Twee aangebedenen.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- V] aan deren.
No. 31.
DINSDAG 24 JULI
1934
50e Jaarg.
r
Binnenland.
FEUILLETON.
J. C. VINK - Axel.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
Crisis-akkerbouw besluit.
Afgekondigd is het Crisis-Ak-
kerbouw-besluit 1934.
Aan de bepalingen en voor
schriften in dit besluit vervat,
wordt het volgende ontleend
De invoer van aardappelen,
fabrieksaardappelen, tarwe, rogge,
haver, gerst, mais en al dan niet
verwerkte peulvruchten (uit-
schoonsel, maalsel, en piksel
daaronder begrepen) is slechts
toegestaan aan een door den
Minister van Economische Zaken
daartoe als monopoliehoudster
aan te wijzen Crisis-Organisatie.
Eveneens is dit bepaald ten
aanzien van de invoer van rijst,
boekweit, dari, (ook genaamd
kaffirkoorn), milletzaad, grain de
panis, zangzaad, sago, tapioca,
zetmeel en aardappelvlokken,
voorts alle producten verkregen
door of bij verwerking of bewer
king van tarwe, haver, rogge,
gerst, mais en eenig ander in dit
artikel genoemd crisis-product,
alsmede van tot veevoeder ver
werkte oliehoudende zaden, pit
ten en noten.
Voorts is de uitvoer van aard
appelen, fabrieksaardappelen en
al dan niet verwerkte peulvruch
ten slechts toegestaan aan een
Crisis-Organisatie, welke als mo
nopoliehoudster optreedt.
Ook de uitvoer van aardappel
meel is slechts aan zulk een or
ganisatie toegestaan.
Aardappelen.
Het is ieder verboden aardap
pelen te teelen in grootere hoe
veelheid dan hij in het jaar 1933
heeft geteeld.
Het teelen van fabrieksaard
appelen is slechts toegestaan met
een door den Minister te verlee-
nen pootvergunning en tot de
hoeveelheid, welke in deze ver
gunning vermeld is.
Tarwe.
Het verhandelen van hier te
lande geteelde tarwe met uitzon
dering van zaaitarwe is slechts
toegestaan onder bepaalde voor-
waarden, door den Minister te
stellen. Ditzelfde geldt voor het
in voorraad hebben van hier te
lande geteelde tarwe, het verwer
ken van tarwe tot tarwemeel A
of tarwebloem A en het verwer
ken van tarwe tot tarwebloem B
en tarwemeel B.
Peulvruchten.
Het in voorraad hebben van
al dan niet verwerkte peulvruch
ten in gezamenlijke hoeveelheden
boven een door den Minister te
bepalen aantal kilogrammen is
slechts toegestaan aan hem, die
als georganiseerde bij een daartoe
aan te wijzen Crisis-Organisatie
is aangesloten.
Voorts zal de Ministervaststel
len een bedrag per 100 K.G. van
den aanwezigen voorraad, welk
bedrag verschillend kan worden
gesteld voor de verschillende
soorten, kwaliteiten of variëteiten
van peulvruchten, ten behoeve
van het Landbouw-Crisis-Fonds.
Het verwerken van peulvruch
ten in gezamenlijke hoeveelheden
boven het vastgestelde aantal
kilogrammen is slechts toegestaan
aan hem, die als georganiseerde
is aangesloten bij een crisis or
ganisatie en met een door den
Minister te verstrekken vergunning.
Het verwerken van oliehou
dende zaden, pitten en noten tot
veevoeder is slechts toegestaan
aan hem, die als georganiseerde
is aangesloten bij een Crisis-Or
ganisatie en indien de betrokkene
ten behoeve van het landbouw
crisisfonds een door den Minister
vast te stellen bedrag betaalt,
welk bedrag verschillend kan
worden gesteld voor de verschil
lende kwaliteiten of variëteiten
van dat veevoeder.
Rogge.
