Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaa n deren, Twee aangebedenen. No. 40. VRIJDAG 24 AUGUSTUS 1934 5Üe Jaarg. J. C. VINK - Axel. De Zonnebaden. FEUILLETON. Binnenland. OO I Dit biad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. De meesten der menschen zijn wispelturig als het weer zelve. Nu eens klagen ze over de koude zomerdagen, dan weer over de ondragelijke hitte. En toch be hoeft men over geen van beide te klagen, want even aangenaam als het is, voor allen die arbeid verrichten, dat de hitte hen niet hindert, evenmin behoeft degene, die een gemakkelijker leven leidt, over ondragelijke hitte te spreken. Ondragelijk behoeft zelfs de hitte niet te zijn, als men maar de ons door de natuur aan ons lichaam geschonken beschuttende middelen benut en deze niet tegenwerkt. Tot deze beschuttende mid delen behoort in de eerste plaats de warmte-uitstraling van de huid. Zelfs op de warmste dagen is het nog altijd ons lichaam, dat aan de ons omgevende lucht warmte afgeeft. Ook de zweet- afscheiding, die zich niet in pa relende druppels moet uiten, maar onzichtbaar dient te zijn, is door de daardoor opgewekte koude der verdamping een van de beste natuurlijke middelen die ons tegen de warmte be hoeden. Wat doen echter vele men schen, die over de «ondragelijke" hitte zitten te zuchten Een wandeling door het park gaan ze maken. Daar zetten ze zich met een waren heldenmoed op een zonnige bank, jas, vest en vadermoorder aan, buigen het hoofd naar achteren, opdat het gezicht door de zonnestralen flink bruin zal worden gebrandzoo van tijd tot tijd ontwaken ze uit hun middagdutje in de verzen gende zon om zich het opgeza melde zweet van het voorhoofd en hals te wisschen. De damp, die zich tusschen huid en klee ding ophoopt, kan niet wegtrek ken er komt een dampverzadigde luchtlaag te hangen, die iedere verdere afkoelende werking der transpiratie volgens bekende wet ten van de physica, onmogelijk maakt. Ook de warmteuitstraling is bij zulk een zonnebad in vol ledige kleeding verstikt. Het is even onzinnig, als dat men in rok zou gaan baden. Het gewich tigste punt voor een badkuur in een komkommertijd luidt daar om: Vermijd de zon, wanneer men aangekleed isDe siësta op de tuinbank, de courantenlec- tuur in den tuin van het café, de middaggang naar kantoor, zijn geen gelegenheden voor zonne baden. De door ons zoo ge- wenschte bruine teint haalt men uitsluitend in het openluchtbad. Slechts de lichte, poreuse bad- kleeding waarborgt ons dat alle middelen die ons gegeven zijn om het lichaam tegen overver hitting te behoeden, vrij kunnen werken. Op het oogenblik is menig ge leerde niet goed over het zonne bad ie spreken. Ze zeggen dat de toename van kanker bij jonge menschen een gevolg is van den modernen zonvechtlust der jeugd, en nog kort geleden heeft de geneesheer-directeur van een kanker-hospitaal zelfs vast kun nen stellen, dat bij een zijner patiënten de huidkanker uitslui tend aan overmatige zonnestralen te wijten was. Ook in de Ween- sche Psychiatrische Kliniek heeft men opvallende samenhangseis gevonden tusschen aanvallen van beroerte bij betrekkelijk jonge menschen en het overdreven zonnebaden. Dat vooral tubercu- leuzen met het nemen van zon nebaden voorzichtig moeten zijn, omdat door de inwerking der ultraviolette stralen oude haarden opnieuw kunnen worden aange stoken en bloedstortingen tenge volge kunnen hebben, mag als algemeen bekend worden veron dersteld. Hij, die gezond is van lijf en leden, behoeft zich echter niet bang te laten maken, hoewel dit geen vrijbrief is voor het ge bruikelijke urenlang in-de-zon- smoren. Niet alleen de huid, maar ons geheele organisme moet zich eerst geleidelijk aan het sterkere zonlicht gewennen. ls kortelings geleden niet bewe zen dat de tot nu toe zoo raad selachtige «voorjaarsziekte", eigenlijk niets dan een reactie op het zonlicht is. In den winter is ons lichaam de zon ontwend de eerste zonnestralen brengen daarom diep ingrijpende veran deringen in de samenstelling van ons bloed teweeghet bloed wordt dan oververzadigd door