Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- VI aan deren.
Tijdig gered.
No. 24
VRIJDAG 29 JUNI 1 934
50e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Meten met twee maten
FEUILLETON.
Binnenland.
Landbouw.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Eerste Blad.
Blijkens verslag van den ge
meenteraad van Zaamslag was
bij het gemeentebestuur aldaar
bericht ingekomen van den Mi
nister van Sociale Zaken, dat
ZExc. geen vrijheid kon vinden
om aan de gemeente ontheffing
te verleenen met betrekking tot
de verdiensten van de vrouw
van een gesteunde met kinderen
Dit is een korte en voor niet
ingewijden onduidelijke zin. Zi
komt, nader verklaard, neer op
het volgende feitEr zijn werk-
loozen, wier vrouwen als zgn
werkvrouw fungeeren en als zoo
danig natuurlijk verdiensten
hebben.
Nu wilde de Raad van Zaam
slag, dat bij steun aan werkioozen
die verdiensten buiten beschou
wing bleven, maar dat mag
zonder toestemming van de Re
geering niet. Daarom had de
Raad aan den Minister toestem
ming gevraagd en daarop is
afwijzend antwoord gekomen.
Wij vinden dat niet in den haak.
Op zichzelf is het prijzens
waardig dat vrouwen, die vol
doende vrijen tijd hebben, hun
inkomsten trachten te vermeer
deren, en ofschoon we geen
voorstander zijn van vrouwenar
beid in de industrie, op kantoor
en in 't algemeen daar, waar het
werk door jongens en mannen
gevoegelijk kan en o.i. behoort
te worden gedaan, achten we het
nog een gelukkig feit, dat er
zulke vrouwen zijn. Er zou in-
tusschen ook nog wel een lans
te breken zijn over de vraag of
het eigenlijk niet beter ware, dat
ook alle vrouwenwerk, voorzoo
ver het niet haar eigen gezin
betreft, door ongehuwde diende
te geschieden, maar dat behoort
nu niet tot de strekking van dit
artikel.
Waar we op wilden wijzen is
dit, dat in Den Haag en mis
schien als gevolg daarvan ook
van uit de provinciën en de ge-
Engelsche vertaling.
43)
De dorpss'a^er stond weer in de
deur van zijn winkel en sloeg mij met
belangstelling gade.
Moest mijnheer de dames van
Redlip gesproken hebben?, vroeg hij.
Ik wist niet dat ze er niet meer
woonden, autwoorde ik.
Ze zijn een veertien dagen gele
den vertrokken, legde hQ uit. On
verwachts. Niemand wist dat ze
plan hadden heen te gaan.
Weet u ook waar ze zijn heen
gegaan vroeg ik.
Hij schudde het hoofd. Niemand
weet het, hier in het dorp ten minste
niet. Harrods heeft ze verhuisd.
Ik keerde met den eersten trein
naar Londen terug en ging onmiddel
lijk naar Harrods, maar daar werd ik
niet wijzer. De firma had de meube
len van mevrouw Stanton gehaald en
opgeborgen, maar waar de dames op
het oogenblik vertoefden, wist men
niet. Waarschijnlijk ergens aan de
Zuidkust. Mevrouw Stanton had ge
zegd, dat ze voor haar gezondheid
Redlip moest verlaten.
Ik was boos op mijzelf. Voor de
tweede maal had ik gewacht tot het
te laat was. Ik had onmiddellijk na
Peter Langley's bezoek naar Agnes
moeten gaan mijn eigen wil moe.
ten doen en niet naar eens anders
raad luisteren. Ik had naar de in-
ipraak van mijn hart moeten luisteren
meenten allerlei cumulatie van
betrekkingen wordt gesanction-
neerd, m. a. w., dat men toe
staat, dat ambtenaren klein en
groot, die in de gelegenheid zijn
we gelooven, dat alleen onder
wijzers uitgesloten zijn om
nog andere loonende betrekkin
gen waar te nemen, daartoe de
gelegenheid hebben. Zeker, offi
cieel wordt het in de instructie's
soms verboden, maar in de prak
tijk wordt het zienderoogen toe
gestaan. Het gevolg daarvan is,
dat zeer veel ambtenaren meer
dan één bron van bestaan heb
ben, die elk voor zich aan een
gezin voldoende inkomsten op
levert, dat er een gezin van zou
kunnen bestaan.
Afgezien nog van tal van amb
tenaren en onderwijzers, wier
vrouwen ook een betrekking be-
kleeden.
