Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- Vlaan deren
No. 30.
VRIJDAG 20 JULI 1 934.
50e Jaarg.
Moeders zorgen.
Binnenland.
J. C. VINK - Axel.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
Eerste Blad.
Zijn moeders voeten wel ooit
langer dan slechts een zeer korte
spann: tijds in rust?
Wordt er wel eens over na
gedacht welk een grooten afstand
zij per dag aflegt
Is het wel te verwonderen, dat
die voeten des avonds moede en
pijnlijk zijn Vol verlangen wordt
uitgezien naar het rustige avond
uurtje, wanneer weliswaar de
verstelmand opgehoopt met kou
sen of waschreparaties wacht,
maar dan volgt tenminste een
rusttijd.
Altijd in de weer, bezig met
een of ander werkje voor het
gezin, zóó kennen wij de mééste
moeders I
Haar groote liefde voor hare
kinderen doet haar echter wel
eens teveel eigen rust over het
hoofd zien. Het begint reeds
met het kleine wiegekindje en
alle zorgen om zijn welzijn, deze
vragen menigen voetstap
Zij is de aangewezen persoon
om het kleine hulpelooze wichtje
te verzorgen, te baden, te voe
den, te kleeden. Zij leidt de
eerste schreden, zijn spel, gaat
met hem uit en als een trouwe
zorg waakt zij over zijn gansche
bestaan, vraagt zich nooit af of
het soms niet te veel is wat zij
doet.
Vele moeders wenschen de
kleintjes wel eens grooter, omdat
zij zooveel werk geven, dat de
verzorging harer physieke krach
ten te boven gaat, maar wanneer
de kinderen ouder zijn, dan zien
die moeders zelve in, dat iedere
leeftijd zijn lief, maar óók zijn
leed geeft.
Dit laatste in dien zin bedoeld,
dat iedere leeftijd zijn eigen
moeiten met zich brengt, en zoo
lang als wij, moedeis leven, en
al worden onze kinderen zelf
reeds ouder, dan nog blijven de
moeilijkheden, die zij, reeds op
eigen beenen staande, ondervin
den, ons zoo ter harte gaan.
Men zegt wel eens, als de
kinderen maar eerst naar school
gaan, dan wordt het gemakke
lijker. Ook dit is niet het geval,
want het kind weet, dat hij met
al zijn zorgen en kleine verdrie
tigheden bij Moeder kan komen
en dat een enkel bemoedigend
woord van haar kant veel leed
kan opheffen.
Trouwens hoevelen hebben
geen moeite met hun lessen en
kunnen slechts met moeite mee.
Vele moeders zijn echter ge
deeltelijk zelve de schuld, dat zij
altijd zoo in de weer zijn, omdat
zij de kinderen, grooter geworden
zijnde, niet leeren zelf aan te
pakken.
Het gaat vaak zooveel vlugger
als moeder het zelf doet en hierin
ligt juist de fout. Kinderen zijn
kleine egoïsten en wennen er
zoo aan, hun moeder als altijd
dienende geest voor hen heen en
weer te zien draven.
Slechts zelden zullen zij uit
zichzelf iets doen daarom is het
noodig, de kinderen vroeg allerlei
kleine werkjes op te dragen, die
Verricht moeten worden, niet
alleen als ze zelf zin hebben,
doch eenvoudig omdat het een
opgelegde taak is.
Hoevele nachten zijn er niet,
die de onvermoeide moeder sla
peloos doorbrengt, niet alleen
omdat de moede voeten haar uit
den slaap houden, doch door de
drukkende zorgen, die de tijden
met zich medebrengen.
Zorgen om de opgroeiende
kinderen, die zij al het mooie en
ware, dat in haar was, meege
geven heeft op hun levensweg,
door woord en daad, maar die
het leven veelal zóó verbittert
door het „zwarte spook" der
werkloosheid.
De wil om te werken is aan
wezig, doch waar is de uitkomst
te vinden en hoe vaak gebeurt
het niet, dat in jonge menschen
gedachten gewekt worden door
het gedwongen nietsdoen en het
gezelschap waar zij onwillekeu
rig verzeild raken, die zij van
huis uil niet meekregen.
De trippelende kleine voetjes,
geleid door moeders zorgen,
worden eenmaal voeten van man
nen en vrouwen, die stevig in
het leven dienen te staan.
