Huldiging Wereldkampioen PELLENAARS
Twee aangebedenen.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vla a n deren.
No. 44.
VRIJDAG 7 SEPTEMBER 1934
50e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Hel Wilhelmus.
FEUILLETON.
op Zondag 9 September a.s., des n.m. 4 uur op de Wielerbaan TERNEUZEN.
O m n i u ra
ARIE VAN VLIET
A. VAN DER LINDEN
A. HEUSY
Sprint- Afval- Klassement- Achtervolging- en 50 K.M. KOPPELWEDSTRIJD
Binnenland.
K ss
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNF. MENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Nu we op Koninginnedag het
Wilhelmus als ons volkslied weer
zoo vaak hoorden klinken en
zingen en hetzelve meezongen,
kwam de vraag bij ons op wordt
dat nu niet eentonig, niet afge
zaagd, steeds dat zelfde lied op
diezelfde wijze En dan was ons
antwoord ja en neen.
Ja, als we het gedachtenloos
aanhooren en meezingen, terwijl
ons oog de gedachten trekt naar
heel andere onderwerpen en we
zoo machinaal die wijze mee-
dreunen, ja, dan is het eentonig
en wordt het zelfs vervelend.
Maar, zoo gaat het met alle
melodieën en alle verzen. Op
plechtige oogenblikken kunnen
we de mooiste liederen zingen
en de meest gevoelige woorden
zeggen, maar als we de gedach
ten erin gelegd niet tot de onze
maken, wat is het dan meer dan
klank, zonder zielBeluistert
maar het zingen van' psalmen,
het meest zelfs in de kerk, hoe
velen er de melodie en woorden
meezagen en of het een gebed
is, een vreugdeuiting, of een
dank aan God, men zeurt het
mede met het orgel, dat soms
al even gevoelloos bespeeld
wordt.
En zoo is het ook met ons
Wilhelmuslied, dat toch een
Oranjelied is, een lied gewijd
aan Willem van Oranje in de
eerste plaats, maar vervolgens aan
den regeerenden Vorst van den
dag en dus nu aan onze Konin
gin WilhelminaWanneer we
zingen, moet uit dien zang te
hooren zijn, wat we denken. En
als we dan maar als sleur zingen,
ware het beter te zwijgen. Beter
zou het daarom zijn, dat we ons
volkslied alleen maar zongen, als
het Koninginnedag was en op
oogenblikken van zuiver nationa
liteitsgevoel. Want het is toch
onomstootelijk waar, dat ons
Wilhelmus, ofschoon op dezelfde
wijze en met dezelfde woorden
en monden gezongen, vaak zoo
verschillend klinkt. Als het den
C. PELLENAARS-P. SNOEiJERS B. LEENE-J- BEUKERS J. KREMERS—J. MARTENS
M. v. D. LEUR-T. MIDDELKAMP C. DE KUYSCHER—A BAART G. MEULEMAN-A. DE GRAEVE
„TRAP DOOR" met
BREEPOEL-DE VR1ES-JOUJT—EECKMAN-VAN DRIEL (Terneuzen)
LEFEBER-KLAASSEN (Sluiskil) KERVINCK (Hoek).
Entréeprijzen 30-50—60-100 cent.
Kinderen beneden 14 jaar, en werkloozen op vertoon van stempelkaart halve prijs.
Extra trams vertrekken van: BRESKEN6 te 1 u. 40 min., IJZEND1JKE 2 u. 5 min. tegen 60cent
per persoon retour.
lezer gaat, als ons, dan zijn er
oogenblikken, dat we het Wil
helmus kunnen aanvangen, maar
niet voltooien, omdat de geest
drift voor ons Vorstenhuis ons
te machtig wordt en we van
nationaal bewustzijn ons hart te
veel voelen trillen, onze ziel
vol van gemeenschappelijke wij
ding is, zoodat de stem verstomt
en alleen de ziel juicht.
Zoo kan het worden, ais we
ons er rekenschap van geven,
dat het zingen ook van het
Wilhelmus méér is dan het
melodieus uiten van klanken of
opzeggen van woorden. Dan is
het Wilhelmus méér dan een
gewoon nationaal lied en méér
dan een melodie.
Iemand schreef eens, „dat er
misschien geen enkele natie ter
wereld is, die een volkslied heeft
van de beteekenis als het onze".
Het Wilhelmus is gedicht mid
den in den vrijheidsstrijd onzer
vaderen, toen Marnix van St.