Veel is hierover in de dagbla
den geschreven en ook is er al
veel over gesproken, maar men
schijnt daar nu eenmaal geen
eind aan te kunnen of durven
maken. We zullen dit niet be-
oordeelen, maar wat we in dit
licht gezien v e r oordeelen, is,
dat de Minister een schrijven
uitzendt, als in den aanhef van
dit artikel wordt bedoeld en
waarvan de consequentie zoek is.
Om het scherp te stellen kun
nen we dus zeggen, dat een
ambtenaar zonder eenige aftrek
van salaris twee of meer goed
betaalde betrekkingen kan waar
nemen we denken in dit ge
val ook aan enkele Tweede Ka
merleden, die we zoo langzamer
hand ook als vaste ambtenaren
kunnen beschouwen en dat
als een werklooze zijn echtge-
noote uit werken laat gaan, hem
van deze extra verdiensten twee
derde in mindering wordt ge
bracht van zijn steunuitkeering.
Waarom begint men ook hierin
niet van boven af
We zullen hierover geen nader
commentaar geven, maar consta-
teeren alleen, dat het jammer is,
dat bij alle pogingen die van
overheidswege worden gedaan
om het volk tot eenheid te bren
gen en te houden, men zich niet
een beetje meer inspant om
allerlei misstanden (er zijn zoo
vele), die het rechtvaardigheids
gevoel van den burger krenken,
op te heffen of te verzachten.
Dat zou meer berusting geven,
dan het invoeren van nieuwe
spelregels.
en niet moeten overleggen. Nu was
mijn kans weer verkeken.
Den volgenden morgen ontving ik
mijn brief aan Agnes als onbestelbaar
terug.
Overal deed ik navraag, maar zon
der resultaat. Agnes en haar moeder
waren blijkbaar opzettelijk hun oude
bekenden ontloopen en ze waren niet
te vinden.
Engeland zouden ze wel niet verla
ten hebben. Als het November was
geweest zou er nog veel kans ge
weest zijn dat zij naar het Zuiden
van Frankrijk of naar Egypte waren
veit'okken, maar het was April en
dus niet de tijd voor zulk een reis.
Ejn oogenblik dacht ik er aan de hee-
le Zuidkust af te reizen om hen te
zoeken, maar dat was me alleen om
mfjn werk al onmogelijk. Ik kreeg het
steeds drukker en mijn verantwoorde
lijkheid werd steeds gror ter.
Dus moest ik berusten in de hoop
dat het lot ons mogelijk weer te ra
men zou brengen of dat ik hun weljop
het spoor zou komen, hoe ellendig
mij deze berusting ook stemde.
HOOFDSTUK XXVIII.
Tegen het einde van Augustus
nam ik een paar weken vacantie. Den
heelen zomer had ik hard gewerkt en
ik had behoefte er eens uit te zijn,
aan andere dingen dan mijn werk te
denken, ance e menschen te zien en
te spreken. Tijdens mijn drukken ar
beid had ik geen andere verpoozing
gehad dan mijn Zondagen op Greens
lade, met nu en dan een paitii golf
met mijn vader en den Hon. R ipert
Bloar, zijn vriend. Ik kwam tot de
ontdekking dat deze jeugdige vriend
mijns vaders eed geregeld bezoeker 1
Lood om oud lJzer.
Door den Minister van Bin-
nenlandsche Zaken is aan de
Gemeentebesturen het volgende
schrijven gericht:
Bij de mondelinge behandeling
op 17 April 1934 in de Ilde Ka
mer der Staten-Generaa! van het
wetsontwerp tot wijziging van de
Pensioenwet 1922 in zake het
„imperatief stellen van het pen-
sioenspremieverhaal", werd door
mij de toezegging gedaan, dat,
zoodra dit wetsontwerp wet zou
zijn geworden, een circulaire zou
uitgaan, om de gemeentebesturen
kennis te geven van de wensche-
lijkheid, om salarissen, die toch
reeds aan den lagen kant zijn,
met 1 V« pet. te verhoogen.
2. Nu dit wetsontwerp tot wet
is verheven en dus met ingang
van 1 Juli 1934 het verhaal voor
pensioensbijdragen bedoeld in
het vierde lid van artikel 36 der
Pensioenwet imperatief zal wor
den voorgeschreven, ga ik tot
uitvoering van deze toezegging
te gereeder over, omdat bij aan
schrijving van mijn departement
van 24 April 1934, No. 17849,
Afd. A. Z.. de gemeentebesturen
worden uitgenoodigd, om, voor
zoover hunne salarisregelingen
mochten uitgaan boven het Rijks-
peil en boven den plaatselijken
loon- en levensstandaard, deze
regelingen met spoed daarmede
in overeenstemming te bre igen.
