Nieuws- en Advertentieblad
voor Z e e u w s c h - V1 a a n d e r e n,
BEAU BROCADE
No. 52.
VRIJDAG 5 OCTOBER 1934
50a Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Herfstgedachten.
FEUILLETON.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTiËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
De dagen korten, de nachten
lengen, 't word frisscher, koeler
in de lucht't wordt herfst. Nog
staan de boomen in vollen tooi,
nog vlekt de heide als een paarse
zee overgoten door stralend zon
licht. Maar er is een fijne geur,
een prikkeling in de atmosfeer
van overrijpe planten en blaren
er is een fijne nevel, die 's mor
gens laat over de velden hangt
en alles in een zacht contour zet.
En als later op den dag de ne
vel is weggetrokken en alles
daar staat in scherpe klaarte, als
de hemel zoo diepblauw gespan
nen staat en de zon de illusie
van stralenden zomerdag tracht
te doen voortduren, dan komen
aan den einder de groote wol
kentorens opzetten, rondkoppige
witte wollige wolkenmassa's en
donkere, laag neerhangende re
gengevaarten. Een forsche wind
jaagt de wolkenschepen snel
voort over de stille vlakte, de
ritselende boomen, waar de
zwiepende takken de eerste
blaren laten vallen. Het is de
herfst die komt.
En zooals de blanke en ook
sombere wolkgevaarten aan den
horizon verschijnen, komen ook
onze gedachten aan den einder
van onzen geest opzetten. De
zomer is voorbij, met al zijn
zoete geneugten van groen en
bloemen en koesterende zonne
warmte aan rimpellooze meren
en zachtjes ruischende zee, van
zondoorstoofde stranden en geu
rige weiden. De herfst stemt
tot nadenken. Onze gedachten
komen en gaan als blanke witte
wolken of sombere regenboden.
De blanke gedachten, dat zijn de
mooie herinneringen aan den
zomer, die nu heen is. De don
kere, dat zijn de trieste vooruit
zichten van wintersche kou, regen,
duisternis.
De herfst met zijn ritselende,
en fluisterend vallende bladeren,
zijn prachtige tir.ten in bosch en
veld, waar alles in 't licht der late
zon wordt tot een symphonie van
warm bruin goud, met zijn chry
santen, die in hun krulbladen
diepgeel, het zomerzonnelicht
gevangen schijnen te hebben,
stemt innig melancolisch. Want
de natuur gaat sterven.
En zij weet het.
Zooals de zwaan zich ster
vensbereid op zijn vleugels ver
heft en dan hoog in de lucht
zijn stervenslied zingt, nog een
maal daar hoog in den hemel, in
de volle glorie staat van smette-
looze vederpracht, zoo tooit na
tuur zich nog eens met het on
zegbare schoone herfstkleed,
voordat de najaarsstormen ko
men en ruw de bladeren afruk
ken en voor zich uitjagen.
Die stille melancholie van de
natuur, waar alles sierven gaat,
deelt zich onwillekeurig aan den
mensch mede, stemt hem stil,
tot nadenken. De zomer neemt
nu afscheid. Maar 't is geen
smartelijk afscheid. Want er
klinkt een toon in door van blij
vertrouwen en goede hoop, die
van het vreugdig weerzien, in
herboren schoonheid en pracht
met nieuwe levenskracht. Dat
maakt het afscheid minder droef.
Op dit scheiden volgt een weer
zien, later, over luttele maanden,
als't weer lente wordt.
Nu komen donkere dagen, als
wekenlang de zon het aangezicht
verbergt achter grijze ondoor
grondelijke wolken. Nu komen
de wilde najaarsstormen, die
woest kunnen beuken op boomen
en huizen en schepen. Nu komt
de tijd dat het is, alsof de duis
ternis het licht overwint. Maar
het is slechts schijn. Want ach
ter de wolken staat hoog aan den
hemel de zon, die ons weer
koesteren zal, zeker, o zeker.
Laat de stormen woeden, laat de
regen kletteren, laat de duisternis
in den waan dat zij heerscht.
Het licht zal toch overwinnen,
als 't voorjaar komt. De natuur
gaat slapen, zich toerusten tot
nieuwen strijd en nieuwe levens
taak, voor nieuwen bloei en
nieuwe schoonheid.
Zeker, nu komen de duistere
dagen, maar in ons hart zal het
licht zijn, als we denken aan de
vreugde en de schoonheid van
den zomer, die heenging. En
als dan na maanden dat licht
verflauwt, als de herinnering ver-
DE VERMETELE.
(Engelsche vertaling).
