AV\ tó I
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscli- Vlaanderen,
feuilleton.
Twee aangebedenen.
No. 45.
DINSDAG li SEPTEMBER 1934
oüe Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
De economische politiek
Nadat de Ned. Middenstands
bond in haar congres haar mis
noegen heeft uitgesproken over
de houding van de regeering
tegenover de middenstanders,
uitte ook de Chr. Werkgevers-
vereeniging te Amsterdam in hare
vergadering critiek op het regee-
ringsbeleid.
Dr. H. van der Valk wees er
op de verantwoordelijkheid, die
men op zich neemt om over de
politiek van de regeering een
oordeel te vellen. In de eerste
plaats is de toestand op het
oogenblik zoo gecompliceerd, dat
alleen degenen, die een nauw
gezette studie van de regeerings-
maatregelen maken, tot een ob
jectief oordeel in staat zijn. Daar
om waarschuwt spreker voor de
z.g. pseudo-economie d.w.z. de
economie van degenen, die voor
alles een oplossing weten, maar
die nog nooit een degelijke studie
over de economie hebben door
gewerkt.
Doch ernstige critiek is de
regeering volgens haar eigen
mededeelingen welgevallig en
deze wil spreker dan ook geven.
Spr. wees er op, dat het aan
deel van Engeland en Zweden
in den wereldhandel na 1931 is
gestegen. Dit komt, omdat zij in
vele gevallen erin geslaagd zijn
de rentabiliteit van het bedrijfs
leven te herstellen.
In Nederland is de toestand
van het bedrijfsleven zeer slecht.
Alleen op een deel van de kapi
taalmarkt schijnt licht. Doch de
hypotheekrente blijft nog hoog
en de regeeringspolitiek (druk op
de huren) werkt hier een verdere
verlaging tegen. Ook de toe
stand van de overheidsfinanciën
is slecht.
Frankrijk is sedert 1929 het
duurste en Nederland het op één
na duurste land van de wereld.
Als resultaat van een economi
sche politiek van de regeering,
die voortdurend op verlaging van
het prijs- en kostenpeil aandringt,
acht spr. dit buitengewoon teleur-
stellend. In ons land houden de
verschillende regeeringsmaatrege-
len de prijzen te hoog.
Hierdoor wordt extra-nadeel
toegebracht aan de uitvoerbedrij-
ven. Daarbij komt, dat de land
bouw ongeveer f 200 millioen
krijgt, de scheepvaart ongeveer
niets en sommige uitvoerbedrijven
in het geheel niets, terwijl zij er
op zijn minst even slecht voor
staan.
Deze politiek is niet alleen
inconsequent, doch tevens nadee-
iig voor onze volkshuishouding.
De regeering heeft bij voort
during de noodzakelijkheid van
verlaging van kosten en prijzen
betoogd, maar aangezien dit in
hoogst onvoldoende mate is ge
schied, is het deflatieproces in
Nederland op het oogenblik vast-
geloopen.
Van verschillende zijden wordt
herhaaldelijk aangedrongen op
verdere loonsverlaging. Hoewel
de noodzakelijkheid hiervan in
vele gevallen erkennende, meent
dr. van der Valk, dat hiermede
de oorzaken van het hooge kos
tenniveau te eenzijdig worden
gezien. De grootste moeilijkhe
den zitten op het oogenblik in
de vaste lasten, hetgeen met ver
schillende voorbeelden wordt
toegelicht.
Indien de regeering het vraag
stuk van de vaste lasten niet tot
een oplossing brengt, zullen
afgezien van een verlaging van
den landbouwsteun, die absoluut
noodzakelijk is loonen en sa
larissen nog aanzienlijk naar be
neden moeten. Er zal dan nog
een zeer hevige loondruk moeten
worden uitgeoefend. Dit achtte
spreker economisch niet juist, en
bovendien sociaal ongerechtvaar
digd.
