Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwscli- Vlaanderen. No. 54. VRIJDAG 12 OCTOBER 1934. 50e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Tegen afslachting van Vee van Regeeringswege. Buitenland. Koningsmoord. aAia Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Men schrijft ons van deskun dige zijde Voor het welvaartspeil van de bevolking heeft men als een ze kere graadmeter steeds kunnen nemen het gebruik van vleesch. Toen het den werkman beter ging en de huisvrouwen in het arbei dersgezin voor levensonderhoud een paar gulden per week meer konden besteden, werd het be kende Engelsche potvet uit de pot gebannen, het Amerikaansche spek eveneens en de producten van eigen veeteelt spek en vet, varkens- en rundvleesch, kwamen er voor in de plaats. Dit was een verheugend ver schijnsel. De betere voeding kwam de volkskracht ten goede, ook in den strijd tegen de t.b.c. Producten van eigen bodem wer den steeds meer benut, wat de vleeschproductie steunde, van groot belang ook voor de vee houderij. Want 'n groote melkveestapel is onbestaanbaar, wanneer er niet is een plaats voor de als tok en melkdier ongeschikte runderen. Er moet een ruim debiet zijn van slachtvee. Het is practisch dan ook zoo, dat de veehouderij voor niet minder dan V» zijn inkomsten moet vinden en ook vond uit de vleeschproductie. En rekent men de varkenshouderij erbij, welke louter is ingesteld op de vleesch- en vet-productie, dan zal dit cijfer nog belangrijk stijgen. De belangrijke vleeschproductie van ons land werd vóór de crisis ten deele geplaatst in den vreemde. Ons land heeft gehad zijn bloei ende exportslachtbedrijven tot aan het oogenblik dat Engeland onder het motief van mond- en klauw- zeergevaar in Mei 1926 de invoer van versch vleesch uit ons land verbood. Er restte ons niets van den eens zoo belangrijken vleesch- uitvoer naar Engeland dan de baconexport, welke van weinig beteekenis was, maar toen werd uitgebreid en door een 25-tal in richtingen ter hand werd genomen. Behoorlijk winstgevend is deze export nooit geweest. Bij den versch-vleesch uitvoer lag ons land in de bevoorrechte positie, dat het varkens-, kalfs- en scha- penvleesch hier den eenen dag geslacht, den volgenden morgen vroeg versch op de vleeschmarkt te Londen verscheen. Geen ander land was daartoe in staat. Onze daarna meer opgekomen, maar nooit floreerende bacon export heeft de plaats van de versch-vleeschuitvoer echter nooit kunnen innemen. Meer dan ooit is de afzet van de vleeschproductie aangewezen op de binnenlandsche markt, en die markt was van beteekenis hoewel het cijfer van het gemid delde vleeschverbruik hier te lande nog verre is beneden dat van de ons omringende landen. De groote fout bij de uitvoering der landbouwcrisismaatregelen is, dat het belang van de binnen landsche vleeschmarkt niet ge noegzaam in acht is genomen. Voor de uitvoering der Crisis- varkenswet werd een heffing van 9 en 10 cent, later van 6 cent per K.G. gelegd op het varkens- vleesch en spek voor het binnen land om een geforceerden export naar het buitenland te kunnen financieren, teneinde het teveel «an varkens op te ruimen. De teeltbeperking heeft na twee jaar varkenscrisiswet nog niet het beoogde doel bereikt. Maar de heffing op het varkensvleesch heeft intusschen het binnenland sche product met ongeveer 25 millioen gulden belast en intus schen is het binnenlandsch ge bruik hetwelk direct na de in voering der heffing daalde, terug- geloopen met 30 pCt-, hetgeen ongeveer een 11.000 varkens per week uitmaakt. De noodzakelijke inkrimping van den rundveestapel nood zakelijk wijl er voor de zuivel producten