4)
O ja 1 Hanna Stich, zekerIk
wist niet, dat zij zoo'n mooien knaap
heeft, zei de korporaal toen de jonge'
man zijn slanke gestalte oprichtte en
hem onbevreesd aanzag.
Jongens worden gauw genoeg
greot, nietwaar korporaal? lachte de
brave Stich vreolijk, maar komaan,
daar ge gekomen zijt om Z. M.'s bood-
Bchap voor te lezen, zoo laat ons
hooren wat het is. Ik heb het echter
zeer druk en.
Neen John Stich, het is mijn
plicht, in elke woning van Derbyshire
moet zQ worden bekend gemaakt, dat
Staat hier. Als ge daar straks bij het
kruispunt waart geweest, had ge mij
deze moeite kunnen besparen.
Ik had het druk, merkte John
droogjes op, en de korporaal begon te
lezen
.Daar het ter kennisse van het
Parlement is gekomen dat sommige
onderdanen des Konings, in den
laatsten tijd de vaan des oproers hefc-
hen opgeheven, den pretendent Karei
Eduard Stuart verheffen boven de
wettige aouvereiniteit des Konings,
zoo wordt bfl deze geoordeeld, dat
deze personen schuldig zQn aan hoog
verraad en door de landswetten dien
tengevolge ter dood veroordeeld zijn
Verder wordt bepaald, dat het ieder
trouw onderdaan des Konings verboden
is, om menschen, die lage oproerma
kers en verraders zijn van Koning en
Vaderland, te herbergen of te be
schermen, te kleeden of te voeden, en
dat elk onderdaan van Z. M., die een
zoodanig verrader of rebel doodt een
daad van gerechtigheid en trouw vo
brengt waardoor hij een belooning
van twintig guinjes kan ontvangen."
Nadat de lezing geëind gd was,
heerschte er een pauze. John Stich
leunde op zijn hamer, de jongeman
begon weer het vuur aan ta blazen.
Buiten vielen de droppels van een
Septemberbui op het rieten dak der
smidse.
Wel, zei John eindelijk, toen de
korpoiaal het gewichtige perkament in
zijn ransel had opgeborgen, zult ge
ons nu ook zeggen, wie de personen
zijn, die op last van het parlement
door onze dorpelingen moeten ver
moord worden Hoe zullen wij den
rebel kennen.en hem doodschieten
als we er een zien
Een paar weken geleden stonden
er veertig mannen op de lijst, men
schen van wie men wist, dat zij zich
in Derbyshire schuil hielden, zei de
jonge soldaat, maar....
Nu, wat is er met dat maar
Een paar weken geleden waren er
dus veertig menschen die men mocht
dooden, wat is er van hen
De meesten zijn geval en opge
hangen, antwoordde kalm de soldaat
Jfm. jongen I let op het vuur
beval John zijn .neef uit Nottingham"
vaasjt, dan is daar weer het
nieuwe licht, de nieuwe lente, de
ïerboren natuur.
Kijk, zit er niet een levenslesje
in Als we in ons leven men
schen ontmoeten, die ons kwaad
gezind zijn, die ons verdriet doen,
laten we dan denken aan het
goede, dat toch in hun ziel aan
wezig is, dat alleen maar ver
duisterd is door booze gedachten.
Als we dat goede beeld, van
den werkelijken mensch, eens
vast hielden, als we eens besef
ten, dat dan ten slotte toch het
goede zal zegevieren, als we dan
eindelijk geen ander bewustzijn
wilden erkennen, dan het goede,
kijk, dan zou het kwaad van
zelf verdwijnen. Wij zouden hen,
die ons kwalijk bejegenen, vrien
delijk tegemoet treden, kwaad
met goed vergelden. Dan zou
ten slotte het kwaad moeten
wijken en verdwijnen in het niet,
zooals de duisternis voor het licht
Steunt allen.
Dinsdagavond had een radio
uitzending plaats ten bate van
het Nationaal Crisiscomité, waar
bij het woord werd gevoerd door
Prinses Juliana, minister Slote-
maker de Bruine en jhr. Ruys de
Beerenbrouck.