Indien de regeering echter een
consequente en rechtvaardige j
economische politiek wil volgen,
zijn er slechts twee mogelijkhe
den, die het eve..wicht tusschen
prijzen en kosten kunnen her
stellen. Indien dit evenwicht
hersteld is, is ook het werkloos
heidsvraagstuk voor een groot
deel opgelost.
Het liquidatieproces moet niet
worden geremd door prijspoli
tieke maatregelen, d.w.z. dat er
geen rente en geen pacht mag
worden uitgekeerd, indien deze
economisch niet bestaat. De vaste
lasten moeten verminderen in de
eerste plaats door een verlaging
van de kapitaalrente over de ge-
heele linie, afschrijving van die
kapitalen, welke verloren zijn,
maar door kunstmatige prijsop
drijving en belastingen nog on-
aaugetast blijven en verlaging van
alle verdere vaste lasten. Dit
moet gepaard gaan met verlaging
van den landbouwsteun, verla
ging van werkloozenuitkeeringen,
en verlagingen van loonen en
salarissen, en tenslotte verlaging
van belastingen waarbij het ge
heel in harmonisch verband moet
worden gebracht. Dit verontstelt
natuurlijk tevens een groote be
zuiniging op de Staatsuitgaven.
Dan is een aanzienlijke verlaging
van de kosten varf levensonder
houd te verkrijgen.
De tweede mogelijkheid ziet
spreker in monetaire maatregelen.
Hoewel spr. de economische
politiek van de regeering niet
kan verdedigen, maant hij tot
voorzichtigheid in de beoordee
ling van de crisismaatregelen. De
regeering staat voor een Hercu
lestaak en om deze te voleinden
verdient zij ieders medewerking.
Van vertrouwen gesproken!
Zoo vaak hoort men de leuze
van uit regeeringskringen, dat de
bevolking wat meer vertrouwen
moest schenken aan de Regee
ring, waar deze vooral ook in
betrekking tot den financieelen
toestand, waarin de schatkist
zich bevindt, al het mogelijkt(?)
doet, om toch zoo zuinig moge
lijk te regeeren, teneinde de zware
lasten, die op de bevolking ge
legd worden, niet nog te moeten
verhoogen.
Behalve dat de praktijk, het
doen en laten onzer regeering
dagelijks in strijd is met deze
herhaaldelijk verkondigde verkla
ring, is het zelfs zoodanig ge
steld, dat in sommig opzicht met
geld wordt gesmeten, of dat
zoodanige wettelijke bepalingen
worden gemaakt en Ministeriëele
maatregelen worden voorgeschre
ven, dat men duizelt van de
sommen gelds die er zonder
noodzaak mee gemoeid zijn.
We doelen hier in hoofdzaak
op het onderwijs en in 't bijzon
der op de invoering van de ver
eenvoudigde spelling, waarmede
minister Marchant zijn naam
heeft weten te vereeuwigen. Af
gezien van het feit, dat deze
minister, toen zijn wetsontwerp
gevaar liep te kantelen en hij
daardoor van zijn ministeriëele
stoel zou rollen allerlei wijzi
ging bracht in zijn wetsontwerp,
om zijn mede-ministers gunstig
te stemmen en de minder heftige
tegenstanders onder de Kamer
leden te bekeeren, heeft minister
Marchant bij de behandeling ge
sproken van een geleidelijke en
soepele toepassing op de lagere
scholen, omdat het verzet be
rustte op de hooge kosten, die men
duchtte voor de gemeenten. En
zoo is de Kamer gezwicht en
ging het dit ministeriëele voor
stel, als zoo duizend-voudige
voorstellen, dat het werd aange
nomen doordat vele stemmen
vóór klonken, niet omdat ze vóór
het wetsontwerp waren, maar uit
politiek inzicht, w.o. vaak ook
vriendendiensten behooren.