op de buitenlandsche markt niet genoegzaam plaats was, ondanks de toeslag van f 1 per K.G. boter bij export, welke gulden op het binnenlandsch bo- terverbruik is verhaald de in krimping kon en moest o.i. wor den mogelijk gemaakt door een bevordering van het vleeschver bruik. Het tegendeel is geschied. De Regeering heeft 115 000 koeien laten afslachten en laten inblikken, ten koste van het binnenlandsch vleeschverbruik. Het vleesch was reeds belast met 10 pCt. accijns, daar kwam nog 20 pCt. extra heffing bij, zoodat de waarde van het levende slachtdier met 30 pCt. werd belast, wat op den netto vleeschprijs nog meer is. De situatie werd na de invoe ring der crisis-heffing op rund vleesch en de omzetbelasting dar. ook zoo, dat van de drie vette koeien, die de slager slacht er één is voor den fiscus. De af slachting van de 115.000 koeien heeft rond 13 millioen aan inkoop gekost en dit bedrag is nagenoeg geheel verloren gegaan aan de onkosten en de verwerking tot crisisvleesch in blik. Maar dit verlies is nog niet het ergste. Het resultaat der afslach ting is geweest, dat de melkpro ductie niet is verminderd, want de beste melkkoeien bleven in het leven en de boeren hebben het melkgevend vee meer aange houden en niet gemest. Het resultaat was verder, dat het slachtvee, door de aankoopen van de Regeering in prijs steeg en dat dit voorjaar het vee voor de vetweide f30 A f40 per stuk duurder ingekocht moest worden. En hoewel er eenige stijging is in de slachtveeprijzen, ongeveer 5 cent per K.G. bij vorig jaar, hebben de weiders dien f 30 f40 hoogeren inkoop niet terug kunnen winnen. De vetweiderij gaf verlies. Hoe zeer het slagersbedrijf on der deze derving van debiet en hoogere inkoopprijzen, zonder voldoende compensatie in de ver koopprijzen heeft geleden is te begrijpen. Deze tak van midden- standsbedrijf is in een noodtoe stand geraakt. In dit stadium, waar alles moest worden aange wend om het verbruik van vleesch te herstellen en dit veeteeltproduct zoo weinig mogelijk belast onder de koopkracht van de massa te brengen, wordt er zoowaar weer van landbouwzijde een sterke aandrang uitgeoefend op de Re geering om weer tot afslachting over te gaan, nu van 150.000 kalfdragende pinken en vaarzen, opdat de melkproductie zou wor den ingekrompen. Dit plan heeft bij betrokken instanties te Den Haag ook wel steun, want de pers vernam te bevoegder plaatse in Den Haag, dat waarschijnlijk wel tot afslach ting zal worden overgegaan. De Minister van Economische Zaken heeft echter nog niet beslist. We vragen, zal Z.Exc. de ver antwoordelijkheid aandurven om aan den drang van landbouwzijde gehoor te geven? Heeft de uit voering der Varkenscrisiswet en de afslachting van de 115 000 runderen niet veel geleerd Er is nog een voorraad van meer dan 10 millioen onverkochte blikken crisisvleesch, welke mis schien in 8 a 12 maanden is te plaatsen. Bij de werkloozen is geen behoefte aan meerdere voor ziening op dat gebied. Maar het oneconomische van een nieuwe afslachting zou zijn, dat het nor male vleeschverbruik, nu het ver lies der vorige afslachting uit de heffing einde van dit jaar zal zijn ingehaald, blijvend zal worden belast, want er zal weer 10 a 12 millioen moeten worden opge bracht voor aankoop van het vee, hetwelk als grondstof voor het vleesch in blik niets opbrengt. En dan te lezen in het verslag van de rede van den secretaris van den Aartsd. Boeren-en Tuin- dersbond, den heer Ruyter, op de vergadering te Arnhem dat hij afslachting veronderstelt en dat door de toewijzing van kalveren de toename van den rundveestapel door beperkten aanfok tot staan kan worden