikkeling, die dat Volk gedurende eeuwen genoot. Want bij het economisch verval «n den toenemenden in vloed van de Franschen op de Belgische arristocratie kwam ook het verval der taal en wie Vlaamsch sprak en schreef en las, hij was niet van standing. En zoo is er scherpe scheiding gekomen en zijn het slechts en kelingen geweest van de weinige letterkundigen, die de Vlaamsche taal hebben durven handhaven, terwijl daarnaast ook het Vlaam sche volk zijn taal, de taal van Gezelle, bleei spreken. Maar in welken vorm en in welke ge- dachtensfeer Die taal werd slechts onderwezen op erg pri mitieve scholen aan kinderen van 6 tot 10, soms elf jaar en wie verder leeren wilde, was aangewezen op het Fransch. Is het dan wonder, dat de Vlaming, die zijn land lief heeft, jaloersch is op Nederland met zijn scholen, waar aan kinderen en grooteren de rijke geschiedenis wordt geleerd van het vaderland, DE VERMETELE. (Engelsche vertaling.) 41) In de „Koning George' zaten op dit oogenblik Mittachip, na zqn onder houd met den bode, en Sir Humphrey Challoner in druk gesprek. Bulien de herberg gekomen, vroeg Bathurst aan John Sticb, die hem ge volgd was: Hoe staat het met Jack o'Lantern. Zoo frisch als een hoen, kapitein, antwoordde de smid. Ik heb hem zelf goed afgewreven, en hij heeft enn fl nk maal gehad, Oat is best. is mqn zadel ook hier? Zeker. Ik wist wel, dat ge het spoedig genoeg sou noodig hebben Jack, het goede beest heeft het ge dragen tegelijk met Lady Patience en juffrouw Betty. Zorg er dan voor, dat hij da delijk gezadeld wordt, vriend, en breng hem zoo spoedig mogelijk naar het raadhuis. Houd hem voor mij klaar, zoodat ik er in een seconde op zit, begrepen Ja kapitein, ik begrijp dat ge uw hoofd in dien donderschen strop wilt gaan brengen, Stil, stil, vriend. Denk eraan..., Neen, ik sai niet vergeten om Wier wille gij het doet. Maar met slechts één arm tot uw dienst, hebt ge «en slechte kans, kapitein. dat ook hun geschiedenis is, waar de sagen en folklore wor den voortgeplant, die ook Vlaan deren heeft, maar waar dat alles wordt genegeerd en het geheele onderwijs op Franschen leest is geschoeid En is het dan won der, vraagt spr. voorts, dat ons Vlamingen ontroering door het hart ging, toen het besluit viel, dat de Hoogeschool te Gent officieel vervlaamscht werd En dat wij zegt spr. met dankbaarheid vervuld waren en hulde brachten aan de Zeeuwsch-Vlamingen, toen deze enkele jaren geleden een monument oprichtten voor den grooten Van Dale, is evenmin te verwonderen als men weet, dat Van Dale in zijn onschatbaar woordenboek de redder was van onze Vlaamsche taal. Te Sluis gevestigd a!s onderwijzer, stelde hij dat boek samen, onderzoekend en beschrijvend de beteekenis van de Nederlandsche woorden, maar ook van het Vlaamsche dialect, zoodat veel, wat in zoovele woorden gelegen is, bewaaid bleef en vereeuwigd werd. Het is geen annexatiezucht, zegt spr., als wij Vlamingen ons gaarne zien vereenigd met de Zeeuwsch-Vlamingen, maar het is het gemeenschapsgevoel, dat tot ons spreekt in taal en ge schiedenis, in zeden en gewoon ten, een saamhoorigheid, die door geen grenzen, geen lijnen op de kaart, is te scheiden, maar blijft vereenigd. Luisteraars van Axel van dien avond. We moeten hier een per soonlijke vraag richten tot U Is het u gegaan als ons, dat we bij die woorden over Van Dale, over de hooge waardeering van den spr. voor ons onderwijs en onze taalbeoefening, een beetje verlegen werden Want hoe weinigen uit onze streek steun den de stichting van het monu ment van Van Dale 1 Hoe wei nigen uit ons oude stadje Axel toonden Woensdag weer