Zeker is, dat de gedachte aan
de leidster dezer wankele schre
den en de groote, dienende liefde,
die van haar uitging, haar kin
deren op eigen beenen staande
zal behoeden, ook in deze tijden
van ellende en druk, voor ver
keerde dingen.
Vrees is een slechte geleidster
en daarom willen moeders, ook
al lijkt de toekomst wel eens
donker en somber, blijven ge-
looven aan het goede, dat zij in
de harten harer kinderen hebben
gezaaid.
Alle hens aan dek
In het Conferentieoord van den
Zendingsstudieraad te Lunteren is
deze week onder leiding van
prof. dr. J. R. Slotemaker de
Bruine de diaconale conferentie
gehouden van de Federatie van
Diaconieën in de Ned. Herv.
Kerk. Deze driedaagsche bijeen
komst stak dit jaar door de be
langrijke onderwerpen, die er
behandeld werden, ver boven de
vijftien reeds gehouden confe
renties uit.
Na de huishoudelijke bijeen
komst opende prof. dr. J. R.
Slotemaker de Bruine de confe
rentie met een belangrijke
rede. Spr. heette de aanwe
zigen hartelijk welkom en wees
er op, dat ditmaal het programma
wel bij uitstek practische en ac-
tueele onderwerpen bevat De
steunregeling en de diaconale
goederen. Te noodiger zal het
zijn, zich er dan eerst rekenschap
van te geven, dat de diaconale
arbeid der kerk niet mag opgaan
in actualiteit en nauwkeurige
organisatie of administratie, zij
moet geestelijk gedragen worden
door de barmhartigheid van
Christus, die ons het dienen heeft
geleerd. De bron van alle kracht
en het richtsnoer van al het han
delen moet in Hem gevonden
worden. Dit wijst zoowel op den
zegen als op de zwaarte van de
taak. lntusschen aldus spr.
is het voortreffelijk dat de
diaconieën zich ook op vragen
bezinnen, die in den jongsten
tijd van actueele beteekenis zijn
geworden. Het bewijst, dat zij
vanuit een immer blijvend be
ginsel zich met klem aan de
wisselende eischen weten aan te
passen, Het veel gehoorde en
niet minder ongefundeerde oor
deel, dat de kerk gaarne de vaak
betreden paden rustig blijft af-
loopen, geldt van de Federatie
zeker niet,
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrïjdagvoormiddag 11 ure.
De diaconie.
Zoo zal de vergadering hande
len over-: „De diaconie en haar
verhouding tot andere steunver
leningen".
In zekeren zin, aldus spr., is
dit onderwerp oud, het vraag
stuk van dubbele bedeeling, on
derzoek, samenwerking is in
dezen kring sinds jaren bekend.
Maar door tweeërlei oorzaak
wordt dit onderwerp weer actu
eel. Ten eerste groeit de stoffe
lijke nood in tal van kringen
binnen ons volk zoodanig, dat
wij alleen door inspanning van
alle afzonderlijke krachten en
groepen daaraan het hoofd kun
nen bieden. Ieder moet mee
aangrijpen, doch systematische
bezinning op de onderscheiden
roeping is meer dan ooit nood
zakelijk. Ten tweede is de steun,
dien de overheid biedt, meer
vertakt dan in vorige tijden, zoo
dat het aantal aamakingspunten
en dus ook het aantal kwesties
is gegroeid. Spr. wees toen op
drieërleide verzekering tegen
werkloosheid, de steunregeling
voor valide arbeiders, de weik-
zaamheden krachtens de armen
wet. De werkverschaffing, die
in één adem met de steunrege
ling genoemd moet worden, werd
in verband met het onderwerp
door spr. niet uitvoerig vermeld.
Van de genoemde drie kenmerkt
de verzekering zich daardoor,
dat de verzekerde zichzelf offers
getroost, dat hij op grond van
zijn prestatie rechten kan doen
gelden en dat de genoten uit-
keering niet wisselt volgens in-
dividueeleomstandigheden. Steun
regeling en armenzorg kennen
niet de prestatie van den onder
steunde, kennen dus ook niet een
op die prestatie de premie
betaling gegrond recht en
rekenen wel met individueele
omstandigheden. Spr. noemde de
gezinsinkomsten. Ondanks deze
parallel tusschen die beide steun
methoden moet scherp onder
scheiden worden. De steunrege
ling doelt op de werklooze valide
loonarbeiders, niet op andere
behoeftigen, zij schakelt voorts
zoo mogelijk de vakbeweging in.
