Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- VIaan deren, -No. 26. VRIJDAG 6 JULI I 934. 50e Jaarg. J. C. VINK - Axel. De Prins overleden. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdaer- en Vrndao-vonrmlHHao- n Eerste Blad. Het bericht was tè ontstellend, tè aangrijpend, om daarop com mentaar te schrijven, toen we den inhoud daarvan Dinsdag middag vernamen, kort vóór het ter perse gaan van ons blad. Het leek ons zelfs in den beginne nog ongelooflijk, gezien de gun stige berichten, die dagelijks aan de pers werden medegedeeld omtrent den toestand van Prins Hendrik. En nog staat men voor het onverwachte van dit verschei den, al wordt het nu meer be grepen en dringt de werkelijk heid meer tot het bewustzijn door, dat Prins Hendrik zoo was gestorven, zonder dat zijn be minnelijke Gade en zijn liefheb bende dochter hem het afscheid voor eeuwig hadden kunnen toe spreken. Op zichzelf is dat smar telijk, maar het is zelfs door de hoogste menschelijke wetenschap niet te voorzien geweest en daar om moet er in berust worden. Z.K.H. HENDRIK WLAD1M1R ALBERT ERNST, Prins der Ne derlanden, en Hertog van Meck lenburg Schwerin, geboren op 19 April 1876, is op 58-jarigen leeftijd overleden. Met diepe, diepe deernis heeft geheel ons volk de droeve tijding ontvangen. Sombere schaduwen liggen in dezen tijd over het Oranje-huis. Het is in de geschiedenis van ons volk en van onze dynastie méér voorgekomen, dat in korten tijd harde slagen vielen. Zoo ook nu. Nog verkeeren wij onder den droeven indruk van het overlijden der vereerde Koningin-Moeder, of een nieuwe rouw daalt over ons volk en over ons vorstenhuis. En met gebogen hoofd staat onze natie opnieuw bij een koninklijke lijkbaar. Wij gedenken met diepen eer bied den Gemaal onzer Koningin, nog in de kracht zijner jaren weggerukt. Wij gedenken onze geliefde Vorstin, die na haar Moeder, haar Man verliestdie in eenige maan den tijds Wees werd en Weduwe en van wiens levens- en geest kracht door den Almachtige thans zoo ontzagelijk veel wordt ge vergd, al weten wij dat zij, in haar diepe Godsvrucht, zeggen zal„Zijn wil geschiede Wij gedenken onze lieve Prin ses, die een Vader missen moet waaraan Zij zoo innig gehecht was. Sta ons volk sterk, in de troost, dat zelfs na de zwartste dagen Nederland toch altijd weer ge zegend is geworden en leide deze nieuwe slag ook weer tot nieuwe en nog sterker saamgebondenheid Voor de 34ste maal herdacht Prins Hendrik onlangs zijn ge boorte-dag te midden van het Nederlandsche volk. 22 jaar na dat de jonge Duitsche Prinses Emma van Waldeck Pyrmont in ons land kwam als de gemalin van onzen laatsten Koning, kwam de jonge Duitsche Hertog Hen drik van Mecklenburg in ons vaderland, om de gemaal te wor den van 's Konings eenig over gebleven kind: Prinses Wilhel mina. Het was op het eind van het jaar 1900, dat de toenmalige Minister-President, mr. N. G. Pierson, op Het Loo werd ont boden, waar hem mededeeling werd gedaan van de verloving van de Koningin met Prins Hen drik, en nadat kort daarop de Staten-Generaal toestemming had den gegeven tot het huwelijk een toestemming, door de Grondwet vereischt, traden Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik op 7 Februari 1901 in den echt. Eenige maanden later vierde de Prins voor de eerste maal zijn verjaardag in zijn nieu we vaderland en onder zijn nieu we volk. En wij weten te spre ken in den geest van ons volk, wanneer wij aan zijn nagedach tenis de betuiging brengen van oprechte en eerbiedige sympathie en van hartelijke waardeering voor de wijze, waarop hij onder ons heeft verkeerd en heeft deel genomen in en aan zoo ontzag lijk veel, dat voor