3. Voor goed begrip worde
vooropgesteld, dat het hierna
volgende in geen enkel opzicht
afbreuk doet aan hetgeen van
regeeringszijde reeds is medege
deeld omtrent de noodzakelijk
heid van verlaging van salaris
van Greenslade was. Het doel van
zijn bezoeken was blijkbaar politieke
conversatie met mijn vader. Hij was
particulier secretaris van den eersten
Lord der Admiraliteit en de oudste
zoon van Lord Harringay. Mijn vader
was zeer gevleid en blijkbaar te zeer
verdiept in zichzelf en in de belan
gen van zijn partij om te bemerken,
dat Bloar geen grein belang in hem
stelde, noch in zijn politieke beschou
wingen, maar dat hij tot over zijn
ooren verliefd was op Effie. En Effie
bleek wel van zijn attenties gediend,
hoewel ik nog niet uit kon maken
wat haar meer aantrok, de man of de
titel.
Persoonlijk trok Bloar mij wel aan
en dus hield ik mijn oogen open en
mijn mond dicht. Ik vond het jammer
van Charlie Drew, want ik wist dat
Effie grooten indruk op hem bad ge
maakt. Maar wat kon ik doen
Na eenige overdenking besloot ik
mijn vacantie in Trevisco te gaan
doorbrengen. Er was geen plaats, die
mij, zoowel om zichzelf als om zijn
herinneringen, meer aantrok en waar
ik kon verwachten, zoo welkom te
zijn.
William Tresidder verwelkomde mij
met tranen in zijn oogen en zijn vrouw
lachte tot ze trilde als een gelatine-
pudding en ik bang werd dat ze uit
haar japon zou barsten.
Wel, heeremetfid, jongelief, wat
ben ik blij je weer es te zien. Laat
j« koffers daar maar staan. Daar zal
Wil wel voor zorgen. Ik heb fijne
ham en versche eitjes. Je ziet er uit
als een kip, die in dagen niet gegeten
heeft. Je mot heusch wat meer lachen
om dik te wofden. Kijk maar naar mij.
Ja, moeder «Tresidder, zei Ik,
normen in gemeentelijke regelin
gen en dat toepassing van het
navolgende slechts zal dienen te
geschieden in die gevallen, waarin
op den voet van het rapport
der Commissie-Schouten be
paaldelijk sprake zou zijn van
een „exces", ontslaan tengevolge
van bovenbedoelde maatregelen.
4. Het is intusschen gebleken,
dat in vele gemeenten van een
salarisverlaging voorshands rede
lijkerwijs geen sprake meer kan
zijn, en dat het te betreuren zou
zijn, indien door de noodzakelijke
verhooging van het pensioens-
premieverhaal de salarissen nog
zouden dalen.
5. Ik moge daarom in over-
we§'ng geven, om, indien de
salarissen reeds zoo laag zijn,
dat deze niet verminderd kunnen
worden, ze met ingang van 1 Juli
e. k. te herzien in diervoege.dat
de op deze datum ingaande ver
hoogde aftrek voor pensioens
bijdragen wordt gecompenseerd
door een salarisverhooging.
6. Want het verhoogen en im
peratief stellen van het pensioen-
premieverhaal heeft geenszins de
bedoeling, de salarissen te treffen,
doch beoogt alleen het verkrijgen
van uniformiteit in het verhaal
van pensioensbijdragen.
De vereenigingsraad van
de V.A R A heeft, blijkens bericht
in het „Volk", tot omroepsecre-
taris, als opvolger van den heer
Zwertbroek, benoemd de heer A.
Pleyner, thans redacteur van „De
Voorwaarts".
Luchtbescherming.
Naar wij van bevoegde zijde
vernemen, heeft dezer dagen de
aanbieding aan den Minister van
Binnenlandsche Zaken plaats ge
had van het verslag van de
interdepartementale commissie,
welke tot taak had der regeering
van advies te dienen nopens het
treffen van wettelijke voorzie
ningen ter bescherming van de
bevolking tegen de gevolgen van
aanvallen uit de lucht.
Het handelt ook over het treffen
van maatregelen die zekerheid
scheppen, dat hier te lande geen
minder deugdelijke gasmaskers,
bestemd voor de burgerbevolking,
in den handel zullen worden
gebracht.
je ziet er oog uit als het eeuwige
leven. En je zult me gelukkig maken
met je ham en eieren.
Dat wist ik wel, laclti zij. Ik
zei het al tegen William. Hij zei dat
ik schapenvleesch voor je moest bra
den. Maar ik zeg tegen 'mje weet
'r niks van. Schapenvleesch eten ze
in Londen eiken dag. Maar ham, zoc-
als wij ze hebben en versche eieren,
krijgt-ie in Londen nooit.