Het verwerken van rogge tot
roggemeel of roggebloem, als
mede het verhandelen en ver
werken van meel of bloem, ge
heel of gedeeltelijk afkomstig
aan rogge, is slechts toegestaan
aan hem, die als georganiseerde
aangesloten is bij een door den
Minister aan te wijzen Crisis-
Organisatie.
DRUKKER-UITGEVER
Z e t m e e 1.
Het in voorraad hebben of
bereiden van zetmeel in geza
menlijke hoeveelheden boven een
door den Minister te bepalen
aantal kilogrammen, benevens het
verwerken van zetmeel in die
hoeveelheden tot alle soorten
stijfsel, dextrine, zetmeelsiroop,
massee, textielgoederen, papier,
carton, leder of andere door den
Minister aan te wijzen producten,
is slechts toegestaan aan hem,
die als georganiseerde bij een
Crisis-Organisatie is aangesloten.
Het verhandelen van zetmeel
in gezamenlijke hoeveelheden
boven het bovenbedoelde aantal
kilogrammen is aan den geor
ganiseerde slechts toegestaan
tegen betaling ten behoeve van
het Landbouw-Crisis-Fonds van
een door den Minister vast te
stellen bedrag per kilogram.
Deze bepalingen vangen aan
van kracht te zijn 21 Juli en
eindigen met ingang van 1 Januari
1936. Voor enkele artikelen zijn
echter ten aanzien van dezen
datum nadere bepalingen gesteld.
In verband met het Crisis-
Akkerbouw-Besluit is voorts nog
bepaald dat in artikel 1 van het
Crisis-Tuinbouwbesluit 1933 1
zal vervallen „aardappelen"; dat
in het Crisis-Tuinbouwbesluit
1934 II zal vervallen het bepaalde
onder b. van artikel I, de woor
den „en aardappelen" in artikel
III en het geheele artikel IVbis
dat ingetrokken wordt, behalve
ten aanzien van reeds begane
strafbare feiten, het Crisis-Zet-
meel Besluit 1933 en het Aard-
appelmeel-Monopolie Besluit 1934
1; en met ingang van 1 Augustus
1934, eveneens behalve ten aan
zien van reeds begane strafbare
feiten het Crisis-Aardappelbesluit
1934 I.
Voorts wordt ingetrokken met
ingang van een nader te bepalen
tijdstip, behalve ten aa ïzien van
reeds begane strafbare feiten het
Tarwebesluit 1931, en het Crisis-
Graanbesluit 1933, waarvan de
intrekking geschiedt met ingang
van heden.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Het telegram der Predikanten.
Zooals we meldden, hebben
de Amsterdamsche Hervormde
predikanten een telegram gezon
den aan de Regeering, waarin ze
verlaging van steun voor werk-
loozen ontrieden.
Deze inmenging in het beleid
der Regeering is door velen
afgekeurd en vond ook bij den
Minister-president, dr. H. Colijn
geen gunstige ontvangst.
Als nadere toelichting hebben
nu ds. A G. H.van Hoogenhuyze
en P. J. Kromsigt een verklaring
gezonden aan dr. Colijn, waaraan
het volgende is ontleend
„Het telegram door 18 Her
vormde predikanten te Amsterdam
aan Uwe Excellentie gezonden,
heeft, behalve tallooze bewijzen
van instemming en dankbaarheid
van geloovige gemeenteleden die
door den nood te lijden hebben,
ook critiek uitgelokt in den vorm
van particuliere brieven e'n hier
en daar in de pers, als zouden
wij de regeering hebben willen
afvallen. Wij stellen er daarom
prijs op ons standpunt nader
uiteen te zetten.
Alen heeft zich verbaasd over
de onderteekening van sommigen
onzer, die men kent als steeds
onvoorwaardelijk opkomende voor
het gezag.
Wij wenschen te verklaren, dat
wij dat steeds zullen blijven doen.