belang stelling voor onze mooie ge- Neen vriend, antwoordde Bat hurst lachend, een man kan met één arm nog verscheiden dingen deen, hj kan er zijn liefste mee omhelzen of er zijn vijand mee dood schieten. Het stille dorpje Brassington lag zwijgend en veriaten in de warme middagzon, toen Bathurst na J >hn Stich te hebben veriaten, zich door de nauwe straten spoedde. Toen hij sr.el door de buitengang van „Hst Lastpaard" ging, kreeg hij een paar roodrokken in het oog. die in de donkere gelagkamer der herberg zaten en toen bij nu op de plaats kwam, zag hij een troepje van hen ia de „Koning George" aan den overkant. Maar de waardige soldaten van koning George genoten op dit uur hun middagrust met de gebrui kelijke glazen ale, en hadden het te druk met aan de schaapherders van Brassington hun avontuur met den geheimzinnigen vreemdeling bij de smidse te vertellen, dan dat zij zouden gelet hebben op een zich vooitspoe- denden man in de straat. En zoo ging Bathurst snel en or." gemerkt voorbij. Een paar boeren kinkels die hij - tegen kwam, keken hem snel even aan, Slechts de vrouwen keken om, als hq verder ging, om nog iets te zien van den knappen vreemdeling, die zgn arm in een doek droeg. Buiten het raadhuis kwam hij van aangezicht tot aangezicht te staan met des bode Inch, wiens pralende houding op dit oogenblik ernstig geschokt scheen te zqn. Hè, mijnheer, hé, riep hq, zqn hoofd op den Vetten hals ronddraaiend on Mittachip, die heimelijk verdwenen schiedenis, onze mooi streek Hoeveel onderwijzers zagen we, hoeveel ambtenaren, die o.i. om hun taal, hun historie en hun vak daar zooveel leerzaams kun nen genieten, kortom hoe weinig Axelaren waren er, terwijl der gelijke lezingen toch zooveel liefde kweeken voor volk en va derland. Of is daar alleen voor noodig een lezing voor landstorm en burgerwachten, waar men de gemoederen ophitst om zich schrap te zetten tot strijd Kom, laten we in deze lijden vooral gemeenschapszin kweeken door het volgen van intellectueele lezingen, die toch meer dan militarisme en politiek den vrede bewaren. Het is ons juist daarom zoo sympathiek, dat „De Vier Am bachten" jaarlijks enkele lezingen op historisch-wetenschappelijk en folklorisch gebied geeft (dezen keer zelfs gratis voor ieder be langstellende), met het doel, zoo als de voorzitter het zoo juist zeide, om meer kennis van de geschiedenis van volk en taal van onze eigen landstreek op populaire wijze bekend te maken en te verspreiden. De spreker komt dan tot zijn wandeling langs het voormalige Zwin een greep, die men wille keurig neemt uit de Vlaamsche landouwen, 't Zwin, dat zich van Brugge tot de Scheide-oevers uitstrekte, maar nu slechts van Cadzand tot Knocke, had eens Brugge tot havenstad en daaraan terugdenkend opent zich een his torie van schitterende weelde, ge tuige de hooge kolossaal ge bouwde torens, die als verlichte bakens aan de groote koopvaardij schepen den weg wezen, om het rijke Brugge binnen te zeilen. Spr. staat achtereenvolgens stil bij Kortrijk, Brugge, Damme of Hondsdamme, Sluis en Cad zand, alle plaatsen, die eertijds steden waren van groote bekend heid. Brugge is dat nog om zijn historische gebouwen, schil derijen en andere kunstschatten, was, te zoeken, de zitting is ge ëindigd, mqnheer West zal u het onderhoud dat ge wenscht toestaan. Heere beware me, voegde hq er bq in edele en groote verontwaardiging, ik geloof, dat de goddelooze, onbeschaamde vent mq voor den gek heeft willen houden mq een valsche boodschap heeft laten doen mqJeretnia Inch, bode dezer gemeente. Bathurst wachtte even tot de ergste woede wat bekoeld was