het Neder landsche volk in lief en leed van belang was. Zijn positie, als gemaal van een regeerende Vorstin, was ze ker niet gemakkelijk. Het was de eerste maal, dat gedurende de regeering der dy nastie van Oranje-Nassau een man in een dergelijke positie stond Immers, vóór de troonsbe stijging van Koningin Wilhelmina hadden steeds mannen uit het Vorstenhuis geregeerd, en het zal duidelijk zijn, dat de positie van gemaiin van een regeerend vorst over het algemeen heel wat gemakkelijker en heel wat dankbaarder is dan die van ge maal van een regeerend vorstin. Prins Hedrik was de eerste man Prinsessen waren er reeds vroeger geweest die in een dergelijke positie kwam te staan en hij heeft als zoodanig in het wel en wee van ons volk van harte deelgenomen. Dit zij een troost voor H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana en ongetwijfeld zullen zij gesterkt worden door de warme deelneming, die ons gansche Volk in al zijn geledingen weer be toont op velerlei en veelvuldige wijze. En niet het minst door de waardeering die in het Volk leeft en waaraan de Pers uiting geeft over het werk, dat Z. K. H. Prins Hendrik deed in 't belang van ons land, als Nederlandsch Staatsburger en over de sympa thieke verhouding waarin hij tot ons Volk en het Nederlandsche Volk tot Hèm stond. Hij had het vertrouwen en de achting als een Vorst en indien het noodig en mogelijk ware geweest, had men Prins Hendrik de hoogste belangen van het Land toever trouwd, als ware hij Nederlandsch Koning. Liefdadigheid, werklust een voud, innemendheid, openhar tigheid, het waren de eigenschap pen, waardoor we spraken van ,De Prins" of „Prins Hendrik" of Hij onze kameraad was. Nimmer sprak uit de Prins trotsch of gemakzucht, waartoe zijn toestand, die het land geen verantwoording schuldig was, zoo licht aanleiding zou kunnen zijn. Neen, de Prins wilde werken voor de lijdende menschheid en meeleven met het Volk, dat hij spoedig leerde kennen en dat Hem spoedig had gewonnen. Herinneren we met een enkel woord aan het Roode-Kruiswerk. Niemand heeft zoo lang de leiding van het Roode Kruis ge had, als hij. Het Nederlandsche Roode Kruis, in 1867 op initiatief van Koning Willem 111 opgericht, had reeds 4 voorzitters gehad, toen bij Koninklijk Besluit van 16 December 1908 Prins Hendrik als zoodanig werd aangewezen. Reeds in 1907 was hij, bij de ramp van de Berlin, die nog steeds in ons land niet vergeten is, nauwer met het Roode Kruis en met het Nederlandsche red dingswezen in aanraking gekomen en toen de Koningin hem kort daarop tot president benoemde, heeft hij hiervan een belangrijk deel van zijn levenstaak gemaakt. Zooals Koningin Emma haar naam verbond aan de tuberculose bestrijding, zoo deed Prins Hen drik het aan den arbeid van het Roode Kruis. Vele malen zijn Nederlandsche ambulancen uitgezonden, niet al leen naar slagvelden in andere landen, maar ook naar landen, waar vreeselijke ziekten waren uitgebroken en waar ook onze doktoren, verplegers en verpleeg sters, onder het teeken der alge- meene christelijke menschenliefde, het teeken dat niet vraagt naar nationaliteit, geloof of richting, hun zegenenden en gezegenden arbeid hebben verricht. En wat ons eigen land betreft, als er nood moest worden gele nigd, als er in bepaalde streken een ramp was uitgebroken, hoe vaak was het Roode Kruis paraat. Dit alles is geschied onder de leiding van Prins Hendrik, die zijn taak als voorzitter met groote toewijding heeft opgevat, die eiken dag present was in het ge bouw aan de Prinsessegracht, er alle vergaderingen presideerde, en die, als hij op Het Loo ver toefde, keer op keer overkwam om de aan zijn voorzitterschap