Aldegonde in de jaren 1567—
1571 met Prins Willem van
Oranje in Duitschland vertoefde.
En zooals de woorden zijn ge
schreven met bloedend hart, zoo
klinkt de melodie bezielend en
treffend voor ieder vers op eigen
wijze. Zingt maar ieder vers, niet
alle verzen achter elkaar, maar
ieder vers afzonderlijk, en het zal
elk voor zich afzonderlijk klin
ken nu eens als een uiting van
vaderlandsliefde, dan weer van
geestdriftigen vrijheidszin, of als
een vroom gebed.
Reeds langer dan drie en een
halve eeuw is dit lied het gees
telijk eigendom van liet Neder-
landsche volk, maar ook een
karakteristieke uiting van wat in
dat volk leeft: een lied, waarin
ons nationaal gevoel en ook
onze geschiedenis zich weer
kaatsen, een lied van Godsver
trouwen, nationaal besef en daar
om onafhankelijkheidsgevoel.
Wie zin heeft voor historie,
wie gevoel heeft voor traditie en
wie hecht aan geloof hij vindt
in het Wilhelmus wijding. En
als zoodanig meenden we, dat
het ook alleen in plechtige
oogenblikken moest gezongen
worden, zooals het gezongen is
op de schepen, als ons dappere
zeevolk, aangemoedigd door de
onvergetelijke vlootvoogden, te
gen de overmacht van Spaansche
en Engelsche vloten, den strijd
aanvaardde
zooals het werd aangeheven
door de burgers van belegerde
steden, die ter verdediging togen,
na een vruchteloos gevraagde
overgave van den vijand achter
de wallen
zooals het werd en nog wordt
gezongen door de saamgestroom-
de menigte, als deze in de kerk
in tijden van nood en gevaar den
Allerhoogsten om genade en
zegen smeekt
of zooals het Wilhelmus werd
en wordt gezongen door ons volk
in tijden van glorie en nationaal
geluk, omdat we in dit eeuwen
oude lied immer uiting kunnen
vinden van vreugde en dank
zelfs jegens den Almachtige.
Zoo hebben wij het gezongen,
toen ruim dertig jaren geleden
onze Koningin aan het bewind
kwam toen zij enkele jaren
later in het huwelijk trad; weer
later, toen H. M. van een ziekte
hersteld was en haar het Moeder
schap ten deel vieltoen zij
haar zilveren régeeringsjubileum
vierde. Zoo heeft Axel het ge
zongen, toen H. M. hier op het
marktplein spontaan de treden
van het stadhuis beklom en tus-
schen Axelsche mar.nen en vrou
wen van alle rang en stand de
menigte toewuifdeAlleen
klonk het volkslied toen erg zwak,
ontroerd als de bevolking was,
door een zoo groot bewijs van
minzaamheid en toenadering van
eene Vorstin tot Hare onderdanen.
Het was Oranje en Axel één
En daarom heffen we nog het
Wilhelmus aan, als we in vreugde
ons Harer gedenken, maar ook,
als we deelnemend in Haar
droefheid de rouw willen lenigen
in getuigenissen van trouw en
aanhankelijkheid.
Zoo in Nederland, als in onze
Koloniën, en overal waar Ne
derlanders wonen, laat zich het
Wilhelmus hooren.
Het klinke wijd en zijd in alle
werelddeelen op hoogtijdagen
over de lippen der Hollanders
Wilhelmus van Nassauwe
Ben ick van Duytschen bloet,
Het Vaderland getrouwe
Blijf ick, tot in den doet.
En klinke daarop alom en ten
allen tijde het getuigenis
Mijn schild en mijn betrouwen
Zijt Gij, o God en Heer
Op U zoo wil ik bouwen
Verlaat mij nimmermeer.
Het zijn deze woorden, die het
Wilhelmus hebben gemaakt tot
een geloofsverklaringeen be
lofte en een bede, die door allen,
van welk geloof men ook zij,
kan worden uitgesproken.
Zóó begrepen, zal het Wilhel
mus nooit eentonig worden en
nooit vervelen.
Kon. Ned. Middenstandsbond.
Onder voorzitterschap van den
heer Ed. G. Schiirmann werd
Dinsdag te Amsterdam het 31e
Nationaal Middenstandscongres
gehouden.