Echter is de verwarring tusschen
de beide takken bij het publiek
zeer groot, wat wel mede zal
veroorzaakt zijn door de omstan
digheid, dat in meerdere ge
meenten de steunregeling geheel
of ten deele loopt via Maatsch.
Hulpbetoon of Burgerlijk Arm
bestuur. Spr. ervaarde deze
verwarring dagelijks in een an
dere kwaliteit dan waarin hij
thans spreekt; telkens bereiken
hem klachten omtrent al of niet
genomen ondersteuning, hoewel
één blik in zulk een biief vol
doende is om te ontdekken, dat
het een geval geldt van armen
zorg en niet van steunregeling
voor werklooze valide arbeiders.
Deze gevallen gaan dus geheel
buiten zijn departement om en
dat mag er zich zelfs niet mee
bemoeien. Want alles wat met
de Armenwet samenhangt res
sorteert onder het departement
van binnenlandsche zaken. De
bedoelde verwarring is intusschen
geenszins de eenige. Nog een
nieuwe groep van vragen rijst,
doordat kerkelijke en particuliere
zorg zich mede het lot van de
werkloozen gaan aantrekken.
De begrenzing en de samen
werking moeten hier wel zeer
nauwkeurig zijn. Spr. verwacht
met name over dit gansche ter
rein uitvoerige besprekingen ter
conferentie, waar zoovelen samen
zijn met uitnemende ervaring en
zeker ook met ve'e vragen. Van
de onderlinge gedachtenwisseling
verwacht hij klaarheid voor de
situatie, inzicht in iedere taak,
en mede daardoor verbetering
van de hulp, die van vele zijden
ten bate der lijdenden wordt
aangeboden. Met den hartelijken
wensch dat deze eerste confe
rentiedag èn den diaconalen ar
beid èn den ganschen ondeisteu-
ningsarbeid ten goede komen
zal, verklaarde spr. de conferentie
voor geopend.
Bespreking referaat.
Van de gelegenheid om vragen
te stellen, werd zeer ruim ge
bruik gemaakt. Ook vragen
buiten het onderwerp gelegen
kwamen los. Al deze vragen
werden door den heer A. van
Geelen, directeur-generaal van
de afdeeling werkverschaffing en
steunverleening aan het Depar
tement voor Sociale Zaken en
prof. dr. Slotemaker de Bruïne
beantwoord. Zij vatten de ver
schillende vragen samen, waar
door de antwoorden op zichzelf
haast een nieuw referaat vorm
den. De heer Van Geelen be
handelde eerst de vraagis er
ook een taak voor de diaconie,
ten opzichte van werkverschaf
fing en steunverleening. Spr.
zeide, dat de taak voor de ar
beiders, die in de werkverschaf
fing arbeiden zeer beperkt was.
Met loonregelingen en arbeids
voorwaarden mag de diaconie
zich niet bemoeien. Zij kan hulp
verschaffen door den arbeider
van een behoorlijke uitzet te
voorzien als hij naar de werk
verschaffing gaat. Aftrek van het
geschonken bedrag van het loon of
de steun vindt dan niet plaats»
Bij deze zaak is het echter ge-
wenscht, dat overleg gepleegd
wordt met de steunorganen. Spr.
wees daarnaast nog op den
arbeid van den Chr. Vrouwen
bond.
Mag er hulp naast de steun-
uitkeering gegeven worden, was
gevraagd. Spr. waarschuwde
ernstig tegen wekelijksche uit-
keeringen, ook tegen die in natura
vanwege de diaconie. De steun
is te laag wordt gezegd, maar
wij moeten hierbij voorzichtig
zijn. Door toeslag zou erkend
worden, dat de regeeringssteun
onvoldoende is, en dit ligt niet
op den weg der diaconie.
De steun.