gebracht, maar dat niettemin er geen verminderde melkproductie zal komen in de eerste jaren. Eerst in 1942 zou men volgens den heer Ruyter bij beperkten aanfok komen tot een omvang van den veestapel als in 1930 bestond, wat het doel is. Moet niet eerder plaats voor het surplus aan melk gezocht worden in het brood en meer boterverbruik Het algemeen belang is er mee gediend, dat het vleeschverbruik dat in 1934 zal zijn naar schatting 128.400 ton, weer wordt opge voerd tot 188 449 ton zooals in 1933 of tot 152 000 ton zooals het in 1930 was. En om dit te bereiken is ge boden, geen verdere afslachting, maar normale opruiming via de slachtveemarkt. In den vooravond van Dins dag jl. bracht een ontzettend bericht van uit Frankrijk door gezonden, de geheele wereld weer in spanning. Weer een koningsmoord. Weer een koning uit den Balkan. „Zou het weer oorlog worden Dit waren de woorden, die ieder met angst vervullen, die angst voor oorlog heeft. Maar laten we er niet op vooruit loo- pen en in Godsvertrouwen af wachten en bidden, dat het zoo ver niet en nooit meer komen zal. Later werden de gemoederen eenigszins gerustgesteld, toen men vernam, dat de moordenaar een landgenoot des Konings was en vermoed kon worden, dat de moord het gevolg was van on tevredenheid over binnenlandsche toestanden. Teneinde politieke besprekingen te houden in Frankrijk, was ko ning Alexander van Zuid-Slavië (vroeger Servië, Kroatië en Slowakijë) met gevolg per oorlogs schip door de Middellandsehe Zee naar Marseille gevaren. Verwel komd namens de Fransehe Regee ring door den Minister van Bui tenlandsche Zaken, Barthou, nam Z.M. plaats in een open auto, en reed, gevolgd door een lange stoet en begroet door een jui chende menigte, naar het stad huis. Terwijl Koning Alexander niet naliet naar alle zijden den mili tairen groet te brengen en dan kend boog voor de hem ge brachte royale, spontane hulde, werden plots schoten gehoord. Nog duurde het gejubel voort, in de verte wuifde men met zakdoeken en maakte de menigte daar zich gereed op haar beurt den hoogen gast te begroeten, toen plots het gejubel verstom deEen man, een vreemde ling nog wel, die blijkbaar zich in de eerste rijen der toeschou wers had opgesteld, was er in geslaagd het cordon te verbreken, om vervolgens naar den Konink lijken auto te snellen, waar hij, evenals in 1914 te Serajewo geschiedde op de treeplank sprong. De chauffeur greep met één hand naar 's mans kraag, teneinde hem van den auto te verwijderen, denkende met een dwaas te doen te hebben. Maar de man begon plotseling te schieten. Naderhand is gebleken dat hij gewapend was met een laatst model klein mitrailleur revolver. Binnen enkele seconden werden daarmede een twintigtal schoten gelost. Een geweldige, schier onbe schrijfelijke paniek ontstond. Ooggetuigen beweren, dat een Fransch officier den moordenaar met zijn sabel van den auto op den grond sloeg. Plotseling ontstond er een geweldige chaos. Politie en militairen verlieten hun posten, snelden naar den Koninklijken auto, waar Z. M., de gast van Frankrijk, lag te zieltogen. En met hem de medeinzittenden, de gastheeren. Het publiek had nu vrij spel. Het wierp zich in massa op den dader, die werd doodgeslagen en later, afschuwelijk, onherken baar verminkt, werd teruggevon den. Spoedig bleek, dat de aanslag pleger, de 34-jarige Kroaat, Pe trus Kaleman, helaas zeer raak geschoten had. De twee eerste schoten, door hem gelost, troffen den Koning; de eerste drong bij den lever het lichaam in en het tweede veroorzaakte een inwen dige verbloeding in de linker borst. Hevig bloedend zonk de Koning ineen, terwijl tegelijker tijd