We hebben reeds jaren aange
drongen op de opheffing van de
Communistische Partij Holland
op het verbod van „de Tribune"
en andere revolutionnaire bladen,
die de volksziel vergiftigen op
een kalkverbod, zoodat men niet
meer op onze straten kan lezen
„Weg met Honger-Ruys", „Weg
met Colijn" en dergelijke ophit
sende leuzen op een verbod van
revolutionnaire optochten met
opschriften: „Godsdienst is opium
voor het volk".
In woord en geschrift zijn wij
daartegen opgekomen en hebben
ons daardoor den haat der com
munisten op den hals gehaald,
dreigbrieven tengevolge hebbende.
Wij hebben ons daar niet aan
gestoord, maar gezegd en ge-
schreven wat wij meenden te
moeten zeggen en schrijven.
Daaruit blijkt, dat wij niet
anders dan toejuichen kunnen,
dat het oproer onmiddellijk radi
caal is onderdrukt met alle daartoe
beschikbare middelen en zijn
stads- en landsregeering daarvoor
dankbaar.
In dit verband willen wij echter
opmerken, dat wanneer reeds
voor jaren, voordat de crisis zulke
onrustbarende vormen had aan
genomen, de Communistische
Partij Holland zou zijn opgeheven
en „de Tribune" en andere revo
lutionnaire bladen zouden zijn
verboden, er geen gelegenheid
zou zijn geweest ons volk door
opruiïng te vergiftigen. Dan zou
de ontevredenheid, omdat die
dan niet stelselmatig zou zijn
gekweekt, niet in een vorm als
nu is gebeurd, zijn tot uiting
gekomen.
Maar nu de andere kant.
Er is nood. Die nood heeft
zich geuit in oproer, noch vol
gens goddelijke, noch volgens
menschelijke wetten te verdedigen.
Het oproer moest onderdrukt
worden, hoe eerder en hoe radi
caler, hoe beter. Maar daarmede
is niet alles gedaan.
Revolutionnaire elementen heb
ben het oproer, dat bedwongen
moest worden, veroorzaakt, maar
de wanhoop leeft in de harten
van duizenden, die een te gering
inkomen hebben om behoorlijk
te kunnen bestaan, of zonder
werk zijnde, van steun moeten
leven, te veel om te verhongeren
en te weinig om behoorlijk te
kunnen leven.
Wanhoop leeft in die harten
omdat er nood is, een nood die
niet weggenomen is nu het op
roer is bedwongen.
En nu is het met dien nood,
waarmede wij Amsterdamsche
predikanten dagelijks in aanra
king komen, dat wij diep zijn
gegaan. Wij waren het reeds
lang, wij hadden al veel eerder
moeten spreken. Het is ons tot
schuld, wij hebben dat erkend,
dat niet eerder gedaan te hebben.
Maar nu was het het oproer,
(Wordt verv»lgd)i
2)
Deze rol, die hij met moeite vol
hield, raakte door den wil van zijn
vader uitgespeeldhij moest een be
trekking nemen. Valentijn kwam aan
een bank. Het ambt van klerk behaagde
hem niet bijzonder, nog minder het
dagelijksch gedwongen werken. Hij
ging als een slachtoffer naar het bu
reau hij had tegelijk afstand moeten
doen van zijn vrienden zoowel als van
zijn vrijheid; hij schaamde er zich niet
over, maar hij had er het land over.
A's. wat André Ché.iier noemt, de dag
van de .goudader" kwam, greep hem
een soort koorts aan. Of hij schulden
te betalen had of het een of ander
nuttigs te koopen had, de aanwezig
heid van het goud maakte hem zoo
in de war, dat hij niet in staat was
na te denken. Zoodra hij iets van dit
zeldzame metaal in zijn handen zag
schitteren, voelde hij zijn hart trillen
en dacht hij aan niets anders dan aan
er uit te loopen, als 't mooi weer was.