nam een zilverstuk uit zqn zak, en drong langs den waardigen man heen het raachuis binnen. Het onderhoud waarover gq spreekt vriend, sei hq rustig. zal even zoo goed kunnen dienen voor den koerier van Lady Siretton. De heer inch was uit zqn evenwicht gebracht, de verdwqning van Mitta chip en de brutaliteit van dezen vreemdeling deed zqn adem stokken. Vóór hq zich hersteld had drukte Bathurst hem een zilveren kroon in zqn breede handpalm. Zeg nu aan den heer West, vriend, zei hq op dien aardigen toon van gezag, die hem zoo goed afging, dat ik hier ben op last van Lady Patience Gascoyne, om met hem te spreken. Inch was zoo verbaasd dat hq met woord noch daad kon protes teeren, of zqn beleedigde waardigheid kon verdedigen, Hq keek weifetend een paar seconden naar de kroon, ver' geleek hem in gedachte met de twij felachtige halve kroon hem beloofd door den valschen zaakgelastigde, en zei toen plechtstatig t Ik zal zelf gaan en den naam der Lady aas Zijn Edelheid bekend die bewaard zijn gebleven en door het toerisme weer in toenemende belangstelling deelen. Maar eco nomisch ziet spr. geen herleving van Brugge, als handelsstad. In tal van staalljes en verleveringen wordt ons nu w.er getoond de vroegere adeldom van Brugge, waar Johanna van Navarre eens zeide. ik dacht dat ik hier alleen was als koningin en ik zie er wel 400En zoo noemt een dichter Brugge in zijn tegenwoor- digen vorm van oudheid de ko ningsmantel om de schouders van een bedelaar. Damme (de geboorteplaats van Uilenspiegel) is eveneens een oud stadje en heeft nog tal van eigen aardige volksgebruiken. Men vindt er ook een gesneden beeldje in de balken van een herberg van „Jantje Kaas", den scheldnaam der Belgen van Koning Willem I. Eens werden hier de wetten voor de Europeesche zeevaart vastge legd en nog is het gebouw er zichtbaar, waar Keizer Karei de Stoute huwde. Er zijn echter in de laatste 50 jaren tal van oud heidkundige voorwerpen verloren gegaan door den handel, die daarin door toeristen werd ge dreven. We kunnen hier onmogelijk den wandelaar op den voet volgen en beperken ons door mede te deelen, dat het vroegere Oostkerke.Munnikenrede, Hoecke Middelburg (het vluchtoord der Dinanteezen of koperboetters) Sluis en Cadzand eveneens wer den gememoreerd. Spr. wees er o.a. op, hoe de kantklossers er voor schamel loon den gan- schen dag zaten voor hun spel denkussens, terwijl de kant door opkoopers duur werd verkocht, en besprak nog tal van anecdotes en overleveringen uit vroeger jaren, waarbij hij toonde door en door het Vlaamsche volk en het Vlaamsche land te kennen- Ook de wafels van Sisca te Knocke werden niet vergeten. Na de pauze werden eenige lantaarnplaatjes vertoond van foto's uit Vlaanderen, ter beves tiging van het gesprokene als maken. Het volgend oogenblik bevond Jack Bathurst zich alleen in eea kleine kamer van het raadhuis, waar hq met onderdrukte spanning het onderhoud met den heer West tegemoet zag, dat hq in een oogenblik van alles dur- vender, dollemans overmoed, nochtans met volkomen koelbloedigheid en flinke beslistheid in zqn gedachten had voorbereid. Squire West was een man van leef- tijd, met militaire houding en aange name trekken, die onder zqn staart pruik uitkwamen. In zqn jeugd was hq bepaald knap geweest en de lie veling der dames op de bals die in het graafschap gegeven werden. Hier aan was het te danken, dat hq die beschaafde manieren bezat, die meh anders niet vaak vond onder de edel lieden ten plattelande in dien tqd. Hq trad met vriendelqken groet den koerier van Lady Patience Gas coyne tegemoet. Waaraan heeft Brassington de eer