verbonden arbeid te verrichten. En hij deed dit eenvoudig, hof felijk, joviaal, zooals zijn aard was. Het personeel, dat in het Roode-Kruis-gebouw zijn taak vervult, heeft die hoffelijkheid, dien eenvoud en die tegemoet koming van den president her haaldelijk mogen ondervinden. Heel zijn aangename en onge kunstelde persoonlijkheid heeft hij aan den arbeid voor het Roode Kruis gegeven, en het was daar ook onder algemeene en zeer hartelijke deelneming, dat hem onlangs op zijn zilveren feest hulde en dank is gebracht. Eensluidend zijn de artikelen in de groote Pers ook in het Buitenland vo! achting en deelnemend in het zoo vroeg verscheiden van Zijne Koninklijke Hoogheid, in het verlies voor H. M. de Koningin en vooral voor H. K. H. Prinses Juliana, die op zoo'n korten tijd twee geliefde panden zien ten grave keeren. Ja, staan we even stil bij den toestand van deze twee vrouwen. Wie kan zonder ontroering zich Harer toestand indenken Het was de vorige week juist een halve eeuw geleden, dat onze laatste kroonprins stierf. Toen restte van de mannen uit het Oranjehuis alleen nog de oude koning, wiens levensavond te dalen begon. In 1890 ging ook hij, aldus lezen we in „de Avp." En daarna stonden er slechts twee vrouwen bij den Troon Emma, de Regentes, en Wilhel mina, de Prinses. Dit heeft elf jaar zoo geduurd. Toen kwam de jonge Duitsche Hertog, die Prins der Nederlan den werd. En wéér was er een man in de dynastie, in Het Ko ninklijk Huis. De beide vrouwen waren niet zoo eenzaam meer. Acht jaar later werd een kind geboreneen meisje. En dit Koninklijk gezin van vier perso nen hechtte zich vast en vaster in het hart des volks. In het afgeloopen voorjaar ontviel ons de vereerde Vrouw, die onder de zuiverste en innigste droefe nis van heel ons volk werd uit gedragen. En nu wie had het vandaag voor een week nog kunnen denken nu is de i Prins dood, nu is ook hij, even als Koningin Emma, in zijn tweede vaderland gestorven. En weer, als in 1890, staan er twee vrouwen om en bij den Troon Wilhelmina en Juliana. Leeger, eenzamer, is het nu ook weer geworden om den Troon. Weer staan er, als in 1890, twee vrouwen alléén. Het is haast tragisch, dat Prins Hendrik is heengegaan, zonder dat één van die twee aan zijn sterfbed stond. Maar niemand heeft dit kunnen voorkomen. Onze Vorstin, die niet alleen door genegenheid, maar ook door een volmaakt plichtsgevoel gedreven, dadelijk naar huis terugkwam, toen zij in Zwitserland het eerste bericht van 's Prinsen ziekte ontving, was vrijwel den geheelen morgen bij zijn sponde geweest; juist toen zij weg was, stierf hij. En onze Prinses? Ook naar haar, die door haar afwezigheid dit plotselinge verlies des te harder moet gevoelen, gaat onze innige, diepe genegenheid uit. Weer valt een zwarte schaduw over haar jeugd. Zij heeft haar vader, van wien zij zoo innig veel hield (het is bekend, dat er tusschen die beiden een zeer hartelijke verstandhouding be stond) niet meer mogen zien. Herhaaldelijk heeft zij de laatste dagen naar het Paleis getelefo neerd, doch haar terugkomst werd niet noodig geoordeeld. Kritiek hierop te oefenen past ons niet de geneesheeren zullen er hun redenen voor hebben gehad, al is het innig jammer, dat het zoo gegaan is. Maar dès te tragischer is het dat, terwijl zij van plan was haar vader gisteren te komen bezoeken, zoo onverwacht de dood aan alles een einde maakte. Stralend en blijde kwam zij onlangs in Engeland aan, om er haar vacantie door te brengen verslagen en schreiende heeft zij het Dinsdagavond verlaten. Zoo valt ook het leed in de jeugd van koningskinderen. De laatste oren. Omtrent den even plotselingen als schokkenden