En zoo is bepaald, dat toepas
sing van de gewijzigde spelling
voor de lagere scholen en on
derwijsinrichtingen niet wettelijk
voorgeschreven zou worden,
waardoor de kostenvrees eenigs-
zius luwde.
Maar nog slechts enkele weken
geleden is de wet aangenomen
en met de noodige haast in het
Staatsblad opgenomen en reeds
zijn circulaires aan gemeentebe
sturen, onderwijs-inrichtingen en
nu ook aan de Inspecteurs van
het Lager Onderwijs gezonden,
waarin gezegd wordt, dat de
minister of de regeering het „op
prijs zou stellen", dat de spelling-
Marchant wordt toegepast. We
behoeven niet uiteen te zetten,
wat dat „op prijs stellen" betee-
kent en ook niet, dat al spoedig
is te verwachten, dat de Inspec
teurs met de burgemeesters en
hoofden van scholen zullen gaan
praten, om die spelling op de
scholen algemeen in te voeren.
Maar we willen er wel even op
wijzen, dat die maatregel ook aan
kleine gemeenten duizenden gul
dens zal kosten, wegens het nu
onbruikbaar worden van alle
boeken ter school, en het aan
schaffen van nieuwe.
We hoorden van bevoegde
zijde ter plaatse daarvoor een
bedrag noemen van ruim v ij f
duizend gulden, alléén voor Axel.
En als bij een dergelijke maat
regel, die de bevolking naar onze
meening onnoodig zware lasten
oplegt, nog verklaard wordt, dat
de regeering een zuinig beheer
voorstaat, dan wordt o.i. het ver
trouwen in den ernst van derge
lijke verklaringen ten zeerste ge
schokt.
St-rker nog: het is tergend.
En o.i. zou een adresbeweging
onder het gansche volk hier meer
op zijn plaats zijn, dan een petitie
tegen een oorlogsschip, dat mis
schien nog niet zooveel kostte.
't Avond of morgen moeten
zulke uitgaven zich wreken. En
dat in tijden, als nu.
Nederlands onzijdigheid.
De te 's Gravenhage gevestigde
Fransche schrijver-journalist Hen
ry Asselin, wiens boek over Ne
derland terecht vermaardheid
heeft verkregen, heeft (naar wij
in de N. R. Crt, lezen) in de
eenige weken geleden in Noord-
Brabant gehouden leger-oefenin-
gen en in de instelling van de
bezuinigings-commissieldenburg,
aanleiding gevonden in het Jour
nal des Débats een beschouwing
te wijden aan het vraagstuk van
de onzijdigheid van Nederland.
Voor Asselin is het aan geen
twijfel onderhevig, dat de over-
groote meerderheid van het Ne-
derlandsche volk heden ten dage,
gelijk voorheen, onzijdig is ge
zind en besloten de onzijdigheid
te verdedigen tegen wien ook,
die deze neutraliteit mocht trach-
(Wordt vervolgd),
AXELSCHEM COURANT
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
(16
Dat was niet de schuld van de
markiezin, maar de menschelijke geest
is somtijds zoo vreemd,] en Valentijn
verweet bijna aan mme de Parnes dat
zij er zoo weinig voor betaald had,
en zonder te beseffen, dat zijn vraag
onbehoorlijk was, zei hij bitter: Het
heeft u veertig of vijftig franken ge
kost. En weet gij hoeveel tijd er
noodig is geweest om het te maken
ik weet het daarom zoo goed,
antwoordde de markiezin, omdat ik
het zelf gemaakt heb.
U!
ik. en voor a, ik heb er veertien
dagen over gedaan, bedenk nu eens,
of gij mQ ook dankbaar moet zijn.
Veertien dagen mevrouw. Maar
er zijn twee maanden voor noodig,
twee maanden van ingespannen arbeid,
om zoo'n werk te maken. U zou zes
maanden er voor noodig hebben, als
U het zou willen maken.