Minister Slotemaker
zeide in zijn inleiding, dat het
Nat. Crisiscomité (N.C.C.) thans
het 4e jaar ingaat met zijn arbeid
om individueelen nood, als ge
volg van de crisis ontstaan, te
lenigen, hetgeen in tweeërlei op
zicht geschiedde
A. door het verleenen van aan
vullenden en opheffenden steun
aan hen, die in moeilijkheden
verkeeren en in wier nood door
instellingen van weldadigheid of
andere organisaties niet kan wor
den voorzien
B. het verleenen van aanvul
lenden steun, uitsluitend in na-
lura, aan ondersteunde werkloo
zen of bij een werkverschaffing
tewerkgestelden, in wier gezinnen
ernstige achterstand aan kleeding,
dekking en schoeisel bestaat.
want deze keek met starende oogen
en trillende lippen naar den korporaal,
die er geen acht op sloeg, maar on
verschillig voortging: Daar had je
Lord Lovat, je hebt zeker wel eens
van hem gehoord. Stich, hij is een
paar dagen geleden onthoofd juist als
Lord Kilmarnock, zij waren edellieden
ziet ge, en daarom kregen ze een
beul alleen voor hen, in Towner Hill,
dat is Londen, minderen in rang zijn
opgehangen en nu zijn er maar drie
meer zoek, en twintig guinjes voor
ieder, die het hoofd van een van hen
bij den naastbij wonenden magistraat
inlevert.
De smid schraapte zijn keel. Zeg
op. wie zijn het? vroeg hij bruusk.
Sir Andreas Macdonald, en dan
Squire Fairfield, je zult hem wel
herinneren John Stich, aan den weg
naar Siaffordshire
Ja, ja. ik ken hem goed eenoeg.
Zijn moeder was een paapsche en hij
was de zaak der Stuarts toegedaan,
een jongen nog en nu zich te moeten
verbergen om zijn levenswil.nu en
wie is de derde?
De jonge graaf Stretton.
Wat, die van Stretton Hall zei
John Stich met groote verwondering,
Jim, jongen, je bent een onhandige
lummel.
De jonge man was onwillekeurig
opgesprongen bij het hooren van dien
laatsten naam, en de blaasbalg die
hij hanteerde, was kletterend op den
grond gevallen.
Drommels I lachte de brave John»
een parlementsacte kan Van iemand
wel een gepatenteerd moordenaar
Men had dus het oog op aller
lei kringen.
Ik kan dit, zei spr., toejuichen,
want de nood wordt inderdaad
gevoeld door een aantal groe
pen, en het is goed, dat wij dan
als volk aan die allen onze aan
dacht wijden. De B steun zal
worden bestraden uit een subsi
die van f850 000 en een onge
veer gelijk bedrag, dat door de
gemeenten wordt opgebracht.
Naast deze 1.7 mill, is echter
veel noodig voor andere groepen
en het daarvoor benoodigde geld
wordt verwacht van de luiste
raars. Daarbij wijs ik erop,dat
steun hoe langer hoe noodiger
wordt, naarmate de druk der
toestanden langer duurt. En het
lijkt mij een zeer gelukkig ver
schijnsel in ons volksleven, dat
voor het Nationaal Crisiscomité
een samenwerking gaande is van
onderscheidene richtingen, groe
pen, standen en klassen, dat wij
telkens beter gaan beseffen hoe
zeer wij tezamen moeten optreden.
Er zijn groenten gedistribueerd,
die anders wellicht niet tot voed
sel zouden hebben gestrekt. Niet
alleen het Crisiscomité heeft hier
werk gedaan, ook anderen hebben
geholpenmaar de zaak heeft
dan toch haar weldadig verloop
gehad. Ik kan er bij voegen,
dat mijn ambtgenoot van oeco-
nomische zaken en ik in overleg
zijn omtrent een zekere uitbrei
ding van deze maatregelen. In
dien dat overleg tot een gunstig
resultaat leidt, zal ook hiei het
Crisis Comité zeker wel ten
deele medewerken en zult gij,
luisteraars, wel in de gelegenheid
zijn om door uwe gaven ook dit
werk weder te doen gelukken.
Ik mag niet eindigen, zonder
met dankbaarheid te vermelden,
dat het Centrale Comité en de
plaatselijke comité's in drie jaar
tijds meer dan 5 en een half
millioen hebben bijeengebracht.
En dit alles moge u dringen om
ook thans weer te helpen, opdat
slage wat slechts met aller me
dewerking slagen kan.
Daarop bracht het Hollandsch
vocaal kwartet, bestaande uit Jo
Vincent, Suze Luger, Louis van
Tulder ed Willem Ravelli, eenige
maken, maar ik mag doodvallen, als
ze op die manier een goeden smid
van je kunnen maken, wat denk jij er
van, korporaal
Duivels! de jongen is misschien
te weekhart g. Onze jongens in Der
byshire hebben niet veel hersens in
hun bollen, is 'f wel
Nu korporaal, je kent immers
het spreekwoord: Derbyshire geboren
en Derbyshire gevoed.. ..hè?