Het in deze vergadering uitge
brachte jaarverslag 1933/34 be
vat eenige beschouwingen over
het toenemen van de crisismoei
lijkheden voor den middenstand,
die eerst den laatsten tijd zich
in volle hevigheid voor het kleine
bedrijf doen gevoelen. Bij ver
minderden kooplust blijven de
LSC
ANT.
(15
In elk geval zag bij zich ontdekt,
veilaten door zijn beide geliefden, of
ten minste door een van haar. Nadat
hij een uur droomend had doorge
bracht, besloot hij een eind aan de
onzekerheid te maken, Hij ging naar
mme Delaunay, die hem als gewoonlijk
ontving, slechts eenigszins verwonderd
over zijn bezoek in den morgen.
Gerustgesteld door deze ontvangst,
sprak hij eenigen tijd over koetjes en
kalfjes, daarna vroeg hij door onze
kerheid gekweld, aan de weduwe of
haar handwerk af was. Ja, antwoordde
zij. En waar is dat dan? vroeg hij.
Op die vraag werd mme Delaunay
verlegen en bloosde. Het is in den
winkel, zei ze haastig. Daarna her
stelde zij zich en voegde erbij: Ik
heb het in den winkel gegeven om op
te maken, ik krqg het gauw terug.
Was Valentijn verbaasd geweest,
toen hij het kussen herkende, hij was
het nog meer, toen hij de weduwe
verlegen zag worden door zijn vraag.
Hij durfde niet meer vragen uit vrees zich
te verraden, hij vertrok spoedig en
ging naar de markiezin. Maar door
die visite kwam hij niet veider, toen
hij de causeuse ter sprake bracht,
maakte mme de Parnes al lachend
een beweging met haar hoofd, alsof
zij zeggen wilde t het doet mij veel
plezier dat gij er mee ingenomen zijt,
en dat was al het antwoord, dat zij gaf.
Onze vriend ging dus naar huis,
weliswaar minder ongerust dan hij
uitgegaan was, maar het was hem, of
hij gedroomd had. Welk geheim of
welke speling van het toeval slak er
achter dat wonderlijke geschenk De
eene maakl een kussen, de andere
geeft het mij, de eene besteedt een
maand om er aan te werken en als
het af is komt het in het bezit van de
andere, die twee vrouwen hebben
elkaar nooit gezien, en zij spannen
samen om mij een poets te spelen,
terwijl zij er niet het geringste van
schijnen te vermoeden".
Er was voorzeker reden om vei-
bijsterd te zijn, de jonge man zocht
dan ook op honderd verschillende
wijsen naar de oplossing van het
raadsel, dat hem kwelde.
Toen hij het kussen aan het onder
zoeken was, vond hij het adres van
den winkel, waar het gekocht was.
Op een klein stukje papier, dat op
een hoekje geplakt zat, stondAu
Père de Familie, rue Duaphine.
Zoodra Valentijn deze woorden ge
lezen had, zag hij den weg om tot
de oplossing te komen, open. Hij
ging zoo snel mogelijk naar den win
kel du Père de Familie, hij vroeg oi
men dien ochtend niet aan een dame
een kussen van tapisseriewerk ver
kocht had, hij beschreef het en ja,
men wist er van. Op zijn volgende
vragen wie het kussen gemaakt had
en waar het vandaan kwam, antwoord
de men terughoudend, men kende de
maakster niet, er waren veel dergeigke
voorwerpen in den winkel, kottom,
men wilde niets zeggen.