Minister Barthou was opge sprongen. Maar ook hij, de gastheer van het moment, zou na zijn hoogen gast slachtoffer worden van den moordenaar, die niets en niemand ontzag om aan z'n drift te voldoen. De overige schoten troffen te vens den Franschen generaal George, voor den duur van Ko ning Alexanders verblijf in Erank- rijk aan Z. M. toegevoegd, als mede den ook in den auto zit- tenden admiraal Berthelotterwijl eveneens de naast den chauffeur zittende ordonnans-officier van den Koning werd getroffen. Deze officier schijnt zich op den moor denaar geworpen te hebben, wiens laatste schot ook hem heeft moeten treffen. Zieltogend lagen vijf menschen bewusteloos in den auto, wien eenige minuten tevoren het ge jubel had gegolden. De Koning bloedde uit mond en borst tn verloor spoedig het bewustzijn, terwijl ook Minister Barthou er zeer ernstig aan toe was. De chauffeur reed na het ge beurde in volle vaart door de menigte, naar de prefectuur, al waar Z.M. naar een divan ge dragen werd. Medische hulp was spoedig aanwezig. Men- schelijke hulp baatte echter niet meer. Een kwartier na het ple gen van den aanslag om 4 15 was Frankrijk's eere-gast reeds overleden. Het stoffelijk overschot van den Koning werd in de prefec tuur opgebaard, en met de vlag gen der beide landen bedekt. 's Konings gelaat was na zijn dood als van een slapende. Vier officieren betrokken de doodenwacht, terwijl aanstonds bloemen werden aangedragen. In een hoek van een vertrek zat een man met witte haren te snikken. Deze was sinds 'sKoning prilste jeugd zijn ka merdienaar. Ook Barthou overleden Minister Barthou, wiens toe stand aanvankelijk niet levens gevaarlijk werd geacht, werd per ziekenauto naar een nabij- zijnd ziekenhuis vervoerd, alwaar geconstateerd werd, dat zijn linkeronderdarm door een kogel versplinterd was, zoodat een am putatie noodzakelijk werd geacht. Tijdens de operatie ontstond een bloeding, welke bloedtrans fusie dringend noodzakelijk maak te. Hiertoe werd oogenblikkelijk overgegaan, doch de toestand van den Minister werd zwakker en zwakker tot eindelijk zijn hart ophield te werken. Barthou was overleden. Later is ook gebleken dat Barthou door een kogel in den buik was getroffen. Gemeld is, dat Barthou aan stonds na den aanslag het be wustzijn verloor en niet meer bij kennis is geweest. Overste Fiollet, die naast den auto van Koning Alexander te paard reed, vertelde het volgende over den aanslag De auto, waarin de Koning, Minister Barthou en Generaal George zich bevonden, was juist ter hoogte van het Beursplein aangekomen, toen ik zag, dat een man uit de menigte te voorschijn schoot, langs de agenten van politie rende en voorbij mijn paard op de treeplank van den koninklijken auto sprong. Ik gaf mijn paard de sporen, en hoewel het paard een sprong voorwaarts deed, kon ik niet verhinderen, dat de dader zijn arm uitstrekte en verscheidene schoten op den Koning loste. Met twee slagen sloeg ik hem neer, terwijl de chauffeur van den Koning twee schoten loste. De moordenaar ging voort met schieten, ofschoon hij op den grond lag. Zijn schoten raakten twee politieagenten en een vrouw, die in de nabijheid stonden. Politie en gardes mo bile vlogen op den moordenaar en trachtten de menigte weg te dringen. Alexander I was een vorst, die voor de belangen van zijn land en volk op de bres stond onder alle omstandigheden. Het is een wel diep tragisch einde, dat den Koning van Zuid- Slavië, beschoren is geworden. Hij had zich ingescheept om een bezoek aan den President der Fransche Republiek te brengenj AXELSCHE COURANT

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1934 | | pagina 1