te danken een boodschap van Lady Patience Gascoyne te ki|gen? vroeg hq. terwqi hq Bathurst een stoel aanwees en zelf achter zqn schrqftafel ging zitten, Haar Edelheid is zelf in het dorp, antwoordde Jack, maar be geert dal haar hierzqn een poosje onbekend blijft. Zoo, inderdaad, sei de Squire, een weinig in verwarring door deze onverwachte gebeurtenis. maar maar et is hier geen geschikt loge ment voor de Lady,en en zoo de Lady mq de eer zon willen aandoen en mqn gering huis dat noodig mocht zijn, wat we betwijfelen, want uit de gemoe delijkheid en de weergave van het dialect sprak zooveel vertrouwe lijkheid en werkelijkheidszin, dat men als het ware daardoor reeds de beelden voor oogen kreeg. Maar er waren ook prentjes bij, die spr. aanleiding gaven tot andere, dan historische uiting. Beelden, waarbij spr. wees op den nood der Vlamingen, die geleden werd in de eerste jaren na het sluiten van den vrede. Spr. herinnerde zich hoe hij vlak achter het front de verwoeste landen had doorkruist en den vluchtelingen, die in Nederland, Frankrijk en Engeland vier jaren hadden geleefd, zonder gebrek en ontbering, stellig ontraadde om voorloopig terug te keeren, omdat er niets, letterlijk geen gebouw in hun woonplaats meer heel was en ze er dus niets konden beginnen. Maar zij hadden geen rustze moesten terug en zagen geen steen meer van hun hoeve. In donkere teekening wees spr. op dien toestand. Terwijl men in Brussel plannen overwoog om volgens een bepaald systeem dat verwoeste Vlaanderenland te herstellen en te bebouwen en in conferentie's teekeningen maakte en Regeeringsbesluiten nam, die jaren arbeid vergden, was daar de Vlaming reeds ge komen en verzamelde hij hout uit de loopgraven om een noodwo ning te bouwen, haalde het prik keldraad en stukken metaal van oorlogstuig uit zijn grond en effende hij de kuilen, die door bommen waren geslagen. En hij begon te zaaien en te oogsten, zoodat, toen er eenig herstel was, een Fransch Regeeringsvertegen- woordiger, dat ziende, het Bel gisch ministerie (bij een diner natuurlijk) prees voor zijn voort varendheid. Neen, zei spr., dat kón ik niet slikken en ik stond op en bracht hulde aan de wils kracht van het Vlaamsche Volk, dat steeds zijn eigen heeft weten te helpen en dat nog doet. Spr. Ik dank u, mqnheer, maar haar Edelheid blijft hier maar voor onge veer een uur en heeft mq tot u ge zonden met een gewichtige bood schap, die geen uitstel kan ïqden. Ik ben geheel tot haar Edelheid's dienst. Lady Patience was op weg naar Stretton Hall, haar koets werd niet ver van hier, op de helde aangehou den en zq werd beroofd van haar juweelen, haar geld en zekere kostbare papieren. Squire West kuchte, stamelde wat en roerde zich onrustig in zqn stoel. Het meegedeelde scheen hem vreemd genoeg, meer te verontrusten dan te verbazen. Och och, mompelde hq zenuw achtig. Haar Edelheid heeft formeel hare aanklacht opgeschreven, zeide Jack, hem het geschrift voorleggend. Zq heeft hare koets nnar Wirksworth gesonden en meende dat door middel van uw hulp het hier in Brassington gelukken zou, den schelm te pakken. Ja, ja, mompelde de waardige squire nog aitqd wat weifelend en met een uitdrukking van verslagenheid op zqn joviaal gelaat. Ja, wq hebben een troepje soldaten, een stok of twaalf op zqn meest, juist nu hier ingekwartierd, maar Wat maar, Edelachtbare? Maar om vrq uit te spreken» mijnheer, vrees ik, dat het niet zal helpen. (Wordt vervolgd). BLADVULLING, Geduld, gezond verstand i{jd maken het onmogelijke mogelijk* i i i AXELSCHE COURANT.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1935 | | pagina 1