dood van Z.K.H, Prins Hendrik, kunnen wij nog mededeelen dat H M. de Koningin Maandagavond een belangrijke conferentie had met de genees heeren Hannema en Goteling Vinnis, die toen den toestand nog niet ernstig inzagen. Gedurende den nacht van Maandag op Dins dag was de patiënt onrustig, doch in den vroegen ochtend viel hij in slaap en deze slaap duurde tot half 12. Na zijn ontwaken heeft de Prins langen tijd met de Koningin gesproken, in tegen woordigheid van dr. Hannema. De pols was toen iets zwakker, doch de Prins zeide zich goed te voelen en om 1 uur gebruikte hij zelfs een lichte lunch. Dr. Hannema onderzocht hem toen nogmaals, en kort daarna om half twee had de nieuwe hart' aanval plaats, die zonder dat de Prins heeft geleden schier onmid dellijk den dood bracht. De Koningin was voor korten tijd ter afwikkeling van zaken naar het Paleis aan het Lange Voorhout gegaan en werd direct gewaarschuwd, doch hoe kort de af te leggen afstand ook was, H M. kwam te laat om den Prins nog in leven te vinden. Persoon lijk heeft de Koningin met H.K.H. Prinses Juliana getelefoneerd om haar het droeve nieuws voor zichtig mede te deelen. H.M. was diep onder den in druk van het heengaan van haar gemaal, die Haar slechts enkele maanden na het heengaan van de Koningin-Moeder ontvalt. De Koningin heeft tot ongeveer vijf uur in het Paleis Noordeinde vertoefd. Toen is H.M., verge zeld van haar adjudant, luit.-kol. De Jonge van Ellemeet, per auto. naar het Paleis Huis ten Bosch vertrokken. Prinses Juliana. De Prinses is, diep ontdaan, Dinsdagavond van het Victoria- station te Londen vertrokken, uit geleide gedaan door de graaf van Athlone en prinses Alice, gravin van Athlone. Prinses Juliana had, in den loop der laatste dagen herhaaldelijk getelefoneerd om te informeeren of Haar overkomst noodzakelijk was. Men was echter van meening dat dit niet dringend geboden was, H.K.K. besloot daarom zoo als reeds eerder gemeld werd, Woensdag een bezoek aan haar vader te brengen. Zoo weinig was men op deze tragische wen ding voorbereid, dat reeds vast gesteld was dat de Prinses den zelfden avond weer naar Londen terug zou keeren, teneinde aldaar nog eenigen tijd door te brengen. Naar men uit Londen meldt was het gezicht der Prinses met tranen bevlekt en zij droogde met een zakdoek haar oogen. De Prinses had niet eens de tijd ge had om rouw-kleeding aan te doen en was in het zilver-grijs gekleed. Haar smart greep allle aanwezigen aan. De officieele vertegenwoordigers der spoorwe gen en leden van haar gevolg waren in de rouw. Toen de trein op het punt stond te ver trekken, tikte Prinses Alice haar bemoedigend op den schouder en kuste haar ten afscheid. Prin ses Juliana zeide daarna den graaf van Athlone vaarwel en boog ernstig voor de aanwezigen op het afgezette perron. Daarna betrad zij haar compartement. Buiten enkele ingewijden scheen niemand in Hoek van Holland te weten, dat op den kouden Juli morgen Koningin Wilhelmina zou aankomen, om haar dochter Prinses Juliana bij haar droeve thuiskomst te begroeten. Reeds vóór zessen kwam er publiek. Enkele nieuwsgierigen wilden de Prinses zien. Vijf minuten over zes verschenen drie hofauto's op het terrein, waarin de Koningin, met haar gevolg, die reeds om half zes van het Huis ten Bosch uit de residentie vertrokken was. De Koningin was vergezeld van freule Schim- melpenninck en haar adjudant jhr. de Jonge van Ellemeet. Zij wandelde naar den steiger aan den waterkant en tuurde naar den mond van den Waterweg) wachtende op haar dochter, om haar persoonlijk het droeve verlies AXELSCHE COURANT

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1934 | | pagina 1