eosinophyle cellen, bloedkalk en bloedphosphor, geraken uit hun evenwicht. De voorjaarsziekte is dus 'n zonneziekte. Men kan haar zelfs in het hartje van den winter te voorschijn roepen, een voudig door een ultra-violette bestraling. Om daaruit de gevolgtrekking te maken, dat men nu angstig de zon, moet ontwijken, is zeker verkeerd. Het leven is uit prik kels opgebouwd en ook de mensch heeft de zon noodig. Slechts mogen de zonneprikkels niet te bruusk zijn wat zoo dikwijls gebeurt, wanneer men na het kamerleven van de week den geheelen Zondag voor een zonnebad «benut" maar men moet ze geleidelijk laten inwer ken. De eerste maal een kwar tier, daarna wat langer. Zoo vermijdt men ook het gevaar van zonnebrand en zonnesteek. De anderen doen het ook Neen, de mensch is toch geen fret, die het moederdier in blind vertrou wen in het water volgt, zoodat alle kleintjes verdrinken. Even zoo is het verkeerd te veel koude baden te nemen. De gezondheid daarvan ligt in de prikkeling, niet in den duur, die de werking van den prikkel juist vermindert. De wet van actie en reactie geldt ook voor het leven. Koude baden werken slechts voor een oogenblik afkoelend daarna stijgt de lichaamstempe ratuur nog boven het aantal graden die men vóór het baden had. Daaruit verklaart zich de schijnbare paradox, dat niets zoo afkoelend werkt als heete baden Hoe warmer, hoe verkoe- lender. Evenzoo brengen ijskoude dranken slechts tijdelijk opfris- sching, waarop spoedig weer nieuwe dorst, nieuw transpireeren en een nieuw hittegevoel volgt. Wien in den winter een inwrij ving met sneeuw het beste ver warmt, koelt zich in den zomer het beste met een warmen drank af. Om kort te gaan de warmte op zichzelf is niet ondragelijk en ook niet verlammend. Zij wordt dat eerst door de vele verkeerde «afweer maatregelen", die de werking van de natuurlijke be- hoedingsmiddelen tegenhouden. Wijziging steunregeling. Naar het corr. bureau ver neemt, heeft de minister van Sociale Zaken het voorschrift van artikel 10 der steunregeling, be palende dat aan diegenen, die na den lsten Januari 1933 tijdens hun werkloosheid zijn gehuwd, geen gehuwden-uitkeering mag worden verstrekt, dan nadat zij na hun huwelijk 3 maanden in het vrije bedrijt hebben gewerkt, in dier voege gewijzigd, dat zulks voortaan slechts geldt voor die- ge ïen die nat April 1934tijdens werkloosheid zijn gehuwd. Smedenpatroons. Dinsdag heeft de Bond van Smedenpatroons in Nederland (Organisatie van patroons in het smeden-, installateurs-, gas- en waterfittersbedrijf, en aanverwante vakken) zijn jaarlijksche verga dering gehouden te Leiden. De voorzitter gaf in zijn ope ningswoord een overzicht van de zeer moeilijke maatschappelijke en oeconomische toestanden, waaronder ook het smidsbedrijf gebukt gaat. Besloten werd de volgende algemeene vergadering te Am sterdam te houden. Als hoofdbestuurslid werd ge kozen G. J. Rolink te Enschede, terwijl in de plaats van J. A. Contant te Koudekerke, welke zich niet herkiesbaar had ver klaard, werd gekozen W. Keste- loo te Gapinge. Na de vergadering werd een bezoek gebracht aan de tentoon stelling. Christelijke bakkerspatroons. De jaarvergadering te Kampen koos in de vacature opengevallen door de vaste aanstelling van den secretaris-redacteur bij en kele candidaatstelling de heer J. H. P. van Oostenrijk, Apel doorn. Leeuwarden werd aangewezen als plaats van de zevende alge meene vergadering. Bij de rondvraag werd gespro ken over de gezondmaking in hei bakkersbedrijf waarbij o.a. de heer v. d. Berg, afgevaardigde van den r.k. bakkersbond het woord voerde. De gewijzigde statuten en re glementen werden onveranderd goedgekeurd. De heer J. R. Hagoort uit Utrecht hield een rede over den corporatieven staat. Het corpo ratieve beginsel moet volgens spr. tot richtsnoer gemaakt wor den. Een van de kenmerken van het corporatieve stelsel is, dat het niet kan worden gemaakt, doch groeit uit levenskrachtig zaad. Spr. vestigde hier de aan dacht op Italië, Duitschland en Rusland, waar getracht is met dwangmiddelen een corporatieven staat tot