De kleine gelagkamer zag er ge
zellig uit met het groote open raam
dat op den tuin uitkwam achter den
tuin de hooge olmen en daarachter in
de verte „De Hofstede". Ik ging bij
dat raam zitten om te eten. Het was
een warme, stille avond. Geen geluid
stoorde de stilte, behalve het gonzen
van late insecten. Ondanks den sma-
kelijken maaltijd waren mijn gedachten
niet zeer opgewekt.
Het was mij of ik mijn tijd en mijn
jeugd verknoeid had in een onvrucht
baar zoeken naar iets onbereikbaars.
Jeugd Mijn jeugd was al grooten-
deels voorbij Hoeveel jaren had de
rustelooze tgd mij al ontstolen. Soms
wenschte ik Trevisco nooit gezien te
hebben. Dan zou Agnes Stanton mijn
weg niet hebben gekruist en ik zou
mijn liefde niit hebben verspild aan
iemand die ze niet scheen te kunnen
beantwoorden.
Mijn gedachten werden onderbroken
door het binnenkomen van dr. Tonkin.
Juffrouw Tresidder had hem een bood
schap gezonden en hij was onmiddel
lijk gekomen om mij te begroeten
en natuurlijk te vragen naar nieuws
Van Enid.
Ik vertelde hem allerlei en kwam
ten slotte tot de avonturen met Peter
Langley, Hoe wfj de schurken op hef
Centralisatie der crisis-
steun verleening.
In de memorie van antwoord
inzake het wetsontwerp tot na
dere wijziging van de Land-
bouw-crisiawet 1933 en intrek
king van de Tarwewet, de Cri-
sis-Varkenswet wordt gezegd,
dat verdere toepassing van de
Landbouw-crisiswet op zuivel
producten slechts op afdoening
van het onderhavige wetsont
werp wacht.
Er bestaat geen bezwaar tegen
samenwerking met en inschake
ling van de belanghebbenden
b(j de uitvoering. De invloed
van belanghebbenden zal bij de
komende centralisatie worden
vergroot.
Bet ligt in de bedoeling de
besturen van de nieuwe hoofd-
centralen te kiezen uit de be
stuursleden van de provinciale
organisaties en waar noedig
eveneens personen uit den han
del en wellicht uit de industrie
daarin te betrekken.
Aan een zeker aantal contro
lediensten onder een eenvoudige
leiding te hebben. De „sanee-
ringspogingen" der regeering
mogen niet beschouwd worden
als pogingen om de bedrjjven
weer rendabel te maken, doch
als aanpassing van de productie
zoo mogelijk aan de binnen
landsche consumptie, vermeer
derd met mogeiijken uitvoer.
Een tegemoetkomende hou
ding van de regeering t a v. de
overneming van kalveren is
niet te verwachten, voora! flnan-
cieele bezwaren verzetten zich
hiertegen.
Ook de regeering acht omzet
ting van grasland in bouwland
gewenscht, maar kan nog geen
vrijheid vinden deze dwingend
voor te schrijven.
Het systeem van de prijsver-
spoor waren gekomen, hen hadden
verrait en ze tenslotte hadden laten
ontsnappen naar Zuid-Afrika. Dit
laatste kon zijn goedkeuring niet weg
dragen.
Je moet begrijpen, zei ik, dat
we op dat moment nog niet wisten
wat voor een oplichter hij eigenlijk
was dat kwam eerst allemaal uit
toen hij weg was en wij waren
volstrekt niet zeker of de rechtbank
termen zou hebben kunnen vinden
voor een beschuldiging van brand
stichting en poging tot moord.
Ik denk van wel, antwoordde hij,
Maar Langley dacht in de eerste
plaats -' aan Enid, vervolgde ik, en
dat deed hem tot toegeeflijkheid be
sluiten.
Ja, dat begrijp ik.
De vent is hrar oom en als
alles was publiek geworden, dan je
begrijpt wel
Dus weet ze er niets van
Neen. Langley heeft al dien tijd
alle kranten uit haar omgeving ge
weerd. Ze weet wel dat juffrouw
Hunt getrouwd is en naar het bui
tenland en dat zij nooit meer in En
geland terugkomt, maar van de John
Maynard-historie weet ze niets.
En maakt ze het goed
Beter dan ooit. Een paar weken
geleden hebben Effie en ik haar op-
gesocht. Zij wonen ergens in Surry,
alleraardigst.
En is Langley goed voor haar
Zij is zijn oogappel geworden. Ze
kan geen kwaad meer bij hem doen.
Hij zuchtte, Ik moet haar spoe
dig weer eens zien,
(Wordt vervolgd),
AXELSCHEffi COURANT.