Sterk van arm en zwak van
moed, lachte de soldaa', aldus de
gepaste aanhaling besluitend. Dat is
het juist. Drommels! ze hebben wat
courage noodig, wat is een rebel of
een verrader anders dan ongedierte?
en maken we niet alle onged.erte dood,
dat zal niemand toch moord noemen,
hè? Hij lachte hartelijk, terwql hij
op zijn ransel klopte waarin de pro
clamatie van Z. M. was opgt borgen.
Hij was niets anders dan een jong
soldaat, plichtgeirouw gehoorzaam,
die er geen eigen oordeel op wilde
of mocht nahouden. Hem was ge
leerd, dat rebellen en vertalers tuig
waren welnutuig waren ze en als
zoodanig moesten ze ujt den weg
geruimd terwilie van de rust in het
koninkrijk en de veiligheid van Z. M.
den koning.
John Stich maakte geen aanmerking
op de geloofsbelijdenis van den korpo
raal.
We zuilen daar wel eens eea
anderen keer over praten, korporaal,
zei hij ten laatste, maar nu heb ik
nog veel te doen, zooals j« ziet.
Nu vriend Stich, niet beleedigd
zijn.,..,, het leven bestaat Hit plich-
liederen uit Valerius' Gedenk-
klank ten gehoore.
Jhr. mr. Ruys de Beerenbrouck,
voorzitter van de Tweede Kamer,
zeide o. m. het volgende
Onze tijd kenmerkt zich door
een gelukkig streven naar sociale
voorzieningen, door een ijveren
voor de oplossing van tal van
belangrijke en dringende sociale
vragen.
Evenwijdig met dat sociale
streven loopt de sociale liefde
van mensch tot mensch, die ons
verplicht tot de minder bedeelden
te gaar. en belangstelling te too-
nen in hun levens en gezinsom
standigheden.
Aan den vooravond van het
groote inzamelingswerk van het
Nationaal Crisis Comité en de
plaatselijke crisis-comité's moge
daarom een oproep klinken tot
alle landgenooten, wieromstand-
digheden medewerking hunner
zijds toelaten.
„Draagt elkanders lasten" mo
ge in deze dagen over ons Va
derland gehoord en in toepassing
worden gebracht. Het onderhou
den van het gebod der naasten
liefde is het diepste kenmerk van
het leerling zijn van Christus.
Wankelmoedigen dreigen in
onze zorgelijke dagen wel eens
onder den indruk te komen, dat
zelfs onze onverstoorbare volks
aard de neiging vertoont den
moed te laten zinken, als had
zijn taaie spankracht geleden.
Voor die wankelmoedigen is het
goed er aan te herinneren, dat
in ons land het water nooit hoog
genoeg gestegen is, of het is
gekeerd. Maar het zal slechts
gekeerd worden, indien met in
spanning van alle krachten de
noodige hulp geboden wordt.
Landgenooten! Stelt door uwe
milde bijdragen het Nationaal
Crisis Comité en de plaatselijke
komité's tot het bieden van die
hulp in staat. Gij doet daarmede
een vaderlandlievend werk.
Hierop volgde een concert
van de Christelijke oratorium-
vereeniging te Utrecht.
Rede Prinses Juliana.
Vervolgens nam Prinses Juliana
het woord. Het geleek velen of
ten, nietwaar John Bevelen van Z.
M. I en ik kreeg ze van den kapitein,
die ze van den Hertog van Cumber
land zeif heeft, dus, zult ge aan de
boodschap denken
Ja, ik zal er aan denken,
ledereen weet, dat je een trouw
onderdaan van Koning George bent,
voegde de korpoiaal er op verzoenen
den toon bij, want John was een man
van invloed in het district, en ik
ben overtuigd, dat je neef dat ook is,
maar plicht is plicht, en er is niets
beieedigends mee bedoeld.
In orde, korporaal, zei John on
geduldig.
Goeden morgen dan, John Stich.
Goegen morgen.
De jonge man kreeg een hoofdknik,
daarop draaide de korporaal zich op
zijn hakken om en commandeerde
Geeft achiRechts omkeert!
voorwaarts, marschl
John Such en de jonge man keken
het troepje roodgerokte mannen na,
toen ze om de hut heentrokken, het
doffe geluid hunner voetstappen stierf
spoedig weg, terwijl zij langzaam
voortgingen over de moerassige heide
naar het dorp Aldwark.
DE VLUCHTELING.
Terwijl de laatste doffe geluiden in
de verte wegstierven, was het in de
smederij doodstil, John had z|n werk
niet hervat, het was nu zijn beurt om
treurig voor zich uit te staren,
De jor.ge man had de blaasbalg weg
geworpen, en liep de ruwe leemen
vloer op en neer als een in een kooi
gevangen tOofdler.
(Wordt vervolgd),
AXELSCHE
URANT