U schijnt goed op de hoogte te
lijn, waar hebt u die ervaringen op
gedaan
Bij een werkster, die ik ken, en
die zeker goed op de hoogte is.
Welnu 1 die werkster heeft u niet
alles gezegd. U weet niet, dat voor
die dingen de bloemen het belangrijkst
zijn, en dat men in den winkel pa
tronen kan kragen, die begonnen zijn
en waarvan het fond dan al gemaakt
is, het moeilijkste blijft dan nog te
tioeni maar het wetk, dat het meeste
tqd neemt en het vervelendst is. is
gedaan. Zoo heb ik dit kussen ge
kocht, dat mij zelfs nog geen veertig
of vijftig franken gekost heef', want
dat fond beteekent niets, dat is m?a
machinaal werk, waarvoor alleen wol
en handen noodig zijn.
Het woord „machinaal" beviel Va
lentijn niet. Het spijt me wel, her
nam hij, maar noch het fond noch
de bloemen zijn door u gemaakt.
En door wie dan wel zeker
door die werkster, die u kent
Misschien I
De markiezin wist eenige ooger.-
blikken niet, wat zij zou doen, boos
zijn of lachen. Z| koos htt laatste
en vol vroolijkheid riep zij uit
Zeg mij toch, bid ik u, den naam
var. die geheimzinnige werkster van
u, die u zulke goede inlichtingen geeft.
Zij heet Julie antwoordde de
jonge man. Zijn blik, de klank van
zijn stem herinnerde er mme de Par
nes plotseling aan, dat hij denzelfden
naam genoemd had, die hij liefhad'
Daar hij toen zonder weifeling geant
woord had, en de markiezin daardoor
getroffen was, herinnerde zij zich
vagelijk de geschiedenis van die we
duwe, die zij voor een bedenksel ge
houden had, maar nu hij dien naam
zoo herhaalde, leek het haar toch ernst.
Als het een vertrouwelijke me-
dedeeliug is, die gij mij doet, zei zij,
dan is het een niet erg handige en
niet beleefde.
Valentijn antwoordde niet. Hij be
sefte, dat hij te ver was gegaan, en
hij begon na te denken. De markiezin
van haar kant bewaarde eenigen tijd
het stilzwijgen, Zij wachtte op een
nadere verklaring, en Valentijn zon
op mb middel om die te ontwaken.
Eindelijk was hij op het punt te gaan
spreken en zou mogelijk de uitwer
king van zijn woorden ongedaan ma
ken toen de markiezin, haar ongeduld
verliezend, plotseling opstond.
Is dit een twist of een breuk?
vroeg zij op zoo heftigen toon, dat
Valentijn zijn kalmte niet kon bewa
ren.
Zooais gij wilt, antwoordde hij.
Heel goed, zij de markiezin, en
zij ging de kamer uit.
Maar vijf minuten later werd er
gebeld en toen Valentijn de deur open
deed, zag hij mme de Parnes op het
portaal met haar armen over elkaar
geslagen met haar mantille om, tegen
den muur geleund staanzij was
zeer bleek en op het punt flauw te
vallen. Hij nam haar in zijn armen,
droeg haar naar de causeuse en
dwong haar tot kalmte, Hij vroeg
haar verg ffenis voor zijn onaangename
manier van doen, smeekte haar die
scène te vergeten en beschuldigde
zichzelf van een van die buien van
prikkelbaarheid, waarvan men onme-
gelflk een reden kan geven.
Ik weet niet, wat ik van morgen
had, zei hij, een onaangenaam bericht,
dat ik gekregen heb had mij geër
gerd, ik heb zonder reden twist met
u gezocht, beschouw dat wat ik u
gezegd heb als gezegd in een oogen
blik van drift.