Als ik zeg loopen, dan vergis ik
mijmen ontmoette hem op zulk een
dag in een goed huurrijtuig, dat hem
naar de Rocher de Concaie bracht
Uitgestrekt op de kussens, de lucht
opsnuivend of z|n sigaar rookend,
liet hij zich zachtjes wiegen, zonder
Ook maar een oogenblik aan den dag
van morgen te denken. Morgen echter
moest het weer gaan als gewoonlijk,
moest hij weer klerk wordenmaar
dat kon hem weinig schelen, als hl]
maar zijn verbeelding voldoening kon
geven. Zijn traktement van de maand
was hij zoo in een dag kwijt. Hij bracht
zei hij, zijn slechte oogenbiikken door
met droomen, en zijn goede met het
ten uitvoer brengen van zijn droomen
nu eens ontmoette men hem io Parijs,
dan weer buiten als hij goeden sier
maakte, maar bijna altijd alleen, wel
een bewijs, dat het geen ijdelheid van
hem was. Bovendien deed hij zijn
buitensporigheden met den eenvoud
van een grooten mijnheer, die zich
zelf een gril toestaat. Dat zal wel een
goede klerk zijn, zult gij zeggenmen
zette hem dan ook buiten de deur.
Met de vrijheid van den lediggang
kwamen verlokkingen van allerlei
aard terug. Wanneer men veel wen-
schen heeft, veel jeugd en weinig
geld, loopt men groot gevaar dwaas
heden te doen. Valentijn deed dan ook
vrij groote. Steeds gedreven door zijn
lust om droomen in werkelijkheid om
te zetten, kwam hij er toe de gevaar
lijkste droomen te droomen. Ik veron*
derstel, dat hij er zich van wilde over
tuigen, wat het leven kan zijn, van
iemand, die honderdduizend franken
per jaar te verteren heeft. En ziedaar
onze dwaas hindelde den geheelen dag
zoo alsof hij niet meer of minder was
dan die persoon in kwestie. Oordfeit,
waartoe dit leiden kan bij iemand met
eenig verstand en nieuwsgierigheid.
De redeneering van Valentijn over zijn
manier van leven was overigens vrij
grappig. Hij beweerde, dat aan ieder
levend schepsel het recht toekomt op
een zekere hoeveelheid genothij ver
geleek deze heeveelheid met een vol
len beker, dien de zuinigen druppel
voor dfuppel ledigen, maar die hij In
groote teugen leegdronk, Ik tel niet
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
de dagen, zei hij, maar de genoegens,
en op den d ,g, waarop ik vijf en
twintig loais uitgeef, heb ik honderd
twee en tach.ig duizend vijfhonderd
pond rente.
Bij al zijn dwaasheden, had Valen
tijn een gevoel in zijn hart, dat zijn
behoud moest zijn en dat was de liefde
voor zijn moeder. Zijn moeder, het is
waar, had hem altijd bedorvenhet is
verkeerd, zegt men, ik kan er niet over
meepratenmaar in ieder geval is het
de best en de meeste natuurlijke ver
keerdheid. De uitstekende vrouw, die
Valentijn het leven gegeven had, deed
alles in de wereld om het hem aange
naam te maken. Als alle geldstukken,
diezij stil in de hand van haar geliefd
kind had laten glijden, zich plotseling
bijeen hadden gevonden, zouden zij
een aardig stapel je gevormd hebben.
Valentijn had bij al zijn ongeregeld
heden geen andere rem dan de ge
dachte, dat hij zijn moeder geen ver
driet mocht aandoenen die gedachte
volgde hem overal. Anderzijds opende
die heilzame liefde zijn hart voor alle
goede gedachten, voor alle eerlijke
gevoelens. Het was voor hem de sleu
tel van een wereld, die hij misschien
zonder dat niet had kunnen begrijpen.
Ik weet niet, wie het eerst gezegd
heeft, dat een schepsel, dat bemind
wordt, nooit ongelukkig |s; diezelfde
had ook nog kunnen zeggen„Wie
zijn moeder liefheeft is nooit slecht."