stand te brengen. In de allereerste plaats moet de verhouding tusschen patroon en gezellen in orde zijn. Het ge tuigt tegen de bakkers, dat ver scheidene wettelijke regelingen moesten worden gemaakt. Tijdens de vergadering hebben de dames een autotocht gemaakt, aangeboden door de N V. Meel fabriek de Nederlandsche bak kerij over de Noord-Veluwe. Na hun terugkeer heeft ds. H. H. Schoemakers te Kampen, nog gesproken. De congressisten vereenigden zich savonds aan een diner. N. Rott. Crt. Consumptie!» elk. De Crisis-zuivel-centrale maakt bekend, dat voor de periode van 26 Augustus tot en met 1 Sep- (Wordt vervtigd), AXELSCHE» COURANT Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. (li „Atieu, zei de weduwe op het eind van haar brief, wees gelukkig". Aan een geliefde, die men niet meer zien wil. te schrijven: wees gelukkig, wat denkt gij daarvan mevrouw Is het niet, alsof men tot hem zegt: Ik ben niet gelukkig? Den Vrijdag daarop, aarzelde Valentijn langen tijd, of hij naar den notaris zou gaan, ja dan neen. Ondanks zijn jaren en zijn onbezonnenheid, was toch de gedachte hem ondragelijk, Iemand, wie ock te schaden. Hij wist niet wat te beslui ten, toen hij bij zichzelf herhaalde: wees gelukkigen hij spoedde zich naar den heer des Andelys. Waarom was mme Delaunay er? Toen onzen held den salon binnenkwam zag hij haar de wenkbrouwen fronsen en er kwam een vreemde uitdrnkking op haar gezicht. Wat haar manieren betreft, was er wel coquetterie in te bespeuren, maar eigenlijk was toch niemand eenvoudiger en onervarender dan mme Delaunay. Zij had, toen zij het gevaar sag aankomen, kraohtig kunnen beproeven er zich tegen te verdedigen, maar om weerstand te bieden In een worsteling, die al be gonnen was, daarvoor had zij niet de noodige wapens. Zij wist niets van die hevige manoeuvres, waarmee een vrouw van geest de liefde op een afstand weet te houden en die beur telings weet van zich af te weren of tot xleh ts trekken. Toen Valenten haar de hand had gekust, had ze "tot zichzelf gezegdDat is een mauvais sujet, waarop ik wel verliefd zou kunnen werdenhij moet terstond uit mijn omgeving weg. Maar toen zij hem bij den notaris, vroolijk met luchtigen tred zag binnenkomen, met een keurige das om en een glimlach op de lippen, en hij haar ondanks haar verbod eerbiedig begroette, zei zij tot zichzelf: Dat is een mar, die doorzettender en slimmer is dan ik, ik zou niet de sterkste zijn van ons tweeën en, daar hij terugkomt, houdt hij misschien van mij, Zij weigerde dezen keet den dans niet, dien hij haar vroeg, bij de eerste woorden ai zag hij in haar een groote berusting en een groote ongerustheid. Op den bodem van deze eerlijke en bedeesde ziel, lag een zekere levens vermoeidheid terwijl zij rust wenschte, had zij ge toeg van de eenzaamheid. De heer Delaunay, die zeer jong ge storven was, hal htar niet liefgehad, hij had haar meer als huishoudster dan als vrouw genomen, en ofschoon zij geen huwelijksgift meebracht, had hij met haar een huwelijk uit overleg aangegaan. Zuinigheid, orde, nauw keurigheid, publieke achting, vriend schap van haar man, huiselijke deug den in één woord gezegd, dat was het wat zij in deze wereld kende. Va lentijn had in den salon van den heer des Andelys, den naam die ieder jongmensch, die een goeden kleerma ker heeft, bij een notaris krijgen kan. Men sprak slechts over hem als een man nrar de mode, een habitué van Fortoni, en de kleine nichtjes fluister den onder elkaar over de andere we reld, waarmee men hem in verband bracht. Hij was door ten schoorstee» bij een barones binnengekomen, hij was uil het raam gesprongen bij een hertogin, die op de vijfde verdieping woonde, en dat alles uit liefde en zonder zich te ^ezeeren, enz. enz. Mme Delaunay had te veel gezond verstand om naar dwaasheden te luis teren, maar zij zou misschien beter gedaan hebben er wel naar te luiste ren dan er bij toeval eenige woordea van op te vangen, alles har.gt hier op dit ondermaansche af van de wijze waarop men zich voordoet. Om met de schoolkinderen te sprekenVa lentijn was mme Delaunay