Laat ons er niet meer over spre
ken. zei de markiezin, toen zij wat
kalmer was geworden, en haal het
kussen voor me. Valentijn g.hoor-
zaamde met tegenzin, mme de Parnes
gooide het kussen op den grond en
zette er haar voeten op» Dit was,
zooals ge kunt denken, den jongen
man niet aangenaam, hij fronsde on
wiilekeurig de wenkbrauwen en ver
weet zichzelf, dat hij zoo zwak ge
weest was zich te laten btïivloeden
door het komediespel van een vrouw.
Ik weit niet, of hij gelijk had, en
ik weet ook niet waarom de markiezin
met alle geweld deze kleine overwin
ning wilde behalen. Er zijn meer
voorbeelden, dat een vrouw en zelfs een
vrouw van geest, zich in een dergelijk
geval niet w i onderwerpen, maar het
kan gebeuren, dat het van haar kant
toch een verkeerde uitrekening is en
dat de man, nadat hij eerst gehoor
zaamd heeft, later berouw heeft van
zijn welwillendheid, zoo wordt een
kleinigheid ernstig als de trots er in
gemengd wordt, en er kan soms om
minder nog dan een gewerkt kussen
oneenigheid komen. Terwql mme de
Parnes weer vriendelijk begon te kij
ken en haar vreugde niet verborg,
kon Valentijn zijn oogen niet van het
kussen afhouden, dat, om de waar
heid te zeggen, ook niet gemaakt was
om als voetenbank dienst te doen.
Tegen haar gewoonte was de markie
zin te voet gekomen, en het werk
van de weduwe, dat weldra in het
midden van de kamer terechtgekomen
was, droeg de sporen van het stoffige
laarsje, dat er op gestaan had. V:«
lentijn raapte het op, veegde het af en
legde het op een stoei,
Gaan we nog meer ruzie maken
vroeg de markiezin lachend. Ik dacht,
dat u mij met rust zou laten, en de
vrede gesloten was.
Dit kussen is mooi, waarom moet
het vuil gemaakt worden
Om het te gebruiken, en als het
vuil is, kan mile Julie een nieuw maken.
Hoor eens mevrouw de markiezin,
Ml Valentijn. U begrijpt heel goed,
dat ik niet zoo zot ben om eenige
waarde te hechten aan een gril of een
kleinigheid van dien aard. Als het
waar is, dat er de een of andere re
den, die gij niet kent, bestaat voor het
gevoel van misnoegen, dat ik heb
over het geen u doet, tracht dan niet
uit te vorschen.dat is het verstandigst.
Daarstraks voeldet gij u onprettig, ik
vraag u niet, of die bezwijmiag wel
zoo ernstig was, gij hebt bereikt wat
gij bereiken wildet, en laat het nu
daarbij blijven.
Maar gij begrijpt misschien, ant
woordde de markiezin, dat ik ook niet
zoo zot ben om aan die kleinigheid
meer waarde te hechten dan gij, en
als ik er verder op in zou gaan, dan
begrijpt gij misschien, dat ik zou
willen weten, in hoeverre het een
kleinigheid is.
ja goed, maar ik zal u tot ant
woord een vraag doen, of het trots of
liefde is, die u drijft.
Zoowel het een als het ander.
Gij weet niet wie ik ben, gij hebt
door mijn gedrag ten opzichte van u
een meening van mij gekregen, die
ik u laten zal, omdat gij die met nie
mand zult deelen. Denk over mij
zooals gij wilt en wees trouweloos,
als dat u goed dunkt, maar pas op
mij te beieedigen.
Het is misschien de trots, die op
dit oogenblik spreekt, mevrouw, maar
gij zult toch met mij eens zijn, dat
het niet de liefde is.
Ik weet het niet, als ik niet jaloerseh
ben, is dat zeker uit minachting. Zoo-
als ik zelf slechts aan meneer de Par»
nes het recht van toezicht over mij
erken, matig ik mij geen recht aan op
iemand toezicht uit te oefenen.