Ondanks de terughoudendheid van
den bediende, dien hg ondervroeg,
had Valentijn weldra een geheim ont
dekt, waarvan hij het bestaan niet
vermoed had en dat velen niet ken
nen, en dat is, dat er in Parijs een
groot aantal dames, arme jonge vrou
wen zijn die. terwijl ze voor het oog
van de wereld een zekeren welstand
genieten, in het geheim handwerken
om te kunnen leven, menige familie
die van weinig moet leven, bij wien
men echter op de thee komt, teert op
de dochter des huizes, men ziet ze
altijd met de naald in de hand, maar
ze zijn niet rijk genoeg om zelf te
dragen wat zij maken, wanneer zij
tulle geborduurd hebben, verkoopen
ze die om er katoen voor te koopen,
de eene, dochter van een adelijk ge
slacht, die trotsch op haar titel en
geboorte, borduurt zakdoeken, een
ander, die gij op het bal bewondert,
zoo vroolijk, zoo ccquet, maakt bloe
men en betaalt met haar werk het
brood van haar moeder, weer een
ander, die wat rijker is' tracht een
speldegeldje te verdiener,, die opge
maakte hoeden, die geborduurde sa
chets, die men achter de winkelramen
z'et, zijn dikwijls door een onbekende
hand in 't geheim gemaakt. Mannen
zouden zelden tot een dergelijk bt-
drijf overgaan, zij zouden liever in
een dergelijk geval arm blijven, uil
trots, vrouwen zullen het zelden na
laten als zij het noodlg hebben, en
zij. die zulk een bedrijf uitoefenen,
schamen er zich niet over. Het ge
beurt, dat een jonge vrouw een
vriendin uit haar jeugd oi tmoet, die
niet rijk |j, en die geld noodig heeft,
wanneer zfl haar zelf niets leenen kan,
noemt zij haarTlaar eigen bron van
inkomsten, moedigi haar aan, vertelt
haar verschillende gevailen, brengt
haar zelf naar den winkel, bezorgt
haar op die manier een afzetgebied,
drie maanden later is de vriendin in
haar schik en bewijst een ander den-
zelfden dienst. Dergelijke dingen ge
beuren eiken dag, niemand weet er
iets van, en dat is ook beter van
niet, want de babbelaars, die zich
schamen te werken zouden spoedig
kans zien het meest eerbare in de
wereld te onteeren.
Hoeveel tijd, vroeg Valentijn, is
er ongeveer noodig om een kussen
zooals dat waarvan ik spreek, te ma
ken, en hoeveel krijgt de maakster
daarvoor
Mijnheer, antwoordde de bedien
de, om zoo'n kussen te maken, twee
maanden, 6 weken misschien. De
werkster betaalt zelf de wol, bij ge
volg is dat zooveel minder voor haar.
Mooie Engeische wol kost tien francs
het pond. klaprozenroode, keisenroode,
kost vijftien francs. Voor dat kussen
is op zijn hoogst anderhalf pond wol
noodig, en de maakster zal veertig of
vijftig francs er voor krijgen.
IX.
Toen Vaien'fln zich bij zijn thuis
komst ugenover zijn causeuse bevond,
had het geheim, dat hij zooeven ge
hoord had, een onverwachte uitwer
king op hem. Hij voelde zijn hart
samenkrimpen bij de gedachte, dat
mme Delaunay zes weken op dat
kussen had moeten werken om twee
louis te vetdienen, en dat mme de
Parnes het zoo maar op een wande
ling gekocht had. Hij zag op dat
oogenblik zoo scherp het contrast
tusschen het lot van die twee vrou
wen, dat hij er onder leed. De ge
dachte, dat de markiezin zou komen,
zich in dien stoei zou neervlijen en
haar blooten arm zou leggen op een
plek, waarop de tranen van de wedu
we gevloeid hadden, was hem ondra
gelijk. Hij nam het kussen en legde
het in een kast. „Laat haar er van
denken, wat zij wil, zei hij tot zich
zelf, ik zou het niet kunnen aanzien".
Mme de Parnes kwam spoedie daar
na en was vetwonderd hair geschenk
niet te zien. In plaats van een uit
vlucht te bedenken artwoordde Va
lentijn, dat hij er niet van gediend
was en het nooit gebruiken zou. Hg
zei dit op driftigen toon en zonder
zich rekenschap te geven van wat
hq deed.
En waarom niet vroeg de
markiezin.
Omdat het me niet bevalt.
Waarom bevalt het u niet Van
morgen hebt ge mq het tegendeel
Vïizikerd.
Dat is best mogelqk, nu bevalt
het me niet. Hoeveel heeft u er voor
betaald
Dat is ook een mooie vraag 1 zei
mme de Parnes, wat bezielt u?
Gq moet weten, dat Valentgn eeni
ge dagen geleden van de moeder van
mme Delaunay gehoord had, dat zij
in moeiiqke omstandigheden was.
Er moest een termijn huur betaald
worden aan een hardvochtig eigenaar,
die bq het minste uitstel een dreigen
de houding rarnaam. Het eenige dat
Valentijr, die hen zelf niet heipen kon,
waarvan ze trouwens ook niets zou
den willen weten, had kunnen doen,
was zqn ongerustheid verbergen. Naar
hetgeen de bediende in den Père de
Familie gezegd had, was het zeer
waarschqnlqk, dat het kussen niet
ger.oeg had opgebracht om de wedu
we uit de moeiigkheden te helpen.
(Wordt vervolgd),