vóói. ,Om hem te kunnen verwijten, dat hij ge komen was, wachtte zij totdat hij daarvoor excuus zou vragen. Hij wachtte zich er wel voor, zooals gij u zult kunnen voorstellen. Als hij geweest was wat cij dacht, dat wil zeggen, een man, die bij vrouwen in de gunst stond, zou hij misschien geen succes bij haar gehad hebben, want zij zou hem dan te veel er in bedreven en te zeker van zich zelf gevonden hebben, maar hij beefde, ais hij haar aanraakte, en dat bewijs van liefde, vermengd met een weinig vrees, bracht het hoofd en het hart van de jonge vrouw in verwarring. Aan de eetkamer \an den notaris dachten zij niet, zij schenen dat bei den vergeten te zijn, maar toen het signaal voor den galop kwam, en Va lentijn de weduwe er voor kwam vragen, moesten zij het zich wel herinneren. H| heeft mij verzekerd, dat hij van zijn leven geen mooier gezicht gezien had dan dat van mme Delaunay, toen hij haar voor dien dans vroeg. Haar voorhoofd, haar wangen, werden met (en blm overtogen, al hst bloed dat 2fl in haar hart had, stroomde rond om haar zwarte oogen als om de sch tteiiig daarvan nogmeer te doen uitkomen. Zij verhief zich half van haar stoel, bereid om de uitnoodiglng aan te nemen, en toch verlegen om het te doen, een lichte huivering deed haar schouders beven die ditmaal niet onbedekt waren. Valentijn nam haar bij de hand, hij drukte haar hand zachtjes in de zijne, alsof hij zeggen wilde: Vrees niets meer, ik voel, dat gij mij iiefhebt. Hebt gij wel «:r.s nagedacht over de positie van een vrouw, die een kus vergeeft, dies men haar ontroofd heeft? Op 't oogenblik dat zij 't be looft te zullen vergeten is 't ongeveer alsof zij het toestond. Valentijn waagde het Mme Delaunay haar toorn te verwijten, hij beklaagde zich over haar strengheid, over haar verzoek aan hem om op een afstand te blijven, hij kwam er tenslotte, niet zonder airzelen, lot haar te spreken van een kleinen tuin, achter zijn huis gelegen, een rustig belommerd plekje, waarin geen onbescheiden oog kon doordrin gen. Een kleine waterval dempte er het geluid der woerden, de eenzaam heid was er, die de liefde zoekt. Qeen geluid, getn getuige, geen gevaar. Over zulk een plek te spreken temid den van de menschen, onder de tonen der muziek, In het feestgedruisch, tot een jonge vrouw, die naar u luistert, die noch aanneemt noch weigert, maar die u laat praten en die glimlacht.... o I mevrouw, zoo over zuik een plekje te spreken is misschien schooner dan er in werkelijkheid te zijn, Terwijl Valentijn zich zonder voor behoud liet gaan, luisterde de wedu we zonder nadenken, Van tijd tot tijd maakte zij bedeesd een tegenwerping, van lijd tot tijd deed zij, alsof zij hem niet hoorde, en als een woord haar ontgaan was, liet zij het hem ai blozend herhalen. Haar hand, die door den jugen man gedrukt werd, wilde koud en onbeweeglijk zijn, zij was onrustig en warm. Htt toeval dat geliefden dient, wilde, dat zij, toen zij door de eetkamer kwamen, zich weer alleen bevonden evenals den vorigen keer, Valentijn dacht er zelfs niet aan de droomerij van zfln dan seuse te. verstoren, en in de plaats van begeerte zag mme Delaunay de liefde. Wat zal ik u zeggendie eerbied, die vermetelheid, die kamer, dat bal, de omstandigheden, alles werkte mede om haar onder zijn be koring te brengen. Zij sloot de oogen half, zuchtte..,, en beloofde niets. Ziedaar, mevrouw, de reden, waarom mme Delaunay begon te schreien, toen zij den zakdoek van de mar kiezin vond. VII. Al had Valentijn dien zakdoek ver geten, daarom moet gij niet denken, dat hij er geen in den zak had. Terwijl mme Delaunay schreide, was onze jonge man, die er niets van wist, verre van te schreien. Hij be vond zich in een kleinen betimme- den salon, verguld en welriekend als een bonbonnière, in een grooten fauteuil van paars damast. Hij luis terde, na een goed diner, naar de In vitation a ia Valse van Weber, en terwijl hij zijn heerlijk kopje koffie dronk, keek hij van tijd tot tijd naar den blanked hals van mme de Parnes.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1934 | | pagina 1