Als Valentijn thuis kwam na de een
of andere dwaze streek
,Met hangenden vleugel en sleepen
den voet", can kwam zijn moeder hem
troosten. Wie zou de geduldige zorgen,
de schijnbaar kleine attenties, de
kleine inwendige vreagden kunnen
tellen, die de vriendschap In stilte be»
toont en waarmee zij het leven aan
genaam en licht maakt! Ik wil terloops
een voorbeeld daarvan geven.
E;ns op een dag, dat de onbezon
nen jongen bij het spel al 'i geld, dat
hij in zijn beurs hal, verloren had,
was hij in een onaangename stemming
thuis gekomen. Met zijn elbogen op
de tafei, het hoofd op de handen ge
steund gaf hij zich aan sombere ge
dachten over. Zijn moeder kwam bin
nen, met een groote bouquet rozen in
een vaas, die zij zachtjes voor hem
op de tafel zette. Hij beek op om haar
te bedanken, en zij zei glimlachend
„dat is voor vier sous". Dat was n.et
uuur, zooals gij ziet, toch was het een
prachtige bouquet. Valentijn voelde,
(oen hij alleen gebleven was dat de
geur zijn geprikkelde hersenen goed
deed. Ik zou u niet kunnen zeggen,
welken indruk een zoo zacht genot dat
zoo plotseling tot hem gekomen, zoo
onverwacht gebracht was, op hem
maaktehij dacht aan de som, die hij
verloren had, hij vroeg zich af wat
zijn moeder, die hem met iets zoo
goedkoops troostte, daarmee had kun
nen doen. Hij barstte in tranen uit, en
hij dacht aan de genoegens van den
arme, de hij zoo even vergeten had.
Die genoegens van den arme wer
den hem lief, naarmate hij ze beter
ieerde kennen. Hij had ze lief, omdat
hij zijn moeder liefhad t hij begon
langzamerhand om zich heen Ie zien
en, daar hij een beetje van alles ge
probeerd had vond hij zich in staat
alles te voelen. Is dit een voordeel?
Ik kan er nog niets van zeggen.
Kans op genot, kans op lijden.
Men zou mij van scherts verdenken
als ik zei, dat Valentijn met het toe
nemen van zijn jaren wijzer en tevens
dwazer werd het is eehter de zuivere
waarheid. Een dubbel beet.an ont
wikkelde zich in hem. Als zijn be-
geerige geest hem meetrok, hield zijn
hart hem aan huis gebonden Sloct hij
zich op om rust te nemen, dan kwam
een orgel, dat een wals speelde, het
raam voorbij en verstoorde alles. Ging
hij dan uit, en zocht hij volgens zijn
gewoonte, het plezier, dan stemde een
bedelaar, dien hij onderweg ontmoette
een aandoenlijk woord onder de vele
nietszeggende van een modedrama,
lietn tot nadenken, en hij keerde naar
huis terug. Nam hij de pen openging
hij zitten om te werken, dan teekende
zijn verstrooide pen op de kantlijn van
een dossier de silhouet van een mooie
vrouw, die hij op een bal ontmoet had.
Noodigde een vioolijk gezelschap, dat
bij een vriend bijeen was, hem uit te
blijven soupeeren, dan hield hij zijn
glas toe en dronk lustig meedan
voelde hij in z)[n zak, bemerkte, dat
1 ij zijn sleutel vergeten had, dat hij
dus bij zijs thuiskomst zijn moeder
wakker zou moeten makenhij ont
snapte en ging den geur van zijn zoo
geliefde rozen inademen.
Zoo was deze jonger, eenvoudig en
onbezonnen, beschroomd en trotsch,
gevoelig en vermetel De natuur had
hem rijk. en het toevoel had hem arm
gemaakt; in plaats van te kiezen,aan
vaardde hij de beide tegenstellingen-
Al wat hij aan geduld, nadenken en
berusting in zich had kon niet de over*
hand krijgen op de liefde voor het
plezier, en zijn grootste oogenbiikken
van onverstand konden zijn hart niet
aandoen.