Rotterdam had opgemerkt, dat
de steun te laag was Toch moest
de heer Van Geelen zeggen, dat
op het oogenblik er veel ver
beterd was, daar het element
behoefte op den voorgrond is
getreden. Nu is naarmate het
gezin grooter is, het percentage
gestegen. In tal van gevallen
ontvangen groote gezinnen meer
bij de nieuwe regeling. Spr.
illustreerde zijn antwoord met
aan te nemen een gezin met vier
kinderen te Rotterdam. Dit gezin
ontvangt f 12, vier maal kinder
toeslag ad f 1.35 en f3 huurtoe-
slag. Bij een gemiddeld inkomen
van f 32 ontvangt het gezin nu
aan steun f 20.40. Bij gemiddeld
inkomen van f28, f 18 74.
Het uitkeeringspercentage is in
sommige gevallen, bijv. bij ge
zinnen met 10 kinderen, opge-
loopen tot 90 pCt. Daarbij rijst
zelfs de vraag of dit niet rem
mend werkt op de pogingen, om
weer werk te zoeken. Uitvoerig
besprak spr. nu nog enkele bi-
zondere gevallen, die hem door
de vergadering gesteld werden.
Prof. dr. Slotemaker de Bruïne
bracht den heer Van Geelen
dank voor een breedvoerige be
antwoording. Het werk der
steunverleening vervolgde hij
is ontzaglijk moeilijk. Wij
kunnen het op tweeërlei wijze
doen. Eenerzijds bureaucratisch,
anderzijds, en zoo wordt het
gedaan, met kennis van de per
soonlijke omstandigheden. Dit
kan zoo voortgaan door contact
met de menschen uit de practijk
te houden. Dit was ook de
groote waarde van dezen dag.
Enkele vragen, die de heer
Van Geelen niet meer kon be
antwoorden, werden vervolgens
door prof. dr. Slotemaker de
Bruïne beantwoord. Hij behan
delde eerst twee gevallen, die
buiten de steunverleening vielen,
n.l. den noodtoestand van den
middenstand en van het schip-
persbedrijf. Wat zal de overheid
met de middenstanders, onze
zelfstandigen doen De Regee
ring staat op het standpunt, dat
voor hen geen steunregeling ge
maakt kan worden. 'Een der
redenen daarvoor is, de buiten
gewone moeilijkheid om de ge
zinsinkomsten te controleeren.
leder zal moeten toegeven, dat
een algemeene regeling niet ge
maakt kan worden.
Bij de schippers is de moei
lijkheid, de bepaling van het
domicilie. Spr. wees op het
antwoord, dat de heer De Jong
van Amsterdam, directeur van
het schippersfonds reeds had
gegeven. Deze had medegedeeld,
dat er een commissie was ge
vormd, die spoedig rapporteeren,
hoe de schippers geregistreerd
moeten worden. De ondersteu
ning zal centraal geschieden.
Er was voorts opgemerkt, dat
de nood in Rotterdam, ontzettend
hoog is, en de gemeente de bij
drage niet meer kan verhoogen.
De voorzitter moest echter met
nadruk opmerken, dat een der
gelijke financieele toestand van
een gemeente niets te maken
heeft met de grootte van het
steunbedrag.
Spr. heeft ook bepaald, dat
kleine spaarbedragen voor be
paalde doeleinden, niet in reke
ning worden gebracht bij het
bepalen van het steunbedrag.
Aangaande de dubbele bedeeling
door overheid en diaconie, zeide
spr., dat dit niets te maken heeft
met het aantal inwoners eener
stad. We moesten streven naar
enkelvoudige ondersteuning. Spr.
herinnerde er aan, dat in normale
tijden alle menschen, die onder
steund moeten worden eigenlijk
verzorgd behooren te worden
door de diaconie. Voor de op
lossing van de nu heerschende
moeilijkheden moet men daarvan
uitgaan.
Bij de beoordeeling van den
werkloozensteun vraagt men nooit
waar het geld vandaan moet
komen.
Men kan zeggen, het geld
moet er zijn. Spr. moet daar
anders over oordeelen, wat er
is, kan uitgegeven worden, meer
niet. In het algemeen wordt de
groote wereldverarming niet be
seft. Altijd Iet men op de werk
looze valide arbeiders, die onder
de steunregeling vallen. Deschip
pers, visschers, enz. vergeet men,
Dat is onrecht, Meer dan één
diaconale kas is leeg, In meer
dan één gemeente heeft het Bur
gerlijk Armbestuur *ijn uitkee-
AXELSCHE
COURANT
9